Het volk: christen werkmansblad

759 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 10 April. Het volk: christen werkmansblad. Konsultiert 01 Juli 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/2f7jq0v142/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ZeveaeafwiBligsie Jaar. S. 84; Soâsiisast — HbIssmIb — Elpaflam Bhisèag, 10 April 1917 Aile brfefwîsseîîngea vracht. Tîîj te eenden ma Aug. Via Iseghem, nitgever voor de naaml. gnaatech. « Drukkerjj Hefc Volk», SJeersteeg, n° 16, Gent. Bureel voor West-Vlaanderen» Baston Bossuyt, Recolietteu-Straat, 1 i, Kortrijk. HET VOLK Men schrljK lis i Opalle poetkantoren aan 10 fr. per jaar. Zea maandpn fr. 5.00. Drie ma,anden fr. 2,ô0. Aankondlgingen : Prija voigens tarief. Voorop ta betalen. Bechterlijka herstelling, 2 ta per regel. Ongeteekende brieven wordaa geweigerd. TEJLBFOON N® 137, Gant. VersclîijHt & maal per week CHRISTEN WERKMANSBLAD S» Geniiçmen het mires m es» Afbreken en Opbonwen. Er gaat gecn dag voorbij, oî we ont-vangen brieven met klaehten tegen een of an der komiteit, met beknibbeïingen op eene of andere inrichting. Wilden we aan al die brieven piaats verleenen, we zouden wel zelf op vakancie kunnen gaan, wrjl er in 't blad geen piaats voor ons eigen. werk zou overblijven. We doen dat niet : •— niet omdat we den afdruk van onze eigen proza verkiezen, maar wel omdat het len eersie in de zending van een blad ni et va.lt aan aile dergelijke brieven piaats te verleenen en, daarbij, omdat zulke Êleingeestige, al zij het ook veelvuldige beknibbeling of klacht hoegenaamd niet geschikt is, iets aan de min of rneer ver-keei'de toestanden te verbeteren. Dit wil niet zeggen dat we met zulke brieven vols! rekt geen rekening hou den : Als de eensluidendheid van verschillende brieven ons overtuigt van de gegrondheid eener klacht in algemeenen aard, dan vatten we die kit cht ook in algemeenen zin samen, ■— na ondervonden te hebben dat per-soontijke pogingen niet bal en, — en dan zijp we in onze aanklaeht sterk, omdat we alsdajn wel en, niet in onzen persooniijken, maar in veîer naam te spreken. In dczen zin moeten dan ook de artikels opgevat .worden, welke Wij soms ter hekeling der doenwiize van we.ldanj^e inrichting of weïking schreven als uitdrukking eener omirent algemeene oordeelvelling. "Want we achten het beneden de waar-fligheid der zending van een dagblad, sîechts uit te zijn op gelegenheid tôt be-fcnilïbeling, Wel zijn er zulke bladen met ourijpe maatschappelijke opvatting, die jaar-nit jaar-in bijna uitsluitend van toeknibbeling leven: maar als men hunne doenwijze grondig nagaat, stelt men al-ganw vast,dat ze zulke gedragslijn slechts volgen, ofwel omdat ze gebreken van eige» handel moeten trachten te verber-gen entier stormwoiken van veiwijten en beschuldigingen tegen anderen, oîwel omdat ze niets in de piaats te stelien hebben voor hetgene Welks afbreuk zij voor allereenigste bezigheid hebben weten te verkiezen. Beide aanleidingen zijn even onredelijk en het Werk zelf, dat zich op zulke aanleidingen steunt, niet alleen imf foloers. maar in den grond schadelijk vôoï 't alg msen w lzij i., Afbreken is zôô gemakkelijk, dat men het Jt werk \an kinderen, ook van groote, al zij het onrijpe kin deren mag noemen. Daar is noch veel begaafdheid, noch veel kennis, noch veel kunde toe noodig. Met een hamer en een ijzeren hefboom of koevoet kan de stompzinnigste weetniet Van de wereld het schoonste huis tôt in den grond vernielen Maar met dien {lamer en (lien S#e»oefalIeen,zaI de knapste wei'ker nog geen ordmtclijke hut op-feouwcr. Zoo is 't ook met ons spreken en 3chri}ven gesteld er» gelegen. Spottend wijzert op den mogelijks scheeven torcn van de kerk, dat kan ieder-len die over wat guitig afbrckerstalent beschitt; maar de kerk, met of zonder sèfteewt toren, op te bouwen, dat ver-eischt heel wat andere talenten en be-kwaaniheden. Geklcen om den dansenden ïiî glijdenden neusnijper, den glimmenden ïoetemond, den kurketrekkerigen krul-î^aavd of den trippelendcn musschengang van den een of anderen politieker, dat is al wat gemakkelijk is; maar iets beter doen dan wat een van die politiekers verricht ai al die politiekers samen doen, dat ware, fooniet moeilijker, dan toch heel wat ver-dicnsteiijker. Een v.'erk of een gebouw door vergaizing afbreken, dat kan iedereen; niaar een werk of een gebouw oprichten, tint vergt begaafdheid, kennis en kunde. Gdîjk we zegden, zijn hamer en koevoet voldoende voor eene afbraak. Dock voor een opbouw? Een grondmeter, een aard-kund ge, een bouwmeester, teekenaars, steenhouwers, plekkers, verwers, behan-gers en meer andere kunstenaars en stiel-mannen voegen hunne talenten en be-kwaamheden samen om een bouw te doen oprijzen; en 't minste wat een hunner in de toepassing van zijne vakhevoegdheid ' te ko-rt rffchict, is voldoende om 't werk yan allen te bederven. Opbouwen vergt dus veel ineengewik-kelden arbeid, terwij.1 afbreken zoo gemakkelijk gaat. Doch de afbreker brengt niets anders voort dan gruis, dat enkel nog den last bijbrengt ,ergens te moeten verschopt of gekuild te worden, wil men het niet iedereen in den weg laten liggen; terwijl de opbouwers een werk vooilbren-gen, dat ontwikkeling in den arbeid gaf en beschutting, veligheid en levensver-mogen na zijne voltooiing geven zal. Boeken en bladen die opbouwen, in piaats van altijd maar voortdurend af te breken, verricht en dan ook heel wat nuttiger werk voor het volk dan de orge-neesbarebekr.ibbelaars-van-professie..Wtlkan beknibbcling, aïs ze niet tôt vitterij' overslaat, soms een goed zijn, op voor-waarde clat ze iets bt-ters in piaats van het beknibbelde weet aan te wijzen. — Zoo on der an der, de voordracht van den advokaat L. Fobe over de Cinéma» welke wij eene goede maand geleden in een paar aitikels samengevat hebben. Die voor-(lracht begon met aan te toonen hoe de Cinéma eene bijzondere aantrekkings-kracht op het publiek 1 eeft, maar hoe zij hcdendaags eene oorzaak van zedenbe-derf is, waartegen de overheden zouden moeten maai regeier. aanwenden en waar tegenover wij, katholieken, niet onver-schillig kvmnen blijven; de voordraclit-gever onderzocht dan ieder der voor te stelien middels daartegen, hij wikte het voor en tegen van elk middel en hij be-sloot met te verwijzen naar het meest praktiseh en best te verwezcnlijken : het sluiten va een akkoord met eene be-staande fi;menîabr;ek voor het vervaar-digen en verhuren vai*i eerbare films, be-gunstigd door eene fédérâtie " van aile eerbaar aangelede cinema's. — Zuike voordracht is* een volïedig v/erk, omdat ze zich niet vergenoegt met aî te breken wat verkeerd is, îaaar daarbij de hindernissen voor 't verbeteren uit den weg ruimt en eene voTkomene gedachte — riet enkel eene soort folografie — met zjeîsleven be-gaafd tôt duîdclijk uitgedmkten vorm van opbouw brengt. Afmeten op welk terre in hij zich be-vindt, den zedelijkeii grond polsen dien hij wil bewerken, de vormen omschrijven die hij wil zien tôt stand komen, delijnen af-teekenen van het gewrocht dat hij bcoogt, de noodige materialen er toe voorbereiden, ze niet îx'kwaamîieid behandelen, samen-voegen en optuigen, en dit ailes met eene duidelijk omvatte levensg-dachte be-zielen, — ziedaar het veelzijdig W( rk dat een openbaar schrijver — als grondmeter, aardkundige, bouwmeester, teekenaar en man van verscheidene ambach'en op za^tulijk en maa' scMppelgkgebit d—£n h<t hoofd en in de h and moet hotiden, wan-neer hij namens het volk en voor het volk wil optreden-. Zich die alzijdige beschou-wing gewetensvol voor oogen houdend, zal hij geen vemielend afbrekerswerkaan-gaan, maar in stand houden wat goed is, schragen wat bedreigd scliijnt, en nieuw oprichten wat het volk der nieuwere lijden behoeft. En het publiek dat daarin zijn voorbeeld zal vo'gen, zal machtig bij-dragen tôt beschaming der afbrelters en tôt oprichting en steviging van den maat-schappelijken bouw, on der welks onge-deerde gewelven het nageslacht nog dan-kend beschutting en vrijwaring zal vin-den. Staalspegeliog in Pruisen. BBE.LIJ N, 7 Aprit. Z. M. de keizer en kouijg heefb aau den '-i-kskariselier en voor-zitter van het sfcaa^iaimsfcerie Dr. von BeitJvaaann-Hollwcg voîgend deki-eefc ge-EÎcht : Nog nooit heeffc het Duifcsche volk zich zoo vasfc getOOnd (ils in dezen oorlog. Het bewnstzijn, dat het vaderland zich in bittere r.oodweer bevond, eofeede eese we iderbaar verzoanende krat hfc uit, en spijts aile offers aan. bloed daarbuiten te velde en zv;are Ont-berirgen binnr-nslards, is On writbaar de wil gebleven, tôt h.;t laatste voor den zege-rijken eiudstrijd in te zetten. Natior.ale en maatschappelijke geest verstcr.den elkar.der en vereenigden zich en verfeend.en ons \ OOît-dmv>nde kra"ht. S, der gevOelde : Wat in lar ge jaren van vr< d>î Onder naenigen inner-lijken strijd cpgebonwd waa, dat was toch verdediging waard. Glanzend staan de krachtsbetoogirgen dee heele natie m strijd en nood voor laijnen goest. De wederwaKïdrgbeden dezei- worsto-lirg om de samenh^ovigh'-id van het Bijk Ipicîen met verfr.'ven ernst eenen aieuwen ttfd in. AI3 den verantw-oordeiijkexi kanse-lier "van het Duitscjhn Rîjk en eersten mi-nister mijner l'eg. erii g in Peurst-ju beboort het aan u, de ver' isditwn van dezen tijd met de reehfce middolen en te gepaster tire ter verç uUk g tf: h'jip n. Bij versf hiUendel gelegenh"den hebt gij klaargi'tnaakt in weiben geest de -vO^men van Or,s staatsle-ven te -s ottooien zijn, om voor de vrije, blijmOcdige a. dew.. rkii g aile;' Jagen van Ons volk piaats te versehaîfen. Zooals gij weet, hebben de groadb -girtselen, welke gij daarbij ontwikkeldet, mijne inatemming. Ik bon daarbij bewu .t, in d.; w, gen te blij-veri van mijiyTi grOOt\ader, den grondlegger van het Brjk, die als koaing van Pinisen met (te militaire orgamsatie en als Duitsche keraer met de maatschappelijke hervor-ming monarehieko pîïchten, vo&rbeeldig vervulde en de vooraitzettieg tehup dat het Duifcsche volk in eeasgezinde, gïiiximige volharding dezeB bloedigen tijd zal door-staarr.De weermaeht tôt een echt volk^leger te verkrijgen, de maatsc happelijke Opstijging v'an het velk in al zijne lagen te bevorderen, is mijn do 1 gevvcest van af het brgin mijr.er mg ermg. Betraeht nd, in, vastbewaarde eenheid tus&^hen ^ olk en monarchie het wel-zijn der alg. meenheid te dienen, ben ik be-sloten, de voltooiing van Ons innerîijk poli-tiek, economisch en maatschappelifk leven, zooveel de oorloggfcocstand veroorlooft, in 't werk te zetten. Nog ataan millioenen vo k-igenofccn te velde; nog moet het tiitmake.n vaa den mee-nÎKgenstrijd achter het front, die bij eene ingrijpende veranderhig der : taat->regel.; g Oiivsrmijdelijk ia, in 't hoogste vaderlar.dscli belang versehoven worden, tôt waaneer de tijd van den thuiskeeronzerkrijgersgekomen is en zij zelf aan do vOrdering van. clen nieu-wen tijd kunnen raeêrmlen en meêhandelen. Opdat echter dadelijk bij het gelukkig eir-de van den oorlog, — betwelk, zooals ik in vertrouwen hoop, niet ver af meer is, — het ixOodige en doelmatige ook in deze betrek-kirrg kwnne gesebieden, wensch ik dat de voorbereiding'en Onverwijld afgedaan worden.De vervorming van den Pruisisehcn Làiddag en de bevrijding van gebeel ons innorlij - politiek leven van dezo kwostie, liggen mij bijzonder ter harte. Voor de verandering van het kiésreclit voor 't Huis der Afgevaarctlgden zijn op mijne aanwijzing vôôr het begin van den oorlog reeds voor^fgaandeiïjka werken gedaan g 'Worden. Ik gelast u, mij thans bepaalde voorstelleii van het staatsministerie voor te leggsn, opdat bij don tsruglceer onzer krijgers, dit werk tôt grondves-ting der nieuwo vormiag van Pruisen op den weg der wetgavlng doorgevoerd worde. Na de geweldige kraehfcsbefcoogingen van gaasch het volk in dezsn vreeselijken oorlog, is er naar mijne meening in Pruisen geen piaats meer voor Het klassenkiesrec&t. Het wetsontwerp zal ver-der de r<jclitsfcraeksche ea gsheime kiezing der Afgevaardigden te voorzi&n Uebben De verdienstsn van hefc Hecrenhiiis en zijne blijvende bateekenis voor den Sfciat, zal geen koning van Pruisen misfcennen. Het Heeren-liuis zal echter beter naar de geweldige vareiseb-tfen van den komenden tijd kuimeti gescbikfc worden, als liefc in broeder en gelijkmatiger om-vang dan tôt liiortoe, in zijn midden leidende manr.en uit de Vt-rscliillende krlngen en baroepen van hofc volk vereer.igt, door de achting hunner .^.-^1, b-u-gers uitgelezen. ik h indel naar de overleveringen van groote vooreaderen, vven ik bij de vernisuwing van ge-wichfcige deelen in ons vastgevoegd en stormbe-proefd staatswezen, aan een trouw, dapper, be-kwaam en hoog-ontwikkeld volk het vertrouwen befceon dat het verdient. Ik gelast u, dit dckreet weldra bakead ta ma-kon.Groot-hoofdkwarfcier, 7 April 1917. Wilhelm, I. R. Aan den rijkskanselier en voorzitter van het staatsministerie von Betbmann-Hollweg. De Vredastotrabtiiigen. Hst lntervisuw vaa graaî Gzeriiln- WEENEN, 7 April. — Het halfambbolijk FremdeiiblaU maakfc een onderhoud kenbaar met den Ntjderlandsehen ataatsmînister jonker Savorm Laîmoann, over de verklaringen van graaf Czerja'n. Daarin vrordt gezegd : Moest nog'een twijfel beetaan over de oprecht-heid en dent goeden wilvan Oosteiarijk-Hongariô, dan moet nu toch de laatste aehtcrdoeht ver-dwijnen. Thans is het tijd te spreken en ook de neutralen zullen eindelijk in het beleng der menechheid medespreken. Het vredesaanbod van graaî Czernin ademt-cenen goeden Oostenrijkseh-Hongaarsehen geest, is vrij van eencn aaninatigenden toon, betoont eehter terzelvertijd de gerechtigde fierheid op de werkingen van de volkeren der monarchie en ovc-r hunne offerwillighcid. WartnceB giv.af Czernir) thans voor de tweede maal.sinds hij zijn smbt traaroam, den weg tôt den vrede wil too-nerf, dan gebeurt zulks omdat, zooals hij met reden zegt, de Middelrm;cbten niemand willen vomietigen. De reeiitziimigc toon van graaf Czernin zet thans wel eîken twrjfel terzijde over den vredes-wilder monarchie, die van den beginne af cenen vcrdedigingsoorlog voerde en nu haar oorloga-doelberc-ikt iieeft,gelijk bij eenen vcrdedigingsoorlog van politieke oorlogsdoeleinden in het algemeen spiaak kan zijn. Om echter het hcer-lijk willen der monarchie aan de ganache w^rold kenbaar te maken en het bestaan van dcnvsedcs-wilbij de andere partij op eene beslissen.de proef te stelien, stelt graaf Czernin. eene voorbereiden-de vrcdeseonferencie voor met het voortzetten van den oorlog, hetgeen het \-oordeel hecft, 4»t iiiterlijk met het sluiten der onderhandelingen, maar waarschijnlijk veel vroeger, van zoohaast het wederzijdseh vertrouwen, door persoonlijke voeling bijgekomen is de wapens zouden kunnen rnsten en de beroerde volkeren vrij zoudon kunnen ademen. Zou echter, hetgeen nauwcli.jks te gelooven is, deze confersneie nog geen einde bij -brengen, dan zou zij toch eencn stap nader zijn op den weg van den vrede en in aile geval meer klaarte brengen over het wederzijdsche willen. Op de bemerking van den ondervrager, dat de Entente het opgeven verhwigtder vredesvoor-waarden, antwoordde de mmister : Bij eenen zuiveren vcrdedigingsoorlog sluit het negatief oorlogsdoel de vredesvoorwaarden uit en wan-neer graaf Czernin zef$: Wij willen eene. onge-stoorde ontwiltkeling der monarchie, dan is hierdooralles gezegd. Betreldcelijk het woord van Czernin. over waarborgen, waar een dagblad uit Dan Haag zich over verwonderde, varklaardo da mioister, is er geen l'eden zich te verschrikken. Wie vrede wil, inoefc de middelen willen en nog Immer is een onéerpaad het verzekeringsmiddel voor do vervuliing der verplichtingen. Degenon, die de politiek van Oostenrijksch-Hongaarsche klei-nen gebuur, schuldigzijn, zijn van de woreld ver-dwenea. Wannoer ailes toJnt, dat de verdere opsfcooker werkelijk tlood, dat de verzekoringen van Pons on by en anderen in hefc Lagerhuls, dat de Entente of minstens Eageland de verbrolcke-ling uwer monarchie niet wil, dan ware een© wer-Icelijke v.'aarborg overbodig. Maar: «Wie vrede wil moet over den vrede spreken on wiilen onderhandelen, » z wfc graaf Czernin meti'edsn on ik geloof dat graai Czernin met deze woordea dan vredeswil der Entente 011 p,(ma hasliste niflief sfcelfc. MEN GEjL W ERIC. 106 Be Weûuwe Yan ûen &rafmak6r Aarzeïen tusschon eone zusfcer welke zij fcus-Schen fcare armen wilde drukken en den toe-komstigen verloofde. Dod) het gebouw der twijfels storfcta eens-klaps in. Geene zuster meer, geene onzekerheid I De twee geboorteàkten kwamen te huis. D ch de sekretaris der gemeente Humec( urt, fneenenùe dat de gevraagde stukken m^esten Iflienen v<- --r eene verdeeling af een procès, vroeg 61 eer.en bijgevoegden brief of hefc niet noodig vas de overlîjdensakte harer zuster te *enden. Helaas, ij was dan doodl Geen geheim dus hieromtrenfc in de famille Bot.grain, doch grooter geheim nu nog ter l^rzake harer wtnderbare gelijkenis aan eene ireemde. Om geheel zeker te zijn, vroeg aij nog «len akt van overlijden harer zuster. Het was •et overlijden van Lea Wendel. Dit ailes gebeurde op het einde November »n Çesin December. Williams was fce Londen fceruggekoerd, en eou deze sfcad niet verlaten hebben zonder zijne bêminde. Socîi hij wilde haar terugzien. En onder voorwendsel dat de Kerstfeesten gedurende eenigo dagan de zaken doen oncer-breken, vroeg hij aan zijne meesters om voor eene week naar Parijs te kunnen komen om zaken fce regelen. Deze zagen er geen bezwaar in 1 aar zij den ijver van 1 unnen zaakvoeri er goec kencen en niet daclfcon dat Hj kon verilefd zijn. Zoo gebeurde tefc dafc Williams op zekeren dag in de sfcille straat aan hefc lofcel aanklopfce, geladen met kersfcgeschenken voor de beide damen, doch bijzonder voor de weduwe, welker gunst hij dien de ta winnen. En Suzanna werd zoo bleek, zoo sidderende bij het onverwechfc bezoek van haren vriend dat zij haar geheim bijna verraadde. Williams merkte met onbesehrijfelijk geluk de ontroering welke hij veroorzaaktç. Hij werd op zijne beurt bemindl Reden te meer om het dierbara kind bij te staan en mevr. Lienard te verblinden. Suzanna had don tijd om zich te herstellen, kon op hare beurt den gekomene antwoorden, hem bedanken zonder te zeer te stamelen, met eenig lachen gemengd. Voor haar deel ontving zij een marokijne^ tasehje met aile roisbenooaigdheden, en daarb* oen geheel sohrîjfgerief. Tusschen dit laatste zooht zij, op hare kamer teruggekeerd zijnde, om er ailes weg te bergen, overtuigd er een briefje van Williams te vindea. En de brief kvram or te voorsohijn, eerbieîftg, liefdevol; hij beminde de verloofde zijns harten meer dan ocitj hij vroeg haar elsshfa als lîerât-. geschenk eene enkelc zaak wtilkc hem meer dan aile schatten der wereld waari. waren namelijk haar liohtbeeld. Suzanna maakte in der haast een klein ant woord gereed. «Morgen zal ik u brengen wat gij verlangt, rond tien ure in den « Goeden Koop», veTmits gij den namiddag bij ons zult doorbrengen. Xk wil u zien ter oorzake van vele redonen : ik heb een gedeelîe van hat geheim ontde:ct, maar heb uwe hulp voor het overige noodig... Ik vrees dat de dagen van beproeving t-gen mij zelven zullen zijn, en vrees er ook hartzeer door te krijgen... Waarvan î Gij weet het... Welke zoetevreugde, welk geluk op de zelfde plaatsen terug te keeren, en dit maal met elk tnder in kennis alsof er reeds duizend jaren verloopen waren... Ik gevoel mij zeker van u, weeB ook overtuigd van mij... Suzanna hehoort niet tôt die welke veranderen : wat cr ook gebeure, met dezetfde liefde in het hart zal zij sterven... Op dezolfde piaats, tegen dezelfde telb^nk als de eeri-te keer, niet waar; zulks zal mij ware vreugd doenl $ Eene Suzanna welke aan aiemand wil ge-lijken, en aan wie nooit iemand zal gelijken, om-dat zij u bemint,lieve vriend, gelijkanders. ,Deze afgunst van Suzanna tegenover c!,e eerste bestond nog altijd. De Oorlogsleesland tasschea imerika ea Builschlasd. Esaa Proklamatîs, WASHINGTON, 7 April. — Voorztfcfcar WU-Son heeffc glsfcer de oorlogsmotie en ook eene proklamatie oyer den oorlogsfcoesfcand met Duifcschland onderteekend. De hendin,?- tegea de andere Middenmachfcn. WASHINGTON, 7 April. — Van Ingelichfco zij de wordfc gemeld dafc de Veroe îigde Sfcafcen do bafcrekkli gan mat 0< sfcenrijk-Hûng|rij3, Ti?r-kije on Bulgarie niet -'ou afbreken, nochi'e i oorlog verklaren, zo'. la a g zij er îiefc zouc'er toe ge-dwongen worde». Nlsawe maatregeîaB vaa Amerlka. WASHINGTON, 7 April. — Hefc c'eparfcomenfc van justicte heeffc een aanfoudingsmanc'aafc 'gevaardigd fcegan omirent 65 Duitschers en oa-geveer 100 Duitscie sebepen, In de wscbiUen-de bavons in beslag genomen. De m( blllsatle van Jeger en vloot is bavolen en o Van de nieuwe kustenpafcroelje van mo^orbocten. AMSTERDAM, 7 April. —• Dq Senp ifc sfcemde een osrsfca rcrlogskrediafc van 100 miliicer d#J-lars, om lefcfcar baschikking van den Voorzitter te stallen. Voigens C» Times wardan in bot Ot'f- logsamlfc 3400 millioen dollars voor den torlog gevraa gd, waarvan 3000 voor hefc loger. * * » Van de Zwifcserscbe grens. 7 April. — Valgens de Havasagenfcie nifc New-York molrt begon-nen do Amarikaansebe ovarheden de Duifcsche schepea, waarvan er te New-York 27 zijn, aan te slaan. Ook do Duifcsche sfcoomboofcen voor Boston en New-York worden in beslag genomen. * * * AjISTERDAM. 7 April, — Uit Washington wordt officieel gemeld : Het in beslag nemender Duitsche aohepen, een totaal van nagenoeg 100, met een ruimteinhoud van 600,000 ton, werd voltrokken, onmiddi llijk na hut aannemen van het oorlogsbesluit, als een zekerheidsmaatrt gel voor de schepea zelf en voor de gronden en koopwaren van de omgeving. De bemamxirgen werden aanzien als reservisten, op Duitseh ge-bied. Over het gebruik dezer vlbot wardt nog onderhandeld. De regeering kan de sehepen in dier.st nemen en, na den oorlog, cr eene sehade-vergoeding voor toestaan of ze voor ver val len verklaren, zonder dat het verdrag van 1828 geçehonden worde. Volg^ns Router zouden mc-nige beambten voor deze laatste oplossing zijn, dus zoudon Duitsche sehepen genomen worden, naar verhoudmg dat er Amerikaansehe zoudea verzonken worden. De zeefcîekkade. Van de Italiaansche grens, 7 April. — Volgcns de Secolo mcldt zouden tussehen de vertegen-woordigers van de Ameiikaansehe regeering en van de regeeringen der Entente onderhandelingen piaats hebben. over eene versoherping der handelsvcrsperring, tegen de Middelaiachtcn. Men verondérstelt dat de Vcreenigdc-Staten onmiddeliijk na de oorlogsverklaring, zich met de neutralen zal in verbinding stelien, om van dezen eene scherpere afsperring tegen de Mid-delmaehten te bekomen. Amerika zou trachten te beletten dat Amerikaansehe waren naai Duitschland gaan. In de haven zou eene Btren-lïere waakzaamheid ingevoerd worden; men zoekt vooral de onderzeebooten en andereDuit-sehe sehepen te verhinderen dat zij proviandee-ring opdoen. Bs proklamatia vaa Wlison- WASHINGTON, 7 April. — De proklamatie van Wilson over den oorlogstocstand met Duitschland begint meteene lange i^laidingover de wettelijke maatregelen, betrekkelijk de be-handeling van onderdanen van vijandelijke landen, in geval van eenen oorlog. De proklamatie zegt dan verder : Ik, Woodrow Wilson, Voorzitter der Veree-nigde-Statcn, maak liiermede bekend dat tussehen de Vereenigde-Staten en de keizerlijke Duitsehe regeering, de oorlogBtoestand bestaat, en beveei vooral aan de beambten on officieren der Vereenigde-Staten, hunne pliehten met be-trek op den oorlogstoe3tand, met waakzaamheid en ijver te vervullen en herinner aan aile Amerikaansehe burgers dat zij in oprechte overgeving tegenover hun land, dat sinds zijn bestaan aan de prineiepen der vrijhoid en gereeh'igheid is gewijd, de wetten van het land moeten onder-houden en de maatregelen gewilligen eensgezin.d moeten onderstemren, die de wettig a&ngestcldo besturen zouden r.emen, om den oorlog zege-vierend ten einde te brengen en een zekeren ea rechtvaardigen vrede te bekomen. Aile onderdanen van af 14 jaar, van een vijandelijke» Staat, worctthet voor plichtgahouden den vrede te behouden tegenover de Vefëcnigde-Staten, geene inbreulc te begaan tegenover de algemeene zekerheid en zich stipt te gedragen volgcns de verordeningen van den Voorzitter. Zoolang zij zich wettelijk houden, zullen. zij ongo-stoord blijven in het vredelievend voortzetten van hunnen handel en aile inachtncming gc-nieten, waarop aile vredelievende en wetsge. trouwe personen aanspraak hebben, voor zoover geen beperkingen noodz&kelijk zijn voor hunne eigene beschutting en voor de zekerheid der Vereenigde-Staten en tegenover de onderdanen von een vijandelijk land, die zich voigens de wetten gedragen. Aile burgers der Vereenigd* Staten hebben voor plicht den vrede te behou-den en dezen met aile vriendelijfchcid te behandelen, die tegenover de Vereenigde-Staten de opreehtheid en de trouw vereenigen. Ik verkondig hierdoor de volgcnde verorde* ningen voor de openbare zekerheid : 1. — Onderdanen van een vijandelijkland mo« gen in hun bezit geen vuurwapens, munitiei ontploffingsstoffcn of materiaal hebben, die kunnen gebruikt worden bij de bereiding van ontploffingsstoffen; 2. — In hun bezit mogen geen vliegtoestellen zijn, draadloozc toestellen, geen signaalteekena of eijferovereenkomsten; 3. — Ailes wat in tegenstrijd met deze bepa-lingen gevonden wordt, in het bezit van onder» danen van een vijandelijk land, zal in beslag genomen worden; 4. — Onderdanen van een vijandelijk land mogen zich niet ophouden in de ômgevii'g van iyz mijl van eene Bonds- of Staatsvesting, van een legerarsenaal, van vliegerstatiën, ma-rinewerven of fabrieken en werkplaatsen voor oorlogsmunitie; 5. — Onderdanen van een vijandelijk land paogen geene aanvallen sehrijven, drukken of openbaar maken, tegen de regeering of het kon-gres of tegen maatregelen of tegen de politiek der Vereenigcle Staten of hot^vermogm van personen in milifcairen-, zee- of burgerdi nsfc der Vereenigde-Staten ; 6. — Zij mogen geene vijandelijke handelingan begaan tegen do Veraenigdo-Sfcafcan, dergelijko handelingen ondersfceunen of inlichtlngen ge\en ter ondersfceuning of aanmoediging van den vijandj 7. — Zij mogen zich In geen verboden plaafcs begeven of er zich ophouden, dan met bijzonder verlof; 8. — Onderdanen van een vijandelijk land, waarvan de bewegingsvrijhoid, mot reden a H gevaar voor den oponbareu vrede of voor devei-lîgheld di»r Vereenigde-Staten wordt aanzien, kunnen zich naar eene piaats begeven die de VoJrzitter œil bepalen, ol de Vereeulsés-Siaten verlato"'

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het volk: christen werkmansblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in - von 1891 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume