ONS VLAANDEREN TE GENT : £24, Wellinckstraat. VEKSGHIJNT EliEN ZATERDAG TE PARIJS : 181, Rue de Charonne, ABONNEMENTSPRIJS : Voor België en Frankrijk : Voor een jaar frs. 5 00 Voor zes maand » 3.00 Voor drij maand .... » 2.00 Builen Frankrijk : Voor een jaar » 8.00 DOOR EENDRACHT STERK AANKONDIGINGEN : Tien frank voor eerste opname. Voor verscheidene opnamen : Prijs volgens overeenkomst. VLIEGT DE BLAUWVOET Storm op Zee ! Sinds meer dan drij jaar had onze aartsvijand, ons dierbaar Vaderland onzer zijne klauw. Hij, vocr wien macht helzelfde is ah recht, hij, de trouve volgeling van Ma-chiaveli, hij de voorslaander en de uit-buiter van de realpolitiek, hij die h et bloed van ons volk en den rijkdom van ons land heeft afgeperst uit iederen ader, hij heeft zijn leer bot g évier J in ons negen provinciën ! En na veertig maand verdrukking, na veertig maand chantage, na aan eenige ongelukkigen het lokaas gewàrpen te hebben der Vlaamsche hoogeschool te Gent en der bestuurlijke scheiding, heejt hij gedacht de kroon op dit ailes te spannen, met in Vlaamsch België• eene beweging op touw te zelten voor de zelfstandigheid op politiek gebUd van 'den staat Vlaanderen. Maar hoe mis is hij nict geweest ! Hij kende detrouwe Vlamingen niet! Ons eerste recht, voor welk wij streden, was immers, een volk te zijn, geen knecht! De Vlamingen, hebbcn geslreden, en strijden nog, voor te worden een volk, een vrije en zelfstandig volk d>it zich in den naluurlijke kader van den Belgischen staat, waar het « sinds eeuwen met zijn broeders de Walen het zelfde lot gedeeld heeft, en in de zelfde politieke inrichting meegeleefd heejt » tôt zijn vedvoudieeh en votkome'n ontwikkeiing kan Wengen. Zij weten dat builen de trouw aan de wettige en aanvaarde regeering voor hen geen zaligwording mogelijk is . Zij weten dat voor den oorlog reeds, onbezonnen vijanden hun streven bs spotten en bozwadderden, zij hoopten dat het fonge bloed der vlamingen voor redding van het Vaderland kwistig vergoten, hunne rechhnatige eischen ging doen aanvaarden, en zij besejfcn nu in de zwaarste droefh'eid dat de vijand van België en van Vlaanderen, — want beiden zijn onscheidbaar, — hunne werking den ergsten slag ging toe brengen. Want indien er ooit icruand kwaad gedaan heejt aan onze beweging, die eene loutere kultuurbeweging was en is, is het de duitscher. Wij, trouwe Vlamingen, wij kunnen enkel klagen en treuren, want ons jongens hebben meer gedaan dan wie ook om den pruis neér te helpen, Droevig ! Droevig is het, met woede in 't hart, en onmachtig te moeien zien hoe de duitscher ons volk versjacherd en onze zaak bezwaddert ! * * Uit Bdgiê, uit de sireek waar door de bezette bevolking sinds maanden, het bloedig calvarie wcrdt opgegaan, komen ons berichten aan, die ons opbeuren. Ah ! Men had gedacht dat het vol-doende was, ons volk uit te moorden en uit te hongeren. om er van te bekomen, wat tpeh wilde ! Neen de ziel van een volk kan niet vergaan. Het is die ziel die zich geuit heeft, in al deze prachtige protesteu der gercchts hoven, van welke niet een meer wil zete-len in gansch het land, in deze van al de gemeenleraden van het vlaamsche land en dit der kamerleden en senalors, die eenparig gezegd hebben aan den dwingeland : wat gij doet is een machtmisbruik ; wij Vlamingen, zijn burgers van het Belgisch Vaderland, van waar alleen de redding komen zal, aile vreemde inmenging verwer-pen wij en doet ons afgrijzen. Ilet is die ziel nog, die ziel van moe-der Vlaanderen die onsterfelijk is, die zich uit in het prachlig manifest dat wij hieronder drukken. Vlaanderen kan niet sterven en het zal leven in ons vrij en duurbaar Belgisch Vaderland ! E. K. Gezamentlijk Protest der Vlaamsche Vereenigingen van België (I) Aan rijkskanselier von Hertling, tegen de wederrechtelijke machttoe-eigening van den zoogezegden « Raad van Vlaanderen » Antwerpen 30 Januari 1918. Èx'celleritie, Wanneer België cîoor de duitschers overvallen werd, hebben al de politieke partijen besloten, aan hunne geschil-len een eind te brengen, <m uitjj al hunne macht hunne zorgen toe te wij den aan het zoozeer geteisterde volk D: Vlamingen hebben zich, uit ganscher harte, bij deze gedragslijn aangesloten, en niettegenstaande al de aanvallen en al de belasteringen tegen de vlaamsche beweging door eenige van hare tegenstrevers gericht, is het vlaamsche volk, in zijn;; over-groote meerderheid, aan het gegeven woord immer getrouw gebleven. Een kleine groep fanatieken heeft zich van deze gedragslijn verwijderd, en heeft getracht de hulp van de be-zettende macht te bekomen eerst in de zaak van de hoogeschool van Gent, daarna voor de invoering van de bestuurlijke scheiding, nu in het vraag sîuk van de politieke onafhankelijk-heid van de vlaamsche gewesten. Aile weeistand tegen dit drijven wordt verboden tengevolge van de . censuur der bladen, der ontbinding <jCT-p'7Ht;dkc:-t-cncc.itsrrrgircr7-"aci Trerpci kingen gebracht aan de vrijheid van vereeniging, hebben de zoogezegde aktivisten feitelijk alleen de macht hunne gedachten te doen kennen. Niettegenstaande dat, niettegen-staandedemoeilijkhedenwelke men het aandoet, heeft het vlaamsche volk ; zijne zienswijze doen kennen door aile 1 wettige middelen die nog ter zijner beschikking zijn : op geen manier heeft het de aktivistische strekkingen goedgeke-urd noch aanvaard. Wanneer zich het nieuws verspreidde dat de vlaamsche burgerlijke gevan-genen voor de waalsche uit Duitsch-land terug gebracht werden, werd onmiddelijk door de Vlamingen ver-kiaard, dat elke poging om de Via mingen en de Walen te verdeelen en om ze op ongelijke wijze te behande-len, bij hen enkel en alleen de grootste afkeuring zou kunnen te weeg brengen Wanneer hetontwerp vari het ver-vlaamschen der Gentsche Hoogeschool in het licht gezonden weid, onmiddelijk en alhoewel deze herinrichting het voorwerp der verzuchtingen van aile Vlamingen was, deden deze hunne hevige afkeuring nopens deze inmenging van de bezettende macht in hunne protestatie van 8 Januari I9I6 kennen : de onderteekenaars, allen overtuigde aanhanger^ van de ver-vlaamsching der Hiogeschool van Gent.verklaarden dat zij deze tussehen-komst noch begeerden noch aan'. aar-den ; dat de duitschers zich niet te bemoeien hadden met deze vraagpun-ten van inwendige politiek. 4 De eer en de waardigheid, zoo luidde het protest, zijn ook voor een bezette volk, onschatbare weldaden. Hoe zou de geschiedenis ons oordee-len, wij Vlamingen, indien op een tijdstip op hetwelk onze zonen nog strijden in de loopgraven, wij van den overweldiger voordeelen aanvaardden zelf onder den vorm van een herstel-ling van het recht ? In het verleden, heeft ons vc lk, er altijd aan gehouden, in zijn eigen land, zijn eigen zaken te schikken. » Het protest eindigde met deze dui-delijke woorden : « Wij Vlamingen, wij plaatsen ons alleen op het terrein van de Belgische nationaliteit. » Toen in Maart lgl7, de afgevaardig-den van den zoogezegden a Raad van Vlaanderen » te Berlijn door uw voor-ganger in gehoor ontvangen werden, werd onmiddelijk een protest gestuurd (1) Yertaling van den franschen tekst. De oorspronkelijke vlaamsche tokst was ons nog niet toegekomen (Red.). tôt dezen laatsten, en men steunde er o. a., op het feit dat de bestuurlijke scheiding, geen deel uitmaakt van het programma van de vlaamsche beweging, dat de zoogezegde « Raad van Vlaanderen » niet het minste recht had te spreken in den naam van het vlaamsche volk, dat zijne daden, volmondig veroordeeld, en diep afgekeurd werden. Behalve deze documente», zouden wij ook nog kunnen drukken op d<*. menigvuldige betoogingen door de welke, hier zelve en op den vreemde, het gedrag der zoogezegde activisten streng veroordeeld werd, en die betoogingen grepen plaats niettegenstaande al de hindernissen ;velke de oorlog stelt aan de vrije uitdruklcing der gedachten. (Smeekschriften en pi-otaries der-gemeenteraden van Antwerpen, Mechelen, furohout, St Nikiaas, enz... der Bestendige deputatie van Antwerpen, der viaamsche volksver-tegenwoordigèrs van Cauwelaert, Cam. Huysmans, Arthur Buysse, Persoons, De Bunne, enï. Deze herhaalde en uildi ukkelijke protestaties waren geene individueele daden, maar gingen uit van de erkende voormannen van de Vlaamsche beweging en der vlaamsche inrich'tingen ; van de afgevaardigden van het vlaamsche land, van de meest vlaamsch-gezinde besturtn . Ontegensprekelijk drukten zij de meening uit van gansch het volk. Het ontslag der beambten zoowel Vlaamsche als fransche, der ministe- ring aan de bestuurlijke scheiding mede te wërken, hebben bewezen hoe algemeen dej.e gevoelens verspreid waren. Daar nochthans, niettegens'.aande die daadzaken en die protesties, het groepje activisten voortgaat, zoncler eenig recht, met zich voor te stellen als de tolk van d : Vlaamsche beweging en het vlaamsche volk, zoo hebbea wij, voorzitters, bestuurders.. leiders et vertegenwoordigers van vlaamsche vereenigingen, instellingen en groepen er aan gehouden te herhalen dat wij krachtdadig 'en zond'er voorbehoud hunne houding afkeuren. De scheiding van het land in twee besturen met twee hoofdstèden, twee verschillige ministeries, en morgen wellicht, twee parlementi-n kan niet anhers dan ons dnuibaar Belgisch Vaderland in zijne binnen en buiten-landsche betrekkingen verzvrakken ; en die verzwakking kan enkel leiden tôt eene ramp zoo voor vlamingen als voor Walen, zonder onderscheid . Om aan de eischen der Vlamingen op taalgebied voldoening te geven, bestaan er genoeg andere middels welke niet, zooals deze, op sche;iding en tweedracht uitloopen. De scheiding is in tegenstrijd met geheel ons ge-s heidkundig verleden ; in geluk en in ellende, te midden der grootste moei-lijkheden, hebben, sedert eeuwen, Vlamingen en Walen, steeds hetzelfde lot gedeeld en maakten steeds deel der zelfde politieke inrichting. Door dezen oorlog zijn de banden weike hun vereenigden nog sterker toegezegeld. Of zou dan het bloed dat onze sol-daten zoo heldhaftig gesiort hebben, enkel dienen moeten om het Belgisch Vaderland le doen verdwijnen! Onze heiligste politieke en econo-mische belangen worden door deze domine plannen bedreigd. Dit organieke wezen, dat van België, door zijnen handel en zijne nijverheid, zijne stroomen, zijne havens, zijne ijzerenwegen, zijnen landbouw, zijne bewonderenswaardige arbeiders, allen tezamen onder een zelfde bestuur wer-kend, in den loop van eenige tiental len jaren, eene economische macht ge-vormd heeft van eersten rang, . dit wezen zou ontbonden worden, kunst-matig verzwakt door tegenstrijdige invloeden, ontzenuwd door uiteenloo-pende richtingen. Het eng particula-rism, dat in verleden .en in tegen-woordigen tijd zooveel kwaad gedaan heeft, zou zegepralen. Het evenwicht |jl t^schen de strekkingen van ons land, ni verbroken worden en België zou eàe crisis beieven welke gedurende lajge jaren aile herinrichting van 't latd en aile heeling der oorlogsworiden onmogelijk maken zou. Dieper dan ooit hebben wij gevoeld, in de/.e troebele tijden, in onzen tegen-woprdigen wereld waar brutale macht en onrechtvaardigheid zegevieren, hoe groote nadeelen er aan vast zijn aan het feit dat een volk enkel eene kleine patie vormt. Wij willen niet nog klei-ner worden : wat ons gered heeft is de onveibreekbare wil van geheel ons volk tonder onderscheid van ras noch van laal, van vereenigd te blijven, van zijne eer hooger te plaatsen dan zijn fcloed en zijn goed. Zôô zijn wij waar-li|k getrouw gebleven aan de ïchoonste voorbeelden onzer voorvaderen, aan hun erfdeel van moed en van glorie ; da.nk daaraan hebben wij in geheel de wereld eene faam en eene sympathie verworven welke voor ons, in de toe-komst, eene, onschatbare waarborg blijvèn zal. Dit is een goed dat aan aile Belgen toebehoort en niets zal dezen kunnen verdjelen die te zamen deze helderidaden uitgevoerd, deze on-gelukken verJragen hebben. Excellentie, De Vlamingen zijn geen veroverd volk ; ze bezitten hetzefde kiesrecht als de VVa!en ; ze hebben aile middels orîi hunne rechtvaardige eischen te doen gelden. Ook is onze vlaamsche beweging niet gciicht tegen onze waal- fiepT?nI gen; zij is ook niet gericht tegen de fransche tail welke wij eerbiedigen als het zinnebeeld van der grootste en der edelste natiën van de wereld. De Vlaamsche Beweging is de uit-drukking van dit grond-princiep dat iedere beve l.<ing het onvervreemd-baav recht bezit Liaar leven en hara historische persoonlijkhëid te ontwik-helen volgens haareigen karakter en in hare eigene taal. De théorie volgens de welke eene één'neid van taal, kunstmatig opgelegd, ten misprijze van 't vlaamsch, de ont-wikkeling der belgische politieke één-heid zou bevoordeeligen, is eene ramp zalige dwaling, door de geschiedenis veroordeeld, overigens officieel in onze wetgering gelooehend, en waarvan de wederverschijning na den ' oorlog een belacHijk anauhronism zou uitmaken Een vlaamsch bestuur, een vlaamsch zoo liger als hooger onderwijs, een rlaaatch gerecht, de ontwikkeling van gansci het leyen van 't vlaamsche volk in zijle eigene taie, dat zijn integen-deel <e ernstigste waarborgen om de meest volledige opbloeiing van ons Belgisih Vaderland te verzekeren alsook het opartijdig karachter en de be-scherning van ons ras broederlijk te zamei werkend met de Walen, te middèi van al de volkeren die ons omrirjen. Oiiler den mannelijken indruk der onheien te zamen geleden en der vrijheid 'te zamen herveroverd, zullen Vlamagen en Walen zich met een nieuwn^ moed vereenigen om het heropouwingswerk te voltrekken onde de gezament'ijke kenspreuk : « Aai ieder zijne Taal, aan ieder zijn Rech ! » Mar wij zelve willen onze eigene zakei regelen, gelijkvormig onze Groriwet, met onze eigen middels, in ons igen land, zonder vreemde in-menjng noch hulpe, en aan onze nation® instellingen den eerbied ver-zekem welken zij verdienen. Wij zijn diepivertuigd dat.alle andere oplossing and® niet zou zijn dan de uitdrukking eene ongeneesbare zwakkeid. Wat de keri? betreft volgens dewelke aile mid;ls goed zijn om het veikrijgen van zijn recht te verzekeren, wij vers>oten deze en aanzien ze als onzœlijk en onweerdig van ons volk. W protesteeren dus uitdrukkeiijk en lachtdadig tegen de proclamatie van 3en zoogezegden « Raad van Vlatjderen » van I9 Januari 1918. — Wij srwerpen ze zonder voorbehoud en wij ontkennen aan deze instelling aile recht tôt spreken of tôt handelen in naam van ons land of van de vlaamsche bevolking. Louis FRANCK Prof. VLIEBEHG Voorzittor der Federali» Alg Voorzitter der Vlaamsche van het Davidsfonds. ttechtsgelierden. Ado. VERMEYLEN, Nia. CYPERUS, Yoorzitter der Assoc. Eere voorzitter van der Vlaamsche der Vlaamsche liberalen Lelterkundigen. Bond (Antwerpen). BORGIGNON, Dr. "NUYENS, Yoorzitter van de Voorzitter van den Cath. Vlaamsche Th. Bond (Antwerpen) Assôc. (Brussel). Dr. TEERLINCK, M. SABBE, ; Voorzitter van den Socretaris van het Lib. Volksbond. (Willemsfonds Mechelon). (Brussel). enz., enz, enz. (Volgen de handteekens der voorzitters en leiders van Vlaamsche maatschappijen in geheel het land). Qproep der Beipische Klas 19 Wij geven hieronder den volledigen tekst van het Besluit-wet dat de mannen ge-boren in 1899 oproept. ALBERT, Koning der Bei.gen Naar eensluidend advies van Onze tôt Raad vergaderde Ministers, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. Al de Belgen, geboren in het jaar 1899, worden opgeroepen om voor den duur van den oorlog, het Vaderland te dienen. Zijn in dezen oproep niet begrepen : 1° Zij die, op 21 Juli 1916, op vijan-delijk of door den vijand bezette gebied verbleven ; 2° Zij die deel uitmaken van het Belgisch leger : worden geacht er deel van uit te maken de militairen die, sedert 31 Juli 1914, onbekwaam voor den dienst verklaard, op verlof gesteld of afgedankt werden om gelijk welke rtden ; 3e Zij die deel uitmaken van een Ait. 2. Al de bepalingen voorzien bij de besluit-wetten van 21 Juli 1916 en 1 Mei 1917 ten opzichte van de gehuwde mannen geboren na 31 De-cember 1894 en voor x Januari 1899, alsmede van de ongehuwden geboren na 30 Juni 1886 en voor 1 Januari 1899 (ie groep), zijn toepasselijk op de Belgen geboren in het jaar 1899, voor zooveel zij niet in strijd zijn met dit besluit-wet. Art. 3. De door dit besluit-wet be-doelde Belgen welke voor 1 Mei 1918 door de Wervingscommissies voor den dienst worden aangewezen, zullen op dien datum in werkelijken dienst. treden. Zij die na 30 April i9j8 door de Wervingscommissies voor den dienst worden aangewezen, zullenonmiddellijk na hunne aanwijzing in werkelijken dienst treden. - Vrijwillige dienstnemingen Art. 4. De door dit besluit-wet be-doelde mannen, welke door de Wervingscommissies nog niet aangewezen zijn voor den dienst, zullen vrijwillig mogen dienst namen voordat zij opgeroepen worden; deze vrijwillige dienstnemingen zullen echter geen wapen- of dienstaanwijzingen bevatten. De krijgsoverheid zal zelf de wapens en de dionsten aanwijzen waarbij zij zullen gebezigd worden. Art. 5. De kra.chtens dit besluit-wet voor den dienst aangewezen mannen zullen voor den vastgestelden datum in werkelijken dienst mogen treden. Deze vervroegde in werkelijken diensttreding zal geenszins de beslis-singen wijzigen welke door de Wervingscommissies genomen werden aan-gaande hunne bekwaamheid tôt of hunne benuttiging bij de verschillende diensten en wapens. Bizondere Bepalingen Betreffende Hoogeschool-en collegestudenten Art. 6 Ten einde een hoogeschool-of collegestudent in staat te stellen zich vôôr een examenjury aan te bie-den of het schooljaar te eindigen zal de Wervingscommissie in afwijking van ! bovenstaande artikel 3 mogen beslissen dat hij in werkelijken dienst ial treden op een datum welken zij zal vaststellen en welke zal begrepen zijn tusschen i Mei 1918 en 16 Augustus I9I8. De Commissie zal vooraf onderzoe-ken door de getuigschriften derleeraars : en professors alsmede door aile andere middelen welke zij gepast oordeelt, of de aangevangen studies ernstig zijn en 1 of het staken derzelve den belang- ; hebbende een groot nadeel kan berok-kenen. Art. 7. De Wervingscommissie is be-last met het toezicht over de jonge-lingen welke het voordeel van het bij artikel 6 vooziene uitstel genoten hebben. Deze zijn gehouden haar aile getuigschriften, verklaringen en recht-vaardigingen te geven Ingeval de te hunnen voordeele getroffen maatregel zou ophouden gewettigd te zijn, dan zal de Commissie zulks dadelijk bekend maken aan den Minister van Binnenlandsche Zaken. Art. '8 Onverminderd artikel 15 van het besluit-wet van 21 Juli I9I6 zal de Beroepscommissie, op verzoek van den Minister van Binnenlandsche Zaken of van den Minister van Oorlog te allen tijde de beslissing mogen nie-tig verklaren waarbij het bij artikel 6 voorziene uitstel verleend werd en be .elen dat de hoogeschool of college-tudent onmiddellijk in werkelijken I dionot trô<l©. Art. 9. Zullen beschouwd worden als déserteurs en de straffen oploopen welke voorzien zijn door het militair Strafwetboek, zij die om het in art. 6 voorziene uitstel te bekomen of om het te behouden voor de Wervingscommissies of voor de Beroepscommissies valsche verklaringen zullen afgelegd hebben of er vervalschte stukken of uit toegevenheid toegestane getuigschriften zullen overgelegd hebben. Deze overtredingen zullen gevonnist worden door de militairerechtsmacht. Art. 10. Dit besluit-wet zal bindend zijn van den dag af zijner bekendma-king in den Moniteur Belge Kondigen dit besluit-wet af, bevelen dat het met 's Lands zegel bekleed en door den Moniteur bekend gemaakt worde. Gegeven te Menton, den 2O Febru-ari 1918. « « De Minister van Oorlog, Gezien het besluit-wet van 20 Februari 1918, Besluiten : Artikel 1. Zijn gehouden zich te laten inschrij • ven al de Belgen geboren in het jaar 1899 behalve : 1- Degenen welke op 21 Juli 1916 op vijande-lijk of door den vijand bezette gebied verbleven- 2- Degenen welke deel uitmaken van het Belgisch leger : worden geacht er deel van uit te maken de militairen die, sedert 31 Juli 1914, onbekwaam voor den dienst verklaard, op ver-lof gesteld of afgedankt werden om gelijk welke reden ; 3* Degenen welke deel uitmaken van een der verbonden legers. Art. 2. De inschrijving zal geschieden door middel van bulletijns overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd model. Art. 3. De door dit besluit bedoelde mannen welke zich in het niet door den vijand bezette deel van West-Ylaanderen, in Frankrijk en in het Vereenigd-Koninkrijk bevinden, zullen zich vôôr 1 April 1918 laten inschrij ven. Al de bepalingen van ons besluit van 23 Juli 1916 welke niet in strijd zijn met dit besluit. zijn op hen toepasselijk. Art. 4. Behalve ingeval buitengewone omstan-digheden zulks zouden beletten, zal het oudste militair lid, op hun verzoek, een verlof van tien dagen veiîeenen aan de opgeroepenen welke door Wervingscommissies van 21 April 1918 voor den dienst zullen aangewezen worden. Le HAvre, 21 Februari 1918. Dus moeten de in 1899 geboren Belgen welke zich in Frankrijk bevinden, op straf van gerechtelijke sancties op te loopen, vôôr i April I9I8, een be-hoorlijk ingevuld inschrij vingsbulletijn sturen naar den Minister van Binnenlandsche Zaken van België (Militie-dienst), Le Havre. Zij kunnen zich deze bulletijns aan-schaffing door ze mondeling of schrif-telijk te vragen aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken va>j België, aan de Belgische Consuls en aan de Belgische Komiteiten voor Vluchtelingen. Zij zullen later vôôr de Wervingscommissies geroepen worden. Vierde Jaar. — N* 158. MUSEUM f EPEP Prijs : 10 Centiem f Nummer Zondag 3 Maart 1918.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.