De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1802 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 24 April. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Seen on 26 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/s17sn0299s/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

^leaaaïmr] N»7sa ' zatërasg 24 Apro 1915 S Cents DE VLAAMSCHE STEM \LGEMEEN BELGISCH DAGBLAD I [m voik zal niet vergaan Eenuracht maakt machti PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschljnt ta Amsterdam elken dag des morgens ,i vier bladzijden. Abonuementsprys bjj vooruitbetaling : Voor Holland en BelgiS per jaar / 12.50 — per kwartaal /3.50 — per maand / 1.26. • Vocr Engeland en Frankrjjk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7,50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. TW~* f . , , ., Hoofdopsiellet* s Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad s CYRIEL 8UYSSE — RENE DE CLERGQ — ANDRE DE RIDDER ABONNEMENTEN wende jnen zich tôt de Administrâtes van liet blad: ALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. AANKONDIGINGEN wend© men zich toi de Administratie van de LAAMSCHE STEM, Paleisstraat 31, Amsterdam. A T\"ÏnrT> mTT*vrmTT^ c* nr\ /-i ICORTE INHOUO. bladkij de: îeldènblped. — Leonce du Catillon. Êen Schandaal. ïleine Kroniek. )e Franschen moeten Vlaamson Ieeren. — E.Pcctcrs. ingelsche Hulp voor België. bladz ij d e : Iit.:het Vaderland. Jrieren nit Brussel. îrieven van liet Front. )riebergen. )e M^zanvanger. (2) — Victor de Mcyere. bl ad z ij d e : )e jjuropv-^ciie Oorlog. jiieven uit Parijs. — Wilma Knaap. 'elegrammen en Borichfcen. te ioestand in Luxemonrg. )e docbter van generaal Léman. blad zij de: )e nmbulantie te Rotselaer. — IV. Timmcr-man s. [olland waakt! — J. E. Speenhoff. irerzicht der Pers. ic de Kampen. 'cor de TJitgewekenen. Bgezonden Stukken. Heldenbloed. I. Lan fret kleine station, nabij de grens, mc'efcté ik een tiental jonge Belgen, di© .zelfden ochtend Noord-Brabant waren nengeslopen. Zij droegen werkdaagsche îreiv wollen petten die het gansche hoofd de oogen insloten, beslijkte schoenen en pakje boterhammen. Een paar jongens en nog nat t-ot over de heupen. Hunne jçnen hadden zij tegen holleblokken ver->ejd! Zij huiverden en klappertandden in •blanken morgen, lia een vriesnach^. Al-zagen er bleekjes.en blauwtjes uit, alsof cméer dan éen slapeloozen nacht acliter rug hadden. Eenigen knauwden gretig een stuk wit brood, dat zij onderweg , het Hollandsche dorp hadden kunnen peu. Het groepje hield zich gesloten alsof (zich gansch vreemd in het vreemde en î naburig land gevoelde. Terwijl een den aipschen Leeuw zoetjes siste, wachtten indèren kalmpjes en geduldig het trein-af'dat lien verder moest brengen. De one reizigers schenen aan zulk vertoon end. Dagelijks zagen zij anderen en in nacht kwamen er jongelingen uit Bel-over de grens, ondanks aile hinderpalen Duitschers. !en-Hollandsche grauwe, een onderoffi-, die nog geen kneveltje vertoonde, liield Belgen in het oog. Eensklaps naderde hij argwâan d© vluchtelingen om hun te ïen of zij de koepokken waren ingeënt. Hollandsche krijgsman scheen naar zijn ?val te oordeelen, een standfries. Te zien :e oordeelen naar de verbaasd© gezichten :en zijn niet zeer duidelijk Nederlandsch beetje Hottentotsch voor de Belgen. keken elkander aan en haalden de schou-ï op, terwijl zij glimlachten. Ik bemerkte verlegenheid van den s'ergeant en van de Jéns on trad aly "beuiiddelaar op. Ik deed jengdigen vertegenwoordiger van de llandsche landmacht inzien dat zijn© îg nuttéloog was daar aile Belgen gewoon-■ de pokken worden gezseit, zooals men in Vlaanisoh z&gt. De onde-rofficder drong aan. Het deed me genoegen di© brave jôlui te knnnen onttreikken aan een tijd-karweitje dat hun een dag zou heb-dcén vsrliezen. ôô wsrd de kenhis gemaakt'. Ik hoor'de dra aan hunne geweetspraak dat zij af-^tioj waren uit Braibant en uit de Kem-• De drie Walen van het geEelschap popten zich als inboorlingen van La 'vière, Charleroi en Doornik. Loquela tua nfegtum te facit... )e yier Brusselaai-s van het. groepje kon-met nalaten grappen te verkoo]>en. Zij gezworen kameraden en bewoond'en pide volksbuurt, de Anderlechtstraat. °ngen werkloosheid, schaarschiheid van '•^iddelen en van centen, verbod nog te ^n.> plagerijen vanwege de .geheime 1^1» ?f diurig dulden van de moffen die zij .,,grauwe luizen" heetten, wier 1 nen ziejk maakte, beweerden zij, en I brieven van hunne vrienden uit .c'€r' ^wezen schoolmakkers en speelge-|tn- die de aohtergeb-leven thuiszitters |r vlcoienvangers en Joeriks uitscholden, fn de 4 Brusselaarkens op den Ioop ge-■terst hadden zij zich in betrekkiug te stellen met geheimzinnige maintien e?n ^ûhand tôt hand,net als de aposto-sv j1!163 °verleverin£ren ,haddeii over-icT i; itnniers een waar geheim- lipf , P van Pa-triobtein te bestaan dat onker werkte! Zoo raakten Lomme, ' -lane en Luppe aan wat geld, de noo-B W8 voor hun avontuurlijk tocht-afv^ 'i e6n £revoeli2: bezaten, nam©n aille van ^un ^ari©ken, zwerend niet WjTUS?en vooral€er ,,den Duisch" uit Daar ^ ^ tebben verjaagd. ir hp + n vert,ro'u:wen had gewonnen -arei n . Waarschuwen tegen allerhande ederq ^î1. neutraal land, tegen be-nne a,» volkje, vertelden zij mij en S rÔn* 1)6 j°ug€'ns met d* natte waren na dagenj de grêàifi gesukkeld. Daar hadden zîj- fen smokkelaar gevonden, die hén, mits een fooitje, 'a nachts over zou brengen. De grens was zeei* streng bewaakt. Aan elke straat was een post. De versehillende pos-ten waren door een veldtelefoon verbonden. Waar zich geeaie vijandelijike grenswachters bevô-.'iden, waar geen poel of veen he't overkomen schier cnmogelijk maakte, was prikkeldraad ge-spannen. Zoo was eene gansohe heide met zulik net- overdekt om te verliinderen dat nog vreemdelingen langs daar in Holland zouden geraken. Er werd verteld dat een jonge Bel g, • die reèds honderden meterg op handen en voeten onder dien prikkeldraad was voortge-kropen en slechte nog honderd ellen moest afkggen om verloet te wezen, door eeoi zoek-licht wei'd ontdekt. Op hem werd gevuurd zonder dat hij werd geraakt, dcch de onge-luikkige moest zich overgeven. Dit stond ge-lijk met de opsluiting tusschen vier muren voor den duur van den oorlog. Onze Brusse-laars lieten zich door dergelijk© verhalen met cntmcedigen. Hun frissche durf was op ailes voorbereid. 's Naclits, toen de maan nog niet was opgekomen, be'gaven zij zich op weg. Hun gids trad ee;nige sta-ppen voôraan en leidde hen over de hedde naar éen dennen-woud dat men door moest om de grens te bereiken. ,,Ncg een kwart uurs en we zijn er", j fluisterde de smokkelaar. Houdt moed." — Werda ! Hait ! klonk 't plots voor de nach- ; telijke wandelaars. Allen sidderden, méër cm dit onverwaoht aanspreken, dan om het gevaar. ,,Wij mceten ons veratrooien, de eenen recht-s, de anderen links", sprak de gids kcrtaf.. Hij zelf verdween in de duis-teriiissen. De vier Brusselaars lieten zich dit geene tweemaal zeggen. Een geflikker ge-volgd door een krakend sçhot, een kogel die langs de ooren van hun makker,. Lomme, flobt, verhaàstte nog de' vlùcht. Andere sclioten knalden, andere stemmen 5-praken voor lien onverstaanbare Duitsche woorden. Lomme en Susse struikelden over dennen-wortels,bezeerden zich aan takken en roi den naar beneden in een© gracht midden door-nen en bramen. Roerloos bleven zij er lig-gen, want zij vernamen hoefgetrappel van eene grenspatroui 11 e, dragonders of uhlanén. Tienmaal hoorden zij die ruiters heen en dan terug draven. Toen de maan in een vaag. ge-schemer opdook, achtten beide Brusselaars hunne positie langs de breede boschdreef, die met heidekruid en kleine mastjes bedekt was, te gevaarlijk om in d© gracht te blijven lig-gen. Als de ruiters nogmaals weggedraafd waren, slopen beide ^luchtelingen van onder hun braamstruik, scheui'den er hunne huid en liu n ne kleeren a au en als katten kropen zij over den weg het jonge dennenbosch in, waar zij meer gede'kt meenden te zijn. Op handen en voeten slopen zij er door, naar het noorden, toen een poel met droogwuivend riet hun dei weg der vrijhedd versperde en in h&t flauw maanlicbt blonk. Wat nu ge-daan ? Instinctmatig meenden zij dat de t©genover liggende oever Nederlandsch grcndgebded moest wezen. Een paar nieuwe geweerschoten troffen hunne ooren. De bos-schen weergalmden er van en schenen te levein. Acliter beide jongens was het de men-schenjacht en zçkere gevangenschap, want straks zou 't dagen. En vlak voor hen wenk* t9 de vrijheid. Geene aaraeling meer. Zij tra-den in den ijzigen poel, zonken in slib en slijk, hcordeu het drassig water broefbelen, terwijl een gestoorde watervogel een gil uifcstiet. Onvermoeid waadden zij door den poel met het water, tôt den broekband, en toen d© manesikkel 'boven de toppen der zin-gende spari-en den poel verlichtte, stonden beide vluchtelingen aan den overkant. Zij schrokiken eehter nogmaals toen ze een sol-daat in grauwe veldtenjue vocr zich zagen staan. Zouden zij al die gevaren getrotseerd l.'ebben om toch maar in den muil van den tijger te loopen ? Onwillekeurig tastten zij naar liun dolkmes. Angst en wraakzuoht verdweneai in een oogwesnk toen de grauwe hun in d© bekend© moed©rtaal vroeg : — Vluclitelingen ? Hebt u verboden waar bij u? Die taal, die weJwillendlieid braohten de Brusselsche jongens tôt bezinning. — We daohten dat ge een Duitsch waart. Anders zouden we ons niet levend laten pakken hebben, zegden zij openhartig. — Kom mee, sprak de Hollander goedig. Hij leidde lien naar den nabij golegen post, waar een koesterend kacheltje gloeide. — Belgische vluclitelingen, sergeant. — Laat ze binnen komen, antwoordde eene joviale stem. Zij kunnen zich warmen want het is donderskoud! Van waar komt S'j? — Uit Brussel. — Zoo? Ik ken 'die schoone stad. Geef hun een borrel. Zij zullen straks een kopje thee met ons drinken. Het zijn moedige kerells. Ge moet de moffen op hiin smoel slaan, hoor ! Die aanbeveling was wel niet neutraal doch kwam uit het hart. Toen zij versterkt en wat uitgerust met bunne nog half natte brœk in het hollandsch dorp aankwamen, stiet Lomme zijn makker aaii. — Mane! Lup|>e ! Ik heb z© gezien. Zij draaiden de kerk om. m gçajsûakên er; liadden weldra hunne vrienden inge-liaald.— Aile vier ontsnapt! scha't-erden zij. Nu moesten Mane en Lupp© v©rt©llen hoe zij aan de pinhelmeL'i waren ontikomen. Hun gids liadden zij verloren. Elkeen zocht er heolhuids ai te komen. Den weg niet ken-nend was Mane op een boom geklauterd, terwijl zijn vriend zich in eon nabijgelegen konijnenpijp verstopte. Dit was eeai geluk-kige inval, want wanneer het begon te sch©-meren en heb maantje zAvakjes lichtte, ont-dekten zij op een boogscheut de barak van cien duitsohen post. Wel vijftigmaal kwameii de Duitschers voorbij den boom en de konijnenpijp. En dit duurde uren. Eindelijk scheen de kans tôt ontsnapping klaar toen het morgenmaal zou worden genomen. Mane, die van in d© kruin van den' boom, best het heen- en weergeloop der Duitschers kon waarnemen, verwittigde, met een zach'b kuchen zijn vriend in de pijp. Hij wist toch dat wanneer Duitsch© soldaten aan het vreten en aan 't zuipen waren, zij er gansch door werden opgeslorpt. Mane had de Duitschers aan het werk gezien toen zij de spekslagerij der hoofdstad leeg plunderden en langs de straat Hepen etend dat het vet hen uit den mond drupte. En Mane bleek waarlijk een psycholoog te zijn. Nog een en-kele schildwacht bleef drentelen, op . den heerweg di© door dit wo©ste land België met Noord-Brabant verbindt. De reuk der spij-zen, d© honger, d© dorst en een onverzadigde appetijt hadden bij den grijzen landstormer de primairste instinkten ontwaakt, zoo dat. hij aan geene vluchtelingen meer dacht, doch enkel en alleen aan zijn buik, die was om-; gord met den riem waarop trots$ preikte: Gott mii-uns. Als een snel eek-| hoorntje liet Mane zich van zijn mast op het < mos nesrvallen. Daar deed hij teeken aan| Lupp© die, verschri'kt, zijn krullebol uit de konijnenpijp gestoken had bij den val van ' zijn makker. De naar eten hunkerende schildwacht stond nu achter de klein© loods en kon onmogelijk zien wat in de dreef ge-beurde. Met een wip waren beide Brusselaars over den weg, in een stuk br©m. En dan trokken zij hunne schoenen uit, lieten zo liggen, liepen, liepen dat de wind hun 'den adem afsnesd. Zij liepen tôt een driekleurige vlag aan een staak gebonden hun aanwees Nederlands vrijen bodem, Ne-derla-nds besçhuttende gastvrijheâd. En dergelijke avonturen hadden de andere jonge Belgen doorleefd, een voorbe-reiding, dikwijls een vuurdoop, vooraleer ze de eer liaddeu het uniform aan te trekken. De drie Walen, die de Brusselaars had' den vervoegd waren reeds weken lang op reis. De taal niet machtig hadden zij nog grootere moeilijkheden moeten bekampen. Meer dan eens waren zij op het punt geweest verraden of ontdekt te worden. En toch waren zij cver de grens geraakt. Waar een wil is, is ook een weg. Misschien zouden zij mij hunne avonturen hebben verhaald doch het treintje stoomde het klein station binnen. Een handdruk en een vaarwel. En de tien jonge Belgen waren heen naar de glorié of den dood. LEONCE D(J CATILLON. « ■ m ■ n—, (en raid van de Ooitscie vlaot? Wij vernemen uit Den Haag, dat de Engelsche Admiraliteit zich aan een raid van de Britsche vloot in de Noordzee ver-wacht. Dit zou de reden zijn waarom de dienst tusschen Vlissingen en Engeland is stop gezet. ■— % i—i Schandaal. Men schrijft ons uit Baarle-Hertog ,,Op 15 April verstreek het tennijn be-paald door he<5 Koninklijk besluit, dat de jonge Belgen van 18 tôt 25 jaar in het on-'bezette België, Engeland en Frankrijk tôt den dienst opriep. Slechts op 19 April zijn vijf dienstplichtige jongelieden van de Belgische gemeentvi Baarle Hertog vertrokken. Twaalf dienstplichtigen, waaronder de zoon van den eersten schepene, zijn thuis geble-ven. Die houding moet niemand verwon-deren. Maarle Hea-tog is half Hollandsch. Wanneer een huis open komt wordt het door een Hollander betrokken, zoodat de opslorping van die enclave door Nederland fataal is. En die zal gebeuren als ooit tusschen Nederland en België eene reelittrek-king van de grens gebeurt. Is het dan te verwonderen, dat 's Konings verjaardag er bijna onbemerkt is voorbij gogaan?" lL. du C. Nota der rcdactie. De dienstweigering van de twaalf jonge Baarlenaars is een schandaal, nu vooral dat het bestaan van België van zijn leger afhangt, dat d© bloem d©r nati© aan den Yser strijdt onder aanvoering van een heldhaftigen Koning en dat dagelijks honderden jonge vrijwilligers uit België op le-vensgevaar over de grens sluipen om hunne broeders te vervoegen. Wij vragen eene strenge sanctie van wege onzee regeering... zoo ten miust^ ouzq por-resaondenjb ingelictli is,„ Kleine Kroniek Duitsche zoetigheidjes. In onze kroniekjes hebben wij reeds hij' lier-haling gewezen op den verwoncîerlijken omkeei in de uitingen van sommige Duitsche bladen, waaronder vooral de beruchte ,,Kolnische Zei-tung". Hoe langer zoo meer schijnt dit or-gaan, dat vroeger geen gelegenheid liet voor-bijgaan om to sc-helden op Fransche wuftheid, Fransch zedenbederf, Fransche onl>etrouwbaar-heid enz. enz., tôt in het oneindige toe, thans Franschgezind te worden. Waarachtig! Wij vertrouwden dien ommekeer niet reclit, omdat wij een brein- en gemoedsherstel van door de Kultur vergiftigde wezens niet mogelijk achtten. Onze meening wordt gedeeld door Edmond Haraucourt, die in ,,Le Journal" van 15 dezer een hoofdartikel onder den titel ,,Vers la Ville-Lumière" heeft geschreven, waaruit wij het vol-gend© overnemen: ,,Daar de bruuske aanval mislukt is, nemen de nobele Gérmanen hun toevlucht tôt een tweede gewelddaad, waarvan zij meer succès verwachten ; met een rechtstreekschen slag slaan zij op het hart van Frankrijk of op wat zij daarvoor aanzien: sentimentaliteit, ijdellieid. Heeft men het grondgebied niet veroverdP Men gaa-t tenminste de geesten veroveren : en het beleg neemt een aanvang. Men heeft van ons de si aven niet kunnen maken, die men aan-kondigde? Men zal vaji ons vrienden maken, bij wie het er op aankomt vasten voet te krij-gen onmiddeUijlc va den oorlog. Bij gebrek aan de zegevolle intrede over de Champs-Elysées zal men de vreedzamo intrede over de handelswijk doen, en men bereidt de wegen voor de zachte manier voor, zooals men de geb(jtonneerde geschutbeddingen voorbereid-de met het oog op de krachtige manier. De : Moffrikaansche koopman had zorgvuldig do plaats ingericht voor de intrede van den mili-tair. Is de slag mislukt? De kaarten passee-ren, de koopman zet- zich weêr aan hêt werk ; de Duitsche pers licht ons daaromtrent in door haar plotselinge en te duidelijk opzette-. liiko flikflooierij. ,,Want die lievigheidjes hebben een neven-resultaat, de bedreiging. Men verbergt het ons geenszins ; het programma der wereldover-lieersching blijft in den integralen staat: Dewtscliland, uber ailes! De oorlog van 1914— 191-5 zal, daar hij niet tôt de gewenschte en. noodige resultaten heeft geleid, aanleiding tôt een revanche geven. De dagbladen aan gene zijde van den Eijn zijn eenstemmig om ons do hervatting van het conflict als onaf-wendbaar aan te kondigen. ,,De aanstaando poging zal Engeland be-oogen; met dat land zal het ernstige tweege-vecht worden geleverd, waarin wij slechts de roi van figuranten zulleu vervullen, en met het oog waarop Dnitschland beweert zich te organiseeren zonder een minuut te verliezen. Twee wapens zullen Duitschland dan van het hoogste nut zijn, de Belgische kust en de Fransche vriendschap ; v.oor het oogenblik gaat het er dus om, het eene te beliouden en het andere te winnen. Was ons verbond tôt dien prijs, men zou ons zeer gaarne Elzas en Lotharingen teruggeven, gereed om ze ons weêr ,,op afrekening" te ontnemen. Deze voor-loopige opoffering, in evenwicht gehouden door de verkrijging van de Vlaamsche kust, zoû wat-men-noemt ,,een eervollen vrede" kunnen constitueeren, en zelf s een nuttigen vrede, want niets zoû dienstiger zijn tôt de voorbe-reiding van een herhaling van den oorlog. Dank aan dien vrede zoû men zich daar instal-leeren, hier weêr binnenkomen ; de stad met de ,,degelijke deugden", de „Ville-Lumière', zoû haar poorten wijd voor de genaturaliseerden openen, en binnen een jaar zouden wij ten onzent opnieuw een millioen Duitschers hebben.,,Ik wil graag gelooven, dat inderdaad in 1916 ten onzent een millioen Moffen zal over-blijven: alleen zullen zij begraven zijn." Een zeldzaam goed inzicht heeft Edmond Haraucourt, de letterkundige en direkteur van het Musée Cluny, in deze zaak. De ,,Kol-nische Zeitung" en ,,derartige" sluwe, genie-pige zwambladen moeten het zich toch eens voorgoed voor gezegd houaen: wij Iusten noch hun K.K.-brood nbch hun koekjes en zoetigheidjes. Onze smaak is aan zuiverder en voed-zamer kost gewend. Duitsche fcoek. In ,,La, Dépêche Coloniale" vinden wij het volgende karakteristieke verhaal: „0nlangs ontving een Duitsche officier, die bij partikulieren gelogeerd was, voor zijn verjaardag een magnifieken koek van zijn vrouw. De officier deelde den koek met zijn gastheer en gastvrouw en maakte uit de zending de ge-volgtrekking, dat Duitschland er verre van was, gebrek aan meel en levensmiddelen te hebben. Den volgenden dag eehter kwam een garnizoensorder den officier elders roepen. Hij vertrok, gastheer en gastvrouw dankend voor hun welwillende ontvangst en uitnemende zorg, en hun, als eenige belooning, het stuk achterlatend, dat er van den ,,wastai" was overgebleven. Hoe groot was eehter niet de verwondering der Belgen, toen zij, do rest van den koek verorberend, er een blikken busje in vonden, waarin zich een geschreven brief ver-school. In dien brief klaagde de vrouw van den officier bitter over de levenszorgen, die zij had ; zij ontving geen soldij meer, en schreef, dat de ellende in Duitschland begon te heerschen. Ook zeide zij, dat men naar al heur sieraden was komen zoeken en aan de regeering al wat zij aan kostbaarheden bezat had moeten geven om de 6chatkist teschragen. ,,Ik zoû met je willen zijn," eindigde zij, ,,want het leven hier wordt onhoudbaar en ik zoû de oorlogsgevaren verkiezen boven de el-lenden van allerlei soort, die ons op het oogenblik overstelpen." De klacht en de vrees dier Duitsche vrouw zijn natuurlijk ongegrond. Duitschland kan nog met plezier en zonder zorg minstens twee jaar achtereen oorlogvoeren. De scliatkist is er nog boordevol, de levensmiddelen zijn er nog overvloediga eaergÎQ ia er nos ouge- Von Hindenburg in ongenade? Volgens een telegram uit St. Petersburg aan het Parijsche blad ,,L'Information" zou veld-maarschalk von Hindenburg in ongenade geval-len zijn, omdat hij er niet in geslaagd is War-schau te veroveren. Men zou hem naar Berlijn gezonden hebben indien de keizer niet ten zijnen gunste had gesproken. Zijn het misschien de lauweren van von Hindenburg, welke den Duitschen kroonprins be-letten t© slapen? In het land der Kultur. In de ,jKolnische Zeitung" lezen we dat een werkman van 'Weiniar door de rechtbank dier stad veroordeeld werd, omdat hij aan een Fransch krijgsgevangene drie cigaretten had aangeboden. Die man was volgens den rechter niet met den echten vaderlandschen geeft bezield!... Hoe de ,,harigenM over den vrede denken. In „Le Moniteur du Calvados" komt een brokstuk voor van den brief eens hoofdoffi-ciers : „Wat verwonderlijk is, dat is, dat de Franschen der achterhoede zoo naar den vrede verlaugen, terwijl wij strijders, vertrokken sinds acht maanden, vrouwen, kinderen en be-langen aclitergelaten hebbend, slechts aan één ding denken: den Boclie en altijd den Boche neêrvellen! Het schijnt mij toe, dat, indien iemand den vrede zoû wenschen, wij het zouden moeten zijn, gelukkig ons temidden der onzen te bevinden ! Maar neen ! neen ! wij denken er niet aan! Wij zouden hem zeker stel-lig willen, maar wij oordeelen hem onmogelijk zoolang Duitschland niet neêrgeveld is. Wij denken er heelemaal niet aan! Wij willen den oorlog tôt het uiterste, en wij weten lieel goed, wij die de uitputting van Duitschland voelen, welks zonen op 60 of 80 meter afstands van ons zijn in hun holen van stinkende beesten, wij weten lieel goed, zeg ik, dat Duitschland aanmerkelijk naar de laagte gaat en met den tijd onze zaak uitnemend wordt. Denken aan den vrede, er over praten, dat is een misdaad tègen Frankrijk." En ook tegen de andere geallieerde landen. Daar is iedereen het over eens, behalve Duitschland natuurlijk, dat in zijn onver-beterlijken grootheidswaan blijkbaar nog steeds meent, dat het slechts hier en daar wat weeë vredesklankenkoekjes heeft rond te werpen om de meeste geallieerden er op te zien azen. Dat zal niet ga'an, dat zal niet gaan, Ger-mania!...Het vermogen des Kaisers. Paul-Louis Hervier schrijft in ,,La Nouvelle Revue" : „Willielm heeft zijn persoonlijk fortuin weten te vergâren. Kort geleden heeft Herr Bu*/ dolph Martin, een financieele autoriteit, ver-klaard, dat de Kaiser ongeveer 25 millioen rente had, afkomstig van zijn globaal op 500 millioen geschatte bezittingen. Wilhelm heeft gewichtige belangen in de groote Duitsche maritienie maatschappi,jen, in de diamantmij-nen der Duitsche koloniën in AVest-Afrika. Hij bezit wouden en terreinen voor ettelijke mil-lioenen, is medevennoot van industrieele zaken, is eigenaar van het nieuwe restaurant te Sans-Souci, houdt zich bezig met paardenfokkerij in Oost-Pruisen, dis veel oplevert. Hij "doet sterk aan het kweeken van aardappelen in zijn domeinen in Oost-Pruisen. In Hannover is hij direkteur-eigenaar van een zeer aanzienlijke bierbrouwerij. Eindelijk heeft hij te Kadinen een pottenbakkerij opgericht. ,,De Kaiser bezit bovetidien ongeveer 40 kasteelen of villa's, gescliat op meer dan 50 millioen, en huizen te Berlijn, getaxeerd op ongeveer 25 millioen, Zijn domeinen zijn 74 in getal en liggen in zeven provinciën." Die kolossale rijkdom van den Kaiser is natuurlijk heel prettig voor Duitschland. Want wanneer Duitscliland te zijner tijd een zware oorlogsschatting zal hebben te betalen en te uitgepuu is om het te doen, zal ongetwijfeld de Kaiser, van wien wij niet kunnen veronder-stellen, dat hij meer van ziclizelf dan van .,Deutschland ûber ailes und deswegen auch uber den Kaiser" houdt, dadelijk met zijn vermogen bijspringen. Een veelzeggende benceming. Men herinnert zich nog de heldendaden van kolonel von Reuter en jonker von Forstner, evenals de woelige gebeurtenissen welke Sa-verno wereldberoemd hebben gemaj^rt. Niet alleen werden vreedzame burgers zoo n^ar zonder vorin van procès aangehouden, ook de vrederechter werd op het Raadhuis in hechte-nis genomen en kon in vrede eenige stille uren in 't gevang gaan doorbrengen. Al de Duitsche da-gbladen laakten en hekelden — niet het minst de gekende spotbladen, „Simplicissimus" ,,Lustige Blatter" enz. — het optreden der Savernsche helden. Ook werden deze laatsten, tijdens do bespreking der gebeurtenissen in den Rijksdag, door eene overgroote meerderheid af-gekeurd.Dit was natuurlijk een klap voor de Duitsche militaristen ,en vooral voor den Kroonprins, den man met den rammelenden sabel, welke van uit de tribuun van den Rijksdag zijne instem-ming met von Reuter en Forstner liad t© ken-nen gegeven. En wat lezen we nu in d© dagbladen? Een dier twee helden is door den Duitschen keizer tôt generaal-majoor benoomd... Dit heet men in Duitschland: met en voor het volk ro-geeren* De Franschen moeten Vlaainsch ieeren. In acinsluitmg met mijn stuk, onder den-zelfden titel in de ,}Stem" van l/t April ver-schenen, acht ik het nuttig hier het stukje te laten volgen dat ik in een zooeven ontvangen mimmer van den Parijzer ,,Matin" las: Un de nos amis belges vient de nous dire: — Il me semble que les Français ne se rendent pas un compte assez exact des changements qui se produiront après la guerre dans la vie économique de la Belgique. La lutte contre les produits ,,boches", qui a commencé, dans les journaux belges, depuis le 1er août 1914, continuera plus âpre que jamais après la conclusion de la paix. Les commandes que nous faisions en Allemagne passeront, pour la majeure partie, en Angleterre et en France, surtout pendant les premières années, où l'industrie belge, entièrement ruinée et quasi supprimée par l'ennemi, devra se ressaisir. ,,Or les Anglais ne se sont pas contentés, eux, de constituer des comités, composés de commerçants et d'industriels, pour rechercher les articles de provenance germanique auxquels ils pourront substituer les leurs : ils se mettent activement, dans ces comités, à l'étude du flamand. ,,11 n'y a pas à dire! Celui qui pourra s'adresser aux nouveaux clients flamands dans leur langue maternelle aura plus de chances qu'un autre de les conquérir et d'accaparer leurs commandes. ,,11 est vrai que la Belgique est un pays bilingue et que beaucoup dé commerçants flamands parlent français ; mais les Allemands avaient tort bien compris de quelles préférences devaient être l'objet les courtiers et représentants qui sauraient ,,faire l'article" et présenter leurs marchandises dans le dialecte régional. ,,Pourquoi donc les industriels, commerçants et voyageurs français ne se mettraient-ils pas à l'étude du flamand, alors surtout que tant de réfugi's belges instruits ne demanderaient pas mieux que de leur servir de professeurs!" ...Voilà ce que nous disait un de nos amis., qui est, lui, non pas un Flamingant mais un Wallon. Et nous trouvons qu'il n'avait -pas tort. Wat verfatild luidt: Een onzer Belgische vrienden zegt ons : — Het schijnt mij dat de Franschen zich geen al te duidelijke voorstelling maken van de veranderingen die na den oorlog in het ekonomische leven van België zullen plaats-grijpen. De strijd tegen de Duitsche voort-brengselén die in de Belgische dagbladen van af 1 Oogst 1914 ondernemen werd, zal heviger dan ooit doorgedreven worden na het sluiten van den vrede. De bestellingen, die wij in Duitschland deden, zullen grootendeels naar Frankrijk en Engeland gaan, vooral gedurende dé eerste jaren, in de welke de Belgische nijver-lieid gansch te niet gedaan en om zoo te zeggen opgeschorst door den vijand, zich zal moeten herstellen. .,De Engelschen hebben zich niet enkel tevre-den gesteld met de stichting van comiteiten, samengesteld uit kooplui en nijveraars, om de artikels van duitsch maaksel, dié zij door de hunne kunnen vervangen op te sporen, maar ook hebben zij zich in de comiteiten, dapper aan de studie van het Vlaamsch gezet. ,,Er valt niets tegen te zeggen! Hij die zich tôt zijne nieuwe Vlaamsche klanten in hun moedertaal kan richtën zal meer kans hebben dan een ander om ze over te lialen en hun bestellingen te verkrijgen. ,,Het is waar dat België een tweetalig land is en dat vele Vlaamsche handelaars Fransch spreken, maar de Duitschers hebben zeer goed begrepen hoé die fabrikanten en vcrtegenwoor-digers in het voordeel waren. die hun koop-waren in de hcerschende landstaal konden aan-bieden.,,Waarom zouden de Fransche nijveraars, kooplui en reizigers zich niet aan de studie van het Vlaamsch zetten, vooral daar zooveel ont-wikkelde Bëlgische uitgewekenen niet beter zouden vragen dan hun leeraar te zijn!" ... Ziedaar wat een onzer vrienden ons zcî, vriend, die geen Vlamingant, maar een Waal is. En wij vinden dat hij geen ongelijk had. Zidke stukjcs mogen wel, als gewichtige bcschciden voor onze Vlaamsche zaak, wat ■ meer ruchtbaarheid genicten in onze Pers. EDWARD PEETERS. EngeMe hulp voor België Veel inkt is ver,go ten over liet te Brussel ontdekt document van luitenant-generaal Duoarne, destijds chef van den algemeensn staf van het Belgische leger en waarin ver-vat in het gesprek met den militairen attaché van Engeland, kolonel Barnardiston. Ik kon verzekeren dat in d© tweede helft van Juli 1914, gedurende de kermis van Brussel, een Engelsche generaal naar Brussel is gereisd met het voorstsl een Engelsch leger van 100,000 man in België te landen, zelf s maar in geval van bedreiging van wege Duitscri-land. Dit aanbod van den generaal is zoowel door den minister van oorlog, hoofd der regeering als door den koning af-gewezen geweest. De Belgische regeering was van meening dat het aanvaarden van dit voorstel gelijk stond met d© schending van België's neutraliteit. Zij verwees naar een vroeger dergelijk aanbod of beter naar eene bewering van Engeland dat een Britsoh garnizoen de veste Antwerpen zou mogen bezetten zelfs in vredestijd onder voorwend-sel dat Duitschland een gebruskeerden aanval tegen België l^raamde ©n Engeland Bel-gië's neutraliteit moest verdedigen. Ik kan hier bijvoegen dat bedoeld Engelsch generaal ten feestdisch aan het Belgisch hof mede aanzat met den lord major van Londen, di© toen Brussel bezocht. De weigering van de Belgische regeering verwekte zelfs wat ont-stemming in d© Britsche regeeringskringen. Niet waar, België Nvas aan Engeland eij Frankriik verkocht? L d Pî„

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad belonging to the category Oorlogspers, published in Amsterdam from 1900 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods