De legerbode

1500 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 21 Februar. De legerbode. Konsultiert 06 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/rr1pg1jp1f/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LECERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang't tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Il de Strssk m Merekea Een Selgische Patroslfe oerooert een Duitsch Machinegeiveer ( Vart een ooggetaige.) Belgisch front, Februari 1918. Het Belgisch légerbericht van 12 Februari Bieldt ons dat in den nacht Tan 9 op 10sn een van onze patroeljen een vijandelijke dekking voor machinegeweren was binnen gedrongen in den emtrek van Kippe en dat zij, na een gevecht man tegen man, de bezetters buiten gevecht had gesteld en met een Duitsch maekinegeweer terug naa+- onze liniën was gekomen. Ik heb de bijzonderheden van deze stoutmoedige operatie willen kennen en het is sergeant Bertrand — hij werd sedert dien tôt adjudant benoeind — die za mij geleverd heeft. Berti'and is nog heel jong, evenals Dubois, Goossens en Decq, de soldaten die met Kimpe zijn patroelje uitrnaakten. Hij is afkomstig van Moustier-op-de-Samber, bij Namen. Hij heeft een helderen blik en is eenvoudig, maar nauw-fkeurig in zijn spraak. — Wij waren uitgetrokken, zoo zegt hij, uit de vooruitgeschoven posten van Merckem, om de plaats van een Duitscke schildwaeht te ieeren kennen. Het was een donkere nacht. Pikzwarten hemel. Geen ènkele ster. Wij bereiken vlug het Duitsche prikkeldraad. Eenige sneden met de knipschaar en wij zijn over de twee netten. Ik laat er Goossens en Decq om onzen terugtocht te verzekeren, als wij terug naar onze liniën xulîen inoeten keeren. Met Kimpe en Dubois richt ik mij onmiddellijk naar een granaatkuil dien ik den vorigen dag verkend had en die pnbe2et was. Wij vestigden ons daar ter obser-'vatie... Een ha!f uur ging voorbij, doch we zagen niets komen. Schuin, Iangs den rechter-kant, trekken wij een dertigtal meters vooruit. Een breede gracht verspert ons den weg, maar wij ontdekkeu eene plank die de Duitschers zoo gedieûstig waren geweest daar te laten. Wij trekken er over en wachten opnieuw. Niets, niets ! Laat ons nog wat vooruit trekken, zeg ik tôt tnijne makkers. Twintig meters verder komen wij op een paadje voor de infanterie, evenwijdig met het front. Wij zien er sporen van stappen. Wij moeten dus wel in een goede hinderlaag jliggen en verstoppen ons opnieuw. Maar de Duitschers willen zich nog steeds niet laten zien. 'Wij hooren niets. Wij waren reeds gereed om platzak terug naar huis te keeren, toen wij, op onzen rechter kant, in de verlenging van het pad, een sombere massa zien, waarboven iets uit steekt dat op een omgekeerde kar gelijkt, met de berries in de lucht. Wij konden toch niet heengaan zonder eens te hebben gezien. Zwijgend kruipen wij op den buik voort. Een Duitsche vuurpijl verlicht den hemel. Wij zien nu duidelijk een opgesteld machinegeweer en de De Belgisch Kaiitwsikslers le Amsterdam Eene belangrijke tentoonstelling van Belgische kanten wordt gehouden in het muséum te Am-cserdam. Zij Yertegenwoordigt het werk van ôngeveer 60,000 kantwêrksters uit bezet Belgiê. De schoonste met de naald bewerkte en ge-gekloste kant is er tentoongesteld. Op een klein kléedje prijkt a 1914 Yser 1915 i, .omwerkt met gestyliseerde krabben en zeesterren. Men bemerkt er Parijschen, Meehelschen, Vlaamschen, Brugschen en Milaneeschen kant. En opdat irten niet zou vfcrgeten dat het kant îs van den tijd van oorlog, ziet men de kathe-dralen van Yper en Brugge op groote stukken gewérkt, alsook de wapens der Bondgehooten. Een Belgische leeuw, gekwetst maar dreigend, Verdedigt de nationale driekleur. Eindelijk, midden al de kunstwerken dér ten-oonstelling, moet men een kleed speciaal citee-ten, met rozen en madeliefjes, aangeduid als: fL De bioemen der Koningin. * bedienaar die bij zijn stuk zit. Iedereen bewa-pent zijn pistool en haalt zijn dolk uit. Met een gebaar, met een beweging stormen wij den post binnen. Bij onze aankomst springt de mitrailleur plots recht, deinst achteruit en zoekt naar zijn pistool. Drie schoten vellen hem neer tegen de bofstwering. Hij is niet alleen : Zijn makker, die vlugger is, schiet zijn pistool op ons af, doch raâkt niemand. Hij neemt een handbom en werpt ze naar Kimpe, die ze vlak in de borst ontvangt. Maar Kimpe verliest daarom het hool'd niet. Met bewonderenswaar« dige koelbloedigheid râapt hij haastig de bom op, die hij in de verte wegslingert. De bom ont-ploft en maétkt meer lawaai dan ze kwaad sticht. De mof is ondertusschen weggevlucht. Kimpe zet hem achterna. Ondertusschen schiet Dubois, die een dekking had bemerkt waarin er licht was en die bezet was, er drie revolverschoten in af. Dan keert hij terug naar mij en wij nemeii het machinegeweer op dat ik had vastgepakt, — En gij nu, Kimpe — Ziehier, zegt Kimpe, die herkomstig is van Oudenburg, bij Oostende, ik Hep achter deu môf, die beenen maakte zooveel hij geven kon. Ik wil er mijn revolver op afschieten, doch mijn wapen zit vast. Wat een ongeluk! Ik loop nog vlugger. Na dertig, vijf en dertig meters haal ik den vluchteling in ; ik pak hem beet, en maan hem aan in het Vlaamsch, in het Engelsch en in het Duitsch zich over te geven. Hij stribbelt tegen. Ik geef hem een dolksteek. Hij spartelt tegen als een razende. Hij bruit. Dat is genoeg. Bij groote kwalen passen groote middelen : Met een anderen dolksteek maak ik hem af. En de a kamarad » rolt neer in een granaatkuil. Ik keer op mijn stappen terug en bemerk dat er nog steeds licht is in de dekking, waarin Dubois zijn revolver had afgeschoten en waar er drie nîofïen in zaten. Ik haal een handgrânaat uit den zak. Ik haal er de pin gewetensvol uit en dan werp ik ze in de dekking. Ik wacht. Eenige sekonden gaan voorbij. De granaat ontpîoft en ik hoor gehuil. Ik kan naar mijne makkers terugkeeren. — Maar het alarm was gegeven, vervolgt adjudant Bertrand. De Duitscha vuurpijlen ver-lichtten den hemel. Het geweervuur knetterde. Het is niet zonder moeite dat wij weer door het vijandelijk prikkeldraad geraken, belast als we zijn met onze trophee. Onze loopgraafmortieren en onze machiengeweren dekten ons ovérigens met hun vuur. Ten slotte bereiken wij ongedeerd onze liniën. Kimpe is een kwartier Iater teruggekomen, besloot kapitein Mersenier, die mijn onderhoud met zijn mannen bijwoont. Daar hij mij de bijzonderhëden gaf over zijn deelneming aan de patroelje, en ik hem geluk wenschte, zegde hij : « Mijn broeder was soldaat bij het 3" linie; hij is in April 1915 te Steenstraete gevallen; ik ben zeer gelukkig Duitschers te hebben neergeseho-ten, en hem "aldus te kunnen wreken. Ik zal er nog andere dooden ! » RUSLAND GEEFT TOE De vijandelijkheden zijn in Rusland op 18 Februari herbegonnen. Daar de Duitsche troepen geen weerstand ontmoetten, zijn zij voortgerukt tôt Dwinsk, waarvan zij zich hebben meester gemaakt, en naar Ukranië ; zonder strijd zijn zij Luck binnengerukt. Een radiotelegram van de Russische regeering protesteert tegen het vooruitrukken van do Duitsche troepen, zonder dat de wapenstilstand vervallen werd verklaard. Hij voegt er bij dat Rusland, door de omstandigheden gedwongen, toestemt in de door den Vierbond gestelde voor-waarden te Brest-Litowsk. Het antwoord aan de nauwkeurige vredesvoorwaardén, door Duitsch-land voorgesteld, zal eerlang gegeven worden. Voor het Rood-Kruis — Ontvangen 55 fr. : Bedrag van eene omhalîng tijdens eene voorstelllng ingericht door de soldaten van 3/ii, Z. 30. — Ontvàngen H fr. 50 van opperwachtmeester Luystf.rborgh ; Het bedrag van eene omhalh'g bij de onderofficieren van O.K. A. OJVZE K()\I>T.IN Uit een artïkel gepubliceerd in Le Journal de» Débats door Mevr. Colette Yver, over eeïi bezoek, gebracht aan Koningin Elisabeth, geven wij dit ait* treksel : Gelukkig de roniaiisehvijvérs die binnen h«n-derd jaren znllen leven. Zij zullen inspiratie Vin-den in de schoonste, de dichterlijkste, de meest dramatisehe en de roerendste gesehiedenis : Dez© van eene jonge Koningin die heeft geleden voor het Recht. Marie-Antoinette, Maria Stuart, Mar-gareta van Schotland, al die mooie ûguren die op onze jeugd indruk maakten, hadden, in humae legende, dat karakter van onwrikbaarheid niet, dat de bijzonderste trek vormt van Koningin Elizabeth. Het waren roerende heldinnen, rustig door gelatenheid en die in hunne tragedie, niet zacht stoïcism, het noodloot ondergiugen. Do Koningin van Belgie heeft zelf haar lot gekozen. De vreeselijke beproeving die zij onderstaat, is geene vijandin, maar eene uitgenoodigde. Hare brooze en sierlijke Majèsteit, die eene denkster is en eene zeer zelfbewuste moderne vrouw» draagt aan de zij de van Koning Albert, zonder er eenigzins door neergedrukt te zijn, dén last van den bewonderenswaardigen koop, welke dio vorsten met de Eer hebben gesloten. 's Avonds van den laatsteit Zondag van No-vember, toen de nacht ingevallen was, kwam ik tôt de deur van eene groote hoeve, verloren in de moeren, 't is te zeggen de moerassig© vlakte van Vlaanderen. Tafereel dat ons op vijf-tieniarigen leeftijd zou hebben doen ijlen. Een akelig veld-vlak met een huilende wind : In de verte, rechtloopende wegen met verwrongen boomen ; in df n gezichteinder de rozige ontplof-fîngen der stukken, want het front is dichtbij en de storm mengt zich met de stem van het kanon ; en hier, voor de hoeve, een lief wit huis, stSl* waar een Koning en eene Koningin heerschen, wiér geestelijk keizerrijk het gesclieurde Vader-land doet leven : Daar had Hare Majèsteit Koningin Elizabeth de goedheid mij te ontvangen. Nooit vergeet ik de oogenblikken die ik léefde in afwachting harer komst. Het was in de ko-ninklijke eetzaal — want — overdenkt dit, rij-ken dezer wereld—de verblijfplaats bezit maar eenen salon, en de Koning hield juist eene kabinetvergadering. Ik schrijf die omstandigheden op : Zij bewijzen welke fijne opvatting die Vorsten hebben van hun nieuw levent waar ailes in harmonie is met het ongeluk van het Belgisch vaderland. Geen weelde in de groote witte zaal, waar een laken tapijt over de tafel ligt en waar de bescheiden sierlijkheid van des-sertborden de wanden garneert. Binnen enkeie stonden zal de Vorstin, vriendin van mijn Vaderland, die in de oogen der natiën de getrouw-heid zelf symboliseert, voor mij staan. Praktisch ¥erinift Dat de Amerikanen praktiseh vernuft bezitten, valt niet te betwijfelen. Over korten tijd kreeg een makker daar nog een voorbeeld van in eene Fransche haven. Een transportschip kwâm do dokken binnengevaren ; van zoohaast het aan de kade lag, begon men te ontschepen. Het eerste voorwerp dat uit den steamer werd ge-haald was eene kolossale kraan. aanstonds in staat om te beginnen werken. Uit de diepten der lading haalde zij eene volledige lokomotief en dan, opeenvolgend, acht Wagons, allemaaluit het scheepsruim. De trein werd samengesteld en oogenblikke-lijk op de sporen geplaatst ; daar het transportschip kolen had opgeladen, werd den tender er meê gevuld en de ketels met water. Een uur na die verschillende bewerkingen, stond de Ameri-kaansche trein geladen met ailes wat een leger en krijgsverrichtingen eischen om te kunnea vooruitgaan. ; ^21 Februari 1018 Nirmmer 542

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume