De legerbode

954 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 13 September. De legerbode. Konsultiert 21 September 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/m901z42m23/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

den Dlnsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t, tien of vijflien Fransctie en Nederiandsche exemplaren. te Burgerlijke Gevangenen in Duischland Os Voedsel-toestand in Henegouw en het Werk van de G. R. B. Interview met een Gerapatrieerde "Wij hebben het bezoek gehad van een onzer lau.igenooten die in het begin van dit jaar door de Duitschers te Brussel gevangen genomen was en die om reden van gezondheid, door het inter-nati jnaal geneeskundig komiteit, naar Zwitser-land gezonden was. Nimmer is hij de juiste reden te weet gekomen •waarom hij, op een zekeren namiddag, door de Duitsehe spionnen werd aangehouden ; ailes wat bij weet is dat hij in vriendschapsbetrek-kingen stond met andere Belgen die véôr hem reeds waren aangehouden. Onze landgenoot behoort, op maatschappelijk gebied, tôt de klas der intellektueelen ; hij is burgerlijk ingenieur£n een zakenman. Hij heeft verscheidene gevangenenkampen doorgemaakt ; het was in dat van Holzminden dat zijn kruis-weg ten einde liep. Daar kende hij voor de eerste maal in zijn leven de folteringen van den honger : Gansch zijn wezen trilt nog bij deze smartelijke herinnering. — Honger bebben?... Ik ken niets dat voor een mensch pijnlijker is, zoo zegde hij, nog steeds onder den indruk van die nijpende herinnering. Op Paasdag heb ik nochtans een uur van onuit-sprekelijk geluk gekend : Een van inijn geïnter-neerde makkers had een hospenbeen ontvangen dat hij wel met mij heeft willen deelen. Ik kende den smaak van het vleesch zelfs niet nieer, maanden lang had ik er geen gezien. Ook zal ik u nietzeggen met hoeveel begeerlijke gulzigheid ik mijn deel van het hespenbeen verslond. En toch at ik met kleine beetjes, om het genot langer te doen duren. Ik aarzel niet om te zeggeri dat deze onverwachte maaltijd voor mij heel wat het lekkei-ste banket overtrof. Want het voedsel van het kamp was een onnoemelijk mengsel, dat de zwijnen zelfs (het feit werd vastgesteld) niet wiiden, Ik kon dit voedsel niet gebruiken, zonder mij den neus te stojipen ; en als ik het gebruikte, dan "was bet om niet van honger te bezwijken ; want in werkelijkheid stond ik ook op mijn beenen niet meer recht. Een enkele soep was eetbaar ; ongelukkiglijk was zij tamelijk zeldzaam : Het ■was de maïs-soep. De gevangenen hebben de keus tusschen bet afpchuwelijk bestaan van het kamp en den vrijen ai beid. De vrije arbeid kan zoo wat overal in Duitsehland gedaan worden ; het wordt min of meer goed betaald; bovendien beschikt de ge-vangene over een zekere vrijheid. Maar ziehier : Er rust een zekere schandvlekking, voortsprui-tende uit een vrijwillige overeenkomst met den vijand en om deze reden zijn er velen die van dat regiem niet willen hooren. — Kreegt gij geen bijzondere pakjes ? — In het begin, en maanden lang niet het minste ; later kreeg ik er wel. Zij werden ons gewoonlijk in een ellendigen toestand over-handigd. De chocolade dien zij bevatten was vermorzeld, tôt in poeder gestampt om zich te '■verzekeren dat er niet eenig geschrift of overeen-komstig teeken in zou verborgen zitten ; de sar-dienblikjes waren geopend ; de boter en het vet waren uit de potten gehaald. Door bet gebruiken van deze produkten, die door hun aanraking met de lucht tijdens de talrijke verhandelingen ireeds min of meer bedorven waren, kreeg men pijnlijke zweren, die nog smartelijker werden door de aanraking van het ongediert dat zeer talrijk was, zoo overvloedig dat men er letter-Jijk door bedekt is, en dat ons leger er van irielde. Ons kamp was naast een kamp voor vrouwen gelegen ; het was een nijpend schouwspel dat zich daar voor onzen blik aanbood : Het meeren-deel waren Poolsche vrouwen, ellendige schep-sels, in lompen gehuld, waarvan er velen kinde-ren zoogden, die door gebrek aan voedsel en zorg voortdurend schreiden. Zij dwaalden daar als onnoozele dieren te midden van de geprosti-tueerden van laag allooi, die door de Duitschers op goed geluk waren aangehouden, en te midden van mondaines die daar peinzend rond wandel-den met parasol en met witte handschoenen. H«'t is bet gebruik dat de wacht van het kamp dikwijls veruudeui wordt. Dit was telkens een « gelegenheid voor nieuwe plagerijen. De wacht die opkwam, werd over ons dikwijls verkeerd onderricht door de wacht die afging ; deze laat-ste schilderde ons af als het schuim van de bevolking, als een hoop schurken die men goed in het oog moest houden. Maar er kwam een oogenblik waarop onze betrekkingen met de oude landstormers het tegendeel bewezen. Zij konden van hun verwondering maar niet beko-men en weldra werden zij zeer vertrouwelijk : Zij zegden ons hun afkeer voor dezen oorlog die hen hun zonen ontnomen had. . Maar zoohaast er zich slechts een feldwebel vertoonde, her-narnen de oude landstormers onmiddellijk hun harde gelaatstrekken van stroeve gevangenbe-wakers.Sonimigen onder ons badden een verschrik-kelijke behandeling te verduren. De f'eiten liggen voor bet grijpen ; ziehier een voorbeeld. Op een Aprilmorgen, toen het verschrikkelijk koud was, werden twee gevangenen, die om gezond-heidsredenen op het vastgestelde uur niet had-den kunnen opstaan, aan païen op het midden van het binnenplein gebonden, slechts met een onderbroek en een hemd gekleed. Men had ze op baksteenen gezet ; doch zoohaast zij aan den paal gebonden waren, nam men de steenen weg ; verscheidene uren lang bleven zij in deze ver-schrikkelijke positie. Ik weet niet of het hunne lijken waren die wij zagen, doch eenigen tijd later hebben wij twee lijken gezien, die op een hoop kolen lagen uitgestrekt.. in afwachting dat men ze begraven zou Iemand bevestigde mij dat andere gevangenen dezelfde fbltering met de voeten omhoog badden verduurd. Ik heb geen feiten van dezen aardbijgewoond, maar gegeven wat ik gezien heb, acht ik het niet onmogelijk. Ziehier een trelc waaruit duidelijk de schijn-heiligheid der Duitschers blijkt : Soms spreekt er de een of andere Duitsche officier een gevan-gene aan en volgend gesprek vangt aan. — Er zijn dagbladen die beweren dat wij na den oorlog zoo goed niet meer in België zullen onthaald worden, zegt de folteraar dan. Wat denkt gij daarvan ? — O ! dat is niet mogelijk. Daar kunnen hier en daar wel eenige menschen zijn die dergelijke gevoelens koesteren, maar de meerderheid der Belgen denkt er anders over. — Dat dacbt ik wel. En wat zegt men hier in bet kamp zoo al? — Men zegt dat er niets zal veranderd zijn ; dat wij na, juist zooals vôôr den oorlog, als goede geburen naast elkander zullen leven, als menschen die de dingen begrijpen. — Dat dacbt ik wel, zegt de officier, bij het heengaan. Wee hem, die dergelijke taktiek niet aan-neemt en schijnheiligheid anders dan met schijn-heiligheid beantwoordt. Men zou hem de ergste folteringen doen ondergaan. Neen, neen, voegde onze landgenoot er aan toe, met gebalde vuist, bet zal zôô niet gaan en onze eenige hoop, van ons die geleden hebben, ons hoogste verlangen van ons Belgen is dat onze legers eerst aan gene zijde van den Bhijn dood en vernieling zouden gaan zaaien ; dan eerst zullen wij gewroken zijn. Toen de trein die de gerapatrieerden naar Zwit-serland bracht aan de grens stil hield, deed men er 18 gevangenen, aan wien men de vrijheid had beloofd, uit den trein stappen om ze terug naar het kamp te zenden dat zij zoo juist verlaten badden. Het was een verfijning van wreedheid van een nieuwen aard. Het gezicht van deze ongelukkigen trof onzen landgenoot zoodanig, dat er oogenblikken zijn waarop zij voelt dat hij als door de koorts is aangetast. Hij neemt zich het tioofd tusschen de handen als om zich te vergewissen dat hij niet droomt, en dat de afschuwelijke nachtmerrie van Holzminden wel voor goed ten einde is. Jean Bar. Het Bezoek van den Koning van Italie Luidens eene mededeeling aan de pers van verleden Dinsdag, is het bezoek, dat de koning van Italie deze week op bet westerfrout moest brengen, verdaagd. De heer Maurice Pate, vertegenwoordigeu van de G. R. B. (Commission for RelieJ in BeU gium) voor de provincie Henegouw, heeft in een verslag aan het besturend komiteit van de kom-missie, bijzonderheden gegeven over den voe-dingstoestand in bezet België en over het werk dat er door de G. R. B. verricht was. Het verslag werd opgemaakt in het begin van Juni 1917, 't is te zeggen op het oogenblik dat het Amerikaansch bestuur van de Gommissie, door de gevolgen van de oorlogsverklaring van de Vereenigde-Staten uit België verdreven, werd overgegeven aan de diplomatische vertegenwoordigers van Spanje en Holland. Sedert het uitroepen van de blokkade, op 4 Februari, en de vermindering van aankomsten te Rotterdam, zijn de voedselrantsoenen voor België met één derde verminderd. Tijdens de tweede belft van Februari werden de bureelen van de G. R. B. dagelijks bestormd door de af-vaardigingen van de verschillende deelen van de provincie, bijzonderlijk uit de streek rond Bergen. De heer Pate besloot een onderzoek ta doen. Op 27 Februari stapte hij alleen te Quare-gnon af, een industrie-dorp van 10,000 inwoners in de nabijheid van Bergen, en bezocht er een zeker getal huisgezinnen van de arbeidersklas. Dit onderzoek toonde in het kort dat de menschen slechts leefden door middel van derantsoe-nen van de C. R. B. en slechts weinig voedsel van de inlandsche produkten onlvingen. Tijdens de maanden Februari en Maart kon da Volkssoep. die overal in Henegouw werkzaain is, nog sommige aanvullende boeveelheden van ingevoerde voedingsmiddelen aanschaffen. Het getal kliënten voor het dagelijksch soeprantsoen, is van 60,000 op einde Februari, tegen het einde van Maart op 400,000 gestegen, en dat voor de provincie Henegouw alleen. Ondanks deze toegevoegde hulp gegeven door de Soep,werden de bureelen te Bergen van het C.R.B. nog belegerd door eene menigte arbeiders, vrouwen en werkeloozen, doch het was onmogelijk vol-doening te geven aan hun hartstochtelijke en rechtvaardige eischen. Rond half Maart grepen er onlusten en ba« toogingen plaats in een zeker getal industrie» dorpen. Geen enkele vijandelijke daad of be-tooging greep er plaats. De mannen deden eenvoudig opmerken dat zij de noodige lichaams-kracht niet meer bezaten om hun werk voort ta zetten. Op 5 April, de laatste voormiddag die da heer Pate te Bergen doorbracht, kwam er een groep van 20 arbeidersvrouwen van Pâturages, een dorp op tien mijlen afstand van Bergen, hem den ellendigen toestand uiteen zetten. De groep was geleid door eene vrouw wier trekken da wilskracht aanduidden. En terwijl zij sprak. viel zij in onmacht onder de oogen van de aan-wezigen. Er waren daar van de meest gestaalda zielen, nijveraars en polilieke personen uit Henegouw. Geen van allen kon ongevoelig blij-ven bij dit tooneel, dat al het lijden van 300,000 bewoners van de provincie in zich bevatte. Kortom, tôt in 1917, had men door een flinken veldtocht in den vreemde de gezondheid en het welzijn van België kunnen waarborgen. Maar tijdens de vier laatste maanden van het verblijf van den heer Pate hebben de rantsoenen van de C. R. B. slechts 65 % van hun waarde behouden, en de reserves inlandsche produkten zijn uitge-put. Tôt overmaat van ramp is de bevolking van Henegouw nog aangegroeid met 50,000 Franscha geëvacueerden. Al de Belgen die kunnen nadenken, wijten aan Duitsehland de verantwoordelijkheid van de moeilijkheden, die aan den invoer van levens-middelen gesteld worden en ondanks de anti-Engelsche propaganda die Duitsehland voortdurend onderduimsch heeft gevoerd, blijft de bevolking vertrouwen stellen in het G. R. B. en in de pogingen van de Bondgenooten om den toestand te verbeteren. * 13 Septeiïîber 1917 Nummer 473 i ému h h ihm i —MiWiMiflimnHN ■» nrrrrrïïH'iT*^^ —-rw^niirriirmrr i 11 m—h . rr i

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume