den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende V 1 / Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Een Oorlogsverhaal uit Afrika Mambamu-de-Lauwe Hij zag het levenslicht in een hoekje van een bosch aan den Beneden-Uellé. Welig opgescho-ten als een tropenplant, was de zwarte Mambamu heel jong soldaat geworden, maar had het hem vrij wat moeite gekost om de geelwollen streep ▼an eersten soldaat te Irebu, de twee strepen Van korporaal in eerien post van het woud, de roodzijden met gouddraad doorweven galon van sergeunt, te Leopoldville te verwerven. Daarna had hij zich eene pijp met zilveren ring aange-kocht, een wederhelft genomen en was hij vader geworden van vijf zwarte bengels, vijf glimmend zwarte duiveltjes, die woelend en spartelend, als •piepjonge, naaicte inussehen in een nest. 's vaders strooien hut in het kamp op de hoogvlakte met hun gekraai en gewoel vervuIJen. Al te wakker echtgenoot, was hij maar een éi'barmelij k soldaat ; Set maugelde den sergeant aan krachtdadigheid ; voor zijne manschappen, fcijn « halve trouwboek » en zijne kleuters had hij even zooveel respekt als voor zijne pijp. Welnu, koo een vrouw er niet over klaagt een wak-keren vent te hebben, hoeft een kapitein die zijn blicht bewust is, een al te slapei'igenschildvvacht vaak onder de handen nemen. Op min dan een jaar, had Mambamu zeven maal zijn pijpje in zijn fansel mogen wegsteken, een corvee-pakje aan-trekken, vrouw en kroost omhelzen, met plompe hand zijn naam in letters zoo groot als een paard op het met vetvlekken versierd strafregister zet-ten, en, al slapende als een marmot, de straf van zijne onaelitzaamheid moeten uitdoen. Den 22° Augustus 1914, terwijl de schrandere diplomaten al hun moeite inspanden, opdat het barbaarsch Afrika van de oorlogsgruwelen der Beschaving gespaard zou blijven, vielen de troe-pen van Duitsch Oost-Afrika in Lukuga, zonder eerbied voor de onzijdigheid van Belgisch Kongo. Anderzijds waren reeds Franschen eu Duitschers in Nieuw-Kameroen in botsiug geraakt. Den 14" September, werd door de regeering van Fransch Midden-Afrika het besluit van een algemeen ofleusief uitgevaardigd. Kameroen werd meteen ten Z.-O. door de kolonne van Gabon(Miquelard-Le Meilhour), ten *L. door de kolonne van Sangha (Hutin) ; ten Z.-O. door de kolonne van Lobaye (Morisson) ; ten N. door de kolonne Brisset ; ten O. door de kolonne Mayer en het Britsch expeditie-korps van generaal Dobell aangetast. Den 11° October, verliet generaal Aymerich Brazzaville en vertrok naar Ouesso. Te gelijker tijd rechtvaardigde de zaak van de Lukaga ons optreden en verliet de prachtige steamer Luxemburg, toevallig gapantserd en met vier •rtilleriestukken bewapand, Stanley-Pool met 130 onder het bevel van luitenant Bal staande înlandsehe soldaten aan boord. Enkele dagen Badien, oogstten onze dappere jongens roem in do gevechten van N'Zimoe (26-28-29 October 1914). Het Sangha gebied werd onverwijld van het Duitsch gespuis gezuiverd, en de Fransche en de Belgische kolonne rukten N'Goko binnen. Vertrokken uit Ouesso, op 24 November. als voorwacht, trad het wakker troepje van den Midden-Kongo zonder slag noch stoot Gali, Dongo, Baka, Goko, Tiboendi binnen. Het geraakt, den 30°, slaags aan de Malapa en tast in de Da Graves van onze Seldatan De E. H. kanunnik Maere, aalmoezenier van flet B. M. G. te Guemps, oud aalmoezenier van Jiet camp du Ruchard, schrijft ons : <t De tallooze Belgische soldaten die in het « camp du Ruchard » verbleven hebben, zullen ongetwijfeld gelukkig zijn te vernemen dat de graven van hun makkers die te Avon rus ten, niet vergeten worden. De werken, om een ge-denkteeken op te richten, die drie maandeii gela-den hernomen werden, worden flink voortgezet. « Tegenwoordig zijn er 10 graven voltooid ea Sian vier en twintig andere wordt voortgewerkt. De ingezamelde fondsen laten toe een nieuwe bestelling grafsteenen te doen, zoodat 20 à 30 vaa de 43 overblij vende graven, ook huu gedenk-teeken /.ailca oatvangeu. » eerste dagen van November hec fort Moloendoe aan, dat de vijand op Kerstdag in de handen der bondgenooteu laat. Onmiddellijk na de innanie van Moloendoe, keert de compagnie fiaar Ouesso terug, rukt stroomopwaarts langs de Sangha vooruit, treedt den 30" Januari Yekadoema binnen, legt op min dan o dagen 141 km. weg af door bosch en kreu-pelhout om zicli bij de kolonne Morisson te ver-voegen, strijdt te Moopa, bezet Pamba, werpt daar veldschansen op, en wacht daar de aanslui-ting van de lcolonnes Le Meilhour en Hutin af om naar Dume-slatie op te rukken. Te Pamba, wordt men door de werkeloosheid, hetuitblijven van tijdingen en honger gekweld. Den 15n April stelt men zich in beweging ! Harde strijd te Molambi ; inarschen en contrainarschen, die soms met sehermutselingen gepaard gaan. Rond half-Juni bevindt Bal zich te Assombara, begeeft zich naar den post van den Djah en bezet, op 15n Augustus, Abongkong, dat juist door eene Fransche compagnie vermeesterd werd. Bij al die verre tochten, onder het blekkerend, priemend zonnegeweld, door de verschroeide en gloeiende viakten bedekt met schraal kreupel-gewas, in het moerassig woud, welke naar de dood ruikt, in de verwoede stormaanvallen, in de tragische gevechten van man tegen man, en zoowel bij dage als bij nachte, waarbij geweer en blank wapen slechts een roi speien, gedroeg Mambamu-de-Lauwe zich als een wakkere kerel, gaf zich voor de meest gevaarvolle opdrachten aan, en volbracht ze steeds op degelijke wijze, terwijl de pijp nooit zijn rnond verliet. Het vadsig garnizoensleven hadden wellicht den prachtkerel van het Azande-ras, waartoe hij behoorde, verwijfd en loom gemaakt ; het stroeve leven te velde hadden alras in hem de ingeslui-merde hoedanigheden van zijn ras wakker ge-schud.Uiterst taai, was hein geene marsch le lang; ouverschrokken in het gevecht en vol doods» verachting, voelde hij slechts onverschilligheid voor wat het hem beschoren hield. Zijn commandant vroeg voor hem de streepen van eerstea sergeant. De stakkerd zou ze nooit dragen. ('t Vervolgt.) De Kaniiig tan Italie lu Frankrijk Het Parijzer blad Petit Journal deelt mede dat koning Victor-Emmanuel eerlang met de niinis-ters Boselli, Sonnino en Bissolati een bezoek op het Fransch front zal brengen. Na dit bezoek op het Fransch front, in gezèlschap van voorzitler Poincaré, zal de vorst zich op het Britsch front begeven, waar hij dèn koning en de koningin van Engeland zal ontmoeten. Vandaar zullen beide vôrsten naar het Belgisch front gaan, waar de heer Poincaré hen zal komen vervoegen. Eene gewichtige entrevue zal in het' Belgisch hoofd-kwartier plaats hebben, waar de drie staatshoof-den bij koning Albert te gast zullen zijn. Op die samenkomst zullen ook de « premiers » en de ministers van buitenlandsche zaken der vier verbonden landen aanwezig zijn. De Evacueering der Burgers Bij de burgers van Langemarck, Staden, Elver-dinghe, Woumen, Roesselaere, die door de Duitschers geëvacueerd werden, bevinden zich de mannen van 16 tôt 60 jaar. Deze zijn verplicht aan de loopgraven te werken. Verscaeidene van deze ongelukkigen werden reeds door de gra-naalscherven gedood. De Duitschers evacueeren deze ongelukkigen op de volgende wijze. De bewoners moeten zich met hun reisgoed naar het station begeven. Daar moeten vrouwen, kinderen en grijsaards in de eerste rijtuigen plaats nemen; de mannen van 16 tôt 60 worden in de laatste rijtuigen gezet. Als de trein vertrekt worden de rijtuigen die de weerbare mannen bevatten eenvoudig losge-haakt. Het is eerst als zij ter bestemming aan-gekomen zijn dat de vrouwen en kinderen bemerken welk lot hun cehtgenooten, vaders en broeders voorbehouden Werd. Men eischt zoo wat overal veel werklieden op om te werken aan de loopgraven in de omstre-ken van Kortrijk en Meenen. Ongeveer 2,000 burgers werden door den vijaud reeds tôt den arbeid gedwongea. De Oorsprong van den Duikboot Er werd niet weinig inkt verspild om den oor-sprong van den duikboot vast te stellen. Natuur-îijk zijn de Moffen sedert den oorlog de eerstea geweest om zich het vaderschap van deze uit-vinding toe te eigenen, daarbij steunend op île uitvinding van een zekeren Pegel die, in de xvi* eeuw, het princiep van dit zeemonster had ont» dekt. De waarheid, volgens een Weener tijdschriit, is dat de ontdekking van den duikboot aan een Engelschman te wijten is, den h. Day, die in. 1773 reeds beslissende proefnemingen maakle. In November van dat zelfde jaar wendde de h. Day, die gelijk veel uitvinders van genie, arm was, zich tôt een kapitalist die tevens als zakenman bekend stond en die den naam Blacke droeg. a Mijnheer », zoo schreef hem ongeveer de uit-vinder, «ilcheb een ontdekking gedaan waar-mede men veel ponden sterling kan verdienen. Het is iets ongelooflijks, maar ik ben er zeker van het tôt een goed einde te brengen. Zoo gij nieer inlichtingen wenscht te bekomen en zoo gij mij honderd pond wilt afstaan op elle dui-zendtal dat gij verdienen zult, zal ik u monde» lings de bijzonderheden van de zaak uitleggen. Ik ben een onvermogend mécanicien en heb on-dersteuning noodig om te gelukken. d De heer Blacke verzoeht den heer Day hem zijn plans te komen uiteenzetten, wat de uitvin-der dan ook deed. De heer Day verklaarde dat hij op meer dan 150 meters onder water zou zakken en dat hij er 24 uur zou blijven. , i — Vier en twintig uur en 150 meter ! riep oa kapitalist uit vol medeiijden ; dat is te veel, ik ben tevreden met 33 meters en 12 Uur. Men stelde zich ten akkoord over de proet-neming, zooals, uit menschlievendheid, de heer Blacke het gewild had. Het nieuws werd spoedig ruchtbaar en wea-denschappen werden aangegaan. Ondertusschen werkte Day aan zijn duikboot op een werf te Plymouth ; eindeîijk is de boot klaar ; hij wiegelt zachtjes in de haven. Op den dag van de proefneming was eene aan-zienlijke menigte toegestroomd. De boot glijdt te water, niet al te ver, met slechts den uitvinder aan boord. Het pleclitig oogenblik is aangekomen. Day groet de ontro<*Me menigte en dè boot zinkt langzaam onder water. Men had overeengekomen dat de uitvinder boeien naar de oppervlakte zou zenden, wat beteekenen moest : Ailes gaat goed. Geen boeien te zien. Men is ongerust. Men tracht de boot op te sporen en werpt netten uit. Zij breken en de duikboot blijft onbeweeglijk op den bodem dsr zee. Wat is er gebeurd ? Men kwam het spoedig te weten. De duikboot was al te snel gezonken en gebroken op den rotsigen zeebodem. Zoo stierf Day. Maar het princiep van den duikboot was gevonden. J. B. Militaire Moestuinen Er bestaat te Kales een militaire mode!, moestuin, van 2 hectaren en half oppervlakte. Die tuin werd aangelegd door de soldaten der Belgische basis. Op een terrein, dat nooit bebouwd Word, langsheen de zee, hebben onze piotten aetooud dat zij ook in het hovenieren thuis zijn. Zij zitu er in geslaagd daar groenselen van eerste gehall.e te kweeken, zoodat hun keulten thans veel verbe» terd is... Dit prachtig initiatief, waarover de plaatselijke pers met lof heeft gewaagd, werd genomen door luitenant-kolouel Gornellie, bevelhebber der « Annexes flottantes », die het bestuur van dien tuin heeft toevertxouwd aan deu onderluiteuant Gardet, 6 September 1917 Nnmmer JT7Ù Il I.I.II I ■ m n.-n-rrru ro, irnii-rinrirrr rv, .ni m Himil'iH—HUM 1.» HUIIi 1111 > »MllllllW»ai nifril

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.