De werkman

1120 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 12 April. De werkman. Konsultiert 27 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/h12v40kx0g/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

De Werkman 1 46e JAARGANG N° 2361 12 April 1918 Prijs 5 ctm. i i ■ ■■ i «wtrawwjL » mawi'fcj—*.*wbm» c—mm -awew -wôtwst Drukkers-Uitgevers Franz DAENS & ZUSTER, AALST M PETRUS DAENS ALS LETTERBEOEFENAAR Met het afsterven van M. Petrus Daens veidwijnt stellig een figuur in 't Viaamsch Land. Het is aan ons niet, 's mans leven, aïs dagblad-schrijver en partijieider, op politiek gebied" voor 't nageslacht te boeken. Wij vvillen hem enkel doen kennen als Viaamsch publicist, en zeggen wat hij, in deze hoedanigfteid, op het veld der letteren voort-bracht; zeggen wat zijn naam bediedt, door de Pot-ter en Broeckaert, in de Geschiedenis van Aalst, in de gaierij der verdienstelijke Aalstenaars opgenomen. Geboren den 10 Juni 1842, debuteerde hij als jonge taalminnaar, in de uitgaven van den Familiekring, met Hoe men Sergéant wordt (nr 90), hetwelk een uitbundigen bijval verwierf. Spoedig werd dit werk dan ook gevolgd door Drie dagen te Parijs, (nr 97) en de histortsche novelle Delaatste Novitie van Af-fligem, in tweg deelen (nr 102), die de Doctors Moroy en Caudron, van Moorsel, zich zeer ten nutte maak-ten voor hunne geschiedkundige verhandelingen en tooneelspelen. De naam van den jeugdigen taalbeoe-fenaar had van toen af een gunstigen weergalm, die hem verstoutte, ten jare 1875, te Parijs in druk te ge-ven Geen huisken zonder kruisken. Van dit tiidperk jaarteekenên ook zijne zedeschet-sen en noveHen Het zevende Kind, Geeraard den dui-vel en Eert Vader en Moeder. M. Daens stlchtte, den 5 Juni 1865, samen met L. Haumont en Silvain Van der Gucht de afdeeling van het Davidsgenootschep ; den 10 September 1864, met baron Paul Béthune, de Kathoiieke Burgerskring « De Vriendschap »; er, den 25 Januari 1890, met doctor Bauwens, het Viaamsch laalgilde. Tijdens den Sehoolstrijd stond de jonge Vlaming aan de spits der gelederen. Alstoen verschenen van zijne scherpgesneden pen een aantal liederen, die Vlaanderen dôôr weergalmden, en eene reeks tooneelspelen, waaroïider, om maar van één enkel te gewa gen, Onder het Schrikbewind, die op het tooneel van honderden gemeenten, opgevoerd, geestdrift en ont zachlijken bijval verwekten. De avondstonden van den pas ontstanen Burgerskring, door den Schrijver met zijn werk opgeluisterd, zullen ten eeuwigen dage met gulden letters in de annalen van den nog bestaan-den Kring aangeteekend blijven. Altijd op de bres met pen en woard, was hij steeds de aangewezen tolk bij Jubelfeesten, in Zondagscholen en Congregatiën. Hoe menig schoon en eenvoudig kerk- en processie-lied heeft men hem niet te danken ? Wie herinnert zich niet de tôt het hart sprekende heilwenschen in gebondenen ongebonden stijl, gerioht tôt de jubilee-rende bestuurders onzer Zondagschool Eugeen Van Itterbeek en Judocus Mertens : « Door hitte en keu zag men hem vlijtig snellen, Den Zondag nom, naar zijnen post van eer. De tijd die vloog, hem kon geen perken stellen ; En thans nog vlugger, nog sneller dan weleer, Ziei men hem nu als oppermeester streven, En deelt aan tlk zijn kloeken iever mee, Qegroet, gegroet ! O eeuwigzal hij leven ! Gegroet, gegroet, heer Mertens'Jubilé ! » De verschijning van M. Daens' werk Het Klein Baljuwken, verhaal uit den Besloten Tijd, vestigde voor goed zijnen naam van Voikschrijver. Weinige werken, sinds een kwaarieeuws in het lient gekomen, vonden een zoo grooten aftrok als deze aantrekkelijke lokale geschiedenis, en het is te wenschen dat dit verhaal een tweeden druk beleve. In latere tijden schreef de onvermoeibare werker bijna ontelbare oorspronkelijke of vertaalde werkjes, die bij het V'aamsehe Volk een ongemeen gunstig onthaal te beurt vielen. Noemen wij slechts eenige der belangrijkste : Het Gulden boekje der longe Werklieden (1888) Leven van Mgr Lambrecht (1889), Het Huisgezin van den Werkman (1892), Bavo en Livina of de ivereld der Socialisten (1891), Een reisje naar Lourdes ; Leven van Pastor Kneipp ; Reis naar Rome, enz. enz, Middelerwijl verspreidde hij nog door den druk verseheidene mengel werken, waarvan de opsomming alleen te ver zôu leiden. Stukken van minderen omvang, links en rechts, in almanakken en gazetten verschenen, getuigen van schrijver's lijvige documentatie in handschriften en overleveringen in zake van plaatsehjke wetenswaardigheden en betrek-kelijk oude stadgenooten, als daar zijn de Dekens De Hert en De Blieck, Pastoor Vyt, Pater Bernard, Pater Van Isegsm, Aibert Liénart en anderen. Vaak ongekunsteld waren ai die werken, ja ; doch allen ademden ©ene hartstochtelijke kinderliefde voor den geboortegrond; allen dragen eene zôô oorspronkelijke kleur, dat men graag zorgeloosheid van stijl, al te ruwe béwerking — eigen aan de mannen der journalistiek — over het hoofd ziet. Vergeten wij ook S niet, dat het in deo bloeitijd des Schrijvers, op letter-| kundig gebied, veel te wenschen liet. Men moet het Volk leeren lezen; iedere penvoerder was een baan-! breker. De ouderen zouden het thans ook beter doen; ; en wij, minder goed toegerust dan heden, hadden ! het niet beter gekunnen. i Sluiten wij de opgaaf zijner letterkundige werkjes met de levensbeschrijvingen van Anneessens, Sint Martinus, den H. Petrus en van Priester Daens, aïs mede de onvoltonide Verschijningen te Lourdes, naar het Fransch van Lai:sère, Voeg bij dit ailes eene lange reeks rnengelwerken, duizenderi vlugschriften, het beheer en opstel van verseheidene weekbladen, het uitgeven van een dertigtal almanakken en men staat verbaasd vôôr dien ontzachiijken geestesarbeid, te midden vart strijd en de schrikkelijkste vervolgingen. Petrus Daens was Aalstenaar uit één stuk ; Aaiste naar dôôr en dôôr ; gesproten uit zuiver Aalstersch bloed van het deftigst allooi. Zoon uit het Volk, kind zijner werken, genoot hij de faam van een Volks-schrijver, wiens eigendommelijkheid door niemand betwist noch geëvenaard wordt. In een paar trekken schilderde hij naar de natuur ; als ironist bezat hij, verklaarde de groote Antwerpsche uitgever Van Os-De Wolf, zijn weerga niet. Onweerstaanbaar sleepte hij de massa mee, cmdat hij sprak tôt het hart van 't V lk, het hart dat klopte met dit van den Schalie-dekkerszoon, die zijn geboortestad zoo onuitspreke-lijk iiefhad en verheerlijkte. Dedood verraste M. Daens aan de schrijftafel, met de pen in de hand. Zoo sterftde Vlaamsche soldaat, na het verbruik zijner laatste kardoes De Vlaamsche Letteren zullen zijn naam in duurbaar aandenken houden. amore et spe. N. 3. — Wij wilien bij de beoordeeling van den achtbaren Schrijver onze Lzers in het bijzonder attent maken op een boek dat wel het standaardwerk van M. Daens mag genoemd worden, en dat voornamenlijk bij de Christene Democrtten in hooge eer en aanzien staat, namelijk : HET LEVEN VAN PRîESTËR DAENS. _ Aa i dit boek heeft Pieier Daens geweiweerga1 îoze op-oîfering. Dag en nacht was hij aan den .î^Hpni tôt in de min-ste bijzonderheid het leven en den grooteu strijd van den Volks priester uit te werken en zoodoende aari de partij der4 Christene Deniocraten een heerlijk werk van blijvende waarde te schenken. Menschen die niet aan politiek doen, kunnen het boek : H e t Leven van Priester D a e n s, een oogenblik uit het oogverliezen, doch voor ons, Democraten is en bïijft dat het standaardwerk van M. Daens. Menig democraat zal dit schoone boek als blijvend aandenken van de gebroeders Daens wilien bezitten. Ondersiaande brief we'd ons toegezonden sedert veertien dagen, doch gezien de gekende omstandigheden, kon hij nu maar verschijnen. Aalst, 16 Maart, 1918 Âan de heer Voorzitter van het Voe-ding&comileit te Aalst WaarJe heer Voorzitter, lk heb de eer Ued. mijn ontslag aan te bieden als lid van den algemeenen raad van het Voedingscomiteit voor Aalst, omdat ik de zienswijze niet deelen kan van de meerderheid van den raad, aangaande deza^k Carbuur waarin een der leden betrokken is. Het feit d it dit lid aan de heerd.d. burgemeester der stad Aalst eene som van 500 fr. heeft overhandigdgvoor het afleveren van offic:6ele stukken tôt het bekoraen van den Carbuur, sluit, vol-gens mij, de gedachte uit dat er van zijnentwege enkel eene nala-tigheid zou geveest zijn, maar geeft, in ieder geval aan mij, de overtuiging, dat hij een niet te vergeven misbiuik heeft gemaakt van het vertrouwen dat in hem werd gesteld, onverlet of hij in de zaak een persoonlijk belang had of niet. Ik heb mij dan ook niet kunnen aansluiten bij de dagorde der meerdetheid die zich beperkt bij eene afkeuring zonder meer, wanneer er d'ende gehandeld te worden. Ikdurfde nochtans ve'hopen dat het bedoelde lid uit eigen be-weging zijn ontslag zou genomen hebbei, hetgeen eenieder in zijne plaats zonder twijfel zou gedaan hebben. Daar het nu eens niet zoo is, staat er mij niets anders te doen als er zelf van uit te trekken. Gelief zoo goed te zijn in de eerstkomende zitting van den raad mijn schrijven te wilien mededeelen, schrijven dat ik voor-nemens ben openbaar te maken. Aanvaard, waarde heer voorzitter, de verzekering mijner hoog-achiende çevoelens. PAUL MICHIELS, Advokaat. l^esi kykje in 'l bijzoii(îer leveu va n Pieier Daens. Zoowel als in het openbaar, was Piefer Daens in het bijzon-s der leven een eigenaardigheid en het zal wellicht den lezer ge-j noegen doen een kijkje te krijgen in het intiem leven van den ! Volksvertegenwoordiger. ! Pietcr Daens was vooreerst een onverbeterlijke kindervriend. Wat heeft hij voor de kinders al niet gedaan! s Nooit ging hij drie straten ver of hij bracht eenige lekkernij of ' snoeperij'mede' Bij zijne thuiskomst liepen de kînderen hem steeds met opgeheven armen te gemoet of gingen.schaterend van vreugde, den buit uit zijne zakken halen. Zelîsals de bengels I nog zoo klein waren, onnoo'Ple waggelbeentjes, dat | zij geen enkel ander woordje konden stamelen, toch kon-| den zij reeds foepen : « Vader, koek !... Petje, bol ! .. » I En toen moest Daens lachen, wijl zijne oogen vol tranen schoten. Zijne zakki-n waren steeds opgevuld met prentjes en beeldekens Op den overkant deed hij dan gewoonlijk een gebedeken drukken, en op reis, bij vrienden en kenis-sen, op de straat, in den trein, overal waar hij kinderen ontmoette deelde hij beeldekens en oogenblikkelijk stond den naam van « inijnheer Petrus » gegrift in d'hartjes der onschuldige kleinen. Zijn lievelingswerk was het uitgeven van R o s a van Tannenburg. Dit schoone boek van kinderliefde heeft hij verkleind tôt eene uitgave van 10 centiemen. God ! God ! wat z\jn er van die boekjes weggeschon-ken aan de kinderen ! Hij had dit zelf gedrukt, zelf ge-vouwen, zelf genaaid, en telkens als hij zulk een boekje in 't handje van een kind stopte, blonk zijn wezen van vreugde. Soins, als hij in de straien der stad rondslenterde, hin-gen de kinderen aan zijn vest : « Mijnheer Petrus, hebt gij ons geen boekje ? » En toen zocht en snuffelde hij in den hoop papieren die hij steeds onder den arm had,deelde uit of zegde : « Komtte middag als ik thuis ben, ik zal u allemaal een boekje geveri. » Het blijde nieuws deed spoedig de ronde in de buurt en zoo zag men de bengel-kens soms met tientallen Chipka bestormen, om het boekje te halen dat «mijnheer Petrus» hen beloofd had. Zoo veroverde |hij hondertallen kinderhartjes en dat maakte hem gelukkig. Daens kende thuis geene rust. Verondersteld dat de laatste kopij voor de gazet ter drukkerij was, een half uur later lag er weer al een hoopje gereed voor de vol-gen.de week. Voor hem op tafel lagen steeds met hoopen boeken en geschriften, die hij zonder verpr,ozen raad-pleegde, aanteekeningen in maakte of uit vertaalde. Schreef of las hij niet, dan bond hij boeken, plekte blaadjes in, enz. Dan gaf hij die boeken die hij zelf ge* bonden had, als geschenk aan zijne vrienden. In een vrij oogenblik zocht hij genoegen in 't kaart-spel. Nochtans hij speelde slechts één spel : « Wippen. > Hoevele van de vrienden die hem nanoen of 's avonds kwamen bezoeken, moesten met hemleens wippen! Ja, hij was er zot van ! Doch in den laatsten tijd was zijne liefde geheel op het bakspel overgegasn. Twee dagen voor zijnen dood zegde hij nog lachend tôt zijne familie : « Moest het gebeu-ren dal wij ooit moesten vluchten, dan neem ik toch mijn bak mee. Ik>al hem zeltfe dragen ! » Hoe roerend komt ons dat ailes nu voor, nu hij ons ontnomen werd... Pieter Daens leerde zijne kinderen de eerste, gebeden. 's Morgens,'s middags en 's avonds bad hij voor. Hij hield er volstrekt aan dat de kinderen t r a a g zouden bidden en ieder woord goed zouden uitspreken. « Och, kind, zegde hij soms, vraag aan Onzen Lieven Heer maar wat boter op uw dagelijksch brood ! » En dan deed hij de kinderen bidden : „ Onze Vader, die in de Hemclen zijt.... geef ons heden ons dagelijksch brood met boter op... » Ho3 typisch voor een man als Pieter Daens ! Nog eens : Dat komt ons nu allemaal zoo roerend voor, ■ nu hij weg is. T ! % * I De Oorlogis voor Pieter Daens een smartelijk tijd-stip geweest. | Eén Zoon werd hem geboren, één Daens, op wien : Hij heel zijne hoop en vertrouwen had gesteld, om den naam" van Daens bij 't Volk van Vlaanderen te bewaren en te doen voortleven. Die zoon, Franz, gegroeid tôt een volien, krachtigen man, waarvan de Christene Volkspartij zooveel ver-wachtte, Frans, die door het Volk reeds bemind en gf-ëei'd werd als het kind dat de weldaden zijns Va-ders aan de arme, ongelukkige menigle zoû voort-zetten, Franz moest opmarcheeren tôt den bloedigen kriig die in 1914 ontbrandde. En hij is gegaan. vol hoop en moed, latende te huis zijn ouae Vader, die in bange angst de geweldige dingen zag gebeuren. Franz sîor;d in de eersie lijnen van 't bloedig iJzer-front in October 1914. Dat weet de Familie Daens. Doch dan ook is Franz, de eenige Zoon, verdwenen ' en sedert October'14 is er van hem geen enkel be-richtje meer gekomen. Een geweldige angst sloeg neer in de Familie . Daens, en alhoewel er geen doodsbericht is aange-komen, toch bloedde er eene diepe wonde in 't hart ; van den ouden Volksvertegenwoordiger. | Nu en dan kwam er een flitsje hoop tusschen de : donkere onheilswolken en steeds leeîde er diep in de I ziele van Vader Daens eene stem die Hem troostte l en hoop gat. Hij zelf stortte hoop in 't benauwde hart l zijner Vrouw en Kinderen met een « Franz zal weder-? komen ! Wij zullen hem nog wederzien ! » | Doch wat moet er omgegaan zyn in de ziel van \ Daens afe na Nieuwjaar die verschrikkelyke kwaal t over Hem nederkwam en Hij op Franz dacht ?.... 1 Uren aan uren za' Hij voor'over gebogen, diep den-, kend, doch aan zijn eigen gezin niet zeggend aan wien \ « Wii zullen Franz nog wederzien !... » 1 Als Franz terugkomt — de hemel zal geradig zijn— t als de jongen terugkomt, Vader Daens zal hem 'niet | meer sien, noch den jongen Soldaat zal zijn oude ge-: liefde Vader meer aanscnouwen... | De hand des Heeren heeft diepe, diepe wonden ge-l slagen.... Zij die de eeuwieheid ingingen voelen noch | smàrt noch wonden, doch bij hen die blijven, bloeden i zij dubbel ! i

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De werkman gehört zu der Kategorie Christendemocratische pers, veröffentlicht in Aalst von 1872 bis 1931.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume