Het tooneel

1051 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 14 Juli. Het tooneel. Konsultiert 17 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/tb0xp6w643/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Het Tooneel 2S Jaargang Nr 44 - 14 Juli 191 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centien VLt Janssens — Ik zag het eerste daglicht op 28 December J 868, in het gedeelte der schilderachtige haven-buurt, vol koortsig leven, alom gekend onder de kernachtige benaming van: «Luienhoek». Aldus begon heer Piet Janssens het verhaal zijner kunstenaarsloopbaan, wanneer \ve gezellig in de ruime salonkamer zaten, gelegen op de eer-st e verdieping van de druk bezochte herberg «De Zir.gende Molens» — betiteling uitgekozen als aandenken aan gulden dagen van welvaart en geluk — gelegen op den hoek der Statieplein en der Gemeentestraat. Daar gaan Antwerpenaren, na 't volbracht dagelijksch werk, graag een uur-tje doorbrengen, om gezellig te kouten of te kaar-ten.Aan de muren van 't vertrek waar we met ons beiden waren, prijken stijlvolle schilderijen,waar-van zijn broeder Willem er een paar onderteeken-de, alsook twee groote lijsten met den gevierden — -» teur in een vijftal houdingen als «Shyloçk» in " De Koopman van Venctië en als tit'elfiguur in Koning Hagen». De solide bibliotheek is voor-sien van talrijke, mooie, gebondene boeken, waar-tusschen de volledige werken prijken van Emile Zola. Joost van den Vondel, Ibsen, Jacob Cats, Multatuli, e. a. Op het klavier en een paar kas-ten :taan photos, als blijk van vriendschap of van hulde door kollegas opgedragen. De vader van heer Piet Janssens was cigaren-fabrikant, en hield tevens op de Godefriduskaai eenen welgekalandeerden tabakswinkel. Overtuigd kunstliefhebber moedigde hij zijne kinderen in het kiezen eener artistieke loopbaan aan. Hélène, de oudste dochter wou zangeres worden, ging naar de muziekschool en had o.m. Mevr. De Give-Ledellier tôt leerares, terwijl Pauline de dekla-matiekursussen van M. Van den Branden volgde. In dilettantenmiddens werd over deze laatste met zooveel lof gewaagd, dat heeren Van Doeselaer en Drisssens haar verbonden aan den Nederland-schen schouwburg, nadat zij den eersten prijs als beste speelster en de gouden stadsmedalie be-kwam, naar aanleiding van haar optreden met de vereeniging ;.De Jonge Vlamingen» in een too-neelwedstrijd. Karel, een oudere broeder, was eveneens aan den stadsschouwburg geëngageerd, edoch, hij zag van het acteurschap na korten tijd af... Vader Janssens hield er strenge begrippen van eer en deugd op na, en om te voorkomen dat zijne graaggeziene Pauline van 't pad der deugd mocht afdwalen, droeg hij aan Willem op, zijne zuster tôt aan den schouwburg te vergezellen en haar af te halen. Die roi van engelbewaarder lachtte den jeugdigen artist, die op het hooger instituut van schoone kunsten in de werkplaats van den beroemden Meester Verlat was toegela-ten, in het geheel niet toe. Hij vond ook snel eene praktische oplossir.g: daar hij toch naar het thea-ter moest gaan, maakte hij, dat men hem als kleine roi aannam, en voldeed zoo zeer, dat hem al spoedig meer belangrijk werk werd toever-trouwd Zoodocnde gehoorzaamde hij aan zijne ouders, verdreef hij den tijd, waakte over zijne zuster en verdiende op den koop toe nog geld... Pauline oogstte ondertusschen heel wat bijval en vertrok kort nadien naar Brussel, ingaande op een verleidelijk aanbod van heer Hendrickx, bestuur-<ler van dan Vlaamschen Schouwburg der hoofd-stad.Tijdens zijne jeugd kon men van niets afleiden, dat heer Piet Janssens artistiek aangelegd was... Hij volgde de middelbare school, maar was ailes "behalve een voorbeeldige scholier. Kwajongens-grappen en spel bevielen hem meer dan studie... Voor hij zijn dertiende jaar bereikt had, achtte hij zich volleerd en begon hij naar een beroep uit te zien, dat zijn bestaan zou verzekeren. — Twintig stielen pakte hij aan, maar was van geen enkelen op de hoogte. Vandaag wou hij bakker worden; al spoedig echter liet hij den deeg staan en verkoos den hamer: smid zijn was een heerlijk vooruitzicht. Maar zijn smaak veranderde, en hij landde bij een beenhouwer aan. Een paar weken later droomde hij evenwel van stoomtuigen. Dit-maal stond zijr. besluit vast, rotsvast: aan de werkbank zou hij zijn brood verdienen, als mécanicien. Nadat hij eenige koperen ajustementstuk-ken bedorven had. was hij ontmoedigd, hij mon-sterde aan, trok de wijde wereld in, ging varen... Het zwalken op zee zei hij al ras vaarwel. Hij arbeidde wat in de tabaksfabriek, waar ook zijn vader was, maar verkoos snel den geur van het garstennat boven dien van sigarillos, en beproef-de zijn geluk bij een brouwer. Wel bleef hij op smakelijk bier verlekkerd, maar minder op de vervaardiging ei van, en zoo kwam hij op een expeditiebureel. Wanneer hij op zeventienjarigen leeftijd vaststelde, dat hij daarvoor evenmin ge-schikt was, besloot hij maar liefst te huis te blijven. Nu begon voor hem een onaangenaam leven van verwijtingen, gevolg van de misnoegdheid zijner ouders,omdat hun zoon in geene enkele be-trekking bleef. Ja, zelfs van de eigen zaak wist hij niets af, buiten den weg naar de smakelijkste sigaren. Uit die veel bewogene jeugd zou hij later heel wat nut halen. Bij de lotsverwisselingen had hij niet te versmader. ervaringen opgedaan, hij had zijne oogen goed gebruikt, menschen bestudeerd in hunnen handel en wandel, die hij op tijd en stond eenig juist zou nabootsen, tôt zelfs hun ge-baren, hunne tikjes, hunne bewegingen. Dank aan die twaalf ambachten en dertien ongelukken deed hij eene alzijdige typenkennis op, die velen hem terecht benijden. De sigarenwinkel der Godefriduskaai was in die jaren zoo wat de zoete inval eener schaar jonge artisten, waartusschen o. m. Brunin en Fr. De Vadder, schilders; Britt, toondichter; en Fontaine, zanger, vrienden of van Willem, of van Hélène, of van Pauline, de trouwste gasten waren. Zoo was het huis de bijeenkomstplaats ge-worden van een jong geestdriftig kunstenaarsge-slacht.Door het in aanraking komen met die idealen-koesterende jongelingen ondervond hr Piet Janssens al spoedig dat geleerdheid een noodzakelijk iets is. Hij liet zich inschrijven als leerling eener avondschool, en na de tijdsspanne van een jaar bekwam hij zijn diploma. Van toen af had hij het voornemen opgevat zijn leven te herbeginnen: hij leende boeken uit, studeerde onverpoosd, en breidde zijne kennissen van dag tôt dag verder uit. Door de betrekkingen met zijn vrienden kon het bezwaarlijk anders of hij zou lid worden van de eene of andere maatschappij. Zoo kwam het,dat hij op 26 November 1887, bij de opening van den Thaliaschouwburg in de Carnotstraat, zijne vuur-"er proef doorstond met ' Het Strijkijzer» van P. Gei-en- regat, spel dat door de «Vlaamsche Tooneelisten» de gekozen werd ter opvoering... Heer E. Verbeeck was de tooneelrreester dezer vereeniging... Men a al had aan heer Piet Janssens slechts een klein rol-Hig leken te vervullen gegeven,maar daar er een ge-;er- schil ontstond — iets wat maar al te vaak in lief-:<De hebberskringen voorvalt — werden er rollen ver-als wisseld, en bij slot van rekening beelde hij «Pau-en wel Berkemoes» uit. — «Ge zult zien dat hij zich en flink zal houden», voorspelde heer Verbeeck. Een 'en, weinig onthutst verscheen heer Piet Janssens den rar- avond der voorstelling voor het voetlicht, hij na-lar- derde, een bouquet in de hand, en terwijl hij met klem zegde. «Riek eens, vader, welke geuri-ons ge bloemen», duwde hij den ruiker zoo onzacht tar- onder den neus van den vriend, die de oude roi :en- vervulde, dat hij het onderste boven viel. den 't Was de storm- en drangperiode.De toekomsti-■ in ge eerste planartist bracht de dagen door met le-. ' in zen, uren lang te redetwisten over s.':hoonheid e;i >or- kunst, het bijwonen van vergaderingen en herha-lar- lingen, het inriehten van vastenavondoptochten, nile het debatteeren over letterkunde op den zolder-ats, atelier van zijnen boezemvriend heer A. Mus-;as- schots. Menigmaal gaf hij raadgevingen aan zij-van nen makker, die juist een tooneelwerk «Beatrix» neerpende. Wanneer «De Lelietak» aanvroeg om 'en- het stuk op te voeren, werden beide kameraden :aai lid van den kring, maar de schrijver stelde als igd voorwaarde zijner toestemming, dat men de op-i in merkingen van heer Piet Janssens zou in acht ;ne, riemen en dat deze de insceneering moest leiden. ing Na korten tijd had hij in dilettantenmiddens ive- eene benijdenswaardige plaats ingenomen, en da- werd hij alom verzocht om zijne medewerking tôt çde. de op touw gezette vertooningen te verleenen. met In heer Frans De Vadder had heer Piet Jans-aer sens een waardige drinkebroeder gevonden.Steeds .nd- waren zij samen op weg. Zekeren avond ver-als klaarde de lustige schilder, terwijl hij bekom-be- merd met de hand achter het oor wreef: met — Piet, mijn centen worden schaarsch. ;oo- Verslagen bekeek de aangesprokene zijn gezel, tvas want hij bezat zelf geen enkel duitje meer. srd, — Weet ge wat, besloot heer De Vadder, laat tijd ons trachten als korist op den schouwburg te ge-raken. Dan hebben we centen en meteen pinten van parelend schuimend godennat. zij- Zegevierend trad de schilder den volgenden dag ugd den winkel binnen, triomfantelijk stak hij eene ijne cigaar op, en blij tevreden vertelde hij: en — Ik ben aangenomen, de zaak is afgedaan. der Er viel niet meer op terug te komen. Heer Piet ger Janssens moest het g'egeven voorbeeld volgen... lats Eij toog naar den schouwburg en wachtte heer îla- Van Doeselaer af aan den ingang der artisten... ene Hij was toen zoowat 19 jaar oud. Gelijk de direc-lea- teur buiten kwam naderde de liefhebber - too-als neelspeler hem bedeesd, zich zoo nietig mogelijk lem s voordoende, houdend zijn hoed tusschen de ze-rer- ' nuwvolle vingeren, en stamelde: jne — Mijnheer, kunt u mij niet bij de figuranten jne engageeren... ik ben de broer van Paulientje ld... Janssens, en van Willem, die al zes jaren bij u en speelt... een De bestuurder kuchtte een paar mal en; hij had ur- juist nieuwe elementen noodig om het koor te ifd- versterken, ter gelegenheid van de opvoering van het lyrisch drama «Charlotte Corday» door Peter len, Benoit. is... — Hum hum!... he!... Sta maar bij den hoop! Iles Aldus kwam heer Piet Janssens tijdens het Jis- speeljaar 1889 - 90 aan het Vlaamsch theater. ie... De nieuweling zong maar gewonnen verloren, itte zijne stem klonk krachtig en helder, en het duur-Dep de niet lang, of hij vestigde door zijn uitblinken — de aandacht van den dirigent, heer E. Keurvels, een op zich. ker Wanneer de eerste veertien dagen om waren ian ging heer Piet Janssens, net zooals de andere tijk koristen, om zijne vergoeding te ontvangen. hij — Wie zijt gij ?... vroeg heer Van Doeselaer sen verwonderd opkijkend. )it- — Wel, mijnheer, ik ben de broer van... de — Dat gaat mij niet aan, ge kunt opkramen, ca- ik ben u niets schuldig,besloot de directeur kort-uk- weg. on- Dit was al te sterk, zooveel luchtkasteelen had n... heer Piet Janssens reeds gebouwd. Zijn loon zou Hij hem heel wat uren van vermaak verschaffen... :ijn Juist om dit vurig gewenschte geld deed hij al het die moeite en nu werd hij afgescheept. Bij die ief- gedachten keerde heel zijn durven weer, en met op zooveel vuur pleitte hij zijne zaak bij heer Van de Doeselaer, dat deze hem 10 franks toestak, nadat een heer Keurvels met lof over den nieuweling had çen gesproken. ge- — Is dit geene vergissing, mijnheer? vroeg de te jongeling teleurgesteld. — Eene vergissing?... In het geheel niet ... ivbi iil9u aai, id, rvmvvci|jcii ren klonk het antwoord, en wees maar tevreden; bij- eid na al de anderen worden nog minder betaald. be- In het bijzonder had men de figuranten en de ist koristen noodig in de lyrische drama's, en in die ste hoedanigheid trad heer Piet Janssens op in o.m. «Jeanne d'Arc» en in «Preciosa». eel Al spoedig echter vertrouwde men hem een hij klein rolleken toe; in «Jane Grey» zou hij opko- lad men en aanmelden: — Daar is de koning!... srd Bij de opvoering verscheen de beginneling kra- en nig op het tooneel, alhoewel zijn hart gejaagd - g'e- angstig klopte, bekeek zijn broeder Karel. die een mk der andere personnages uitbeelde en zich op de ;en scène bevond, en werd overmeesterd door een len schielijk opgekomen gevoel van «trac»,zoodat hij met wijd geopenden mond bleef staan, zonder dat in er de geringste klunk uitkwam . lar In de zaal dreunde een lang smakelijk lachen. Fr. Heer Van Doeselaer, dit zal men licht begrijpen, an- was woedend; allerlei verwijten slingerde hij naar 'an het hoofd van den bedroefden jongen en beboette i'a- hem, -— in dien tijd was dit het eerste en het ;*e- laatste liedje — en zoo kwam het dat hij die ?e- maand niet eens zijne twintig franks voluit te huis kon aftellen. en- Niettegenstaande dit ongelukkig begin, werd ns- hij toch nog bedeeld, en nu liep de vertolking ijk over het algemeen vlot van stapel. Ja, ditzelfde îer jaar behaalde hij zelfs veel bijval met den ma- lar troos in «Het meisje van Arles» door Alf. Dau- hij det, naast de heeren Laroche «Schipper Mare», ïn: Van Keer «Balthazar», Lemmens «Frédéri», en en Mevr. Lemmens «Rose Marnai», Liza Jonckers :1er «Vivette» en Mevr. Verstraeten «moeder Renau-de».riet Naar aanleiding van een geschil ontstaan tus- de schen de stad Antwerpen, heer Van Doeselaer en iat de familie van heer Victor Driessens, rees er on- len eenigheid tusschen de leden van het gezelschap ur- op, en heer Verstraete, bijgestaan door enkele lei- der bijzonderste acteurs en actricen, begonnen op :n» eigen hand in den Cirkschouwburg. îck Men zal licht begrijpen dat heer Piet Janssens, [en die het tponeel aanzag niet als het midden waar- •ol- door hij zijne toekomst zou verzekeren, maar wel ge- als een middel om aan verteergeld te geraken, er ef- steeds op uit was om mogelijken opslag te beko- er- men. Men moet weten dat hij als zakgeld tien ten au- honderd voor zich kreeg van hetgeen hij verdien- ich de. Dat maakte de aanzienlijke som van twee ]en franks uit, kapitaal dat zeer ontoereikend is voor len iemand die graag elken dag in de kleine uurkens na- te huis ko?nt. hij Heer Verstraete die voor zijn laatste roi «Pi- iri- vola» moest vertolken in «Roger de Geschandvlek- cht te», hield zich op het uiterste oogenblik ziek... roi Heer Janssens werd aangeduid om in te springen, en zijn spel was zoo prachtig, dat de toeschou- sti- wers geestdriftig toejuichten en de pers hem heel le-, v.'.ut lof toezwaaide. Ook vroeg een der leden van e,1. < comyinetie der heeren Laroche en Verstraete ha- hem hen te volgen, en bood tien franks opslag en, aan. De jonge kunstenaar hield echter zeer wei- er- nig van veranderen, hij bracht zijn bestuurder op us- de hoogte van het voorstel. Deze schermde met zij- groote woorden, liet uitschijnen dat een officiee- ix» le schouwburg meer waarborgen oplevert, dan om andere tooneelondernemingen en bracht zijn loon len van twintig op dertig frank. als (Wordt vervolgd.) JAN DE SCHUYTER. op- | " Hagelinde „ ' Spel van Liefde en Droom, in drie bedrij-ven door Piet Van Assche. -— Uitgege-ven bij Gust Janssens, Antwerpen, 1917. eds De pessimistische schrijver van «De Poel», de er- levenssterke schrijver van «In 't Veen en Polder->m- land» heeft zijn uitg'ebreide novelle «Hagelinde» verschenen in . 1910, omgewerkt tôt een tooneel-spel in drie bedrijven. Wij verkiezen den laatsten sel, vorm boven den eerste omdat er meer handeling in is en de taal rijker en beter verzorgd. De aat vruchtbare schrijver heet zijn werk «Spel van ge- Liefde en Droom» en inderdaad zijn liefde en ten droom de twee hoofdfactoren, als men ons die uitdrukking vergunnen wil, die er in voorkomen: iag droom van den verliefde, den idealist - twijfelaar sne die, na zijn wellusten bot gevierd te hebben aan reëele, aardsche genoegens, zich in studie, zelf-onderzoek en wijsgeerige bespiegelingen verdiept 'iet heeft, en eindelijk het hoogste genot meent ge-n... vonden te hebben in zijn liefde voor de schoone, eer blondlokkige Hagelinde, helaas! toch ondervinden n... moet dat dit gevoel hem ook geen bevrediging ec- schenkt, daarom heengaat om zijn laatste rust te oo- zoeken in den zelfmoord. Liefde en droom van ijk de zacht-teere Hagelinde voor Elie, haar ideaal, ze- zij, die sterft met den naam van den deerniswek-kenden zelfmoordenaar op de lippen, na in ver-ten beelding zijn tragisch einde gezien te hebben... tje Hagelinde, het etherisch - liefdewezentje, schoon j u als de roos en die geleefd heeft: «ce que vivent les roses...» îad Haar afkomst leeren we kennen in een gesprek te van haar tante Goedele, met haar dokter en 'an voogd: ter GOEDELE. (Bladz. 18-19). En niettemin, vriend, als ik bespeur wat de toe-sp! komst Hagelinde kan voorbeschikken... Soms denk iiet ik aan het droevige bestaan van haar vader, aan den ondergang der moeder. Soms aan beide doo-en, den. Aan den vader die nergens vrede vond voor ur- zijn onrustigen, twijfelenden geest, tôt hij, strij-:en densmoe, den dood tegemoet ging. Zooals ge weet, îls, m'n broer was hij, dokter. En de moeder, beeld-schoon was deze. Zij hield ervan te worden be--en wonderd en gehuldigd. Natuurlijk houd ik dat si'e verleden geheim voor Hagelinde. Spreekt ze van haar moeder, dan stel ik deze voor als een wezen 1er van fierheid en plichtsbetrachting. Kom, zwijgen we d'r over. Het verleden is vergeten; de dooden blijven geheiligd. Bij hun heengaan wordt tege-en, lijkertijd de donkerte die zij eens in de geesten rt- der overlevenden verspreidden, verdreven.... De dood verzoent, en voor het graf worden woorden lad van vergiffenis gesproken. Dokter, maar dat moet ;ou ik u nog eens herhalen... Toen ze mij 't kindje n... bracht, na zijn dood,... 't kind dat ik haar had al afgesmeekt, omdat zij dat enkel aan vreemden die zou hebben toevertrouwd, in haar zucht naar iet weelde en wereldsch genietingen... toen heb ik an geen woord van verwijt, geen klacht gezegd... iat Want de zonne bracht ze in mijn huis; de lente ad welke me toen in mijn vereenzaamd leven zou toestralen uit een engelachtig wezen. Geen woord de heb ik gezegd. Ja, wel een woord van dank. En ik beloofde tevens voor 't kind te zorgen, heili-ger dan een moeder 't zou kunnen. Dokter, gij 1U UCUlISUi aij- haar neef, gij kent het overige maar al te wel. Zij vertrok naar Parijs, deed er mede aan 't groo-de te leven, en zekeren dag... die DOKTER. .m. De dood.... GOEDELE. ;en Van haar sterfbed schreef ze mij een brief, ko- roerend en vol treurnis, over wat ze haar dwa-ling noemde. Och, ik vertelde 't u reeds zooveel ra- malen. En toch, steeds gaat de geest er naar te-d - rug. Ze smeekte mij de engelbewaarder te wezen 2en van haar kind, dat ze een laatsten kus zond... de smeekte me... Elie, de idealist, de nergens rust vindende on-la* gelukkige twijfelaar, wordt gekenschetst door den dokter: en. ELIE. (Bladz. 34-36.) en, Dokter... ,ar DOKTER. tte (Sluit het raam.) Zit neer. En laat ons spre-let ken over Hagelinde, over u zelf. (Neemt even-die eens plaats.) Ge weet onder welke omstandighe-te den haar ouders 't leven hebben verlaten, hoe Hagelinde hier werd opgevoed tôt een wezen zoo-îrd als men er zelden een ontmoet in 't leven... We-ing zen van onschuld en droom. Wellicht hadden wij fde aan die opleiding een andere richting moeten ge-ia- ven, een die meer in verband stond met de wer-iu- kelijkheid. Maar toen we aan 't lot van haar va-e», der en moeder dachten, durfden we niet. Elie, als en voogd van Hagelinde heb ik inlichtingen over u ers ingewonnen, nabij een uwer vrienden, wiens va-iu- der ik heb gekend. Niet noodig u zijn naam te noemen... Elie, ge voelt anders dan vele menus- schen. Een jong denker zijt gij die 't leven in en zijn afgronden en donkerten ontwaart. Gij lijdt in on- den geest. Als een noodlot voelt gij om u de iap schimmen van onverwezenlijkte verlangens. In u ele voert gij den strijd tusschen 't leven: hoe dat is op en zooals 't zou moeten wezen. Door een artistiek gekoesterd pessimisme tracht gij te vergeefs, met ns, de onervarenheid en het oppervlakkige eigen aan ar- de jeugd, allerlei levenswerkelijkheden en raad-vel selen te doorgronden, zonder u op kalmer be-, er schouwingen en rijper nadenken te steunen. Niet ko- zoo?... ten ELIE. en- Ik begrijp u. dokter. iree DOKTER. oor Tijdens mijn jeugd brak twijfel in mij ook nesr sns wat de geest aan idealen had opgebouwd... Later, als mensch. van ondervinding en kalmer redenee-pi- ren, wist ik deze ontzenuwde gemoedsstemmingen ek- te overwinnen, door het vervullen van mijn plicht k... als genezer en trooster. Vooral der menschen wee-en, dom heeft me 't leven naar zijn ware verhouding ou- leeren schatten. Het lijden heeft me waarde doen eel hechten aan dit bestaan. En zoo keerde ik naar /an mijn rust terug, langs den stillen weg die leidt ete naar het geluk. (Staat op.) Elie, ik begrijp uw lag levensangst; ik voel uw rusteloosheid, uw koort-rei- sig hunkeren om vergetelheid, uw trachten om iets op onbereikbaars, in uw overgevoelerigheid en mo-net reele ziekelijkheid. Ik begrijp waarom gij soms ee- de dolste vermaken hebt gezocht; hoe ge daaruit lan weer tijdelijk naar hoop en droom, naar liefde )on werd gedreven, om in uw karakteronvastheid en gekoesterde smart dan weer den weg in te dwa-len, weg die veelal uitloopt op zelfvernietiging of geestesverwarring... ELIE. Dokter, dokter... DOKTER. Elie, nadat gij hier weken lang 't geluk had rl3' genoten, waarom bleeft ge weg? Omdat ge niet se- langer kondt huichelen; omdat gij het als mis- '17. dadig aanzaagt de onschuld, het openhartig geloof je te misleiden, daar gij toen reeds gevoeld hebt er_ dat die onrust, die angst u toch eens, voor of ,je>> zelfs na het huwelijk, van Hagelinde zou verwîj- iei- derd hebben; omdat ge gevoeld hebt u uit uw on- (;en dergang niet te kunnen opworstelen tôt de al- jn„. geheele herwording van uw innerlijk wezen. — Dg (Ontroerd.) Elie, ik smeek u... om haar geluk, om /an onze rust. Die ramp zult gij in haar niet door- ,,,, drijven. die ELIE' BT1. (Staat op.) De scheiding? aar DOKTER. ian Die gij weet thans te moeten voorkomen. Tij-delijk ten minste. ent ELIE' Helaas... DOKTER. ierj Ik beschuldig niet, ik beklaag u. Hoop... De red-•_ ding vindt ge in en door u zelf. Door arbeid en plichtsvervulling, door medelijden jegens de mis-' deelden en de in 't stof gebogenen. Het arbeids-ia[ veld is zoo ruim. Een levensdoel vindt men voor-al, ik zeg het u, als men rondom zich 't lijden ~ gevoeld heeft en ontleed. En beseft ge dat ge werkelijk hergeboren zijt als mensch, keer dan gelouterd tôt Hagelinde terug. Thans zal ons ent kindje wel lijden. Doch we zullen haar moed op-beuren, haar hoop inspreken. Zij zal wachten op , i u. Begrijpt ge mij, Elie? Wachten, of zoo noodig, langzamerhand vergeten. (Een stond van ontroering.) ELIE. Dokter, gij hebt gelijk. Ik zal gaan, ik moet r gaan. Waarheen? Wie weet het waar ik door de ' donkerte dolen zal. Ik zal gaan omdat het inderdaad moet; omdat mijn rustelooze ziel me toch ~ eens verder drijven zou; omdat de man, die 't ge-■ ■ luk niet in zich houden kan — zelfs niet omgeven i~ van een wezen waaruit de schoonheid der heme-j ^ len straalt -— omdat die man eens stranden zal L" aan... Dokter, dokter... DOKTER. Helaas... (Eer.ig zwijgen.) ^en ELIE' ' Toch wil ik eerst van Hagelinde afscheid ne- îen men. Ik wacht in den tuin. Dokter, tôt weerziens ^e_ dus, of vaarwel... ten Meerdere bladzijden nog zouden we wenschen De over te schrijven, maar de plaats ontbreekt ons. len De taal is zeei dichterlijk en vol gevoel. Over oet heel het werk ligt een atmosfeer van diepe smart dje en weemoed, die op den lezer een geweldigen in- lad druk teweeg brengt. len Het dialoog is vlot en natuurlijk en de gang der iar gedachten logisch, en toch zeer verheven en hier ik en daar van een groote lyriek en tragiek. d... Het tooneelwerk is niet geschikt voor de mas- nte sa, maar zou ontegenzeggelijk bevallen op een sou «matinée littéraire». Wat er ook van zij, de le- jrd zing mogen wij ten zeerste aanbevelen. En Het schoone spel van Piet Van Assche is zeer ili- mnni niteetreven en kost, slechts 2 Fr

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het tooneel gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Antwerpen von 1915 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume