DE LEGERBODE den Djnsdag en Zaterdag verschîjnende urr-nr r ' r ,l -n.iw—r» LM „ w>-h.t,. -, mr„ » ... ■ I «I Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron. oX batterij ontvàng-l lien of vijftien Fransche en Nederiandsche exemplaren. In het Zuîgelingsgesticht TE GRAVILLE-SAiNT£-H0N0RINE Éoiî ÊM Éii' net îfoltaiiËf Hood-Hrals Eeae kïaro en lachende oasis in de groote be-â'i'ijvjgheid déi- Belgische artillerrie-ihstellingën, is hët Zuigeiingsgesticht, dat de heer Yander-fVçRte, nlinùtér van Burgerîijke en Militaire Intendfintie, in zijné gedurige be'zor'gdheid ora de voorwaarden van maa'tsehappelijk ieven, dage-lijks morilijk geniaakt door den oorlog, te Gra-, ville-S^-ITonoririe hëeft ingericht. Ten einde dit werk tôt goeden uitslag te brengen. vond de heer minister de noodige hulp bij het Amerikaansch Rood-Kruis, dat zijnen edelmoedigen s'téun gaf. Een en twiutig zuigélingeu liggen nu in sier-' lijke witle wiegen met bloenien versierd en lachen de ernst'ige heer en en de vriendelijke dames toe, die ken Vrijdag bezoek brachtèn ter geiegenhëid van de ofïïcieele inliuldiging van het Zuigelirigsgesticht te Graville. Het Amerikaansch Rood-Kruis was vertegen-woordigd door den heer kolonel Eicknell en Mcvr. Alber'ta BickneH ën Ma bel Wilcox. Zij werden ontvangen door minister Vandervelde en kolonel Dr Lebrun.- Daarbij wàien Dr Lambert, bataljonsgeneesheer die den kinder-dienst bestuurt, Mev'r. Gabrielle d'Ieteren en "Wauters, die zieh gansch opofferen aan de werken onzer soldaten-. In dén kleinen stoet, die den heer minister Vandervelde vërgezelde. bemerkté men de be-Istuurders der vërsçhillende werkhuizen, veel officieren en de aalmoezeniers van Graville. Wanneer de afgevaardigden van het Rood-Kruis in het JZuigelingsgësticht binnen kwamen, zegde een vriendêlijk jongeritje, Raoul Janssens, een kompliment op in 't.Ëng'elsch. 1 Bioënien werden lien aangeèoden, alsook aan iMevr. d'Ie'téren, Wauters en John Van Schaick. , Btràrna groet de heer minister'Vânderveldft in gépasté en welsprekende bewoovdingen de be-zoekers.Redevoering van den heer Vandervelde ! Mijn eerste woord zal natuurlijk dienen om ide vertegenwoordigers vah het Amerikaansch Rood-Kruis in uwen naara, welkom te heeten en te bédankeh. Zij zijn hiér te Kufe. Dânîc aan bèn, <aan hunne breede en klaar'ziende édelmoedig-heid* mochten wij dit lokaal ter beschikking stellep van het Zuigclingsgesticht van Graville, vyaar dé kleine vogëls van den obrl'og, door het çnweer uiteengedreven, een nest kônden her-"i h il en. Wanneer liet Rood-Kruis zijnen steun ve'rleen-dë, Stelde het ër eene voorwaarde bij, die ëën ÊeWijs is van die dàden-politiek, waarvan de «rooté 'Amërika'ansche republiek op dit ôogën-blik zulke buitengewoile voorbeeldën geeft : « Halid-el, s zegde het, « handel spoedig. j> 1k durf hop'en dat het zal tevreden zijn. Dank a.an de welwillendheid van het ministerie van Oot'log. aan de onvernioeibaffe zëlfopofîbring van doktër Lambert, rnajoor en Mfevr. Wàutërs, ,'sian dé g^dienstigé niedëwerking van dé diënsten de'r génie en door de tusschënkomst van luite-nant Van de Kei'ehovë. San het be'stuur dër irti 11 é'rie~-ii)richtirigen, hébbëri d'e inrichteVs van Het Zaigélingsgfesticht éen rekord van spofed BêhaESTd. lk bedatik ze ervoor. fk zou een onvergce'flijk v'e'rzuim bëgaan îiioest ik lerzelvërtijd nievrouw ,4'Ietéren niet hedanken, dé groote meter onzer Belgische soldaten, en hetis met een ge'voël van diepe dankbaarheid voor al dezen, die dit vyerk van broedërlijk onderling hulpbetoon hebben gcstiçht of lielpen sticliten, dat ik u verzoek, in drzcli'dé liârtelijke opwelling, ons klein Éelgie le vç'reënigén met zijné twëe groote ziisters, zoo mtichlig en zoo goëdaa'rdig. de Fransche Repu-Bliëli eu de Republiek der Vereenigde-Stateu < Daarna richt majoor Wauters zieh tôt den heer tniuister Vandervelde, als volgt ; Redevoering van Majoor Wauters Ik wen'scb, ih naam der artillerie-inrichtingen van Graville, en in inijne hoedanigheid van bijzonderste belanghebbende in de zaak en als bëwaardër van de gii't die ons werd toever-trouwd, onze innige dankbaarheid uit te driife-kea aan de werken wier kiesche ïnenschlieveiid-heid' ons toeliet, in idéale voorwaarden, dit bëlangrijk bijgebouw aan de werkhuizen te bouwen en in de chronologische orde hunner tns'schéhkomst richt ik inij eerst tôt de « Gifts l'or Belgiafti Soldiers », wier onvermoeibare ijver voortdurend werkt ten voordeele der kleinen en der bescheidenen van ons leger, onder het hoog gezag van den minister van Intendancie. Het was een zeer schoon gedacht, uwe wel-doende werking uit te strekken tôt de Belgische en Fransche vrouwen. die hier eilifen dag ko men meevverken aan het fabrikeeren van ons mate-rieel voor de nationale verdediging, door het Amerikaansch Rood-Kruis aan hun lot te doen denken. Ik richt mij tôt het Rood-Kruis, en zijye verte-geriwoordigers. kolonel en Mevr, Biclaiell, en1 ik voél mij zoo vol van een gëvoelen da;t mijrie zwakke v^oorden slëclits eënen onvôlmaakten indruk kunnen gevén : *het gevoèîén dat elke Belg bëeft voor de groote en edële Ameri-kaansche natie, wiens hart zoo prachtig met het zijné meevoelde, sinds de eerste uren van den storni. Ontelbaar zijn debewijzen van sympathie die onophoudend aan ons dierbaar land gegeven' wërden door Ainerika, en da;nk aan dewelke België steeds, in de donkerste uren, het bewust-zijn had, dat, wat ook gebeure, het machtiç Amerika het nooit zou verlaten en nooit. ziine zaak zoulaten verminderën, zaak die het Recht en de Rechtvaardigheid zelf is. Deze gevoëlens geven in onze oogen de ware beteekenis en hunne waarde aan de edelmoe-digheid, voor dewelke ik u bedank. In naam van de jonge moeders die, dank aan u, hun wcrlc ,-ulleu voortzfetten en hun levens-bestaan verdienen, zonder aan de plicht van moeder te kort te konien, in naam van de zui-gelingen, die verzor'gd én geliefkoosd zullen worden in een mooi lokaal, voorzien van al de noodwendighëden van de gezondlieidsléér, en ook in naam van gansch ons werkerspérsorieel, van onze soldaten, die hier onder hunne oogen eenën tastbarën en opbeurende blijk bezitten . van de Amerikaansche vViendschap, zcg ik u : « Uit ganscher harte, dank. » * * * Deze aanspraak werd door het publiek ont-v.angen door eenstemmiire blijken van sympathie. Daarmee eindigde de oificieele piechtk;heid. De heer Vandervelde, met de leden van het Rood-Kruis, gevolgd door eenen groep der aanwezigen, bezocht het Zuigelingsgesticht van nabij. De zon schittert en wérpt vreugde in dit schoon huis; het is een plezier te denken dat dank aan het ' iniliatief van den minister van Intendancie en ,aan de Amerikaansche edëlmoc-digheid, de kinderen onzer soldaten, in balling-schap geboren, in eene omgeving van geluk zullen opgroeien en zieh ontwikkelen. J. B. DE BEL00N1NG VAN EENEN HELD • Kapitein Maroy Ohlangs hebben wij gemeld dat luitenant Maroy negen eervoîle înëidingsn telt, de eene schooûere dan de andere, tengevo!gevaniàh-ijke st'otttmaëdigé raids, uitgevoerd in de Duitsche. liniën. Al de eereteekens, die aan helden kunnen toegekend worden, versieren de borst van dèzen officier, held onder de helden. De Kon'-ig homt heflo te bevorderèn tôt den graàd van kapitein bij K. B. van 6 Mei. ten einde « de uitzonderlijke dapperheid endenheld-haltigen ntoed te beloftoen, wa-»rvan bewiizen gai', ter gelëgenheid van talrijke> wapenl'eiteu, de luitenant der infanterie Maroy, Joris. » Gansch het leger zàl deze belooning toeiui-.. chen, die nooit op edeler manier werd verdieàd. YPER • _ Nogmaals wenschten de-Duitschers Yper in te nemen. De oude Vlaamsche stad, waar zooveel edelmoedig bloed, sinds drie jarenenhalf, depui-nen heeî't veredeld, bevindt zieh in den gekenden uitstekenden hoek, waar de bondgenooten zoo hardnekkig stand hielden. Sinds November 1914 vernielen de Duitschers met systematische woed< >j de stad; het bewonderensv/aardig stadhnis, d«=j berofemde hallen, getuigen van een verledën vol glorie en pracht, stortten in een, onder vlageu , * yuur en een regen van ijzer en staal. Deze éenige groep Ypersc'ne gebouwen en de stad zelf, dië ze waardig omlijstte, schenen nooit . door de inensclien te worden geraakt ; het i gedacht aan de Duitsche misdaad, waar d« bar- ! baar's;chheid met de stompzinnigheid gepaard is,1 werd nooit voorzien. Nochtans werd deze misdaad gepleegd, niette-genstaande de algemeene al'keuring, niettegen-staandë het protest van de sçhrijvers, kunstënaars l en al dezen die in hunne ziel de lielde van het verleden en het gevoel van het schoone bezitten. j De steden van West-Vlaanderen terug voor den geest roepend, heeft onze beroemde Maurice : Maeterlinck eene allerschoonste bladzijdç ge- -wijd.in de Annales van Parijs, aan Diksmuide, NieuWpoort, Veurne én Yper. « Zij vormden, ïzégthij, n eene pleiade kleine," héerlijke en gastvrrje steden, te weinig gëkend. door de reizîgérs. Zij hadden aile een uitzicht, van vrëde, zachtlieid, onschuldige levenslust of ingetogenheid. Zij bezaten allejaloersch beVninde schatten, lielforten, kanalen, oude bruggen, kalme begijnhoven, ouderwetsche huizen die eene onvergetelijke en bijzondere pei*soonlijk-heid gaven. » En sprekend over Yper, de « doode stad», '< ' voégt hij ërbij : . , ij « Maar de ontegensprekelijke koningin van i die schoone verlatenen, was Yper, met haar grootsch plein, omlijst met h are, klêine wonin-gen, voorzien vah eêa kantwei% van puntgevels, \ en dé nierkvvaardigë hallen die gansch eene zij de vormden van dën uitgestrekten vierhoëk. Deze markt bleef voor altijd in het geheugen van al Wie haar had gezien, zelfs maar éénmaal, tus-schen tWee treinen, omdât zij zoo onverwacht, zoo tooverachtig, bi'na zinsbegoochelend Was door hare ongelijkheid met het overige der sta'd. Terwijl de oude stad, waaruit eeuw na eénw het leven .Wegtrok, allengs ingekrompen was rondom haair, Bieëf dite plaatshet onwankelbaar, prachtig en grootsch teeken van de verledene ' macht en rijkdom, wanneer Yper, met Gent en Brugge, eene der drie vorstinnen was van de Westerwereld, eene der vurigste haardsteden van de onafhankelijkheid, van de nijverheid de menschelijke bedrijvigheid en de bakermat van de groote vrijheden. ' <l Zooals zij gisteren was — en helaas, heden niët meer is — bleef de markt, met de groOtsche maar uiterst harmocische massa der hallen, die terzelvertijd machtig en sierlijk, somber, woest, fier en nochtans hartelijlc zijn, éen der volmaak-ste, der wonderbaarste stédelijke landschappen, die men te ziën krijgt op onzen ouden aardbol. « Anders geschikt, met andere elementen en onder eënen strengeren hemel, verdiende ssîj, zoo kostbàar, zoo h'eilig en ouaa*,itastbaar te zijn voor de mëiisohen als het Sint-Markusplein te Vefieiië, de Seigneurie te Florence of het plein voor de hoofdkerk te Pisa. Het was ëen eenig kunstvoorwerp', zonderi gébreken, dat aan de onvérschilligstën eeiien kr^et van bewondering ontruktë, eene versiering die men onvergapke-lijk hoopte, eene dier schoonheden die. zobals de Engelsche dichter zegt, « eene altijddurende vreugde zijn ». « Wanneer de grobtè vrede op de wereld zal nedèrdalen, mogs zij niet onivolkt en van aile siéraden bëroôfd zijn. De plaatseu, waar deze aarde schoon is, doordeinspanuingder eeuwen, door de gelukkige uitslagen van den goeden vnl, van het geduld* van het vernuft van ëen ras, zijn niet talrijk. Dit hoekjp van Vlaànderen. waarover d'e dood zweeft, is een dier heilige plaatsen. Indien «ij kwam te vérgaan, zouden de menschen — die moëten geboren worden en die misschien gelukkig zullen zijn — hermneringei; missen, die door niets te vérvangen zijn. » 1-d Mei * Nummer oV'4

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.