De stem uit België

1950 0
08 September 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 08 September. De stem uit België. Seen on 08 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/hm52f7mj8g/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Regisfered at the General Post Office as a Newspaper Téléphoné: Mussum 267. De Stem uit Belgie Bureel: 21, Russell Square, London, W.C. Abonnement : 1s. 9d. voor drie maanden. Subscription : ls. 9d. for three months. 2de Jaargang.—Nr. 51. opiaj.:'13,00®. VRIJDAG, SEPTEMBER 8, 1916. Abonnement voor de Vereenigde Staten, 40 cts. , ~î 1 ^ voor Holiand, 1 fl. ; voor Frankrijk, 2.25 fr. 11 ICC Il'U. NIEUWE VOOTUITGANG AAN DE SOMME. OPOER IN GRIEKENLAND — —I « NOTA VAN DEN UITGEVER.-Frontbladzijden.-In volgend nummer geven wij een inhoudstafel voor onzen tweeden Jaargang. Aile onze abonnenten zullen deze ontvangen. Wij lieten echter 00k frontbladzijden rnaken voor het inbinden van den jaargang. Op de derde bladzijde dezer geven wij de beeltenis van zijne Hoogwaardigheid Monseigneur De Wachter, geteekend door den Vlaamschen kunstenaar M. Van Mechelen. De priis dezer bladzijden is 6d. Wij verzoeken aile onze vrienden deze bladzijden te willen bestellen, en wel zoohaast mogelijk opdat wij weten hoevele exem-plaren te drukken. Nr. 51.—Dit nummer verschijnt slechts op 8 blz., alhoewel heerlijke stof op verschijnen wacht. Gelde-lijke overleg dwingt er 011s toe. Wij hopen dat het echter bij dezen uitzondelijken keer blijven zal en doen dan 00k een dr ingénu beroep op aile onze vrienden om steun. Oude nwnmers.—Wie >. '• tweeden jaargang wil vol-ledigen, vrage ons de ont» - ende nummers. Te ver-fcrijgen aan lèd. vrachtvr, Ons zelf ontbreken exemplaren van Nrs. 16, 20, en 50. Onzen dank hierbij aan de vrienden die reeds ettelijke exemplaren van 16 en 20 inzonden. Nederland.—Nr. 50 is nog niet naar Nederland kun-nen verzonden worden. Wij moeten om eenige dagen geduld verzoeken. Pastoorbezoek bij de Belgen in heidenisse. Vandaag ga ik mijne Vlaamsche parochia-nen bezoeken die leven in heidenisse, aange-itrind als zij zijn, de Heer is 't wijs hoe, als oorlogswrakken in de bu'tendorpen van D'e^byshire, hoog op de bergen, lijk Noé's ark op Ararat, tusschen hernel en aarde om zoo te zeggen, ver van aile verkeer, ver van de v/ereld, als eenzaters in de woestijn, waar de duif vijf dagen later dan in de steden den olijftak van den vrede huiswaarts brengen zal, en waar de maandelijksche komst van den pastoor, en de klank der moedertaal de eenige gebeurtenissen zijn van de eentonige levensdagen. 't Is vroeg in den morgen, op zijn Engelsch natuurlijk—'t is immers negen uur, het uur dat de businesswereld wakker wordt met 't gê-bed op de lippen : "morgenzon heeft goud in den mond." Wat soort van weder we zullen hebben, bekommert me niet. Engelsch weder, noçm ik het: staaltjes van weder, een paar uren zonne, en de rest, wolken, regen en wind. Om het even. Ik gri.jp mijn brevier en mijn stok, en als een andere St. Paulus ben ik de baan op, op zoek naar zielen in vluchtelingenwoonsten. Eventjes binnenge-loopen bij den katholieken boekhandelaar om wat "sanctjes en beeldekens " voor de kin-deren, immers de schildeifounst is de bijbel der ongeletterden. Ik weet het wel, de klei-nen zuililen ze scheuren,, lijk elk afgespeeld speelding, maar wat maakt het1? Aoderen blij maken—ware het ook maar voor een stonde—is 't grootste levenstgeluk. Ook eventjes wat snoeperijen gekocht bij den Ita-liaanschen "icecreamman "—we zijn immers in 't land van "sweets and cakes." En lijk ze in Vlaanderen zeggen "de boer zal 't al betalen." Niù wat rap geloopen naar de spoorhalle, ter bevreemding van traagdrentelenden Engelschman. Die oude blinde man zit daar langS' den imiur, met zijn muziekkasje—en hij "ziet" me komen en hij wringt een "Brabançonne " af, moorelend en krijschend lijk 't vaderland in zakskens. Goddank, ik ben op tiijd, ofschoon fenden adem geloopen, en de man aan 't winket, heeft compassie. "In a hmrry, Sir?" wat ik beantwoord met een asthmatieke "Yes." De treinen snorren voor-bij, uit en in, met "khiaki" er in te kust en te keur. Een tommy speelt "Keep the home fires burning," op een siplinternagelnieuwen akkordeon, en allen maken een lawijd van de helsche duivels. Ze zijn nog niet "down-* hearted." De businessmiannen, kalme John Bulls, verrimpelen noch verroeren niet, spijts1 al dat vaderlandsch lawijd en de arme tommies rijden voorbij teleurgesteld wellicht want de khakizotte Engelsche freulen zijn nog te huis hun toilet aan 't maken voor de avondliefdestraat. Ik denk aan al die schoo-ne jonge levens, op geestdriftige reis naar de velden des doods. Maar "nicht raisonniren, Kamerad," zei Rodenbach. In den Trein. 'k Stap in den trein, in een "smoking" derde klas, en laat me vallen in de zachte kussens, voorrechit der Engelsche démocratie. Ware ik een Engelschman 'k zou zeggen "I feel very tired" vooraleer ik "very busy" geweest ben. Ik kijk eventjes rond naar mijn reisgezellen. In den hoek zit een soort oude "parson" met neerliggende kol, zwart laken suit en een traditioneele bnize-hoed. Bij t instappen op den trein heb ik tegen zijn knoezel gestampt maar met een "sorry " is 't." allright." Hij zit met zijn "funeral face," zijn doodshoofdaangezicht—un visage de trente mi-carêmes—verdiept in de lezing van een bijbel en is aan 't visschen, denk il:, om een paar teksten voor 't billijken van een "conscientious objection." Daar zit nog een businessmensch zijn pijp te rooken in geurende zelfvoldaanheid. Hij leest de gazet met 't vette opschrift "two hundred yards of trenches taken by the British " en optimist, smaakt en smekt zijn Britsche fierheid aan dat groot nieuiws. Als hij mij maar seffens met de oude woorden "the right hand side, second sitreet on the left." Ja een policeman. Als de Engelschman mij vraagt wat ik liefst zie (" What do you like most in England?") antwoord ik steeds: ''The English breakfast : bacon and eggs, and the policemen." De menschen langs de straat kijken mij wantrou-wig aan en zij mompelen iets onder elkaar. Ge moet weten, uit een krijgsgevangenkamp in 't ronde zijn twee Duitschers uitgebroken : ze zijn in hiun grijze veldkostuum voor een paar dagen langs hier voorbij gegaan, maar een welweter had gezeid dat 't Italianen wa-ren {o simpele zielen !) en nu waren ze nog vogelvrij en elke vreemdeling die in 't dorp aanlandde moest het bekoopen. Nu 'k moet ik er wel een Duitschman uitzien—immers 'k " HET SAS " VAN BOESINCHE. Het Belgisch front verlaat den Yzer aan het oud fort van Knocke, en loopt dan voort langs de Yzer-Ieper-vaart. 't Is op deze lijn dat, na den Yzerslag, de ergste gevechten plaats grepen : Driegrachten, Steen- straete, Het Sas. Onze photo dateert van vôûr den oorlog. Het Sashuis is vernield, en de puinen zijn bezet en verdedigd door de Duitschers : aan deze zijde liggen onze iongens. niet vraagt of de Britten nog ver af zijn van de Belgische grens. Dan maak ik mij kwaad, en dat is zeer ongezond 's morgens. Daar zitten een laappel "blue jaokets," gebronsde, gladgeschoren, Grieksche koppen—al been en spier—los bewegend uit 't blauwe matrozen-pak. Zij kneeuwelen aan een tuitje sigaret in den hoek van den mond, en. op hun borst glimt—bisschopp&lijk—een gulden keten. 't Moeten twee broeders zijn—tweelingen wel-ticht—of His Majesty's Ship "Queen Victoria." Recht voor mij zitten twee tommies van 't paardevolk met den kogelriem over de stevige borst. Zij zien er wel een beetje ver-geeuwd en verzeeuwd uit, maar, als katholieken wenschen ze mij een- "good morning, your Reverenoe." Ik bad juist mijn Vlaamsche gazet majestatisch geopend, uit beginsel, namelijk pm de wereld1 diets te maken dat er Vlaamsch besitaat, maar die jongens zullen wel graag een beetje klappen, want mijn businessman, en bijbellezer, zijn reeds uit-gestapt bij de eerste Btatie... en we hebben nu 't kot voor ons. Ik geef mijn sigaretten-doosje rond—de Gold Flake—die nu ook al een penny opgeslagen is omdat het oorlog is, de gulden tijd voor den handel. We gera-ken aan 't praten over oorlog, over België, over Ierland—mijn vier kerels zijn Iersche afstammelingen—over soldatenkampen en wat weet ik al. Ze apreken me van hun "parisfa priest" en toonen me hun schapulie-ren, en 'k moet ze nogmaals zegenen, want zij gelooven in de buitengewone macht van "the 'Belgium' priest." Ze zijn beleefd als "gentlemen," eenvoudig als kinderen en open-hartig, ge kunt ze doorkijken. Maar de trein stopt en ik moet afstappen. Met een warmen handdTuk en een breede zegening verlaat ik ze, die jongens, die ik maar een half uur heb gezien, en toch liefgekregen, en die ik nooit meer terug zien zal, en ik lijd erin alsof ze mijn eigen broeders waren. Op zoek. 'k Stap uit en diraai langs 't statiegebouw om, veldwaarts in. Ik bots op een vriende-lijken policeman, die me den weg aanwijst ben een Vlaming—en 't zijn belgiaansche ga-zetten die 't geschreven hebben: "les Flamands sont des boches." Zoo spreken de keitters maar zij dolen, want zonder de Vla-mingen ware België reeds Duitsch. 't Is prachtig zonneweêr, en de bergen ommentom gloeien van licht. De hoeven en de villas liggen neergefokt in hun gebakelde polkjes. De leeuwerik zingt hoog in de lucht. De koeien en de sohapen grazen in de weiden. 't Is ailes zoo sttt; enkel in de verte hoort men stemmen van kinderen die holidayma-king spelen in 't frissche water der beek. Nu begint mijn zielewerk, nu zal ik zien en voelen hoe schoon de voeten zijn van den zendeling die klimt op en af de bergen om het woord te verkondigen dat vrede brengt. Typhuslijders. 't Is een Belgische familie van rond Aar-schot, vader, moeder en vier lcleine kinderen, 't jongste geboren in Engeland. Ze woonden ap een koeiplekje en deden goed voort. Maar dan kwam dat Duitsche moorderij-festivaal en ze hadden ailes in den brand gelaten om hun leven te redden. 't Griefde hun nog zoo fel dat zij dat schamel koeibeestje daar hadden achter gelaten. Ze kwamen hier aan op dit dorp en werden er—terecht als martelaren —gefeest en gevierd. F.én keer was 't ge-beurd dat een nijdige Engelsche schobbe-jak had zand gestrooid in de pap van den Belg op 't fabriek, omdat hij naar 't front niet ging, zei die zelfzuchtige, maar "'k heb mijn tanden getoond en dien ondankbare zijn zaligheid gezegd." Plaats die menschen morgen weêr in hnn koeiplekje, ze zijn voor geen haar veranderd. De moeder gaat nooit uit—tenzij te loope naaT de mis—en ze wil geen Engelsch leeren omdat zij geen Engelsche zijn wil. Zij heeft haar "cottage " elken dag net geschrobd zoodat de dorpelingen er van waterbekken. Als een henne haar kie-ken's warmit de moeder haar kinders rond haar, in liefde, gebed, raad en voorbeeld. Helaas, de ziekte is binnengeslopen—de typhus—niemand weet hoe noch vanwaar, en moeder en drie kinders liggen te bedde, te gillen en te ijlen. 't Is wreed om zien en om de moeder in heete koortsen te hooren vragpn naar hare kinderen die terughuilen en vragen naar moeder. Een Iersche familie, met veer-tien kinderen, heeft 't jongste, en gezondge-bleven, kind overgenomen. De menschen— met den daver op het lijf voor besmetting— vluchtten het huis, 'k Heb rondgeloopen voor Belgische menschen om de zieken op te passen. Ze hadden geea tijd, dit wiil zeggen geen goesting, moet ik zeggen geen liefde? De Engelschmans kunnen niet verstaan hoe ik daar binnendurf. Weten ze dan niet wat priesterplicht is? Ten stotte heb ik een Engelsche nurse gevonden—van adellijke fami-lie.—Vrijwillig paste zij de tommies op in een Manchesterhospitaal, en ze had juist zeven dagen welverdiend verlof. Maar als een kloosterzuster zoo bedienstig en zoo lief, heeft ze voor haar holiday de zieken gekoesterd en bewaakt, en als ik haar bedankte voor hare opoffering heeft ze bedeesd gcantwoord : "Ir is only fair that we should do a sacrifice for these Belgians, who have sacrificed everv-thing for us." Later werden ze weggehaald naar een hospitaal, en de moeder, koortsijlend, her-zag een ijselijk visioen van Duitschers die haar wegsleepten. De vader zat een dag lang zonder eten noch drinken, te snikken op de sofa. De gebuurvrouwen maakten zijn eten gereed, maar hij verporde niet. Sedert kijkt hij van tijd tôt tijd, verdwaasd en ontzenuwd, lang door het venster. Helaas, de eindelooze vlakte beneden kan de maat van zijn lijden niet infatten ! Een kindje i^ gestorvei. en begraven. De moeder en de twee andere kinderen zijn op de beterhand. En als ik haar ga bezoeken, dan vertel ik haar van haar blozend kriekje, dat gezond en welvarend is bij de lersahe familie en het vermoeide en bedwelmde aangezicht der moeder plooit open in een dankbaren lach... "God wil dat elk zijn deel hebbe in dezen oorlog," zegt de man, "is het niet op het front, 't is hier." Pater L. J. Callf.waebt, O.P (Vervolgt.) O Lloyd Royal Belge. (Zie "De Stem," Nrs. 48, 49, 50.) IV.—Nijverheid en Zeevaart. In de vorige artikels hebben we getoond dat de Belgische en voornamelijk de Vlaamsche bevolking behoefte heeft, door zijn aan-groei, aan niewe nijverheden ; dat een nijverheid die best past aan onse bevolking, zeevaart is. Daarbij hebben we getoond dat de schepping eener eigen vloot een daad is van beteekenis, in den gezonden strijd tegen de economiische overmacht van Duitschland. In dit artikel willen we aantoonen het verband dat er bestaat tusschen nijverheid en zeevaart, en aulks meer bepaaldelijk voor België. De oppervlakte van ons land is veel te klein 0111 voort te brengen wat noodig is om onze eigen bevolking te voeden. België moet dus veePvoedingsoniddelen invoeren. En'kele voorbeelden zulien het bewijzen. We voeren in, voor eigen verbruik, 7 mil-lioen vleesch, voor 20 millioen visch, voor mil'lioenen koffie, enz. De Belgische grond brengt slechts een vijfde voort der tarwe die we verbruiken, en waarvan we nog il-millioen ton invoeren. De opbrengst van rogge îs sinds twintig jaar verdubbeld en toch voeren we jaarlijks in voor 24 millioen ; bovendien 300,000 ton gerst Onze grond brengt ongeveer 85 per cent, der haver voort die in België verbruikt wordt. Wel voert België lamdibouwprodukten uit als groenten, fruit, bloemen, paarden ; paar-den alleen voor 40 millioen 's jaars. Edoch de uitvoer der landbouwprodukten is niets in verhouding tôt den invoer. Anderzijds was België, alhoewel in verhouding, een der rijkste landen der wereld, niet rijk genoeg om die voedingsmiddelen in den vreemde van rentegelden aan te koopen. België moe.t dus voorwerpen ui-twisselen tegen voedingsmiddelen. Die ruilvoorwerpen zijn de voortbrengsels onzer nijverheid. Die nijverheid verschaft arbeid aan 1,130,000 inwo-ners waarvan 850,800 arbeiders. Maar het volstaat niet voort te brengen. Een land moet kunnen verkoopen en dat is dikwijls heel wat moeilijker. België had daarvoor groote moeilijkheden te overwininen. . De grondstoffen onzer nijverheid moeten al ingevoerd worden. Onze grond bevat im.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De stem uit België belonging to the category Oorlogspers, published in Londen from 1916 to 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods