De legerbode

2041 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 09 Januar. De legerbode. Konsultiert 19 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/z60bv7bp97/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LEGERRODE den Dinsdag, Donderdag en Zaierdag verschsjncnde Dit blad is VOOR DE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien Fransche en tien Nederlandsche exemplaren. BIJDRAQE TOT DE GESCHIEDENIS De herderlijke brief van Mgr MERCIER Het in hechtenis nemen van Monseigneur Mercier, primaat van België, heeft in allé katholieke middens en ook bij de verbondene naties en in de onzijdige landen eenparige afkeuring verweJel. Bij sommigen Java m daarbij een ware verbazing. Werd cr ooit katelijker fout, begaan ? Of denkt Duitsch-land misschien dat het te veel vrienden telt en heeft het daarin een middel gezien om zich bemind te maken ? We weten no g niet welken indruk die maat-regel zal verwekkeri op de Jcatholieken van Duitschlahd en Oostenrijk. Het Jean niet an-ders dan eenpijnlijke wezen. En wat diege-nen betreft, die op zulkê wijze het, keiserrijk naar zijn ondergang voeren, zij hadden wel gedaan den wijzen raad van Goethe te over-wegen : h Maez, Masz in allem ! — Beza-digd zijn, in ailes hezadigd zijn ! » De herderlijke brief van Monseigneur Mercier is een welspreJeend stak ; men vindt erin een wondere verhevenheid van gedach-ten, een vurige v/tderlandsliefde en een be-daarden helaemnoed. Het spiji ons dat het gormaat van dit blad ons enkel toelaat er lecJits eenige uittreksels van te geven. ■ Hij vangt aan met een roerend tafereel te geven van het lijden van België : Het bloedt. Zijne kinderen sneuvelden bij dui-zenden in onze forten, op onze slagvelden, om zijn recht en de ongescliondenheid van zijn grondgebied te verdedigen. Weldra zal er in gansch België geene enkele l'ami lie meer zijn, welke niet in rouw is. Waarom, o God, al die smarten ! Heer, heer, hebt ge ons rerlaten? Daarna brengt de Aartsbisschop hidde aan ons leger Want ja, onze soldaten zijn onze redders. Een eerste maal hebben ze Frankrijk gered, te Luik ; een tweede maal hebben ze in Vlaanderen den marsch van den vijand op Kales gestuit : Frankrijk en Engeland erkennen het, en Belgiô staat heden voor lien, en ten andere voor de ge-heele wereid, als een land van helden. Nog nooit in mijn leven keb ik mij zoo fier ^evoeld Belg te zijn, dan wanneer toen ik, de fransche statiën doorreizende en stilblijvende te Farijs en Lon-den bezoekend. overal getuige was van de geest-driftige bewondering van de bondgenooten voor den lieldenmoed van ons leger. Onze koning staat, in aller achting, op den hoogsten trap van de zedelijkheid ; mogelijk. hij alleen, weet het niet, terwijl hij evengoed als de eenvoudigste van zijn soldaten door de loopgraven loopt en met de openlieid van zijn glimlach, diegenen aanmoedigt, waarvan hij vraagt dat ze geen oogenblik aan de redding van het vaderland zouden Uvijfelen. De erkentelijkheid jegens ons leger is op dit oogenblik de eerste plicht van elken belgischen burger. Verder beschrijft Monseigneur de gruwelen in België bedreven, gruwelen, çvelJee hij zelf heeft kunnen bestatigen in de provincies Antwerpen en Brabant. Daarna, rechtvaar-digt hij de handelwijze van België : We mogen het zonder hoogmoed zeggen, heminde Broeders, ons klein België heeft den eersten rangveroverd in de achting der naties. Op zijne eer had België zich verbonden zijne onat'haukelijheid te verdedigen ; het heeft zijn ■Woord gehouden. De andere mogendheden hadden zich verbonden België's neutraliteit te eerbiedigen en te beschermen : Duitschland heeft zijn eed gebroken, Engeland is er getrouw aan gebleven. Ziedaar de feiten. T'pMÏ + ÛÏÏ von liât irmi'nfen Tiîn • KPI ware onwaardig geweest van ons, ons te ver-schansen achter een schijn van weei'stand. AVij betreuren onze eerste opwelling niet ; wij zijn er fier over.Ineentragischuureeneplechtige bladzijde van onze geschiedenis scnrijvend, hebben we gewild dat ze opreckt en glanzend weze. En zoolang als het moet zullen we blijk knnnen geven van taaiheid. Het nederige volk geei't ons het voorbeeld. De burgers van aile sociale ran-gen hebben hunne zonen opgeofî'erd voor het vaderland ; maar zij, vooral de lagere klassen, lijden aan ontberingen. aan koude en misschien aan honger ; welau,indien ik over zijn gevoelens een algemeen oordeel vel door heîgeen ik in de volkskwartieren van Mechelea en in de meest beproelde geaieenten van mijn bisdomkan nagaan, dan moet ik bekennen dat het volk wilskracht toont in het lijden. Het wacht op de weerwraak, rnaar het zal volhouden. Welke zijn in deze omstandigheden de pUchten van de Belgen ? De Kardinaal geeft ze aidas aan, zonder zich erom te bekom-meren dat hij de wraak oploopen kan van de Ujdelijke overwinnaars : Hebt inoed, beminàe Broeders, het lijden zal voorbijgaan ; de kroon des levens voor onze zielen, de roem voor ons volk zullen niet voorbijgaan. Neenit weJ in acht, dat ik TJ niet vraag een enkele uwer vaderlandslievende verwach-tingen prijs te geven. lntegendeel, ik houd het voor mijn berderlrj-ken plicht le bepalen Avat u in geweten te doen staat tegbnover de macht die ons land overviel en het tijdelijk grootendeels bezet. Deze macht is geen wettig gezag ; bijgevolg zijt gij haar in het innige van uw gemoed noch achting, noch verkleefdheid, noch gehoorzaam-heid verschuldigd. De eenige wettige maelit in België is die welke aan onzen Koning, zijne regeering en aan de vertegenwoordigers der natie toebehoort. Die macht alleen is voor ons het Gezag. Zij alleen heeft recht op de verkleefdheid van ons hart, op onze onderwerping. Door soldaten bezette provincies zijn door die bezettiDg alleen geen veroverde provincies; even weinig als Galicië een russisebe provincie, werd België een duitsche provincie. Noehtans is het bezette gedeelte des lands in een toestand dien het op recht moet ondergaan. De meesten onzer steden gaven zich over aan den vijand; zij moeten de voorwaarden der overgave eerbiedigen. Yan het begin der krijgsbedrijven af hebben de burgerlijke overhederi des lands er bij de burgers op aangedrongen, dat dezen zich van elke vijandelijke daad jegens het vijandelijk leger zouden onthouden. Deze aanbevelingea blijven van kracht. Het Belgische leger uïtsluitelijk heeft, te zamea met de dappei^. troepen der verbondenen, d« eer en het recht om het land te verdedigen en alleen daarvan mag het Belgische volk de bevrij-ding des lands verwachten. Tegenover hen die door de macht der wapenea over ons land heerschen en die, in het diepe vaa hun geweten, niet anders kunnen dan de ridder-lijke wilskracht bewonderen, waarinede w« onze oaaûiankeiijklieid hebben verdedigd en nog verdedigen, zullen we geen andere blijken vaa achting betuigen dan die opgelegd door het alge» ineen belang. Velen onder hen beweren nu dat ze, in zoover het in hunne macht is, willen helpea om onze smarten te verzachten en bij ons mede« helpen om een minimum van geregeld lerea te doen hervatten. Wij moeten de reglementea eerbiedigen welke ze ons opleggen, voor zooverre ze niet indruischen tegen onze kristene gewe-tensvrijheid, noch tegen onze waardigheid ran vaderlanders. Bedreigende grootspraak is geea moed, noch is gejaagdheid dapperheid. Ten si o lie staat ook Monseigneur Mercier de legende der franc-tireurs, die tôt nitvlucht diende om zooveei duitsche wandaden te rechtvaardigen, ten gronde : Ik bevestig op mijn woord ran eer en ik bea bereid onder eed te verklaren dat ik tôt nog toe geen enkel geestelijkc, noch wereldlijke, noch reguïïere, heb ontmoet die de burgerlijke bevol-king hebbe aangezet de wapens te dragen tegea den vijand. De Kardinaal eindigt, met le zeggen dat België weder '■zal opgericht worden. De Duitschers hçbben eenprop willen zetien in den moncl van hem, die zoo heerlijk prolest (vist aan le iee.Jtenen. Maar het is te laat. Het woord der waarheicl is opgegaan en de wereid heeft het gehoord. HUNNE HOOFDEN Wat CLAUSEWITZ zooal zegt Er bestaat een man cîien elle Duitseh officier als de weerga der doorluchtigsten eerbiedigt, namelijk Glausewitz, welken zij, voor wat krijgs-genie aangaat, aan Napoléon vergelijken. Altoo» beroept men zich op Glausewitz. De lezing van Clausewitz vermaard boek « Voa Krieg s is trouwens vrij belangwekkend. Alzoo was hij de eerste die den inval in België had voorzien. Beeds in 1830 dacht hij dat er nieuw# oorlog van noode was lusschen Frankrijk ea Pruisen. Van toen af schreef hij de overrompe-ling door België voor, en het plan dat in 1914 uitgevoerd werd is het zijne : « België moet het voorwerp en de inzet zija van den naasten oorlog tegen Frankrijk. DTa het bezet te hebben zal men daar baas blijven. Het is tegen het land weik men wil vermeesteren dat men offensief moet optreden. » Het advies van dezen befaamden theoreticus werd voluit nagevolgd, zooals men opmerkea kan. Ongelukkiglijk voor ons, bepalen zijne onder-richtingen zich daarbij niet. Men heeft al wat hij gepredikt had uitgevoerd. Welnu, de be-knopte sanienvatting zijner leer staat nagenoeg volkoinen in deze enkele door hem gesclirevea regels : « De oorlog hent geene insehikkelijkheid. Ge-weld en vernieling. ziedaar zijn innerlijk. De vorderingen der beschaving hebben geene wij-zigingen aan zijn hoofdkenmerk gebracht. Herha-len wij dus dat de oorlog eene gewelddaad is, en er geen grens bestaat in het gebruik van het geweld. j> Dat heeft men eilaas ! al te wel kunnen bestatigen. Yoegen wij erbij dat dit toonbeeld der Duitsche officieren aan choiera stierf in 1831. Wij weten niet welke kastijding den wree-daards van 1914 ligt voorbehouden. Maar het volstaat dat wij weten dat die kastijding onver» 9 Jamiari 1915 Nummer 54

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume