De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven

720 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 03 June. De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven. Seen on 19 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/g15t728715/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Tweede Jaargang, nr 22. Prijs per nummer : 5 centiemen. Zondag\ 3 Juni 1917. De gazet van Leuven □ ABONNEMENTSPRIJS : Per jaar .... 2,50 fr. I—| Voor 6 maanden . . 1,25 fr. J Voor 3 maanden . . 0,65 fr. ALLE BRIEFWISSELINQ TE ZENDEN : • Naamsche Vest, 41, HEVERLEE (Leuven) Postcheck-rekening Nr 242 Elke modewerker blijft verantwoordeJijk voor zijn opste'.- Ongeteekende "-brieven of bijdragen worden niet in aarimerkmg genomen.j Handsc! *^cen worden uict tc«4,g ,0. AANKONDIGINGEN : Naar ©vereenkomst. I j BOEKBESPREKING : Het inzenden van één — exemplaar geeft recht op vermelding ; twee ,—. exemplaren op bespreking. [ | Ook famingant maar ! Ik ben ook flamingant, 'k ben ook fel voor 't Vlaamsch, maar.... 't is nu de moment niet.... Nu moet het Godsvrede zijn. Na den oorlog, dan ja, hervatten wij den strijd. — Wel, vriend, 'k neem aan, dat gij ook een echte Vlaming zijt, altijd, nu ook nog, fel voor 't Vlaamsch. Ik geloof u op uw woord. U, geloof ik. — Niet allen, hoor, die spreken zooals gij. Neen, honderdmaal, duizendmaal neen ! niet allen, die met grootsch gebaar en trillende stem uitroepen : 'k ben ook voor 't Vlaamsch ! Want, 't is zonderling wat al men-schen men tegenwoordig roepen noort : 'kben ook voor 't Vlaamsch ! — Maar, U geloof ik. Gij gevoelt al het wee van 't Vlaamsche volk uw harte prangen ; gij lijdt, om zijn lijden ; voor U moest Claudius Severus zijn « Vlaanderens Weezang » niet schrijven, noch zijn « Gerechtigheid. » Voor Vlaanderens recht hebt gij helpen kampen. Met den vurigen A. Rodenbach hebt gij ge-beden : Ailes voor Vlaanderen en Vlaanderen voor [God! 0 ! mocht ik, dat winnende, sneven. Ja, u geloof ik, ge zijt geen bastaard, gij ; geen leliaart, maar een ras echte klauwaart, een Vlaming hou en trouw aan eigen aard en zeden. Zoo 'n Vlaming, mag meêspreken. Gij zegt : 't moest Godsvrede zijn, nu. — Ja, vriend, 't moest Godsvrede zijn.— Waarom vraagt gij, houden de Vlamingen zich dan niet stil ? — Waarom ? luister, vriend en oordeel. Een woordje hedendaagsche geschiedenis : Begin Augustus 1914, bij 't uitbreken van den oorlog, reikten de verschillende politieke partijen, ook franskiljons en flaminganten elkander de hand : 't zou Godsvrede zijn. Duizenden vrijwilligers stroomden toe en niet het minst uit Vlaanderens' gouwen. Als broe-ders zij aan zij, zouden Walen en Vlamingen strijden, lijden en sterven. Herinnert gij u nog hoe over het slagveld te Luik de Vlaamsche Leeuw weergalmde ; hoe de berichten der eerste dagen meldden : « de Vlamingen vechten als leeuwen. » Ze zouden toonen aan heel België, dat ze hun Vlaamsch bloed veil hadden voor hun.... 'k ging zeggen : « Stiefvader-land. » Herinnert gij u nog hoe toen onze dap-pere Koning hun sprak van Groeninghe en Guldensporenslag ? Toen, in dit plechtig hel-denuur, ontlook in menig Vlaamsch harte, ook in 't uwe wellicht, de zoete hoop, de vaste zekerheid, dat van al dit edelmoedig gestorte Vlaamsche bloed toch iets zou ten goede komen aan Vlaanderen. 't Was Godsvrede, toen, en de Vlamingen trouw aan hun gegeven woord, zouden dien vrede niet storen. — On-gelukkiglijk, vriend, 't zou ook nu weêr be-waarheid worden : Wat walsch is, valsch is ! Nog zweefde 's Konings herinnering aan Guldensporenslag in de lucht, toen reeds veler monden zegden : « Na den oorlog zal men van geen Vlaamsch meer spreken. » In Augustus 1914 reeds, kon men in belgische fransche bladen artikels lezen met het doel de voor-mannen der Vlaamsche Beweging verdacht te maken als zijnde Alduitschers en verraders. En toch bleven de Vlamingen getrouw aan het gegeven woord, getrouw aan den Godsvrede. In een schimpschrift, kortelings na den val van Antwerpen bij duizende exemplaren rond-gestrooid, staat zwart op wit te lezen : « ... gij zult een puinhoop worden, Antwerpen, en gij zelf hebt het gewild. Wij zullen uw teutonisch (te zeggen : Duitsch) slangennest doorzoekeri, den angel dier boosaardige dieren (te zeggen, Vlaamschgezinden) uittrekken. De tijd van het flamingantisme is uit. » Met het aftrekken van ons leger naar den Yzer, vluchtten een groot deel der belgische fransche dagbladen naar den vreemde. Daar nu mochten zij hun vlaamschhatend gemoed lucht geven. Tracht om er meer van te weten het boekje in handen te krijgen « Aan het Vlaamsche Volk ». Als een ordewoord klinkt het van overal : « België zal in de toe-komst latijnsch (dit is fransch) zijn of zal niet zijn ! » O ! diep verdrukte Vlaamsche volk, hoort ge het : fransch zal België zijn, ook Vlaanderen dus of niet zijn ! O ! Vlamingen, al het warme Vlaamsche bloed uwer heldhaftige zonen, dat de slagvelden drenkte van Luik, Halen, Dendermonde, Antwerpen ; dat den Yzer kleurde ; al dit edel Vlaamsche bloed zou gestort zijn om Vlaanderen fransch te doen worden ! Helden van Groeninghe, op! : Mace-cliers van Jan Breydel, zwaait uwe slagbijl ; De Coninc's wevers omknelt uwe Goeden-dags, en gij ook Gentenaren van Roosebeke 1 Helden van den Boerenkrijg, grijpt weêr uw pikken, en zeisen en vlegels ! Springt op uit uw ontheiligde graven, want het huidige Vlaanderen vecht om verfransching ! .... Droe-vige spotternij.... En nog zwegen de Vlaamsche voormannen, en nog hoopten zij, dat er toch eindelijk een wenk zou komen van wege de regeering te Havere, om die franschdolle schrijvelaars tôt de gezonde rede terug te brengen. Doch,ijdele hoop.Terwijl deze verfranschers maar immer ongestoord voortgaan hun smaad den Vlamingen in 't aangezicht te slingeren, zonder de minste afkeuring der regeering te Havere, worden De Clercq en Jacob afgezet van hun leeraarsambt, omdat zij in « De Vlaamsche Stem»,dagblad in Holland verschijnende, voor de verdediging der vlaamsche rechten opgekomen waren. Franschgezinde werking werdtoegelaten; voor verdediging van Vlaamsche rechten wordt gebroodroofd. Vlaanderen sidderde bij dien kaakslag. En toch brak het den Godsvrede nog niet ; meer nog was er noodig. Volksvertegenwoordiger Van de Perre schreef kortelings daarop in de te Londen verschijnende « Stem uit België » : Eerbied voor onze Helden ! Een noodkreet geslaakt door een vlaamschminnend herte. Onder meer zegt hij : ... « Ons leger bestaat uit 75 tôt 80 ten honderd Vlamingen.... stelselmatig heeft de overheid gedurende dezen oorlog gehandeld of het Vlaamsche volk niet bestond.... stelselmatig worden zij (de vlaamsche soldaten) aan-gesproken in aile officieele gelegenheden in een taal die zij niet begrijpen.... 'k wou in het hart van die Vlaamsche jongens zien wat er omgaat.... dwaaskoppen alleen zullen ons ver-wijten dat we verdeeldheid zaaien, wanneer we eerbied opeischen voor onze Vlaamsche soldaten en met de meening van dwaaskoppen kunnen wij geen rekening houden.... Maar ach ! ik ben onmachtig, voorloopig toch.... slechts een troost kan ik hun geven : de tijd der afrekening komt. » .... Die noodkreet weerklonk tôt in Vlaanderen. Stemmen van Vlaamsche jongens voegden zich daarbij en riepen van uit de loopgraven in Vlaanderens Westhoek : Waar zijt gij nu, Vlaamsche voormannen ; waar blijft gij nu, gij die altijd ea ondanks ailes Vlaanderens recht zoudt verdedigen ; waarom zwijgt ge nu, nu 75 tôt 80 ten honderd Vlamingen in het vuur geleid worden door officieren die hun taal niet kennen, en aile bestaande Vlaamsche wetten onder de voeten getrapt worden ; hebben wij dan te vergeefs op u gehoopt ? De Vlaamsche Leeuw ontwaakt ! Als zij hem machtloos denken, En tergen met een schop, Dan richt hij zich bedreigend En vreeslijk vôôr hen op. En nog hield hij zijn woede in. Stappen worden gezet om de regeering te verzoeken eindelijk toch de oogen te openen voor den nijpenden nood van 't Vlaamsche volk en 't wraakroepende onrecht. De Vlamingen krijgen geen antwoord. De handschoen is geworpen. Het wraaksein is gegeven, Hij is hun tergen moe. Met vuur in 't oog, met woede Springt hij den vijand toe. 't Moest Godsvrede zijn ! Wie heeft dien ver-broken ? Oordeel vriend. Gegroet, O, helden, die den leeuwenstan-daard hebt ontrold ! Heil U ! Heil vrij Vlaanderen in vrij België I Heil onzen Vorst ! LUC1. Kleine Kronijk Misselijk gedoe ! Reeds in vijf achtereenvolgende artikels, handelt een zekere W. G. C. Buyse in " Vrij België, „ over " Het Pruisisch Bestuur in bezet land Natuurlijk wordt dit gedaan met het doel de Vlaamsche akti-visten in een slecht daglicht te stellen, omdat zij de hulp der bezettende macht aanvaarden, voor het doorvoeren der vervlaamschings-maatregelen. Wat zou " vrij België „ er over zeggen, zoo wij al de strooptochten moesten opsommen, welke Frankrijk in Vlaanderen deed, en als gevolg daar-van onze jongens, die thans aan het front staan moesten toeroepen : " Werpt de wapens neer !... weigert nog langer te strijden aan de zij de van hen, die uwe vaderen verdrukten en uitplun-derden !... Herinnert U den slag der Qulden Sporen en de gruweldaden door de Sans-kulotten tegen-over uwe voorouders gepleegd ! „ Dan zouden wij nog niet eens moeten spreken over de opeischingen hier door Napoléon I gedaan, en hoe door dezen gekroonden moordenaar onze joûgtsi id i cïfc Ler bidcLibài -.vol > a gôloid, om andere volkeren mee te helpen onderdrukken. Is " Vrij België » soms ook de geweldenarijen vergeten, door Engeland op onze stambroeders, uit Transvaal, gepleegd ? De uithongering door de Engelschen, van on-schuldige vrouwen en kinderen, in de concentra-tiekampen, behoort dit ook reeds tôt de vergetel-heden ?? Er is geen enkel volk dat, in den loop zijner geschiedenis, niet meerdere misslagen heeft be-gaan ! Doch het is een onnoemlijke daad, die misslagen tegen een volk te willen uitspelen, wanneer het, — zij het dan ook teTf eigen voordeele — een broeder-volk, dat sinds eeuwen verdrukt en gekneveld werd, zijn vrijheid wil doen herwinnen ! Keeren de rollen of keeren de kansen ? Na de ontnomen eereteekens, de afajezette leeraars en het besluitwet, met zijn twintig jaar dwangarbeid voor aktivistische Vlamingen (de Walen mogen doen wat ze willen), schijnt er een ommekeer te komen. Verleden weekbevatte hetHaversche regeerings-blad, " Le XXe Siècle eenige opwerpingen tegen het bedoelde besluit-wet. Waarom : Staat soms hiermede in verband, dat een belgisch legerhoofd, zending krijert te onderz >eken, HOE de Raad van Vlaanderen ontst >nd. In 't grootste vertrouwen wendde hij zich per-soonlijk tôt ons. Volgaarne antwoordden wij op al zijne vragen. De man stond onthutst, over de wet-telijke wijze waarop de Vlamingen in 'tbezette ge-bied hun levensrecht,àn stervensnood verdedigen. Stellig weet die man meer, over hetgeen tusschen België Engeland en Prankrijk, lang voor 't uitbreken van den oorlog werd verhandeld. Toen wij er namelijk op wezen, dat de eerste aktivisten de Franschgezinden waren. die hun aktivism ten nadeele van de 4500000 Vlamingen botvierden, en toen wij even aanstipten dat er voor den oorlog iets gebeurd was : dat de Regeering hoopte, aile verdere rechtsherstelling aan de Vlamingen te weigeren, toen antwoord de hij kort en bondig : Oui, oui je le sais. Je sais ce que vous voulez dire ! — Ja, ja ik weet het ! Ik weet wat gij bedoelt ! Bevreesd voor de afrekening met haar eigen volk, tracht de Regeering door bedreigingen ailes in den doofpot te stoppen. Is dat niet een beetje te laat 1 De Raad van Vlaanderen zal het begonnen werk voltooien. De Raad denkt niet alleen dat de krijgs-rechtbank een onwettig iets is, maar hij is evenzeer gaarne overtuigd, dat onze legerhoofden die beter weten, zich nooit zullen loonen, BEUL te spelen tegen hun eigen volk. Het legerhoofd, van wien sprake, heeft meege-vochten en is op de hoogte van 't geen er is omge-gaan, zoowel voor als tijdens dôn oorlog. Wij hebben ons eerewoord verpand, hem thans niet te noemen, doch zijn overtuigd, dat hij na den vrede den sluier zelf zal lichten. Aile gepleegde onrecht, wreekt zich zelf. (Zie vervolg op de 3• Madzyde). IETS VOOR IEDERE WEEK Harten hoog. « — Ibo, Ibo ! Hoort ge niet ? Wie heeft er » van zijn leven zoo een droomer gezien ! 't Was ons Felicie die me tôt de werkelijk-heid terug riep uit het land der droomen waar ik alweer versukkeld was. « — Ik moet naar mijnen wasch. Pas even » op ons Nabuchodonosorke en zie wel toe » dat hij den inktpot niet omver smijt ! Weg was Felicie. En terwijl Donosorke al pratend mijn knieën op- en afklautert, geraak ik heel en al op « mijnen positieven » en de luchtkasteelen die ik pas had opgebouwd, storten krakend in een. En nochtans ze waren zoo schoon! Ik had me ingebeeld, vriend lezer, dat de oorlog gedaan was, natuurlijk. De ver-vallen interesten had ik aan mijn notaris niet moeten betalen ; op het kantoor was mijne jaarwedde verdubbeld ; de hypotheek op mijnen geitenstal zuiver afgelegd ; belasting moest men niet meer betalen en in den Leu-venschen gemeenteraad sprak men Vlaamsch. Dom, niet waar ? En hoe is het toch moge-lijk uw hersenen aan 't werk te houden met zulke belachelijke dingen ? Heeft een arme drommel nooit gedroomd van eens schatrijk te worden ? Welke jonge-~ ling heeft zichzelf geene schitterende toekomst voorspeld ? Welke kinderen scheppen geen genoegen in die verhalen en legenden waar goud en diamant, kasteelen en paleizen als bij tooverslag voor hunne oogen' opdagen ? Heeft een drinkebroer nooit gedacht op de zatige stonde dat hij het kort nat met het vaatje zal inleggen ? Menschen blijven kinderen en, gelijk de kleinen, zoeken zij in de droomen de pracht en het geluk dat de droeve werke-lijkheid hun weigert. En nochtans ! Is het niet beter de gedachten in slaap wiegen met troostende toovertafereelen dan zich het harte op eten in vergeefsche razernij ? Wat helpt het treuren, het gestadig jammeren ? Zal daarom de vrede vroeger worden ge-sloten ? Zal daarom het Komiteit minder zernelen in de bloem laten ? Omdat ge nu huilt van wanhoop als een be-zetene, zal uw huisbaas daarom niet om zijn oorden komen ? a En gij die in den waan verkeert dat na den oorlog de dure tijd en de verslapping der zaken lang, zeer lang zullen duren, zeg eens, wat weet gij daarvan, zwartgallige ongeluks-profeet ? Pas op ! Zoo redeneeren dat is pes-simist zijn en voor de pessimisten heeft Porte-beau en zijn gevleugelde bende den kogel gereed ! Goeden moed in slechten tijd ! Dat is de leuze voor wie den kop wil recht-houden en niet wegsmelten van louter verdriet en « oragie ». Het valt niet te loochenen dat bij sommigen het onheil zoo loodzwaar op de schouderen drukt dat zij niet bij machte zijn het af te schudden en zij hun leed niet kunnen vergeten. Maar zij geven ons meer dan eens het voorbeeld van opgeruimdheid en van. dit goed humeur dat zich niet ten onder geeft voor het noodlot. Hoor ! Zou de vreugd verminderen. Waar de last vergroot Och ! waar menschen strijden Helpt de Heer. 't Is ons Felicie die aan de waschkuip het liedje zingt van den grooten Volksdichter die geslagen, belasterd en belogen, geene poos den moed liet zinken maar ondanks allen tegenspoed dapper doorstrijdt voor zijn ideaal. Ik weet er, wier kinderen vielen op 't eereveld, wier woning vernield werd, wier eigendom-men afgebrand ; ik ken er die aan 't hoofd stonden van bloeiende zaken en nu hunnen ondergang te gemoet zien en onwrikbaar blijven betrouwen omdat God leeft die 't al geeft. Als men het wreede lot bedenkt van sommige medeburgers, hoe is dan het klagen nog mogelijk voor hen die voor de zwaarste

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven belonging to the category Oorlogspers, published in Leuven from 1916 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods