Het volk: christen werkmansblad

1349047 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 24 Januar. Het volk: christen werkmansblad. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/959c53g79p/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

-ftTifcwmitïi mrftffl mât* Vijf-en-TwiBligsle Jaar. ■■»■ N. 2o «MaMMWÉMMaMIMiM—aiMMMHMîmBaaf jrr 'Fy" I âi'fîffft iiaMmTiirHi -" *|- 1 ~ .™fc .w^.. Godsdienst — Halsiwln — Eigendom W————a—' >n 11" il I II" Jtw.^TTTTi'—i! Il I .. ■! ■■■■■ mmm—itmmrnmmrnmtmtmmam—w————— s Zoadag, 24 Jamiari 101S ,'Xîle brîefwisseîîngen vracîifc* *rrij ta zenden aan .Aug. Van Iseghem, uitgever voor de naamL maatsoh. « Drukkerij Heb Volk h Ifosrsteeg, n° 16, Gent. Bureel van West-Vlaanderen t Cas ton Bossuyt, Gilde der Am-bachten, Kortrijk. Telefoon 533 Bureel van Antwerpen, Bradant en Limburg : Viktor Kuyl, in ArVirr\orl oraf rn nf, 91. T ,nn VP.TT HET VOLK Men scferljît In s Op aile postkanfcoren aan 10 îfc pèr jaar. Zes maanden fr. 6.00U E)rio maanden fr. 2.50. Aankondlglngen. Prijs volgens tarief. Voorop t* betalen. Rechterlijke herstelîing, 2 Cf. per regel. v, Ongeteekende brieven worden geweigerd. mx^T T?uinA\T xt« ton CHRISTEN WERKMANSBLAD w ■■ "li— -iil.i.i,™ VV/A1 i.1 AUi) U9UW t CENTIEM HET NUMMER BERICHT. Dit fiubbsl blad kost 3 centismsn. X — -"m ■■■■ gg OVER AABDBETINGEN. De aardbevingen worden meestal ver-feezeld door ondcraardsche, donderende, knctterendc en krakende geluiden ; soms cntstaan zelfs scheuren in den bodem, komen gas- water- oî slijkmassa's aan do ©ppervlakte of wordt de iigging der grond-Jagen veranderd. v. Bronnen worden dikwijls droog en mieuwe bronnen ontstaan. Men ziet ook jdikwijls den warmtegraad der bronnen jeene merkelijke wijziging ondergaan ; zoo jvvcrd het water van Bagnères de Luchon fa 1755, door de aardbeving van Lissabon iyan 8 graden tôt 50 graden warm, dat .Van Bagnères de Bigorre werd in 1680 ïloor eene aardbeving koud. î De grootste verwoestingen richten de aardbevingen aan in streken waar de Vaste rotsbodem enkel met eene dunne laag puin bedekt is. De oppervlakte waarover eene aard-ïbeving zieh uitstrekt, is dikwijls moeilijk .hauwkeurig te bepalen, doeh kan echter îzeer aanzienlijk zijn. f Zoo wordt de bekende aardbeving van [1755, die Lissabon verwocstte, op 16% millioen vierkante km. gesteld. Het om-'gekeerde kan ook waar zijn. Het gebied ecner aardbeving kan een beperkten kring ïnnemen. De aardbeving van Ischia (28e rJuli 1883) beperkte zieh tôt dit kleine jeiland. i In Europa hebben vooral te lijden ge ïiad : de Alpen en de Karpaten, Grieken-iland, Italie, de Pyreneiën en de Sierra Nevada. Daarentegen heeft er nog nooit feene aardbeving plaats geliad in Rusland. i De studie der aardbevingen is in de laatste jaren zeer bevorderd, daar voor eenige jaren in bijna aile beschaafde lan-pcn aardbevingstaties opgericht zijn, Velke stelselmatig bedeeld zijn met gelijke waarnemingsteostellen. Deze waar-tiemingsstaties worden onderseheiden in ftaties van eersten, tweeden en derden rang. De hoofdstatie is te Straatsburg. Als de hevigste aardbevingen in de laatste eeuw dienen vermeld te worden: [ Haïti, 7 Mei 1842. — Wallis 25 Juli 1855 j— Tokio, 12 November 1855. — Het gebied van Napels (Atenua, Padula, Polta), 16 December 1857. — Californië, 21 October 1868. — Ischia, 18 Juli, 1883. — De Riviera, 23 Februari 1887. — Ten \V. van jTokio, 28 October tôt 15 November 1892. h- Japan, 28 April en 20 Juni 1894. — ïvonstantinopel 1894. — Argentina, 27 October 1894. —■ Z. W. Duitschland, 3-3 Januari 1895 en 22 Januari 1896. — SSilizië, 11 Juni 1895. — Florentie, 18 Mei si895. — Laibach, 14-15 April 1895 en tt5 Juli 1897. — IJsland, 26-27 Aug. en 5-6 Septeihber 1896. — Japan, 31 Aug. 1896. — Mexico 1897. — Californië 30 Maart 1898. — Venezuela, 29 October 1900. — Martinique (Mont-Pelé 1902. — fTurkestan 1902. — Sicilië en Calabral905. r San-Francisco 1906. — Galabra en (Sicilië 1908. " Voor wat onze onmiddellijke nabijheid jbetreft, vinden wij aangeteekend dat in |1262 en 1342 zware aardbevingen door jheel Holland werden gevoeld. In 1449 ,had daar eene aardbeving plaats, die ook •in het water merkbaar was. Verder nog <eene hevige aardbeving den 5 April 1580, die ganscli Holland en België door, te Keulen, te Parijs en op de Noordzee werd waargenomen. Nog aardbevingen werden waargenomen in 1602,1640,1652 en 1692. Lichte aardschommelingen kwamen in 1758 en 1760 te Middelburg en Vlissingen, in 1828 te 's Hertogenbosch, Nijmegen, den 17 Maart 1883 binnen den driehoek 's Gravenhage-Alkmaar-Utrecht. In Oost-Èuropa zijn aardbevingen zeld-zame gebeurtenissen. In het algemeen komen zij meest in de heete, minder in de gematigde lucht-streek voor. In Europa volgen de aardbevingen door-gaans de lijn die men vart Sicilië en Calabri naar IJsland kan trekken, door de rijken van Midden-Europa. In den laatsten tijd wordt ook ernstige studie gemaakt van de lichte trillingen dei aardkorst, die alleen met zeer gevoelige waarnemerswerktuigen (tremometers] kunnen waargenomen worden. Deze lichte trillingen zijn zoo talrijk, dat men bijna zou kunnen beweren, dat de aardkorst onafgebrokentrilt. Heeft België de aardbavlnpntevreezsn? In het tegenwoordig aardkundig tijdperk heeft België de rampen niet te vreezèn, als deze waarmede Italië thans opnieuw geslagen is. In 't algemeen worden de aardbevingen veroorzaakt door dezelfde oorzaken als deze die de vulkanische uitbarstingen veroorzaken. Nu, de vulkanische streken die het dichtst onze streken zijn en waar-van wij den invloed zouden kunnen ge-voelen, zijn de Eiffel en de Auvergne en aangezien de vulkanen dezer streken sinds duizende eeuwen zijn uitgedoofd, hebben wij daar niet voor te vreezen. De menscli heeft ze waarschijnlijk nooit in werking gezien. * * * Indien wij nochtans de kroniekschrijvers mogen gelooven, zouden in vroegere tijden zekere aardbevingen in België ware rampen hebben veroorzaakt, die steden in puin legden en duizenden slachtoffers maakten. Het moet ons niet verwonderen dat de tegenwoordige geleerden hunne verhalen uit fabels hebben opgezocht, want de overdrijving waarvan zij getuigen, schijnt buitenmate. Wij weten daarenboven, dat tijdens de lang vervlogen tijden, aile on-verwachte voorvallen, die zelden voor-komen en een min of meer geheimzinnig uitzicht hebben, zooals de kometen, de noorderlichten, groote sterrenregens, enz.. de oorzaak waren van de opwinding dei verbeelding en aanleiding gaven tôt on-gelooflijke verhalen dier verschijnselen. De eerste aardbeving, in onze provin-ciën waargenomen, volgens tôt heden ge-kende bronnen, zou plaats gehad hebben in 330 te Doornik. Die aardbeving zou de spits van het Belfort en verscheidene huizen cloen ineenstorten hebben, vijftien personen werden gedood en een groot ge-tal inwoners gekwetst. Doeh de Belforten bestonden, in België, nog niet op dit oogenblik; dit van Doornili dagteekent van de XIIe eeuw. Ook in 502 had te Doornik eene aardbeving plaats. De aardbeving, zegt een geschiedschrijver, duurde drie uren, wierp duizend gebouwen omver en' doodde drie honderd personen. Volgens Hériger had rond 615 eene nieuwe aardbeving plaats, doeh ditmaal in Limburg. Al de nieuwe gebouwen van Tongeren/ dat nog maar juist door de Barbaren geplunelerd was, werden in puin geslagen. In 630 is 't opnieuw te Doornik. De hoofdkerk werd besehadigd, doeh 't zal waarschijnlijk eene vroegere hoofdkerk zijn geweest, want de tegenwoordige dagteekent enkel van de XIe eeuw. Andere aardbevingen hadden nog plaats in 854, in 1000, in 1118, in 1181, in 1317. De aardbeving van 14 Augustus 1317 vernielde gansch het Luikerland, de graafschappen van Namen, Henegouw, Artois en Vlaanderen, maakte 246 slacht-offers te Ninove, Geeraardsbergen en Ronsse. Nog hadden aardbevingen plaats in 1342, 1346, 1350 en 1395, 1499, 1554, 1563, 1569, 1580. Deze van 1580 strekte zieh uit van Parijs tôt Keulen en zelfs tôt in York, in Engeland. Te Sichem stortte dan een toren in. Een ooggetuige uit Audenaerde zegt dat, den woensdag na Paschen, tusschen 5 en 1 ure 's morgens, eene aardbeving 1 plaats had, die twee tôt drie Onze Vaders duurde; dé huizen waggelden. De aardbeving in 1755 te Lisabon werd ook in België gevoeld. Eene plotse-linge stijging der wateren van de Schelde had plaats. Het water te Chaudfontaine kreeg eene hoogere temperatuur. In eene reeks andere plaatsen liepen de vijvers droog. In België hadden nog aardbevingen plaats in 1756, 1760, 1762, 1768, 1767, 1776, 1800, 1808, 1809, 1818. In 1828 werden huizen omgeworpen te Jemeppe, Luik, Thienen, Tongeren en Hoei. Nog kleine, bijna onmerkbare aarbe-vingen hadden plaats in verschillende op-eenvolgende jaren tôt 1980.... De laatste merkbare schommeling had plaats op 2 September 1869 rond 9 ure 's avonds en werd gevoeld in Henegouw, Brabant, een deel der Vlaanderen, Arras en Douai. Al de hier aangestipte aardschommelingen hadden plaats van het oosten naar het westen, van nood-oost naar zuid-west of van zuid-oost naar noord-west. Men ziet dus dat eene eigenlijke aardbeving voor België om zoo te zeggen, niet te vreezen is. Een Nederlandseh Gezant bij het Yalihan? Volgens de Secolo, is de Nederlandsche regeering voornemens binnenkort een buitengewoon vertegenwoordiger bij het Vatikaan te benoemen. De Koningin heeft — zoo meldt het blad — den Paus door kardinaal Van Rossum met zijn verkiezing geluk laten wenschen. De kardinaal zou den Paus gevraagd hebben, of het dezen aangenaam zou zijn, dat er een vertegenwoordiger van zijn land bij het Vatikaan gevoegd werd.En de Paus zou hierop toestemmend geantwoord hebben. MÏJNEN AAMSFOELD. Nog steeds spoelen, na de stormachtige nachten van den laatsten tijd, mijnen op de hollandsche kust aan. Thans weer eene benoorden Delfzijl tusschen Oostmolen en Oostpolderzijl. Evenals de bij Harlin- , gen aangespelde mijn, zal bovenbedoelde mijn zoo spoedig mogelijk door de marine worden opgeruimd. In het Zuiden zijn sedert gister weder eenige mijnen komen aanspoelen. De torpedodienst zet nog steeds het zoeken naar de in de Zuiderzee terecht-gekomen mijn voort. ¥@pis§| giaas* HeBggiëi Maandag zouden weer 22 Belgische vluchtelingen uit Holland naar hun vader-land terugkeeren. 't Zijn landbouwers-familiën uit Wolverthem, bij Brussel gelegen. Sedert midden Augustus had hun geen enkel bericht omtrent huis, have en goed bereikt en ze beschouwde hunne eigendommen reeds als verloren of verwoest. Men kan zieh de vreugde dezer menschen voorstellen toen ze dezer dagen bericht ontvingen van geburen en familie-leden, dat hunne ho even niet besehadigd waren, het vee nog in de stallen was en het roggeland bezaaid. Belgische vluchleiiugen naar Engeland, Zooals bekend is, vertrekken in den laatsten tijd vele vluchtelingen naar Engeland. Daarbij wordt in de haven van vertrek vanwege den opperbevel-hebber van land- en zeemacht toegezien, opdat een ingerichte uittocht van manne-lijke vluchtelingen, van dienstplichtigen leeftijd, worde tegengegaan. Te Amsterdam wordt aan de Belgische vluchtelingen, die van daar naar Engeland wenschen te vertrekken, een geparafeerd bewijs uitgereikt, op welk bewijs naam van den vluchteling, leeftijd, plaats van herkomst, enz. zijn vermeld. Te Amsterdam wordt, vôôr dat bedoeld bewijs wordt afgegeven, kontrool geoefend, ook wat betreft gebeurlijke dienstplichtigheid enz. VOOR DE Mim. Men is te Antwerpen aan de dokkenbe-gonnen met het lossen van het s chip Thérèse, gansch gevuld met eetwaren en dat toegezonden werd door het Kana-deesche volk. Het grootste gedeelte be-staat uit bloem en zeer vele vaten aard-appelen. Op elk van de kolis is een wit papier geplakt waarop het volgende opschrift in het Fransch staat : « Voor de Belgen, met de bewondering en de sympathie van de bewoners der provincie Nieuw-Schotland. » * * * Bij het Nederlandsch Komiteit tôt steun van Belgische slachtoffers is thans in totaal ontvangen 508,511 gulden5575fr.en 164 mark. Nogsteeds bestaat er eenedrin-gende behoefte aan kleedingstuklten ten behoeve van de tien duizenden vluchtelingen die in Holland verblijf houden. Ook is veel geld noodig voor het onderwijs aan Belgische kinderen. Met dankbaarheid wijst het Komiteit op de verslagen, waaruit blijkt, dat van den begimie af in vele plaatsen de kinderen der vluchtelingen onderwijs genoten, dank zij elen goeden zorgen der betrokken gemeentebesturen. Daartegenover staat, dat het noodig bleek verschillende ge-meenten te gemoet te komen voor het be-zoldigen van Belgische onderwijzers en onderwijzeresesn en het aanschalïen van leermiddelen. In 57 gemeenten worden thans voor het onderwijs, toelagen ver-leend voor het geven van onderwijs e aan te zamen 4500 Belgische leerlingen. Omdit werk te kunnen in stand houden, is versterking van de kasmiddelen drin-gend noodig. iDdrtikken over de Loopgraven. Een denkbeeld van den toestand geven een paar regels uit een Fransch telegram: « Zonder dat wij aangevallen waren, zagen wij ons genoodzaakt eenige gedeelten van onze loopgraven in den sector van Atrecht te ontruimen, wijl de manschappen tôt aan de schouders in de modder stonden.» Dit is eene mededeeling, die meer zegt dan aile andere berichtjes, over kleine en kleinere partieele successen. Tôt aan den hais in de modder. Kan men zieh voorstellen, wat dit wil zeggen? Op wacht te moeten staan, in lange loopgraven, oppassen en uitkijken, dag en nacht in cle modder. En het moet al heel erg zijn, de modder moet tôt aan de schouders reiken, voordat men er toe over-gaat de loopgraven te ontruimen. Welk eene schrille tegenstelling met de verhalen en praatjes over het leven in de loopgraven, waarop de troepen koutende en kaartende worden voorgesteld, en waarin melding wordt gemaakt van aller-lei grappige incidenten, die in de loopgraven onder de troepen de vroolijkheid on-derhouden.Dat moge eens ergens zijn voorgekomen — regel is het niet. En wanneer de tele-grammen melding maken van den toestand, wordt daarin wel gesproken van een loopgraaf die genomen of hernomen werd; maar van het leven in die loopgraaf, van den toestand waarin de troepen ver-keerden, van de vermoeienis en uitput-ting die begonnen te heerschen, spreekt. men niet. Een brief uit Vlaanderen zegt echter : « Niemand heeft eenig denkbeeld_ van wat de troepen uitstaan. Weken en maanden liggen wij in de loopgraven, zes-, zeven-,aclitmaal worden zij ontruimd en weder genomen, onder voortdurend vuren van detegenpartij. Entelkens moeten dan, na harden strijd vaak, nieuwe dekkingen worden aangelegd. Dit moet altoos des nachts gebeuren. En het is niet alleen noodig loopgraven voor de dekking der troepen te maken, maar nog vele andere, valsche en echte; de valsche om den vijand te bedriegen, de echte om telkens gelegen-heid te hebben op andere punten bescher-ming te zoeken of op te treden. » Iedere loopgraaf moet minstens 1.50 meter diep zijn, en dat is zwaar werk, in den veelal harden grond. De aarde die er uitkomt,mag ook niet zichtbaar zijn uit do verte, want dat zou de plaats waar de loopgraaf is, te veel verraden; zij moet dus in den nacht naar achteren worden gesleept of over het voorterrein gelijk-matig worden verdeeld. » Dat is dus bij nacht hard werken en bij dag opletten. En dat gaat zoo weken lang. Van de poëzie van het oorîogvoeren merkt men onder die omstandigheden niet veel En nu komt daar nog bij, dat door de onophoudelijke zware regens de loopgra ven vol water staan, de geheele linie in een modderpoel veranderd wordt. Dagen lang hebben aan beide zijden de troepen tôt de borst in het water of in de modelei gestaan, en doornat, doorweekt, zondei gelegenheid om zieh te drogen of te ver-kleeden, moesten zij waakzaam blijven, want de vijand kon elk oogenblik een overval wagen » Dat is een klein staaltje van hetgeen de strijd aan h>?t front beteekent, een strijd DE TERUGKEER. Men was op het einde der maand Me '1814. De zegepraal had de Fransche vla{ verlaten. Van tijd tôt tijd zag men kriigs gevangenen terugkeeren. Ook kapiteir Rocher keerde naar zijn dorp in Cham-jpagneterug. De ellende, in gevangenscliai geleden. had zijn krachtig gestel verzwakt maar op zijn gelaat \7as eene natuurlijki iWilskracht te lezen, de wilskracht van dei overwonnen soldaat. De sporen van dei corlog, die liij overal in zijn land ontmoet |te, verhoogden nog de wilde uitdrukkinj ,van zijn gelaat. Aan eene herberg gekomei fliield hij stil en trad eleze binnen. — Kent gij kapitein Danglar? vroeg hi den waard. , .r~ Ja, mijnheer, hij woont hier dichl mj- Door zijne wonden gedwongen der dienst te verlaten, vervult hij thans he1 ; ambt van lioutvester. Leeft hij alleen ? (, Necn, hij -woont met een ouder kneclit, een veteraan evenals hij. i. 'neende echter dat hij ook eer )3ong meisjc bij zicii had. i 7 'le'} er I10°it van hooren spreken itloch ik woon hier ook eerst sedert drie oi vicr maanden. Het gelaat van Rocher nam eene uit-drukking van toorn aan. « Geef mij eene fleschwijnen twee glazen,sprakhij, enlaat kapitein Danglar zeggen dat iemand hem wacht.» Hij zette zieh voor een tafeltje terwijl de herbergier heenging, in zichzelf mompelend : «Dat is geen gemakkelijke klant. » Na een uur \vacMens verscheen kapi-i tein Danglar. Hij was evenals zijn collega ; van hooge gestalte met krijgshaftig uiter- ■ lijk,maar zijn rechter arm hing bijna slap i langs het lichaam. Toen hij zijn ouden ■ wapenmakker herkende, slaakte hij een i uitroep van vreugde en trad met uitge-, stoken hand op hem toe : « De dappere : Rocher, dien wij allen dood waanden, i mompelde hij. God zij geloofd I » i Maar Rocher verroerde zieh niet en keek - hem koel aan. ; — Alvorens ik u de hand druk, sprak l hij, moet gij op mijne vragen antwoorden. Ga zitten. j — Zooals ge wilt, hernam de oude wapenmakker, tegenover hem plaats ne mend. i — Toen ik naar het oorlogsterrein ver-; trok, hernam Rocher, lieb ik u mijne dochter toevertrouwd. Wat hebt gij met haar gedaan? Men heeft mij.gezegd dat i zij niet meer bij u woont. — Dat is zoo; toen zij in het huwelijk trad, moest zij haren echtgenoot volgen. Kapitein Rocher sprong driftig op. -—- Wat! riep hij, zij is gehuwd en men lieeft er mij niet in gekend! Terwijl ik in die vervloektc citadel van Glatz zuchtte, heb ««■niiwummwMtfWiiWTm mimmi mu aaan ik steeds aan mijne dochter geclacht, maa ik stelde mij gerust, daar ik haar onde uwe bescherming gesteld had. Ik veriroe 1 de niet dat mijn vertrouwen bescluam zou worden. Kapitein Danglar liet hem kalrn uit spreken. Daarna zei hij: « Jedereen waantl u dood, de tijding van uwe dood wa officieel gegeven. Ik was nu de voogd uwe dochter en lieb gebruik gemaakt van mij] recht. Ik heb mijn plicht gedaan. » Deze verklaring kalmeerele echter dei heeten militair niet en toornig vroeg hij — Zult gij mij ten minste zeggen me wien zij gehuwd is? — Neen, niet vôôr gij weer kalm ge worden zijt. Ik wil hier geen verhoor on dergaan als een schuldige. Beiden bewaarden eenige oogenblikkei het stilzwijgen.Eindelijk zei Danglar: «Gi zegt mij niets van uwen ouden vrienc Renneval?» — Waarom zou ik over hem spreken' Sedert lang waren wij geen vrienden meer — Zeker om ernstige redenen ? — Te drommel, ik heb hem altijd oj mijnen weg ontmoet, als er eene gelegen heid was om mij te onderseheiden. T< Albeck had de kolonel een detachemenl noodig om eene Oostenrijksche batteri buit te maken. Ik hoopte er mee be last te worden, maar men wees er hen voor aan ; hij kreeg het kruis twee jaai voor mij. Te Jena dezelfde geschiedenis ik wilde mij van eene Pruisisiche vla{ meester maken, maar hij was mij voor men beloonde zijne dadenmet de kapiteins r epauletten. Overal heeft hij mij d r beste kansen ontnomen. — Al is uwe grief tegen hem zoo groot 1 zij zal bij het graf ophouden, zei Danglai — Is hij dood? Dit woord werd me - innige droefheid uitgesproken ; al zijn ; bitterheid verdween, hij zag thans in ziji s mededinger slechts den ouden wapenbroe r der, met wien hij vroeg er in zoo nauw i vriendschap was verbonden. — Ja, hij is gestorven terwijl hij u he i leven redde. Te Bautzen wierpt gij u al : een woedenele stier op een detachement L dat viermaal sterker was dan het uwe. Hi snelde u ter hulp en viel evenals gij. Wi - meenden tôt heden dat gij beiden gesneu - veld waart, maar gij waart gevangen, hi echter stond niet meer op... i Eene smartelijke ontroering teekend' j zieh op het gelaat van Rocher af, eei I traan rolde over het ruwe gezicht van dei ouden soldaat. «Hij was een dappere mompelde hij, en het spijt mij dat ik zoi onrechtvaardig jegens hem geweest ben.. Zeg mij nu, wie de echtgenoot mijne dochter is. » — Geduld, we zullen er wel komen Herinnert ge u Edward nog, den zooi van Renneval? — Ja, ik herinner mij dien snaalc nog die het waagde een oog op mijne dochte: te durven slaan. — Welnu, die knaap is thans eei knappe jonkman ge worden en heeft be wijzen gegeven van moed en dapperheid Hij heelt als een Ieeuw gevochten en i: eigenhandig door den keizer gedekoreerd e — Bravo 1 Een dappero gelijk zijn vader ! , — Gewond in den slag bij Montereau, . werd hij bij mij getransporteerd. De twee t jongelieden leefden daar te zamen, de e een als wees, de andere meende het te i zijn. Zij deelden elkanders smart en - hadden elkaar lief zonder het te bekennen. s Ik zei tôt hen : « Kinderen, gij hebt elkaar lief, trouwt met elkaar; indien zij, t die er thans niet meer zijn, nog leefden, s zouden zij uwe vereeniging zegenen. — , Heb ik ongelijk gehad ? » j Kapitein Rocher stak hem de hand toe. j — Gij hebt goed gedaan, mijn vriend, - sprak hij, vergeef mij en breng mij bij hen. j — Neen, ge moet tôt morgen wachten. Kom mee naar mijn huis, daar zult gij den 3 nacht overbrengen. i * j * * » , Den volgenden morgen begaven de ) beide vrienden zieh naar het kleine stadje, . waar de jonge echtelingen woonden. Toen r zij dit genaderd waren, hoorden zij het somber gelui der klok. Danglar verhaastte . den stap en toen zij voor de kerk waren, i zei hij : Laten we binnen gaan. — Waarom? , — Ga binnen. r Hij ging zijn vriend voor en leidde hem in een der donkerste deelen van het ge-i bouw, achter een grooten pilaar, die hen - voor de blilcken verborg. Het altaar was met zwart bekleed. Twee ! jonge lieden, in rouwgewaad, knielden neer . bij het priesterkoor.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het volk: christen werkmansblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in - von 1891 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung