De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1129 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 19 March. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Seen on 27 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/6m3319t45n/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Eerste Jaargang mt". A" Vrildag 19 iWaart 1915 S Cents DE VLMMSCHE STEM ALGBMEEN BELG1SCH OAGBLAD Een voik zal niet vergaanl Eendracht maakî machtl 3E0ACTIEBUREEL: PALEISSTRAAT 3), AMSTERDAM. — TELEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschljnt te Amsterdam elken dag des morgens op vier bladzijden. Abonnementsprys Viy vooruitbetaling : Voor Holland eu Belgiij per iaar / 12.50 — per kwartaal / 3.50 —. per m.iaud /i.25. Vocr Engeland en Frankrijk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per iwartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofdopsteller : Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad : CYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. — ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende men zich tôt de Administrât]e van Iiet blad; PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Yoor AAXKONDIGIXGEN vende men zich tôt de Firrna J. H DE BUSSY, ROKIN 60, AMSTERDAM. A DVEETENXIES : 25 Cents per regel Korte Inhoud. le BU d z ij d e : Voor en na don oorlog — Edward Peeters. Sir Winston Churchill, Kleine Kroniek. | Do Duitsche vrede. i 2<? Bladz ijde: (lit hct Vaderlànd. Brieven uit het onbezette België— Leorvcc du Cotillon. De filo6oof. (8) — Maurits Sabbc. 3e B1 ad zij de: De Europeesche oorlog. Minister Poullet te Amsterdam, Kunst. | Uit de Kaxnpen. Ingezonden 6tukl|en. : 4 e B1 a d z ij d e : D<y Vlaamsche beweging eu de oorlog. Van de Uitgewekenen. Belgische vluchtelingen. loir er 1 dett Oorlog. De Vrede en de OorSog. Het niag voorzeker wel vreemd sèhijnen, i dat de eerste beschouwing van deze reeks, waarin onderscheddeno toestanden ,,v6or en ' nà den oorlog" zullen in oogenschouw ge-i nomen worden, juist dàt onderwerp aanvat dat ons op dit oogenblik het verst yerwij-derd toeschijnt, n.l. den vrede. Wij zijn zoozeér de tegenwoordige akelige levensom-standigheden ingeleefd dat we ons nog maar moeilijk eenige maanden achteruifc kunnen plaatsen in onze gedachten. Ook wanneer we onlangs in ,,De Vlaamsche Stem" lâzen: i ,;Er was eens ©en tijd, dat de natiën in | vrede leefden en tentoonstcllingon hielden", dan voelden we daarin véel meer dan eene 1 los daarheen geworpen scherts ; de diepe iiidrukkeii van ongehoord en onmenschelijk lijden en strijden deden ons die tijd als in liet verre, verre verleden voorkomen. Xochtans, wanneer we dan weer bezadigd onze aandacht vestigen op de hedendaag-sche toestanden, zien we al ras in dat de ! oorlog een abnormaal feit is, eene voorbij-gaancie, hoe'zeer ook teisterende en aansteke-[ iijke kwaal der menschheid, en dat alleen | de vrede normaal is. Er behoeft zeker een irachtig vèrmogen van abstractie om tôt dit besluit te komen te midden der ont-keténde oorlogawoede, terwijl onweerszwan-gëre wolken nog immer in het Oosten, in Jiet Westen, in het Zuiden, in het Noorden, samentrekken en dreigen geheel de menschheid onder hunnen stortvloed te verplette-I ren. En het is slechts met eene groote zelf-beheerscliing dat men er in slaagt zich. bezadigd de vraag te stellen of de tegenwoordige toestanden niet geheel en al afbreuk \ doen aan ons jarenlang streven naar den | Sjeeuwigen vrede"; of de als normaal er-| kende Vrede wel degelijk normaal is in het \ spookachtig licht der verbrande woningen I en steden. • Deze vraag moet ook in den goest van Prof. Dr. G. Heymans opgekomen zijn, en . het is om haar te beantwoorden dat hij zijne 1 zoo lezenswaardige brochure De Oorlog en de Yrtdesbewcging schreef, die zoo even bij i J- B. Wolters te Groningen in tweede uit-gaaf verscheen. ,,In een tijd als dezen", zoo vangfc hij zijn betoog aan, ,,waarin de wer-kelijkheid nog onbarmhartiger dan anders den spot schijnt te drijven met onze wen-6chen en idealen, kost het velen moeite, het I geloof aan de menschheid en aan haar toe-korast te bewaren. Geheel in beslag genomen door de pijnlijke indnikken, die dag aan dag en uur aan uur op ons instormen, vra-geu wij, of het niet wel altoos. zal blijven, zooals liet thans weer blijkt te zijn ; of niet ! °nze hooggeroem.de cultuur een wezenlooze droom, en het ,,homo homini lupus" de ®euwige waarheid is. En vandaar tôt de an-dere vraag: of het ook maar niet goed is 2°°als het is, of ten slotte dan toch de oor-; *°g ook niet voordeelen en misschien meer [Voordeelen dan nadeelen heeft, voert een geleidelijke weg. Het is een uiterst moeilijk ;ding,te blijven veroordeelen, wat men voor ; ^oodzakelijk n onveranderlijk, te blijven | jereeren, wat men voor onwezenlijk en niet te verwezenlijken houdt; van een als onbe-reLkhaar erkend ideaal is men van nature geneigd den blik af te wenden. En zoo vin-den wij dan, naast de teleurgestelde idealis-ten, die met gevaar voor hun geestelijke ge-fondheid het conflict blij n torsen, de veer- I ]-r?C ige> gemakkelijker adopteerbare rea-isten, die van den nood een deugd, van ,e Wei"kelijkheid hun ideaal maken, en uit en oorlog al het goede, en misschien meer , an het goede trachten te halen, dat er in vVat evenwel deze beide gezindheden le ejkander gemeen hebben is dit, dat zij e^'H ma^€u tegenover den oorlog, den : rJjd den oorlog verlammen. Daarom do Tï,hen' ideaal van „vrede fp0r r®cut" niet kunnen en willen opgoven, J S^iedende eisch, zich met inspanning aile krach ten te bevrij-den van den ban frpl! 4le ?0oenùli^, «n te trachten, de din-j f1 zien °P hun achtergrond. Alleen r 00r za^ hua mogelijk zijn, in deze tijden van verschrikking het hoofd boven U liouden, en het vertrouwen te bewaren, dat voor de krachtige voortzetting en voor het eindelijke slagen van den vredesarbeid on-misbaar is." In zijne zoo wèl gedocumenteerde brochure wil de geleerde schrijver dan ook in-gaan op de vraag of de wereldvredc als een ideaal moet worden erkend, en daarna ook op deze, of cr grond bestaat aan de verwe-zenlijking van da-t ideaal te wanhoyen. Of de wereldvrede als een ideaal moet worden erkend ? Dit schijnt ons zoo axioma-tisch toe, dat het, bij het eerste inzicht, wel eenige verwondering kan baren te zien hoe de geleerde professor er aan houdt open deu-ren in te stooten. Nochtans, de deuren, die hij hier zoo krachtig instoot, ziin niet zoo geheel en al open : men doorloope even de geschriften van mr. S. R. Steinmetz : Die Philosophie des Krieges • (Leipzig 1907) en Die Bedcuting des Krieges bei den hultur-vôlkern (,,Zeitechrift fur Socialwissen-scliaft", 1904). Onwillekeurig denkt men daarbij aan het bekende woord van den Franschen wijsgeer Camille Flammarion : Il n'y a pas d'absurdité qu'on n'ait pas mise en théorie en allemand —, en men zal bemerken, dat, voor mr. Steinmetz en zijne volgelingen althans, blijkbaar de oorlog eene weidaad is ^waarvan de nadeelen ruim-schoots opgewogen worden door de winst aan volkskracht, die hij verzekert". Het valt echter dr. Heymans niet moeilijk dergelijke en andere drogredenen te wederleggèn, en hij besluit zijn zoo lezenswaardig betoog met dezo woorden, die ik niet kan nalaten in al hun kernachtigheid over te nemen : ,,Wat is de ooriog in al zijn vormen, in zijn geheele verloop gelijk in zijn enkele epi-soden,. andei*s dan een besleehting van ge-* chilien, niet door het recht, maar door de macht / En wat is omgekeerd de geheele s trekking onzer zedébjko cultuur, zoo niet deze : avérai de lioerschappij der macht door de heerschappij van het recht te vervangen 1 Men versta mij wel : ik beweer niet, dat in den oorlog altijd het onrecht overwint, of dat aile oorlogvoeren onrecht is. De oorlog kan, a/s die der Belgen in dezen tijd, ge-voerd worden ter v.erdediging van het recht, en dan- is hij ten voile geicettigd; evenals gewelddadige handelingen van een individu gewettigd zijn, wanneer geen andere midde-len ter beschikking staan om eigen of an-derer leven te verdedigen. Maar zoo min als deze overweging t-erugkeer tôt den natuur-toestand tusschen de individuën, kan i crene handhaving van den natuurtoe-j stand tusschen de staten rechtveercligen. Waar het op aankomt is dit : dat in den i oorlog het recht als zoodanig is uitgescha-1 keld. Ongetwijfeld kan in den oorlog het recht overwinnen, maar deze overwinning is dan toevallig : het recht over'vint niet, omdat het rec-ht is, maar omdat het de macht aan zijne zijde heeft. Of met één woord : de oorlog negeert het recht. Daar-mede is de oorlog zedeliik veroordeeld. De zedelijke veroordeelmg van den oorlog voert dus als noodzakelijk gevolg mede dat de wereldvrede als een ideaal moet worden erkend. Nu komt de vraag, of er grond bestaat om aan de verwezenlijking van dit ideaal te wanhopen, met andere woorden, of er tegen dat kwaad, den oorlog, iets te doen is. Want daarin ligt het zwaartepunt der Vredesbeweging. Een rechtstreeksch beroep op de geschiedenis, die men wel eéiis de paci-fisten dorst verwijten te verwaarloozen in de door haar verstrekte lessen, zal ons van groot nut zijn. Inderdaad, hier kan men vaststellen dat de kringen, waarbinnen een oorlog onmogelijk of zoo goed als onmogelijk is geworden, zich steeds hebben verruimd. Eerst man tegen mail, daarna familie tegen familie, verder stam tegen stam, verder nog land tegen land, thans verbond tegen ver-bond. Gaat het zich nu hierbij bepalen, of gaat de historische lijn afbreken? ,,Eveil on-waarschijnlijk als het is," antwoordt hierop prof. Heymans, ,,dat de gekenschetste beweging reeds in onzen tijd zou worden voltooid, even onwaarschijnlijk is het, dat zij op het thans bereikte punt plotseling zou worden afgebroken." Daarenboven legt de geleerde schrijver ook nadrukkelijk gewicht op het langzaam, doch gestaag aangroeien van het kultureel internationalisme, dat van gewicht is in de vredesstrevingen onzer dagen. Een ander pimt,dat overweging verdient, isde bewering dat de moderne oorlog in zijn diepste wezen een strijd om belangen is. ,,Overal is de stand van zaken die tôt den oorlog voert, deze, dat het eene volk voor zijne ontwikkeling dingen noodig heeft, die het zich niet anders dan ten koste van het andere kan verschaffen." Maar dat mag niet openlijk gezegd worden, want, wanneer in officieele stukken, brochuren en dagbla-den, van den oorlog, door het eigen land ge-voerd, gesproken wordt, wordt daarbij nooit of zoo goed als nooit gewezen op de voordeelen, welke de oorlog zal verschaffen, maar telkens weer, dikwijls tôt vervelens toe, op de rechtvaardigheid der eigen zaak en op het onrecht der tegenpartij. Het is dus niet het volk, dat den oorlog wil, maar enkel diege-nen, die belang hebben bij het verwerven der voordeelen, en dit legt dan ook uit hoe de volkeren dikwijls zoo gruwelijk bedrogen worden door hen, die den oorlog gewild heb- i ben. Maar het toenemend intenationalisme leidt tôt eene gemeenschap van belangen, en verder op tôt een statengemeenschap, eu juist in een statengemeenschap zou de strijd van belangen voor. een groot deel wegvallen en voor een ander d<*}l onschadelijk worden, zooals de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, o. a. het voldoende aanwijzen. Er bestaat dus hoegenaamd geen grond 0111 aan de verwezenlijking van het Vredes-ideaal te wanhopen. Wel staan we, in deze hachelijke tijden, voor groote moeilijkheden, maar onoverkomelijk zijn ze niet. Reeds is in Amèrika het voorstel geuit, om, na de verplettering van het Duitsche militairisme, het Drievoudig Verbond uit te breiden tôt àl de thans onzijdig gebleveu landen, en een aanzoek te doen bij Duitschland en Oosten-rijk (en Turkije?) om er aan toe te treden. Dàt ware de dageraad der ,, Vereenigde Staten van Europa", ons aller heil, de waar-borg — voor Europa althans — van den zoozeep betrachten Eeuwigen Vrede! EDWARD PEETERS. Onze Engeische Vrienden. Winston Churchill. De meest markante figuiu* in Engeland op dit oogenblik is niet de Engeische gene-raad French, noch minister Lord Kitchèner, maar de persoon van den F.erster r Engeische Admiraliteit, Winston Churchill. Zijn loopbaan is stellig wisselVaiii. weest dan die van Von Hindenburg : met den Duitschen veldmaarsclialk heeft hij gemeen, dat hij een man is van militairen aard, — doch een soldaat van Engeische makelij, wat avontuurlijk, wat sportief, en voor allés politicus. Winston Churchill is evenals Von Hindenburg van onden adel ; zijn vader waa Lord Randolph Churchill, doch zijn moe-der was een Amerikaansche, die voor veer-tig jaren de zeilweek te Cowes kwarn bij-wonen en op wier typische Amerikaansche schoonheid de Engeische edelman verliefd werd. Winston Churchill vertoont derhalve verscliillende Engeische eigenschappen in zijn persoonlijkheid, maar ok heeft hij eenige Amerikaansche trekken in zijn uiter-lijk. met name in zijn gelaatskleur, — gelijk volkerenkenners bewTeren; ook zijn avon-tuurlijken aard nam hij eerder van zijn Amerikaansche moeder dan van zijn Engel-sohen vader over. Het is niet de eerste maal, dat Churchill's levensgeschiedenis verteld wordt; maar ze is wisselvallig genoeg, om nog eens te lier-halen, te beginnen met zijn soldaten-cam-pagnes, die hij in de Engeische koloniën ging mee vechten. Hij was een twintig-jarig liuzaren-luitenant toen hij naar Cuba ging om aan den kant der Spanjaarden te vechten; vandaar terugkeerende begaf hij zich met zijn regiment naar Engelsch-Indië en streed in den Toerah-veldtocht aan de Afghaansche grens; daarop volgde nog de Soedan-veldtocht met de beroemde charge der Engeische cavalerie bij Omdurman. Winston Churchill onderscheidde zich bij elk dezer gelegenheden als eén onver-schrokken militair, voor wien een gevaar-lijke opdracht slechts een gelegenheid was, om zijn zucht naar avonturen te bevredigen. Wat dus zijn militaire loopbaan betreft, bleef hij wel in de lijn der Marlborough's, van wie hij van 's vaders kant afstamde. Daarna begon bij hem het bloed van zijn moeder te spreken ; deze was een dochter van den Amerikaanschen journalist Jerome, en het volgende hoofdstuk in Winston Churchill's leven toont hem als journalist. Reeds van Cuba had.hij verslagen naar de Engeische kranten gezonden. In den Boe-ren-oorlog kreeg hij oen aanstelling van den ,,Morning-Post", om als oorlogs-correspon-dent den veldtocht in Zuid-Afrika mee te maken. Hij deed zijn werk goed, werd zelfs in zijn beroepsijver te ver gedreven, viel in 'svijands handen, werd te Pretoria gevan-gen gezet, doch ontsnapte brutaal en han-dig uit de cel, om na tal van sportieve avonturen de Delagoa-baai te bereiken, en vandaar natuurlijk weer dadelijk naar het front terug te keeren. Nadat liij van den Zuid-Afrikaanschen veldtocht met journalistieken roem bela-den, in Engeland was teruggekeerd, begreep de liandige kerel, dat hij een groote loopbaan voor zich had liggen, en dat hij het verder zou brengen in de politiek dan in liet leger. Eerst was hij dus van 1900 tôt 1904 conservatief afgevaardigde in het La-gorhuis voor het district Oldham, maar daarna sloot hij zich bij de liberale partij aan. In 1906 volgde reeds zijn benoeming tôt onderstaats-secretaris voor Koloniën; in het volgend jaar werd hij lid van don Staatsraad, in 1910 Minister van Binnen-landsche Zaken, eindelijk Eerste Lord der Admiraliteit op een leeftijd van veertig jaar (hij werd geboren in November 1874), — een carrière, welke niet velen hem zullen nadoen. In dezen oorlog is hij de populaire man in Engeland; men beschouwt hem al6 den man,' die liet oude Engeische libéralisme weer nieuw leven heeft ingeblazen, wat roeriger, wat avontuurlijker wellicht dan liet vroegere oud-Engelsche libéralisme. Maar naar den smaak van den hedendaag-gehen doorsnee-Engelschman is hij wel! Kleine Kroniek. Vraag naar opheldering. Den AVoledelgestr. Heer Mr. Dr. C. A. Vaillant, Advocaat en Procureur te Amsterdam. Hooggeachte HeerJ Wij lozen in hct broedcroigaan ,,L'Echo Belge", in een verslag uwer voordracht op het Union Belge" alhier : ,,11 en arrive ensuite à la commission d'entente hollando-belge, créée il y a une quinzaine d'années, qui comptait dans son sein des hommes éminents comme MM. Beernaert et Tideman. Mais pourquoi leurs efforts n'ont-ils pas aboutis? En grande partie, dit l'orateur, par la faute de la■ fraction flamingante d-cs deux pays. Et les résultats pratiques se sont donc fait attendre...." Is het nu geweest van U, uitgenoodigd om op te treden vtSor een Belgisch verhoor, in een Bëlgischen kring, waartusschen Vlaamschge-zinden zijn, een uitsprekcn van anti-Vlaamsch-gezinde gevoelens? Dit schijnt wel z<5o te zijn. Zeg ons of we slecht het relaas begrijpen, a.u.b. En wil ons ook melden op welke feiten U stcunt om te beweren, dat aan het weinige succès van gemelde commissie de flaminganten schuld hebben. AVanneer wij. Vlaamschgezinden, bekampt worden door taalgenooten van Noord- of Zuid-nederland is ons dit veel pijnlijker dan van-wege Vlaamschonkundigen. Wij kunnen moeilijk gelooven dat TJ deze plaats en dezen tijd zoudt gekozeu hebben om de gevoelens van zoo talrijke Bêlgen te kwetsen. Immers, wij willen — tôt tegenbewijs toe — vertrouwen dat liet verslag waarheid spreekt waar het gewaagt van uw ..tact parfait" en van uw délicatesse parfaite", Onze kolommen staan voor U open. In aile hoogachting. De Vlaamsche Stem. Duitschland rekwireert Zwitsersche koopwaron. In een Zwitsersch blad ,,La Gazette de Lausanne" komt de volgende nota voor: Ondanks de door de Zwitsersche handelaars ingediende protesten, weigert de duitsche overheid nog steeds de goederen welk zich nog in de Antwerpsche entrepôts bevinden te laten verzenden. De Duitsche regeering heeft zelfs ver-klaard dat, al de levensmiddelen, welke te Antwerpen gevonden worden, zullen aange-slagen worden, zonder onderscheid van na-1 tionaliteit der eigenares. Daardoor lijden de Zwitsersche handelaars : natuurlijk veel schade; nog te meer daar de goederen in vele gevallen op voorhand j betaald werden. Men hoopt dat het Gouvernement de belangen der Zwitsersche koop-lieden op afdoende wijze zal beschermen. daar de Duitschers het recht niet hebben de goederen der burgers van een 0nzijdig land aan te slaan. Een dichteres-dienstmeisje. Deze ooriog bereidt ons allerlei verrassin-gen. Eén Hollandsclio lezeres zendi ons onder-staand gedicht, door haar twintigjarig dienst-meisje. gemaakt: een heel innig, hartelijk vers van simpele in kleine heroïek grooto Vlaamsche vrouwen, zooals ons land or velen heeft seopenbaard. en dat wc hier drukken, niet om zijn heel hoogo litêraire waardo, maar als curiosum, als teeken van den tijd. Ik zie u niet geliefde Ik weet niet waar gij toeft Maar in mijh liart geliefde Daar is uw naam gegroefd. Denkt gij aan mij geliefde Zooals ik aan u denk Waar gij ook zijt geliefde Ik u mijn trouwheid schenk. En keert gij weer geliefde In ons bovrijde land Dan bindt ons saam geliefde Een sterke huwelijksband. Dan zijn wij één geliefde En niemand ons nog scheidt Of 't zij de dood geliefde Ons zendt naar d'eeuwiglieid. De naam van de ongeïctterde dichteres is Melanie van Bulk. Ze schoten hun eigen volk dood. Onder de Paters Josephieten te Leuven was ©en leekebroeder, Brœder Seb-istiaan, een Duitscher ^uit Kray, bij Essen). Toen zijn land België den oorlog verklaarcie stortr to hij tranen. Het. was in heit begin der maand Augustus. Het bevel werd gegoven dat al de Duitscliears die in Bedgië verblerven het land moesben verlaten. Hij ging... al weenend, want- hot lard waar hij zooveel ge-wrocht had voor den Heer was hem lief. Nochtans door toedoen der Belgisclie offi-cieren die in liet collegc van Leuven lo-gœrdeai en wier manschappen — ongeveer 600 — zoo liefdevol en dagen lang verzorgd gewoa-dei waren door dieu Duitschem kloos-terling, werd hem bijzondere toelating gege-ven terug te keeren. Toen kwamen de Duitsche bendeu en zci)der recht noch reden — wellicht zonder zijne nationaliteit to kennen, sebo^e-n zij hun j edgen landgenoot dood./ " 1 Het mijnen- en onderzeeërgevaar. Een zeekapitein deelt ons medë : Het mijnen- en onderzeeërsgevaar is niet zoo groot als men wel denkt. Het Kanaal en de jNoordzee zijn, het is waar, vol drijvende mijnen : maar men ziet ze boven watér als groote ronde kasten drijven en het is erg gemakke-lijk ze te vermijden, omdat de handelsschcpen alleen over dag va ren. Aile mijnen raken los lia eenigen tijd omdat hët brakke water de ket-ting waaraan zij vast liggen doet roesten. Theoretisch, volgens de Haagsche Conven-tie, moeten de mijnen onschadelijk worden door het losrukken. en dit is dan ook feitelijk het geval met de Éngêlsclie mijnen, niet met de Duitsche. Wat. betreft do Duitsche onder-zeeërs, die den Engelschen handei willen fnuiken, deze zijn slechts in gering getal, door-dat de Engeische vloot de Duitsche oorlogs-vloot blokkeert voor liét Kieler Kanaal, en dat de onderzeeërs, die in de Noordzee varen, allen van uit Ôostende en Zeobrugge komen waartoe zij in ondërdeelen per spoor gezonden worden. Al kan een onderzeeër anderhalf etmaal onder water blijven, dit gebeurt alleen gedurende de proefnemingen on nooit in ge-wone tijden, omdat het verblijf in de samenge-perste lucht der onderzeeërs hoogst onaange-naam is; ook ziet men de onderzeër zelfs in hët gevaar telkens boven water komen. Wel nu de Duitsche onderzeeër s die in Oostende en Zeebrugge to water werden gebraeht, zijn niât talrijk ; bovendien do Engelsohon hebben er reeds vijf te pakken gehad ; zij betalën rijke-lijk den kapitein die een onderzeeër in den grond boort (onlangs kreeg er een 1800 pond voor) en zij 'hebben oen heele vischersvloot van trawlers met lichte kanonnen 'l>ewapeiid om de jacht te maken. op de zoo gevreesdo U's. De nionding van de Theems is verde<ligd door een stalen net, waartegen onlangs een onderzeeër-kwa m stuiten, die aldus gevangen werd genomen ; al weer een herhaling der geschiedenis! in de XVIIe eemv was het. flpor kettiugeu in het water gespannen houden dat Londen meende tegen de Hollandsc-he schepeh be-schermd te zijn. Humor va n gewonden. Een Engeische soldaat komt afsclieid nemen van den hospitaaldokter eu dankt hean voor de hem bewezon goede diensten; de soldaat is opgewekt, al rnist hij een van z n beenen, en hij verzekert den dokter : #— ,,0! ik weet zeker, dat' ik werk zal vinden! ' ' — ,.IIoe weet je dat zoo zeker?" vmagt de militaire dokter. — ,,Ik zal wel een baant^e krijgen om thuis plumpudding te stampen .net m'n houten been, sir!" Een gewonde Franscîie onder-oiririer wandelt in den tuin van zijn infirmerie, als een der bezoekdames op hem af komt, cm iets vriendelijks tegen den gewonde te zeg-gen. Hij maakt njet de linkerhand het militaire saluut, en zegt glimlachend : — ,,Excusez madame, dat ik u de recb-terhand niet kan reiken!" Ze was hem afgezet. De soldaat en de wèeg. L'it Adama van Scheltema's ,,Dagboek van een non-combattant'' dit pakkend schetsje : ,.ik ontmoette zooeven een Hollandsch soldaat, die in zijn eentje een kinderwagentjo met een kleintje er in voortduwdë — en op eens zag ik het klare verband tusschen den soldaat en do noodzakelijkheid van het klemtje in het kinderwagentje : — in den oorlog valt de sojdaat, en dan moet er een kleintje in het kinderwagentje zijn! En daarom is het ook van belang of het kleintje een jongetje of een nieis-je is, want een jongetje kan weer soldaat worden en vechten en zijn land verdedigen, en een meisje niet wat is nu een meisje! Meisjes zijn alleen maar noodig om soldaatjes te hel-pen maken, en één meisje kan er zooveel maken, — daarom zijn meisjes minder belangrijk en maar hulpmiddelen in deze wereld — in deze barbaarsche wereld in deze wereld, die weer barbaarsch is geworden. Zoo'n oude, afgesleten oeconomische formule, een Romeinsche, een antieke formule — daar zag ik haar op eens weer springlevend voor me! En dat is het vreeslijko van dezen tijd; al die oude formules, uit een oude gemeenschap met haar oude. leerstellingen, al do verrimpelde maximen, die langzaam afsleten, laîigzaam verzonken, en waarover nieuwe gingen worden van een nieuwe gemeenschap in een nieuwe toekomst — zij allen herrijzen, als de duvels uit de doosjes, zij worden levend en fonkelnieuw en grijnzend zetten zij de wij- zers terug! Dàt, dàt is de groote smart van dezen oorlog, dat voor ons, die hct heden reeds zoo vervloekten, die reeds leefden in een toekomst, waarvan wij allen den dageraad nog hoopten to zien — dat voor ons de tijd terug-valt in een verleden, hetgeen voorgoèd voorbij schëen". Duitsche ontnuchtering. Een zeker aantal Duitsche krijgsgovangenen, overmand in het bosch I^e Prêtre, is onlangs te Pont-à-Mousson aangekomen. Zij klagen steen on been over de Fransche artilleristen, die, zeggen zij, al hun konvooien van levensmiddelen vernielen en lien op die wijze van honger doen omkomen. Een krijgsgevangen luitenant verklaarde, dat do Duitsche officie-ren aile Iioop op een gunstigen uitslag van den oorlog liaddon verloren. Duitschland, zoi hij, zou er ..klein, heel klein" uitkomen, en dat vooruitzicht brengt een zoer ueerdrukkende zedelijke uitwerking teweeg, die do oplossing zal verhaasten. Wij kunnen weer Goethe aanhalenî -,Denn _alîe SchnH ràcht eich auf Erden".' De Duitsche vrede. Wij hebben al dikwijls uit couranten en braidiures gezien hoe hoog -de Duitsche eer-zucht gaat, nu de pangermanistên er heer en meester zijn. Het jaar 1914 lieeft voor veel 011-destedlingen de bevestiging gege\-en en aange-toond, dat men inderdaad cr aan dacht de grootheidsdroomen tôt werkelijkheid te maken. Dezo droomen zijn zooals vauzel^ spreekt niet plotseling opgekomen en reeds eenige jaren geleden dvlonk hier en daar een stem, een JJuiteche kultùurstem, die een vergroo-ting van Duitschland eiscilite. Zoo verscheen in li>ll oen werk je, getiteld: ,,Grooter Duitsciiland" en geschre\-en door «rekeren Tan-nenberg, pseudoniem van iemand, die blijkbaar wel op de hoogte was en zijn gegevens ontleende aan de meest invloedrijke kringen. Jiicl zijnde van de Wehrverein, werden de gedachten, in zijn werk je ontwikfkeld, in 3e eerste plaats alvast door do 190.000 leden dier ver-eeniging gedeeld en men weet dat deze ver-eeniging slechts de -kern vormt van een groot deel van het Duitseho volk. Wij laten hieron-der in *'t kort volgen, welke herzio^ing deze Duitsdhers meenen de kaart van Europa ta moeten doen ondorgaan. 1. Wat de Franschen m '/ Oosten zouden moeten missen. Ten eerste zou Frankrijk aan Duitschland de departementen der Yogezen moeten afstaan met Epinl, Mourthe-et-Mo-selle, Nancy en Lunéville, het oostelijk deel van ihet ^la as-depa j-teme n t met Veidu n en der Ardennen met Sedan, totaal ongeveer 17.114 vierkante tkilometers. Dezo streek is op liet oogenblik niet dicht bevolkt, er wonen sledits Oi) inwoners per vierk .kilomèter, wat uauwe-lijks de helft' is der Duitsche bevolkingsdieht-heid. Deze nieuwe provincie (men doopte het Icind reeds voor de geboorte) zou Westfranken heeten, met als hoofdplaats Nancy. Om geen nieuw Elsas-Lotharingen te schep-pen, vond men raadzamer de Fransche bewo-ners van dit nieuwo Diuitsche gebied huiten de deur te zetten en Frankrijk te verzoeken liun ckiers een plaat^ je te geven. . 2. België en- Ùolland. Frankiijk verki^. -H ->goed te keuren dat Holland en België bij Duitschland worden .ingeliifd. Holland zal als hondsstaat behandeld worden ; de koningin zal natuurliifk koningin blijven. Volgens het getal inwoners zal Holland twee legerkorpsen lerve-ren, die als lioofdzetel zullen hebben Rotterdam in 't Zuiden en Groningen in 't Noorden des lande. De Hollandsclio hoogescholen zullen wettig erkend worden en «het règlement der Duitsche hoogoschoTcn ontvangen. Holland komt in het Diritsche Tolvenbond, wat voor hot land een .groot voordeel is, zegt (men, spe-cia-al voor zijn ooft- on groententeelt. Van de koloniën blijft Java een speciaal •Hollandsch béait, doch de andere koloniën van ïnsulinde, West-Indië en Australie worden ge-imeensdiaippelijik bezit van 't Duitsche rijk. Op de Hollandsoho solioleh zal als tnveedo taal Duitsch worden onderwezen, en dit niet alleen op de niiddelbare, anaar ook o<p de lagere scholen. Voor het inwendog verkeer mag het Hollandsdli gebrui'kt worden, doch naar bui-ten en in verkeer met Duitschland is Duitsch verpLiChtend. Met België is dit hetaelfda geval. Het zal twee legerkorpsen vormen met zetels te Antweraen en te Luik. Van België wordt geen afstand van koloniën geëischt, dodh aoht met een voordeel voor dit land dat het veel te grooto Congo-gebied onder protec-tie van het maditigo Duitsche rijik komt. Frankrifk neemt do Waalscho inwoners van België, om die naar de minder bevolkte depar-» tementen te brengen. Do huizen en andere vaste eigendommen, welke die mensohen jn België achter moeten laten,worden getaxeerd en hct bedrag in mindering j^ebracht. van de o oi-logs soh att ing, weiko Frankrijk aan Duitschland moet betalen. Do grensstreken zullen afgestaan wordon aan Duitsche solda-ten, welke zich in den oorlog hebben onder-scheidon, zoodat deze .grensstreken reeds hin-nen een j^aar jaar tijds gedieel Duitsch zijn. 3. De oorlogsschoMing. Frankrijk staat aan Duitschland af het eigendomsreôlit der aan Ru si ami geleende miHiarden. Franikrijk keert contant aan Dutsiclïland 35 milliard mark uit. (Dit is de helft van het contant geld, dat Franikrijk zieik beroemt te bezitten). Het ver-lies van dit bedrag zal Frankrijk in zijn meest ■kwetsbaro plek treffen. Sedert het eindo van het eerste koizerrijk heeft hct geld in Frankrijk de hoofdrol gespeekl on, wanneer wij Fraiïkrijk dit vervloekto geld dus ontnemen, zullen wij daardoor den voortduur van den vrede bevorderen. Wij kunnen voortgaan ons vreedzaam te ontwikkelen en ons zes kinder-stelsel voort te zetten. Frankrijk keurt de inlii.v.ing hij Duitsdh-land van Luxeniiburg en Zwitserland gœd en keurt everigens do wijziging goed, welke Duitschland aan zijn Zuid-en Oost-grenzen doet ondergaan. 4. De vloot en de Fransche koloniën. Frankrijk doet afstand van zijn vloot, welke overgaat in Duitsch bezit, ervenzeer gaan do koloniën, met uitzondering van Algiers, adn Duitschland over. Frankrijk zegt aile tracta-ten met Engeland, Amorika, Japan en Rus-la nd op en sluit een handelsverdrag met Duitaçih'land. Dit zijn de vredosvoorwaarden, welke Duit-land zich voorstelde van Frankrijk te bedin-gen.Dat in het verdwaasde hrein van mijniheer Tan nen.be r g zulke ideeon op konden komen, is mogelijk, maar — kwam dan niet tevens in hem op. dat Engeland oon zoodanige machts-uitbreiding van Duitschland onmogelijk zou kunnen aamzien? En divt ook Amerika een zoodanige krachtontwikkeling wat gevaarlijfc zou vinden ? Zie onze telegrammen en SaaîsteSegerfoerlchten op de derde bladzijde.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad belonging to the category Oorlogspers, published in Amsterdam from 1900 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods