Over deze tekst
Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software
BEHEER EN PUBLICITEIT I
ANSPACHLAAN, 78 (Beurs)
Elke medewerker is
verantwoordelijk voor hetgeen
hij schrijft
ZatefdsKj 4 September 1915
PRIJS : 5 CENTIEM PER NUMMER
Leest vandaag in de GAZET VAN BRUSSEL t
, Een Terugblik. � Eene Zonderlinge Getuigenis. � Tegen
% de politieke censuur in Frankrijk. �� Zelfbestuur voor
~ Fransche Gewesten. � Het Volksblad tegen Botha. �
i Onze taal te Schaarbeek. � Brief uit Gent. *- De Model
�*� Krachtsinspanning. �i Nieuws uit Antwerpen.
EEJ4 TERUGBUIG
Er wordt tegenwoordig veel geschreven en gewreven
�ver de onrechtvaardige verhouding tusschen Vlamingen
en Walen in E�t Belgisch huishouden. De Belgische Staat
ia voor het Vlaamsche volk verre van eene �effeninsr ee-
weest, dat weet iedereen. Hoe zou het trouwens anders
gekund hebben, vermits al de hooge ambten zich" in
iWaalsche handen bevonden. Het is iets zeer natuurlijks
j dat deze eerst en vooral voor hun eigen gewesten en voor
1 Hun. eigen stamgenooten zergden, want het hemd is nader
dan de rok-. Er wordt echter mijns �r ach tens niet genoeg
gewezen op het*ontstaan zelf van Belgi�. De geschiedenis
van den tijd van het oprichten van het nieuwe rijk ver-
klaart duidelijk de latere ongelukkige toestanden; zij
I ' is ook van aard om het doen en laten van veel Vla-
� mingen in den huidigen tijd in een gunstiger lioEt te
stellen dan aan onze tegenstrevers aangenaam is. Alles
.verhoudt zich ; hetgeen beteekent dat wij voor �elk oor-
^deel eene verhouding noodig hebben. De verhoudingen
' die ons gunstig zijn moeten wij zelf leveren, want de
f tegenpartij zal hel natuurlijk ia onze plaats niet doen.
macht .der Eransche partij in
; Belgi� is zeer verre te zoeken. Een iegelijk di� ue.Leewo
\van Vlaanderen gelezen heeft weet, dat die partij rond
',1300 reeds zeer sterk was. Hare aanhangers waren foen
bekend als � Leliaards �. In de eeuwen die volgden, nam
'hare macht eerder toe, want noch het huis van Bur-
gondi�, noch de Spanjaards, noch de Oostenrijkers' gre-
Jpen in om den Franschen invloed te doen slinken, wel
�" 'integendeel. Maar desondanks bleven de anti-nationale
elementen in Vlaanderen eene kleine minderheid ; zij leef-
den in hun kasteelen als roofvogels op hooge bergtoppen.
'Het volk en de burgerij bleven Vlaamsen.
Na de Fransche omwenteling maakten wij onder het
bestuur van regeerders uit Parijs eene ware verfran-
schingskuur door. Niet alleen kregen al de plaatselijke
JEranschelaars de staatsmacht in handen, maar zij wer-
den aangevuld en versterkt door volbloed Franschen.
Deze groep zou later de omwenteling van 1830 bewerken.
De'grieven welke men in 't jaar 1830 tegen het Hol-
Iandsch bestuur inbracht waren belachelijk. Zij waren in
geen geval een voldoende grond om' zich van de Noord-
Nederlanden af te scheuren. Er bestaat -immers geen
land-over-de gansche wereld waar niet een groot deel
den bevolking ten minste evenveel te klagen heeft als
'de Walen het hadden in het rijk der Nederlanden- Als
taalgrief konden zij uitbrengen dat men een uitsluitend
*Nederlandsoh opschrift had aangebracht op de vesting-
werken te Charleroi ! Wat een nietigheid is dat niet in
vergelijking met de zee van onrechtvaardigheid waaron-
der de Vlamingen hebben te lijden gehad.
De ware oorzaak van de omwenteling van 1830 is te
zoeken in de naaping van de Parijsche Juli-omwenteling.
iWij weten immers dat het in Brussel moet bliksemen
wanneer het in Parijs dondert.
Wij, Vlamingen, willen onze verlossing met eigen reine
daadkracht bewerken. De mannen van 1830 hebben
'daarentegen hunne zoogezegde verlossing geheel bewerkt
met Franschen steun. Niet alleen de Parijsche Regeering
stond ze teer ter zij, maar het waren Franschen die de
'Belgische pers in handen hadden, de geheele inrichting
va� de omwenteling was trouwens in Fransche handen.
Charles Rogier, de gezworen vijand der Vlamingen, was
een geboren Franschman, hij werd namelijk geboren te
-Saint-Quentin. De hoofdzaak is echter dat de Hollanders
; uit het land gedreven werden door Fransche troepen.
\Wat staan wij hier ver van eigen reine daadkracht! Men
liet dat de Fransche partij tegen geen kleintje opzag
pm haar doel te bereiken.
Het mooiste van al is dat men de mannen, die on-
ytrouw waren geworden aan de toenmalige Regeering niet
uitgemaakt heeft voor landverraders of vaderlandsloozen.
/Men heeft hen integendeel standbeelden opgericht. Te
rBrussel bevindt zich niet alleen het standbeeld van Ro-
*gier en Gendebien, maar ook nog dat van den toenma-
ligen gezant graaf Belliard. Het is ontegensprekelijk he-
rwezen, dat de rovolutiemakers voor doel hadden Belgi�
'bij Frankrijk in te lijven. En al die onbelgische Belgen
worden gehuldigd in onze officieele geschiedboeken als
'toonbeelden van goede vaderlanders. Wat zou men wel
jzeggen moesten wij Vlamingen hun voorbeeld navolgen?
\Wij zouden nochtans honderdiiizendmaal meer grondes
Jhebben dan de afvalligen v�n koning Willem der Neder-
landen. &>
Hoe weinig nationaal- de eerste Belgische Regeering
.~Was blijkt duidelijk uit de benoemingen welke van haar
uitgingen. De Vlamingen werden uit de meeste ambten
gesloten. In 1831, in het ministerie van buitenland-
'sche zaken waren, op zestig beambten, slechts drie Vla-
mingen ; op zes afdeelingsoversten waren er drie Fran-
sohen. In het ministerie van buitenlandsche zaken wer-
den do meeste Vlamingen ontslagen of met onbepaald
.verlof en zonder jaarwedde weggezond-en. In het minis-
.terie van oorlog was er geen enkele Vlaming (zie redevoe-
'ring van Wannaar op hst Nationaal Kongres). Het leger
werd teenemaal verfranscht. De Moniteur- Universel de
France (Staatsblad) somt de namen van de hoofd-of�i-
: eieren op, die door Lo�is-Philippe, op voordracht van
ziin minister van oorlog, als toezieners en inrichters va�
ABONNEMENTSPRIJS
voor Brussel en Voorsteden
1.25 fr. per maand
het Belgische leger werden aangeduid. Ten gevelge van
die benoemingen werd de Belgische- algemeene staf als
volgt samengesteld :
1. Hoofd van den algemeenen staf : de Fransche lui-
tenant generaal Desprez.
2. Generaal van het geschut, de Fransche luitenant
generaal Evain, die de hoofdmedewerker van den
minister van oorlog De Brouckere was en die in
Mei 1832 tot minister-bestuurder van oorlog werd
benoemd.
3. Generaal van de ruiterij, de Fransche luitenant ge-
neraal PicqUet.
4. Generaals van het voetvolk, de Fransche luitenant
generaals Grindler en Billiard.
5. Bevelhebber van het koninklijk hoofdkwartier,
Hoton, oud-adjudant generaal van generaal
Grindler.
6. Tweede opperhoofd van den staf, baron Prisse, oud
Ftansch officier, geboren te Maubeuge.
Alleen de eerste- ordonnans-officier (deze had echter
bij Waterloo in de gelederen van het Fransche leger
gestreden en was in Frankrijk blijven wonen tot in bet
begin van 1831), de adjudant-generaal en de wacht-
meester generaal waren Belgen. Omtrent denzelfden tijd
werd de Franschman Niellon tot generaal-bevelhebber
over Oost- en Westvlaanderen benoemd. Weldra zou de
Fransche generaal Hurel benoemd worden tot bevelheb-
her der eerste legerafdeeling in Limburg; deFramch�-ge-
neraal Magnan tot bevelhebber van de voorhoedebrigade
en de Franschman Chazal tot militairen goeverneur .van
de provincie Luik. -,
Die militaire koloniseering van Belgi� door FraaMjijlc
verontrustte spoedig de Engelsche staatslieden.' De her-
tog van-Wellington o. a. kwam met nadruk in het Hoo-
gerhuis �p tegen het indringen in het Belgische leger
4>an de Fransche officieren die, volgens d� door hem inge*
wonnen inlichtingen, ten getale van vierhonderd waren.
� Als ik dit doe opmerken �, zei hij, � heb ik slechts ��n
doel, namelijk, dat koning Leopold iets meer zou rijn
dan een Fransch pr�fet. � (Histoire de la Belgique, nar
Th. Juste, III, 181.) *
Uit het voorgaande kan men opmaken dat het streven
der radikaakten onder de Vlaamsehgezinden van thans
niet te vergelijken is met dat van de veelgeprezen hel-
den van 1830. Wij willen Vlaanderen niet versjacheren
aan vreemdelingen. Wij willen ons zelf blijven en daar-
om juist is het dat de beweging voor een Vlaamsen zelf-
bestuur met den dag meer veld wint. In Vlaanderen
Vlaamsch en Vlaanderen aan de Vlamingen !
SCHELDEMAN.
AANKONDIGINGEN WORDEN AANGENOMEN:
75. Anspachlaan, (Beurs). � 52, Wannoesberg.
Bfl den Heer F. Ernest Goossens, 51, Qrevelingenstraat
Office de Publicit�, 36, Nieuwstraat � 28, Grasmarkt, Brussel
EENE ZONDERLINGE GETUIGENIS
De beer H. de Wandeleire had in de � Vlaamsche
Stem � een relaas geschreven van de toestanden in taai-
opzicht te Brussel. Dat stukje werd door de � N. R. C. �
opgenomen, waarop het Rotterdamsch blad den volgen-
den brief ontving, die geen waar beeld geeft van de
wijze waarop het hier toegaat. Hierna volgen de voor-
naamste passages van het stuk:
� Eerst in de eerste helft van Februari 1915 heb ik Bel-
gi� verlaten. Ik durf hier dus openhartig tegenspreken de
verklaring door den heer De Wandeleire in de � VI. St. �
afgelegd, als zouden alle berichten, uitgaande van het
Brusselsch gemeentebestuur, enkel in de Fransche taal
geschieden. Wat er na 15 Februari geschied is, werd mij
niet bekend; doch van 2 Augustus 19� �f tot 15 Fe-
bruari 1915, werden alle bekendmakingen, zoowel- W
Brussel ate in de voorsteden, m de beide talen, Fransc�r
en Vlaamsch gedaan�
Wat betreft de bekendmaking van het Duitsche burger-
lijk- en krijgsbestuur, deze werden van eerst af in het
Duitsch,, Fransch en Vlaamsch gesteld op een plakbrief
over drie kolommen verdeeld. Wat den Vlamingen nog
meer bevredigen moet is, dat een drietal maanden na de
bezetting.' de Vlaamsche taal onmiddellijk na de Duit-
sche volgde en de Fransche taal dus in de derde plaats
kwam.
Hetgeen ik u schrijf, heb ik bijgewoond, en zal door
alle oprechte Belgen getuigd worden �.
De persoon die het bovenstaand schrijven naar de
� N. R. C. � heeft gezonden, schijnt iemand te zijn, die
steeds den Franschen tekst van de plakbrieven leest,
zoodat het ontbreken van de NederJaodsehe vertaling
hem zal ontgaan* j#�.* Wij herinneren ons op het gebied
van de hoofdstad zelf � buiten de voorsteden dfts �
DRIE plakbrieven met uitsluitend Franschen tekst, name-
lijk een met opschrift � Le Drapeau National �, een an-
deren die den verkoop van brandhout verbood en dan een
uitrioodiging tot de werkloozen om leergangen te vol-
gen. Er waren er echter meer. In verschillende voorsteden
ging het niet anders toe. Van Eisene zullen w� maar
niet spreken,, want daar zijn de Vlamingen nooit van
tel geweest.
In de laatste maanden schijnen onze stadhuisbazen
eenigszins tot bezinning te zijn gekomen, want al de
bekendmakingen zijn opnieuw tweetalig, Wanneer men
op een gemeentehuis echter een stuk wil bekomen, kan
men het niet in het Nederlandsch ingevuld krijgen, WEL
IN HET DUITSCH EVENWEL. Onze franskiljons hebben
dus liever Duitsch dan Vlaamsch. Wij hebben indertijd
klachten opgenomen van personen die oo het Brusselsch
en Elsensch stadhuis geen Nederlandsche erkenningskaart
hadden kunnen bekomen. Verleden week pas heeft het-
zelfde feit zich te Schaarbeek voorgedaan. Het antwoord
luidt overal: � Fransch of Duitsch, maar geen Vlaamsch �.
. Wat de Duitsche plakbrieven betreft, weze herinnerd
dat o. m. al de stukken welke de handteekening � Sixt
von Arnim � droegen tweetalig weren en wel Duitsch-
Fransch.
Het is jammer dat personen die ziende blind zijn het
recht meenen te hebben anderen terecht te wijzen.
buitenland"
ENGELAND
De �Labour Leader � en de rede vau den Dultschen
kanselier.
De Labour Leader noemt de rede van von Bethmann
Hollweg een � uiterst knap stuk �. Naar het gebruik
van oorlogvoerende .staatslieden liet hij weg wat zijn
eigen land tot het uitbreken van den oorlog had bijge-
dragen en hij vestigde alle aandacht op de bijdragen van
den vijand. Aangezien nu, zegt de Labour Leader, elk
land schuld heeft, is het altijd op die manier mogelijk
een sterk pleidooi te leveren en het zou dwaasheid zijn
te ontkennen, dat zijn pleidooi sterk was.
Zoo is het moeilijk de tegenspraak te ontkennen die
er' is tusschen de verklaring van de Engelsche Regeering,-
dat Engeland voor de kleine volken strijd, en Engeland�
vorigen oorlog tegen het kleine volk der Boeren. T^Fbch
is het legen te spreken, dat Engeland na de plech-
tige belofte om Egypte niet in te lijven, Egypte noch-
tans heeft ingelijfd, en dat het de onafhankelijkheid van
Marokko en Perzi� door rijn bondgenooten heeft laten
schenden.
Na met instemming ook andere punten van de rede
te hebben behandeld, eindigt de Labour Leader met- te
zeggen, dat Europa niet bevrijd kan worden v��r het
Duitsche rijk rijn eigen regeerende klasse en de militaire
'kaste heeft omvergeworpen. � Blijvende vrede zal er
komen, wanneer in alle landen de demokratie heeft ge-
zegevierd over de staatslieden, diplomaten en militaris-
ten, die in de laatste tien jaren over het lot van Eu-
ropa hebben beschikt. �
FRANKRIJK
Zelfbestuur voor de Fransche Gewesten.
In' de � Eclair � bespreekt C. Millaud het vraagstuk
van de decentralisatie van het bestuur in Frankrijk. De
oorlog heeft de noodzakelijkheid van zelfstandig optre-
den ia het geheele land bewezen, maar de stedelijke be-
sturen en vooral de plattelandsgemeenten hebben zoo
goed ais in het geheel geen vrijheid van handelen, daar
-de beambtenhi�rarchie alle macht in handen heeft. Van
de 33,500 gemeenten met minder dan 2,000 inwoners zijn
er 30,150, die onmidddellijk onder toezicht van de regee-
ring staan en zelf geen beslissing mogen nemen.
Zelfbestuur, zooals dit in Engeland en Duitschland,
vooral in Pruisen bestaat, is ook voor Frankrijk dringend
noodig. Vrijheid zonder de mogelijkheid te handelen, zegt
Millaud, is een leeg woord.
Tegen de politieke Censuur.
De Figaro heeft tegelijkertijd met UJ�omme Encha�n�,
en gesteund door de groote Fransche bladen, een kam-
pagne tegen de politieke oensuur op touw gezet. Dit
blad publiceert den tekst van. eene petitie aan den Senaat
en de Kamer gericht om tegen den onlioudbaren toe-
stand waarin de pers geplaatst is, te protesteeren, en
geeft de lijst van schrijvers en journalisten op, die ze
geteekend en goedgekeurd �hebben.
Ziehier, wat dit dokumeht, dat de bladen van allerlei
; richting volkomen beamen, in hoofdzaak inhoudt :
� De censuur, welke de groote verantwoordelijkheid en
den ernstigen plicht heeft om niets te laten drukken wat
maar eenigzins de Nationale Defensie zou kunnen scha-
den, heeft langzamerhand hare macht tot al de politieke
kwesties zien uitstrekken.
� Op het oogenblik heeft de pers, wat parlementaire
zaken betreft geen recht meer om nieuws te geven, om
na te denken of te kritiseeren; zij heeft nauwelijks nog
het recht om goed te keuren. En toch, telkens als zij zich
bezig hield met de werkzaamheden, met de debatten of
de personen der twee Kamers, heeft zij zulks steeds ge-
daan met het volle bewustzijn der plichten, welke de
omstandigheden mede brachten, denkende aan hen,, die.
vochten, en bezorgd om den vijand geene wapens in de
hand te geven.
� Een dergelijke toestand is een parlement en der pers
onwaardig.
� Het parlementaire regiem berust op twee grondre-
gels : het kontroolrecht der vertegenwoordigers der Natie
over de Regeering, en het kontroolrecht der Natie over
hare vertegenwoordigers.
� De parlementaire kontrole is vrijelijk verzekerd. Wij
vragen voor de openbare opinie eveneens het recht om
vrijelijk de daden der mandatairissen te mogen kennen
en te waardeeren, en voor ons het recht, om vrijelijk
deze opinie op de hoogte te mogen houden.
� Daar sedert het begin vanden oorlog, de geheele pers
blijken genoeg gegeven heeft van hare vaderlandsliefde,
van hare toewijding en haar bezadigheid, heeft zij het
recht, om met betrekking tot politieke aangelegenheden,
eene vrijheid' te eischen welke noodig is tot het instand-
houden van het regiem zelL.
�De handelingen van een parlement hebben slechts
��ne sanktd� : de publiciteit.
� Eene Regeering en eene Vergadering zonder kontrole
is despotisme.
�Wij verzoeken U derhalve, Heeren S�nateurs en
Afgevaardigden, om van de Regeering te verkrijgen dat
-zij aan de administratieve en politieke censuur de onder-
richtingen zal geven, welke hare strengheid zullen be-
perken tot de eigenlijke zorg voor de Nationale Defen-
sie; voor deze maatregelen zullen wij steeds eenparig hel
hoofd buigen. �
DENEMARKER
**~-Woorden die men overal kan overwegen.
H. � De reeds beroemde Deensche schrijver en lctter-
kritikus George Brades, gekend ook om zijne bijzondere
sympathie voor de Engelschen, die al zijne werken ver-
taalden en hem overigens zeer hoog stellen, schrijft in
het Nocrsehe weekschrift Ukens Revy het volgende dat
ook bij ons hier ter overweging mag voorgelegd w�rden ':
.. � Ernstige redenen' beletten Denemarken duitschgezind
te wezen. Toch- is de bewondering voor Duitschland's
degelijkheid ongemeen groot. Zoo men echter zeggen kan,
dan de stemming der intellektueelen volstrekt niet meer
overhelt naar den kant van den Vierbond dan naar dien
van Duitschland, dan berust zulks hierop, dat men den
�Vierbond geenszins een eendrachtig, eenheid-vormend .
iets kan heeten, -hoezeer ook de hier bestaande innige
tegenstellingen, geloochend worden. Het is bepaald on-
mogelijk voor een mensch, die in Europa geleefd, geleerd
en gereisd heeft, .en die met Europeesche toestanden ver-
trouwd is, terzelfden tijde met Engeland en 'Frankrijk
en met Rusland te sympathiseeren. Want juist hetgeen
zijne samenneiging tot Engeland en Frankrijk verwekt,
maakt zijne medevoelen met Rusland onmogelijk en
omgekeerd. Het is natuurlijk, dat Rusland's zegepraal
gewenscht wordt door de bewarende en achteruitwer-
kende koppen, zoo talrijk, de heele wereld door, door die
lieden, welke de volksvrijheid verfoeien en dwepen met
autokratie, met zelfheerschappij, � niet de verlichte au-
tokratie, maar de lichtschuwe �. Even natuurlijk is het,
dat de talrijke personen, die grondwettelijke vrijheden,
een menschel-ijk bestuur ,en volksverlichting op prijs
stellen, zich tot Engeland of Frankrijk aangetrokken
voelen. Enkel fanatieken, dweepz-ieken, door rassenhaat
en landhaat verblind, kunnen even warm voor het Oos-
ten als voor het Westen voelen. Immers in het Oosten
bestaat in veel ruimer male, hetgeen zij in Duitschland
verafschuwen, en in Duitschland -is op vele gebieden
juist dat voorhanden, waaraan zij bij de Westelijke
mogendheden, waarde hechten. Bepaald zeker, hebben
onwetendheid en onwaarheid zich verbonden met het
doel, de Russische Regeering wit te wasschen van al
het vuil harer vreeseiijke misdaden, en daartegen het
misbruik van macht en recht, bij de Duitsche Regeering,
voor te stellen als eenig in de wereld, als iets waaraan
zich woest een beschaafd land zou schuldig gemaakt
hebben. Zulke redeneering heeft maar vat op hen, die
onwetend zijn, gelijk pas geboren kinderen � iets wat
volstrekt niet belet, dat zulke half opzettelijke onwetend-
heid in alle landen het standpunt is der meerderheid. Het
gezond verstand der menigte en dezer natuurlijk voelen
voor het goede en zien naar het ware zijn nooit iets
anders geweest dan eene demokratische legende, een
volksgeliefd sprookje. De menigte, in den regel, gelooft
elke leugen, die baar behendig toegediend wordt. Zoo,
omtrent de ongehoorde nederlagen der Russen, weet men
te vertellen, en niet alleen in Russische bladen, zonder
schaamrood te worden, van eenen strategise-hen terug-
. tocht, in den zin van dien in 1812, en he't publiek begrijpt
niet eens, dat tusschen die beide gebeurtenissen zelfs
niet een schemer van gelijkheid bestaat. �
RUSLAND
Een bijzondere correspondent van de � Vossiscbe Z��-�
tung � verneemt langs een onweg uit St-Petersburg
van ooggetuigen, wat er verleden week Dinsdag te
Moskou is voorgevallen.
Dadelijk na het bekend worden van het Russische be-
richt over de zoogenaamde groote nederlaag van de
Duitsche vloot in de Golf van Riga, verspreidde zich ook
het gerucht, dat de Dardanellen waren bedwongen. Een
dichte menigte verzamelde zich op straat. Tegen 4 uur
's middags waren de Stratnaja- en de Twerskaja-straat
propvol. Men liep met portretten van den tsaar en Russi-
sche vlaggen en zong volksliederen. Weg met de verra-
ders! werd er geroepen. In zijstraten begon men te
plunderen.
Toen er bij het standbeeld van Skobelef opruiende toe-
spraken tegen Dudtschers, Joden en liberate verraders
werden gehouden, ijlden troepen arbeiders toe. Er ver-
schenen roode vlaggen en er werd geroepen: � We wor-
den weer belogen! Weg met de volksvijanden! Wij hebben
genoeg van den Moedigen oorlog en van den moord! �
Nu daagde ook de politie, die zich tot nog toe niet had
vertoond, op. Toen zij een spreker van de arbeiders in
hechtenis wikte nemen, begon het gevecht. Elf agenten
werden gewond. De politie trok zich .terug met een arres-
tant.
Nu trok het volk naar het Lux-hotel, waar senator
Krasjemkof zijn intrek heeft genomen. Hij is het die een
onderzoek instelt naar de bloedige relletjes van Mei. Men
wilde den senator hooren. Toen een ander voor hem op
het balkon verscheen, was het volk niet tevreden. Kras-
jenikof moest zelf komeu. Deze verscheen dan ook en hield
Over deze tekst
Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software
Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Over deze tekst
Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software
Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Over deze tekst
Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software
Er is geen OCR tekst voor deze krant.