Het tooneel

1061 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 03 November. Het tooneel. Konsultiert 25 Juni 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/3j39020b3v/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Het Tooneel 3e Jaargang Nr 8 — 3 November 1917 Beheer en Redactie : KeKstraat, 13, Antwerpen 15 Centiem . . . | ——: I I I I I I I 7 HEER FRANS VAN DYCK, Orkestleider der Nieuwe Orkestvereeniging. Koninklijke Nederlandsche Schouwburg "In 't Witte Paard,, Die oude ^chimmel moet nog maar altijd de wagen van liet lachsucces trekken... Niettcgen-staande zijn hoogen ouderdom kwijt hij zich ge-wetensvol van zijne taak en zijn vracht is zeer winstgevend voor de directie. Men zou haast zeg-gen dat het oorlogswinst is. Verleden Zaterdag een stampvolle zaal — de orkestbak was zelfs mecr dan goed bezet — en . de overige dagen ailes, ailes uitverkocht. Het be-stuur was Zaterdap reeds zoo verzekerd van den toeloop en van den smaak van het publiek dat reeds na het tweede bedrijf een plakkaat aankon-digde dat... op algemeen verzoek het stuk veer-tien dagen zal gespeeld —orden. Met «De Rechte Lijn» zal de bijval natuurlijk ook niet uitblijven en mogen we dus verwachten dat dit goede stuk van Fabricius ook wel twee weken op het affiche zal blijven. Vlaar zoo doende zal natuurlijk het speelplan wel een kreukje krijgen en ingekrompen wordeït, d. w. z. dat menig stuk dat we verwachten in 't dak zal blijven steken. Langs den anderen kant p-ceft het dit voordeel: ons gezelschap zal in staat zijn de nieuwe oorspronkelijke werken grondig in te studeeren en ze in goede voorwaarden voor het vr etlicht te brengen. Dat is misschien de goede keerzijde der medalie. En wie weet ? Misschien besluit het bestuur dan ten laatste nog ons toch een groot klassiek werk te geven: «Hamlet» bijv. met Gustaaf Cau-wenberg in de ti tel roi. Deze groote artist wiens talent thans tôt voile rijpheid gekomen is en die zijn spel immer tôt hooge schoonheid opvoert,zou ons in den «Prins van Denemarken» eens de voile maat van zijn prachtige gaven kunnen vertoonen. Verleden jaar werd de wensch reeds bij herhaling te kennen gegeven en wij denken dus dat er aan dit verlangen eir.delijk zou moeten toegegeven worden. De bezetting is groot voorzeker, maar verleden jaar werd «Koning' Hagen» in allerbeste con-dities opgevoerd en de bezetting van dit treurspel is toch ook van grooten omvang. Doublures zullen er misschien noodig zijn, maar wat geeft dat ? Dat gebeurt toch ook nog voor andere stukken... Had een acteur als Ed. Gorlé niet twee rollen te vervullen in «De Naakte Vrouw»? Wat er ook van zij, ons gezelschap is in staat het meesterwerk van Shakespeare met den talent-en ^ewetensvollen Cauwenberg aan 't hoofd, tôt zijn voile recht te laten komen. Wat Verkade heeft aangedurfd moet ons gezelschap ook kunnen.* * * Om tôt «Het Witte Paard» terug te keeren, rnoeten we onmiddellijk bekennen dat het beroemd blijspel, zooals het programma heel kranig zegt, een succès van belang bekomen heeft. Die oude klucht zit goed ineen en al is de intrigue niet bij-zonder ingewikkeld, al ziet ge de «ficelles» wel wat al te duidelijk en raadt ieder wat de uitkomsf zal zijn, toch zijn de verrassingen niet uitgeslo-tc-n.Het publiek heeft zich kostelijk geamuseerd. Van het begin tôt het einde is er gelachen en op sommige oogenblikken zelfs geschaterd. Vooral bij het tooneeltjs van den regen, aan het slot van het eerste bedrijf, gierden de menschen het uit van lachen. 't Is immers toch zoo genoeglijk bui-ten den regen te staan of liever te zitten. Had de machinist tienmaal gehaald, dan nog zou er ge-klopt zijn geworden. Ook de tooneeltjes waar Arthur Sulzheimer zijn glimmenden «kletskop» liet zien en Klaartje haar spraakgebrek te pas bracht, waren werkelijk amusant.De vertooning was goed, vooral voor een eerste opvoering. Nog wat meer rolvastheid en als gevolg meer vlotheid, zou niet geschaad hebben. Mevr. Dilis, als waardin van «Het Witte Paard» stond er jong en levenslustig voor, gezond en frisch als een lustige weduwe. Haar spel was heel los en zwierig en al was haar gejoedel niet den zang van een echte tyrolerzangeres, toch wist ze zich heel goed te houden en werd zij zelfs flink toegejuicht. Heer Pi et Jan&sens — wij volgen de orde van het prog-raism-i «- was, Willem Oiftgfyke, jW penfabrikant. Hij had zich heel goed" getypeerd en, goed bijgestaan door den opgever, kwam het s^ieekg'edeelte bijna heelemaal tôt zijn recht... Jammer maar dat hij te veel schreeuwde en zich niet meer aanstelde als een brombeer maar als een echte bullebak De balconscène deed hij zoo luimig mogelijk. Deze is echter al grappig genoeg zonder dat er nog Antwerpsche achterbuurtgees-tigheid bij moet gehaald worden als: «Ik zie u nog nie staan!» Dat kon heel goed weggelaten worden. In zijn dialoog met den professor was hij onbetaalbaar en was zijn mimiek wel zeer grap-pig.Brandmayer, de oberkellner, was heer Ruys-broeck. Hij kende tamelijk goed zijn roi en zijn gebaren waren passend. Een beetje meer losheid zou zijn spel nog verbeterd hebben. Mevr. Noterman was goed als Otilie, dochter van Giesecke. Haar niet onaardige gelaatstrekken mocht zij echter wel wat jonger en frisscher gri-meeren. Mevr. Ruysbroeck vervulde als naar ge-woonte haar klein rolletje best. ^ De professor van heer Ed. Gorle was een mees-terstukje. — De gewetensvolle acteur heeft zijn laatste woord nog niet gezegd en nog menige prachtige prestatie mogen we van hem verwachten. Hij werd bij open doek toegejuicht. Mev. Bertrijn heeft ons andermaal getoond wat een groote actrice vermag in een kleinere maar lang niet îfemakkelijke roi. Niet eenmaalgmg zij buiten het kader, niet éenmaal maakte zij een grove karikatuur van haar uitbeelding en in de liefdescène met haar echtgenoot was zij werkelijk heel lief. Heer Cauwenberg gaf een goede advokaat Otto Siedler; rolvast, kalm waar 't noodig was en gui-tif en granpig waar 't paste. Wie ons 't meest bevallen heeft is voorzeker héer Louis Bertrijn in de roi van Arthur Sulzheimer. Zijn lach klonk zoo gui, zoo aanstekelijk dat wij het ook moesten uitschateren. Zijn uitbeelding die heel gemakkelijk in 't potsierlijke kon overslaan heeft hij nochtans gespeeld met een kcrrektheid die iedereen moet goedkeuren en toe-juichen.Al de andere rolletjes werden goed vervuld wat ratuurliîk bijdroer tôt het verkrijgen van een goed ensemble. N. In en Om de Schouwburgen DE PANIEK VAN VERLEDEN ZONDAG. — De afschuwelijke bommenaanval uit de lucht van verleden Zondag, heeft gelukkig- geen ongevallen voor gevolg gehad in onze schouwburgen noch ki-nemazalen. In den Koninklijken Nederlandschen Schouwburg ging ailes bijna zijn natuurlijk ver-loop. In den Hippodroom was wel eenige ontstel-tenis maar die ging weldra over, daar de artisten moedig doorspeelden. De man aan de controol had daarenboven een zeer ingenieus gedacht: hij be-dreigde al wie buiten ging niet meer binnen te laten en zoo gebeurde het dat de enkele toe-schouwers die «eens wilden gaan zien», maar lie-ver terug naar boven trokken en de overige be-zoekers — het was intusschen poos geworden — verzekerden dat het slechts een gasontploffing was. Over Anvers-Palace spreekt onze verslaggever <e daar tegenwoordig was. Dat in die groote zaal (n weinig meer ongerustheid was viel te begrij-jn, men was er in de onmiddelijke nabijheid van ( «heldendaad». In Palatinat zong Robert Van Aert zoo kloek c krachtig door en speelde het orkest er zoo dpper op los, dat het publiek, op aandringen va?: htr Van Pelt, zich kalm hield, en de revue kon vcrtgezet worden. Ook in de andere zalen : — Oson, Wintergarten, Folies-Bergère, Eden, Pan-thpn, Prins Albert, Alhambra, Zoologie, kon het srktakel gerust voortgezet worden. Het publiek l>eft dus bewijzen gegeven van kalmte en gees-tssterkte in die hachelijke oogenblikken. Laat as hopen dat wij in de toekomst van die dui--«lsstreken mogen verschoond blijven! «DE RECHTE LIJN», tooneelspel in drie be-çijven van J. Fabricius, komt de volgende week an de beurt. Rolverdeeling : Wilko De Hond: fcer G. Cauwenberg. — Dolly, zijn vrouw: Mevr. fertrijn. —• Dieuwke Eylinga, Mevr. Ch. Noterni n. — Mary, hare zuster: Mej. H. Bertrijn. — Sirdius, bestuurder van de Nationale Bank: hr II. Gorlé. — Kraneck, makelaar : heer B. Ruys-toeck. — Koert Falck, infanterist, heer A. De Tachter. — Steven Tyssen, zendeling, heer R. jngenot. — Louis Volders, heer L. Bertrijn. — "Un Buuren : heer J. Schmitz. VERWACHT. «Magda», (Het ôuderlijk Huis), toneelspel in vier bedrijven van H. Sudermann. Het Premiestelsel Nu we vernomen hebben dat het premiestelsel \eer in voege zal komen, hebben we eens willen ngaan wat er voor den oorlog zooals gedacht \erd over dit stelsel. Moet het totaal afgeschaft <f gewijzigd worden? Of moet er een andere me-tiode gevolgd worden, tôt aanmoediging onzei-Vaamsche tooneelletterkunde ? Ziehier wat een gekend criticus, heer P. J. l'Hoedt, van Gent. o. m. over het stelsel zegt in z'n werk «Tooneelgids» : Den rijken oogst van «tooneelschrijvers» heb-bn wij voor een groot deel te danken aan het oi staan van het premie - stelsel, want niet zoo fimw was dit stelsel aangenomen of de «schrij-■rs» schoten als paddestoelen uit den grond op, jodat hier blijkbaar met een goede bedoeling-, VfS kwaad werd gesticht. Ter bevordering der tooneelletterkunde, werd cbo? Minister Rogier, in 1858, een driejaarlijk-S(h<n prijs van tooneelletterkunde ingesteld. In 186si volgde het premiestelsel, door toedoen van Minister Van den Peerenboom. Door dien offi-cïeaen steun aangemoedigd, doken niet alleen vêle ihrijvers op, maar langs aile kanten werden tooteelmaatschappijen in het leven geroepen. Itl 1864 waren er in 't Vlaamsche land niet irTf-'er dan 108 tooneelkringen. In 1874 was dit Vi I ^ ' "VlitD 100 vei'm,eer<lerd. In dit jaar wer-' j' I\Poi,Lil<ken geprmïewd en in' een tîjdsverloop 10 jaar gaf de regeering als premie-toelage ain schrijvers eu bestuurders, niet minder dan liO.OOO frank uit. Uit het koninklijk besluit, waarbij het premie - stelsel wordt in voege ge-b-acht. nemen wij het volgende over: De Minister van Binnenlandsche Zaken, wil-lende, ingevolge koninklijk besluit van 31 Maart katstleden, de maatregelen en de vooi-waarden bepalen voor de aanmoedigingen ten voordeele der tccneelkunst en der tooneelletterkunde. Besluit: Art. 4. — Voor een tooneelwerk in de Vlaam-sc'ie taal, zal er aan de maatschappij of aan den spslenden troep, die het de eerste maal zal opvoe-rm, eene premie verleend worden, bepaald na het volgende tarief : In Brussel, Gent, Antwerpen en Brugge : Voor een werk van 4 of 5 bedrijven 200 fr. — 3 bedrijven 150 fr. — 1 of 2 bedrijven 75 fr. Andere steden: 150 fr. 100 fr. en 50 fr. Indien hetzelfde werk door eenen anderen too-neeltroep of tooneelmaatschappij in eene andere slfid opgevoerd wierd, dan zou de premie voor de-zt nieuwe vertooning de helft der somme bedra-rien. door het tarief hooger bepaald, volgens de mngschikking der plaats. Art. 5. — Om de premiën ten voordeele der viaamsche werken te bekomen, is het noodzake-lifk: .. a) Dat het werk meuw zij en geen vertaling van eén vreemd gewrocht. _ b) Dat het werk door een regelmatig mgencht 1 -escomiteit aangenomen zij. c) Dat hat werk opgevoerd worde door eene t >oneelmaatschappij of spelenden troep, welke rVgelmatige vertooningen geven en met opene bureelen spelen. Art. 6. — De toelagen of premien moeten, op straffe van rechtsverlies, tijdens de twee maanden na de vertooning, waaraan de toelage of premie toepasselijk is, g-evorderd worden. De aanvragen ter betaling voor de toelagen of de premiën moe-ti>n vergezeld zijn van regelmatige bewijsstuk- k°Elke rechthebbende, die onnauwkeurige verkla-ringen zou leveren, zal voor de toekomst aile recht verliezen tôt ue voordeelen der voorgaande schikking-en. . . , Voor de Vlaamsche zan^spelen (opéras) is de premie als volgt vastgesteld: 250 frank voor een J.angspel (opéra) in 4 of 5 bedrijven; 180 frank voor een van 3 bedrijven; 140 frank voor een van 2 bedrijven en 90 frank voor een van één bedrijf. Dat met het premiestelsel het beoogde doel werd bereikt, zullen maar weinigen durven be-vestigen. Wel heeft onze tooneelletterkunde door dit stelsel gewonnen in breedte, maar diepte iieeft zij er niet door gekregen. | Onbetwistbaar kan er gewezen worden op tal-rijke goede, degelijke, ja, op sommige kunstwer-ken, die in onze tooneelletterkunde bestaan. Maar die hebben hun ontstaan niet te danken aan het jpremie - stelsel, want zonder dit laatste zouden zij er ook gekomen zijn. Overigens, in Noord -Nederland bestaat het premie - stelsel met en jniemand zal het tegenspreken, dat de tooneelletterkunde aldaar rijker is, veel rijker, aan knap-pe tooneelwerken, dan de onze. Het premie-stel-S£j heeft dat bewerkt, dat allen het schrijven van tooneelwerken zijn gaan beschouwen als een «bij-verdienste». Zij werpen met hoopen tooneelstuk-ken op de reeds overvolle markt. In de meesten MEJ. BLANCHE CUVELIER, van de «Nieuwe Operavereeniging». dezer stukken steekt noch geest noch kunst. Zij hebben allen verdiensten: «beneden middelmatig» te zijn. Gisteren werden zij geschreven en ge-drukt,heden worden zij gespeeld — ter wille van de premie — en morgen herinnert zich niemand nog hun naam. Dat het premie - stelsel noodlot-tig op onze tooneelschrijvers werkt, zal het volgende bewijzen: Voor eenige jaren woonde ik, in hoedanigheid van dagbladreporter, in den Nederlandschen Schouwburg van Gent, eene sers te opvoering van een nieuw geschreven tooneelspel bij. Na afloop van het stuk, liet de schrijver mij bij zich roepen, en vroeg mij hem mijn oordeel over zijn stuk te willen mededeelen, waaraan ik be-reidwillig voldeed, met de slotbemerking dat het stukje goed begonnen, slecht eindigde, daar het slot met den aanvang heelemaal in strijd, dus niet logisch was. De schrijver gaf mij ten voile gelijk, doch zei heel ernstig: «Ik deed het om een prijs te win-nen». En de schrijver heeft zijn doel bereikt, want zijn één-akt-tooneelspel werd vanwege de i-egeering mei de laoogste p:!-emic -vekroonà. Aldus verknoeien schrijvers, wetens en willens, hun werk, om wille van een prijs (premie). Het zijn inderdaad de minderwaardige stukken van allen die geprimeerd worden, die met het leeuwenaandeel der toegekende premie gaan loo-pen.Als bewijs, hoe sommige tooneelkringen op de premie azen, wat zij daartoe in staat zijn te doen, diene het volgende: de voorzitter eener tooneelmaatschappij die het genot der premie was toege-zeid, en gevestigd in een uithoekje van ons land, schreef aan een tooneelschrijver de volgende postkaart : Mijnheer. Onze maatschappij heeft besloten vier maal uw stuk... op te voeren op de twee Kerstdagen en de twee Nieuwjaarsdagen. Wij spelen zonder vrouwen en daarom heb ik uw stuk voor mannen alleen veranderd. Laat seffens weten hoeveel premie er aan vast is». De tooneelschrijver in kwestie antwoordde hierop zeer gepast: «Mijnheer. Als gij een hand aan mijn stuk durft uitsteken, doe ik heel uwen bond in 't zothuis steken». Het premie - stelsel heeft een ander kwaad tôt stand gebracht, ni. dit, dat het handelaars in too-neelstukken heeft in 't leven geroepen. Sinds jaren reeds gaan langs aile kanten erge klachten tegen het premie - stelsel op. Op het Nederlandseh Congres, gehouden te Kortrijk, in 1902, meen ik, werd door een redenaar o.m. gezegd, «dat het premie - stelsel enkel onmachtige en brave Hendrikken aanmoedigt; dat het aile oorspronkelijkheid, aile hoogere vlucht, — aile mensch - uit - een - stuk - zijnde kunstenaars worgt; dat het gewoonlijk de verdienstelijke geT wrochten van de hand wijst en voorzeker altijd de oordjes - litteratuur bekroont». Kan men dit gezegde overdreven noemen? Dit wil niet zeggen dat aile aanmoediging voor de Nederlandsche tooneelletterkunde en tooneel-kunst moet ophouden te bestaan, of zelfs dat het premie - stelsel moet afgeschaft worden. «Ons premie - stelsel is verouderd; de mot zit er in, en die zou er moeten uitgeklopt worden». Op het negen - en - twintigste taal- en letter-kundig congres te Brussel, werd er over het premie - stelsel het volgende gezegd: HET PREMIE - STELSEL. VOORDEELEN. — MISBRUIKEN. De heer LOD. SCHELTJENS, tooneelschrijver (Rupelmonde) heeft de kwestie in dezer voege ingeleid: «Het Staatsbestuur verleent toelagen aan de Belgische schrijvers en toondichters, voor het op-voeren van tooneelstukken door hen vervaardigd. Het toekenneen dier toelagen wordt ge regel d door het Règlement van 24 December 1883, in overeenkomst met het Koninklijk Besluit van 30 Juni 1892. Gewoonlijk schenkt de schrijver de helft van het bedrag der premie aan de opvoerende Maatschappij of Troep. Veel werd er in de laatste jaren geschreven tegen de wet, welke die aanmoediging van onze tooneelkunde regelt en vooral tegen de wijze waarop de premie - verdeeling gebeurt. Eenigen hebben zelfs voorgesteld het premie - stelsel totaal af te schaffen. Laten wij in deze gewichtige zaak niet ijver-zuchtig zijn ; immers, de bloei en de welvaart onzer Nationale Tooneelletterkunde zijn er mede gemoeid. (Wordt vervolgd.) N. 8gR7KSIiaI 7SN7S VERV7KNGT PE BESTE KOFFIEI

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het tooneel gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Antwerpen von 1915 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume