De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

2135 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 27 August. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Seen on 28 March 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/m32n58dq8b/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

U^fste «Jaargaraé Mo. 59>«s» Vfijdag, 27 Augustus i<s»i9 S Cent DE VLAAMSCHE STEM Lfl Volk zal niet vergaan! ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt macht REDACTIE- EH ADMINISTRATIEBUREELENI KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Teleîoon No. 9922 Noord. Onder leldlng van RENE DE CLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEMEÎSTSPJSIJS (bu vooruitbetaling) : Voor NederJand per jaar p;ld, 6.50 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland, Frankrijk çn andere landen dezelfde prjjzen, met verhooging van verzendingskosten 12V, sent per nummer), ADVERTENTIES: 20 Cent per regel. Leus. «. ^elen krachten zijn en krachten ' da-den worden, fur uit stoute brein een wondre wereld stamfc, tr.,r aroote memschen si a-an en stormen uit liun orden hlifr, ten be-rgtop uit, de bergenziele ylamt, ftaar felle boodschap brandt uit goudge- | vuurde bôrden VAX roode razernij op zwarte muren ramt, fjar heldenhanden hoog het heldenzwaard omgorden, saberouw nocli spijt den strakken arm verlamt, ji3f staan wij, eigenvast, geschoord op beide voeten, Getioôst met onzen kop ons koppigheid te boeten î- lachen op die spuwt en spuwen op die lJ lachtî r.r sfcaan wij, taai en trctsch, bij-zelf - genade vorsten, ■jdurven, één alleen, wat duizenden niet dorsten, h zwaaien door den wind de losse vaan der kracht. RENE DE CLERCQ. —«ag»* ® f/at wij wlllen. tlk woord, elke daad kweeken ons vrien-k çd vijanden. Goed zoo: er gaat een liât van ons uit- De oudmodemenschen zien versteld en :cken vrucktedoos om naar den steun va.n ■3 roekeiooze 6toutmoedigheid. Onge-wu langs steegen rotswand op te stijgen, inlelen ze, voet voor voet, hun stille we-u Tobrt,' en kunnen Iiet iiiet wij s worden, :eiemand zooveel moed en nioeite wil op-iim om, boven hun hoofden uitkijikend, n harden gang te gaan der Pliclit. Ji, we wilien hooger ! on klimmend steu-e: wij op niets en niemand, tenzij op 't xie rôcht van onze zaak, op de oude ster-f:de traditié, en op 'het eerlijke volk dat ;iet goede recht gelooven zal zoodr-a het c bekend is. Wij gaan vooruit naar de opene oprecht-îid, de bewuste vrijheid, het fiere nieuw--en van een arm vertreden doch moedig •injzend volk dat sterk moest worden Mr strijd en heerlij' door vrede. Wij springen wie nood roept ter liulp, i vrie zijn hand op&teekt redden we uit den (grond. De cnderdrukkers, afpersers en vngdknden, de vleiers, smeekers en bevers nakken we omv-etr en gooien ze in den ■ 2 van het schadelijke i_ onnutte, totdat : in het vlakke Vlaamsche veld niets meer i;re dan onafhankelijken, moèdigen, ster-n, gcesfcvollen en kartrijken. En daartoe eerbiedigen wij een breede ligie die strookt met het ziellerven van >-< volk, bestrijdend buiten eu binnen i":n solioot degenen die ze uit baatsuclit erdcdigen. En daai*toe steunen we met ù ea schouder al wie krachtig ijvert voor ! stoffelijke opbeuring van den kledneren ;;-D. Daartoe eischen we een stevig onder-ijs aan elk en al in de ta al van bet volk — die moet verjohgen en verrijken, met 0 grondslag, bescbaafde, zuiver uitgespro-- algemeen Nederlandech., en als door- cen beperktan invloed van aile levende -àton. Die taal wilien we zien keer--•i in. iuis en in scbool, voor kerk en w staat, we wiilen ze hooren, gaaf en van al onze reohters, onze officierem, :y- leeraars, onze Kamerleden, onze Esters ; wij wilien ze hooren op den In kunst streven we naar dit ! dat de breedste interniationale ge-vereenigt met een diep vaderlandsch v°8l, een uiting zookt door oorspronke-Ni frissche beeldingslo-acht. In politiek politiekerij hebbea we een afschuw 'denken we het eerst aan Yla-anderen, ^nia en daarom aan België; we zijn niet ; blinde volgelingen va,n blinde of ziende maar sterkbewust ons zelf, en hou-E- met dezulken die de zegepraal van ^ ideeën bevorderen, zijn ze ditmaal links, andermaal van rechts. Allerminst ^nen wa huichelaars en bel avers uit nood eni en wie niet recht in zijn schoenea ^ ^a-pp&n we ongenadig op zijn teenen : Redhtzinjmg'heid, R-eohtvaardigheid, Recht, Reoht ! Heine menechen in dezen grooten ..B'i ^ez6n dubbelen nood van VLaa,ndereu I36 stérke zelfstandige Regeering op, brekend met een. onvlaamsch en bijge- 1 0nvaderlandsch verl-oden, de recht-, zaak va-n het volk grootmoedig j?j y^or den Koning vaai de Plioht 1 i ^ herleve d i vrij in de wereld, ^Meren vrij in België ! wilien wij ! E" met dit programma «n v/ij ten strijde op, zsondeir aarzelen, ZV7ichten, zonder opzioht van vriend |i.j > hardnekkig trotsch en fanatiek, Van de overwinning en desnoods ' 00st met onzen kop ons koppigheid Y] te boeten 1 eren ^1 vrij spijts ailes ! R. d. O. ie kwaoen zien beneên de transem pe LEEUWEN dansen! Cezelle. Onze Taal te Brussel. Blijkens de officieele gegevens telde Brussel op 1 Januari 191L 695.185 inwo-ners ; hiervan waren niet minder dan 477.381 Nederlandsch-sprekenden. Dit verpletterende overwàcht van het Vlaamsche element in de hoofdstad was de Brusselsche gemeenteraad er in geslaagd, met de welwillende hulp van het Staatsbe-stuur, te verbergen onder een laag Fransch vernis. Zoo werd Brussel ,,verbeule-manscht". De Flaminganten echter teeken-den protest aan en da.uk zij de medewerking van mannen als Buis en Max konden zij ten minste aan de oppervlakte de tweefcaligheid doorvoeren. Maar het Nederlandsch w^rd nooit in werkelijkheid met het Fransch </e-ly/cgesteld.Het weinige dat door de Vlaamsche actie te Brussel bereikt -was, is nu ook tijdens den oorlog verloren gegaan. Onmiddellijk na den inval der Duitsche legers in België, was het eerste werk van den Brusselschen gemeenteraad, de twee-taligheid met de voeten te treden. In de plaats van de vroegere tweetalige berichten kwamen eentalige, Fransche. Nu krijgt men nog wel hier en daar tweetalige, Fransch-Duitsche kennisgevingen te zien, maar het Nederlandsch... is er uit ver-dwenen.Onlangs verlangde Dr. Pleitinck, een be-kend Vlaamschgezinde, dat zijn identiteits-bewijs in het Nederlandsch zou worden iii^ gevuld. De stadsambtenaar, tôt wien het verzoek gericht was, antwoordde hem vlak af : ,,En allemand, 6i vous voulez; mais pas en flamand!" Onlangs 6tuurde de nieuwe bestuurder van den ,,K.oninklijken Vlaamschén Schouwburg", de heer Van de Eerckhove, zijn verslagen en contracten ter goedkeu-ring aan den betrokken Wethouder. De stukken kwamen terug met het bijschrift : ,,En français s. v. p. !" Volgens dezen Brusselschen vroeden vader moeten dus contracten tusschen den bestuurder van den Vlaamschén stadsschouwburg en de machi-nisten van dezen schouwburg gesloten, in het Framcli zijn gesteld ! Dezer dagen publiceerde de heer A. Clau-waert, bestuurder van de Vlaamsche Too-neelschool en van de Vlaamsche liederavon-den voor het Volk, een open brief in de ,,Gazet van Brussel", waarin hij er over kloeg, dat hij zich vruchteloos tôt driemaal toe schriftelijk in heb Nederlandsch- tôt den Raad gericht had voor zaken betreffende de liederavonden. Eerst op zijn derde schrij-ven kwam esn in 't Fransch gesteld w e i-o- e r e n d a-ntwoord toe: wat de liederavonden de vorige jaren steeds was toege-staan — voor de leergangen van een ge-meentelijke zaal gebruik te maken — werd hun hiermede ontzegd. In de trams werden de tweetalige, Fransch-Nederlandsche, berichten weg ge-nomen en door uitsluitend Fransche ver-vangen.Zoo ziet het er uit te Brussel met de taal der meerderheid van de bevolking — tijdens den oorlog. Tegen aile recht en wetten in wordt het Nederlandsch verstooten, ge-smaad en verdrukt, terwijl aan den User duizenden Vlaamsche jongens staan, die hun bloed veil hebben... voor de vrijheid! Wie zal er zich over verwonderen dat, waar zulke schandelijke toestanden een uit-daging zijn van ons volk, er roering komt in de Vlaamsche gelederen ? Wie wind zaait moet immers storm oogsten. H. DE WANDELEIRE. Oorlogsgepeinzen. III O spotternij vau het leven! Heisse Doktor, bin Magister gar Und ziebe sohon an die zehen Jahr, Herauf, fierab . und quer und krunim Meine Schiiler an der Nas'herum. Ik heb een proefsohrift gemaakt over een Duitsche schrijfster, ik onderwijs de Duitsche taal en letteren aan de Leuvensohe hoo-gesohool, ik heb Duitscliland menigmaal lee-rend en bewonderend beredsd, ik heb mijn boekerij vol Duitsche boeken, ik heb zelf een reâsboek gesohreven over Duitschland, ik heb in Duitschland vrienden en kennisen, ik was van plan een deel van dit zomerverlof aan den heerlijken Neckar te slijten — en daar, op een siag en een keer verklaaxt zich Duitschland tôt den vijand van het land waar ik thuis hoor en overrompelfc het met oorlog... Da steh ich nun, ich armer Tor! En opeens schiet ik in een bitteren lach, wijl ik denk aan de beroemde ,,Deutsche Treue". Er is in Duitschland geen vaderlandsch redenaar die ze niet verlieft, geen diohter die ze niet bezingt, geen schrijver die ze niet te pas en te onpas verheerlijkt. De ,,deutsche Treue" is het stokpaard van aile schoolboeken en aile jeugd- en volksopvoeders. Wie veel in Duitsche ge-schriften werkt, wordt er op den duur mis-selijk van, zoo als de ,,deutsche Treue" hem duizelingwekkend omgoochelt en ombromt. Men moet zich te weer stellen met al de machten des geestes of men ondergaat de dwangvoorstelling, dat Duitsobjand de oer-bodem en bakermat is der Trouw, der ver-knoohtheid aàn het eens verpande woord, en dat daar Buiten in de' duisternis on trouw, wo'ordsohennis en eerloosheid hoogtij vieren. Ik zelf, in mijn lessen over Duitsche letteren, heb altooa geraeend dat het groote volksepos, het Nevelingenlied. het zegelied was der ,,deutschen Treue". De ,,deutsche Yreue" lijkt de spil en de drijfkracht van het; gansche heldendicht. Uit grimmige trouw aan haar door Hagen vermoorden Siegfried, zint Kriemhild op wraak, her-trouwt zonder liefde met Etzel. Koning der . Bfunnen, en lokt al de Nevelingen, de Ko-ningen met hun volk, #aar een feestgelag dat voor hen verloopt in een bloedige slach-ting. Al de helden, de een na den ander, ook de edele onschuldige Rudiger van Beohfern, worden onverbiddelijk meegesleept in den ontzettenden doodendans, meegesleept door de ,,Treue" die hen bindt. O ,,deutsche Treue, deutsche Treue", zijt ook gij een hersenschim ? Of hebt gij werkelijk bestaan en zijt ge reddeloos zoek geraakt gelijk de ,,blaue Blume" der Romantiek? Want waarlijk het kan toch geen ,,deut6clie Treue" heeten, wanneer een Duitsche Rijks-regeering een traktaat verscheurt als een vod papier en meineedig een land overwel-digt dat haar trouw heeft vertrouwd. Zoo een daad draagt buiten Duitschland andere namen, en wie ze doet is geschandvlekt voor eeuwicr. Praat me niet van ,,noodweer". Want wie zal me bewijzen dat ,,noodweer" daartoe praamde \ En nooit heeft het doel de mid-delen geheiligd, nooit heeft noodweer het recht geschonken op den moord van onschul-digen. Beken liever dat ge jaren lang België gehouden hebt in een zoeten waan, ge-paaid hebt met valsohe betuigingen van welwillendheid en nog val6cher glimlachje6 van vriendsohap, en ondertusschen strate-gàsche spoorwegen hebt geleid naar z|jn grens en aan uw officieren hebt geleeraard dat de naaste inval in Frankrijk ala de bliksem over België moest gaan. ,,Deutsche Treue, deutsche Treue !" De trouw mag in Duitschland hebben gewoond, daar zoo goed als op menige plaats in Gods wereld, maar stellig niet in Pruisen, in het land der eigendunkelijke, botte, ijzer-vretende jonkers, in het land dat zich gevoed heeft met roof en geweld, in het land dat onder de leuze van Eenheid al de oud-Duiitsche gouwen heeft gekneoht. Wee u, Duiteche gouwen, dat Bismarck heeft ge-leefd en geheersefit. Die heeft de ,,deutsche Treue" gedood en de ,,Realpolitik" op den troon geheschen. Realpolitik, de politiek van het elfde gebod, van houd wat ge hebt en pak wat ge krijgen kunt, de politiek van macht is recht en al de rest is larie. Die politiek heeift van aile Duitsche jongens soldaten gemaakt en heeft hun zoolang voor-gezongen van ,,Deutschland iiber ailes, uber ailes in der Welt", tôt ze zwijmeldron-ken zijn geworden van hoog- en overmoed, tôt ze, onder het geleide van den krankzinnigen Nietzsche met zijn krank-zinnige ,,Herrenmoral", zijn gaan wanen dat ze aile andere volken als minderwaardig moesten gaan overbazen en besohaven. Alsof ze niet gemoeg te doen had-den met eerst zich zelf te beschaven. Wanb men is nog niet besohaafd wanneer men zijn hersens heeft volgepropt met allerlei ge-leerdheid, wanneer men een 6taat heeft ge-bouwd, die in al zijn geledingen wel feilloos werkt maar als een machine zonder geest of wil, wanneer men de wereldmaVkt kan overvoeren met meestal slecht en goedkoop tuig. De beschaving zetelt in gemoed en ka-rakter en niet in vanbuitenweterij, ' zelf-verkrachtende tucht en handigheid. In deze gekerstende wereld bestaat beschaving in geadeldheid der ziel door liefde, in vrijo waardige plicht6vervulling jegens God, zicii-zelf en zijn evénmensch. En bij mijn weet heeft het Duitsche volk het hierin nog niet ver genoeg gebraclit om zich het reoht te mogen aanmatigén andere volkeren, en dan nog wel met kanonnen voorop, de les te lezen. In geen geval wordt beschaving op-gedrongen door geweld, ze wordt alleen mee-gedeeld door geduldig leerende en vormende liefde. De Duitscher worde eerst groot in de liefde eer hij vreemden ga beschaven. Hij leere daarom ophouden met te kwispelstaar-ten naar omhoog en te blaffen naar omlaag, met te flikflooien bij zijn meerdere en te snauweh tegen zijn mindere, zooals de bui-tenlander gemeenlijk overtuigd is dat hij doet — anders stuiten al zijn bescliavings-pogingen af op weerzin en verzet. JOZEF DIS COCK. (Wordt vervolgd.) i r- lâfîaB _ janrraoswuiems, De Vader der Vlaamsche Beweging. Vervolg van Nr•. 195. Het was de tijd. van Wi llem s' grootste ontwikkeliiig. Men was van het fransche juk ontslagen, en een tôt nog onbekend leven stnoomde door de aderen dei* jeugd. Het taal- e<n dichtlievend genootscihap telde jn zijn schoot een aantal veelbelovende jonge-lingen, die onderling wedijverden om de letterkunde tôt eene hoogte op te voeren het herlevend vaderlai 1 waardig. Eeine aan-eenschakeling van oorzaken, waaronder ik ivoornamelijk stel het gémis aan een samen-hangenden Vlaamschén boekhandel, en de ongehoorde verwarring in de spelwijze onder de zuid-nederlandsche sohrijvers en school-meesters, eene aaneenschakeling van oorzaken zeg ik, maakte dat die pogingen in hare uitwerkselen bepaald bleven tôt de plaatsen van waa-i ze uitgingen. Willems gedichten en tooneelstukken waren buiten Antwerpen, en misschien eenige omliggen-de dorpen, niet bekend; doch hem was de roem beschoren de Nederlandsclie gewesten door taal- en letterkunde aan elkander. her aan te sluiten, en zoo het werk te helpen vol-trekken, waarinDe Vries en Siegenbeek eene gaping gelaten hadden. "ran 1819 tôt 1824 gaf hij uit eene ,,Verhandeling over de nederduitsche taal- en letterkunde, opzich-telijk de zuidelijke provinciën der Neder-landen". Moge dit ~ thans niet meer aan de behoefte vol doen, het was en blijft nog een allerverdienstelijkst gewrocht, en tôt nog toel) het eenige van dien aard, dat de geschiedenis der nederlandsclie letterkunde in onze gewesten tôt aan de tegenwoor-dige eeuw voert Dit werk begon met een fraai dichtstuk Aan de Belgcn, en werd gesloten met eene merkwaardige verhandeling ,,Ovrr de hollandsche en vlaemsche schrijf- .1) 1846 w wijzen van het Nederdwitsch",-vijnde een antwoord op eene prijsvraag door het Brus-selsch genootschap Concordia uitgeschreven ; doch hetwelk onibe<kroond bleof, als de vraag niet volkomen bean/twoord hebbende in den zin dat het genootschap gaarne verlangd had. Deze verhandeling droeg een verzoe-ningsstelsel voor tusschen de uiteenloopen-de 6chrijfwijzen, welke sedert eenigen tijd van den eenen kant in Holland, van den anderen in Vlaanderen en Brabant geldend waren. En ofschoon Willems' stelsel bij sommigen, als de nationale eendracht scha-delijk, bij anderen als te ,zeer Hollandsch afgekeurd, dèstijds door niemànd in Zuid-* Nederland gevolgd werd, diende het even-wel, na de gebeurtenissen van 1830, voor band der letterkundige eenheid tusschen noord en zuid, en werd het op weinig- na bij het krachtvolle taalkongres van 1841 aangenomen. Deze verhandeling met hare aanhangsels was te gewîchtig «en had eene te merkbare strekking om niet hoog geprezen of h^vig aan-gevallen te worden. Ze versehafte aan Wil lems verscheidene vrienden onder Hollands aanzienlijkste geleerden, waaronder wij ons vergenoegen te noemen den minister F a 1 c k, de professoren K e m p e r en Siegenbeek, de D e Vriesen en den grooten Bi lder-d ij Je, terwijl in de Antwerpsche bladen de hevigste aan val le n tegen het werk en deszelfs schrijver gericht werden. Franscbgezindheid en \rroomheid weerden zich om het> meest tegen hetgeen zij den vijandelijken aanval op Belgische zeden en geloof waanden. Het was inzonderheid de eerwaarde heer Beulens die dacht dat het Katholiek geloof on recht was aangedaan, omdat Willems bewees, het-' gene thans voor een ieder zonneklaar is, dat sedert onze staat&beroerten in de XVIe eeuw de poetische geest en de taalstudie onzer gewesten verlaten liadden om zich aan de oevers van Amstel en Maas neder te zetten. De aan-jrallen werden nog versterkt door degene van ien aiiders zeer aclitenswaardigen heer T h ij s, gewezen ' Norbertijner monnik, in een Ant-werpsch blad gevoerd, en herhaald in zij ne Verhandeling over onze Nederlandsclie Taaln. i Willems bracht aile zijne tegenstrevers tôt zwijgen : zijne stevige redekunde trouwens maakte hem tôt een geducliten kamper in het twistredenen, waarvoor hij overigens zoo veel bekwaamheid als neiging toonde. Thans kreeg onze schrijver de lianden rnim. Het Staatsbestuur had zijne verdiensten rijke-lijk beloond met een ontvangerspost in zijne woonplaats, waar hij vroeger reeds dooi\ het vStedelijk Bestuur de post bekwam van hulp-archivarius. De poëzie, die hem voor liefde en vaderland zoo menig schoon gezang liad inge-geven, lokte hem nogmaals in haar gebied : Jiij vertaalde in fiksche alerandrijnen het la- ' tijnsch gediclit van De Meycre op den toren-brand van Mechelen, en schreef de schoone j romance Maria van Braband en de legende Fenelon en de Koe> Doch hoe gelukkig ook bedeeld, Willems was te wetenschappelijk, en zeggen wij het tôt zijnen lof, zijn leven was te veel een strijd met menschen die op ailes wat onze taal betreft te zeer met verachting | nederzagen, dan dat hij ernstig eene hoogere vlucht had kunnen wagen. Inderdaad nauwe* lijks hadden, na .eene korte ruste in het ko-ninkrijk, Katholieken en liberalen elkander den kus van vrede gegeven, of een nieuwe kruisvaart daagde op tegen de taal, en nu stond Willems zoo goed als alleen op de bres. In die tijden was het mode bij de oppositie zich te gedragen als of men geen Nederlandsch verstond : Willems nam de Fransche taal bij de hand om eenen pennestrijd te voé* ren met de heeren De S t a s s a r t en Van de W e y e r, en met het toenmalig hoofd der liberale oppositiebladen, den Cqurrier des Pays-Bas. Intusschen was hij niet stil gebleven met eijne eigenlijke Hterarische werkzaamlieden, welke thans meer en meer een taâl- en oud-heidkundig karakter aannamen. Behalve het Historiscli Onderzoek, rakende de openbare plaatsen van Antwerpen, in 1828 verschenen, begon hij in 1827 aan de uitgave zijner ,, Mengelingen van historisch-vaderlandschen inhoud" welke hij bij aïleveringen tôt in 1830 voortzette. Den 20 Juli 1627 werd de Konink-lijke Commissie voor 's lands geschiedenis inge-richt, en Willems tôt lid er van benoemd, te-gelijk met de heeren B e r nh a r d i, De Reiffenberg, Raoul en Van de Weyer. Aan Willems viel de uitgave te ■beurt van het middeleeuwsch heldendicht ,,de Slag van Woeringen", waarvan de 5535 eerste verzen gedrukt waren, wanneer de omwente-ling uitbarstte en het werk van onzen letterkundige onderbrak. Willems had in zijne rechtzinnigheid te vurig de Nederduitsche nationaliteit voorge-staan, dan dat de omwenteling zich niet aan hem wreken zou. Zij stond reeds voor de poorten van Antwerpen, wanneer hij haar nog in heure eigene taal durfde aanranden. De volgende, niet algemeen bekende, fabel ver-scheen op 't laatst van 1830 in een Antwerpscb dagblad : La séparation des rats et des souris. Un jour (c'était, je crois, vers la fin du mois d'Août,) Quelqu'un du peuple rat, regorgeant de richesse,Ne trouvant plus, dit-on, le fromage à son goût, Voulut à toute foroe un manger d'autre espèce : ;,C'en est fait, disait-il, levons-nous, mes amis! ,,11 faut nous séparer de ce peuple souris! ,,Trop souvent divisés, n'habitoii6 plus ensemble,,,Partageons la maison; c'est bien ici le cas; ,,Les souris vivront bien dans le haut, ce me semble, ,,Et nous serons heureux quand nous serons en-bas. ,,En avant!" A ces mots quelques-uns applaudirent,Et déjà de leur trou beaucoup de rats sortirent,Quand un des plus anciens sur ses pieds se dressa, Deux fois sourit, deux fois toussa, Puis, secouant la tête : ,,Concitoyens, dit-il, gardez-vous d'obéir! ,,Nous sommes bien ici. Je ne suis pas si bête ..Pour aller à la can^e, ou Dieu sait, m'établir. Est-ce un si grand malheur si parfois l'on se brouille ,,Quand du reste on est libre et qu'on peut se nourrir ? ,,Si du fromage on nous dépouille, „Qu'aurons-nous à ea place? On mangera la houille. ,,Restons!" Et l'on resta. Cfet avis est d'un sage Pour la houille il faiit pas quitter le fmmajie. F. A SNELLAERT '{Wordt vervolgd.) KLEINE KRONIEK Kern. Beoefent uwe tael en leert de gewrochten er in geschreven boven aile andere liefhebben. F. A. iSNELLAERT. De gewaando echtgenoot. Blijkens de verlieslijsten sneuvelde in een gevefcht op 15 Juli aan de Dardenellen geleverd de sergeant Herbert Dandy, wiens gezin te ' Manchester woont. Drie weken nadat de ver-lieslijst, dit sneuvelen meldend, was gepubli-ceerd verscheen sergeant Dandy te Manchester bij zijn vrouw. Hij, de doodgewaande, werd natuurlijk met opén armen door zijn vrouw ontvangen. Maar toen hij een week lang thuis was geweest begon mrs. Dandy eenigen twijfel te gevoelen of de met zooveel blijdschap ontvangen teruggekeerde toch wel haar echtgenoot was en het slot van de historié was, dat ,,sergeant Dandy" voor den rechter moest ver-scliijnen, onder aanklacht zich valschelijk te hebben uitgegeven als de echtgenoot van mrs. Dandy. De politie had te voren een aantal sol-; daten van het regiment van den echten sergeant Dandy met den beschuldigde geconfron-i teerd en allen verklaarden dat de man f die zich uitgaf voqj* Dandy deze niet was. Mrs. Dandy verklaarde voor de rechtbank, dat zij in Mei het laatst van haar echtgenoot die toen aan de Dardanellen was, iets h$d ge-hoord. Zes weken geleden zag ze dat haar t buurman, een zekere Dullon, stond te praten met een man in soldatenuniform. Zij vroeg den heer Dullon ,,Wie is dat?" en hij antwoordde: ,,Dat is Herbert". De getuige antwoordde: Welneen!, want ze vond dat de man zeer was veranderd. De man echter kwam bij haar in den winkel en zeidé: ,,Ik ben blij thuis te zijn, bij vrouw en kinderen", en begon te schreien. Zij zeide toen: ,,Dan ben je al zeer veranderd". Dacht ge, vroeg de rechter, toen op dat oogenblik dat hij uw man was? Eenigs-zins wel, de man zeide dat hij zoo ontzaglijk veel had doorgemaakt en dat dit iem'and wel moest verânderen. „,Toen ik hem naar enkele dingen vroeg, zeide hij dat hij zijn geheugen kwijt was." Hij omhelsde haar en toen de bu-ren binnenkwamen wisselden ze handdrukken met elkaar. En haar schoonzuster, die ze had laten waarschuwen, vloog den man onmiddellijk om den ha-ls. Hij vertelde dat hij van een hospitaal kwam en een week verlof zou krijgen om bij zijn vrouw te vertoeven. Dat hij een soldatenuniform droeg kwam omdat hij uit een vorig hospitaal was weggéloopen en de uniform van een ander had aangetrokken. Door aandrang van buren en familieleden werden de laatste twijfelingen bij mrs. Dandy weggevaagd. Men was te blij den reeds verloren gewaande terug te hebben en was volkomen overtuigd dat alleen de geweldige schok op het oorlogsterrein ondergaan den man zoo zeer had veranderd. Maar ten slotte waren allen nu wel overtuigd dat de man niet de sergeant Dandy was. Wie hij dan wel was, kwam voor de rechtbank een zekere juffrouw Hall verklaren. Zij deelde mede dat de man haar echtgenoot was en George Parkin Hall heette. In het begin van dit jaar nam haar man dienst als soldaat. Mej. Hall bleek ter terechtzetting meer ver-ontwaardigd op mrs. Dandy dan op haar eenigszins lichtzinnig%n echtgenoot. Het is wel raar dat iemand haar eigen' man niet kent, meende ze. Gij zijt even slecht als hij. Ik zou mijn man wel uit honderd kennen. 'Miss Kobhouse. Onlangs behelsde een Afrikaander blad —; Ons Land of Volkstem — een bericht, waarin stond daA mej. Emily Hobhouse, uit> ; den Boerenoorlog welbekend door wat zij voor de Boerenvrouwen en kinderen in de concen-tratiekampen en na den oorlog voor industrie onder Boerenvrouwen heeft gedaan, na een reis door België tôt de uitspraak was gekomen, dat de Belgische vrouwen niet half zooveel te doorstaan hadden «als indertijd de Boerenvrouwen en zij haar beproeving ook niet zoo waardig droegen^ Mej. Hobhouse schrijft ons nu, zegt de ,,N. R. Ct-.", dat het heele bericht een verzin-sel is, gelijk al dadelijk hieruit kan blijken, dat zij als Engelsche in dezen tijd niet door België kan reizen. Haar gezondheid zou het haar bovendien niet hebben veroorloofd. Wat een legerdivisle opeet. —• Welke is de hôeveelheid vleesch, zegt de ,,Temps", die een legerdivisie in een jaar tijds verorbert ? Van .6 Aug. 1914 tôt 6 Aug. 1915: 3,000,781 kilo vleesch, waarvan de gemiddelde waarde 4,970,959 francs beloopt. Men'heeft het aantal kilo's van niet eerbaar vleesch op 20,061 gescliat. In 't gelieel zijn 19.555 dieren geslacht. Het leer'en het haar bracht een som op van 213.068 francs. Cedenatureerde electrische stroom. Wij kennen hier onze gedenatureerde spiri-tus, die een spéciale behandeling heeft ondergaan, om niet meer geschikt te zijn voor dorstige kelen. In Italië bestaat iets dergelijks bij den electrischen stroom. Voor enkele jaren werd er een belasting ingevoerd op gas en electriciteit, voor zoo ver zij dienden voor ver-liclitingsdoeleinden. Electrische stroom voor kracht werd echter niet belast. Prof. Arno, hoogleeraar aan de Technische Hoogescliool te Milaan, heeft thans een eenvoudig middel ge- | vonden om krachtstroom zoo te verânderen, dat hij de motoren lustig kan doen draaien, maar niet meer in staat is, ook maar één lampje te doen gloeien. Men schijnt de J methode-Arno reeds toe te passen. Vijftfg jaar draadlooze telegrafie. De New-York Herald" kwam dezer dagen, deelt de ,,N. Crt." mede, herinneren aan het feit, dat de draadlooze telegrafie nu juist vijftig jaar geleden was uitgevonden. De eer voor deze ingenieuze vinding komt niet den Italiaan Marconi toe, doch den Amerikaan Loomis, heet het. Als bewijs voor deze be-weringen beroept het blad zich op de oude acten van de congresverhandelingen te Washington, waaruit blijkt, dat Loomis in 1869 aan het Congres verzocht om een subsidie van 50,000 dollar om zijn uitvinding, in 1865 go-daan, waardoor men in staat was, zonder draad te telegrafeeren, verder te kunnen uit-werken. In de toelichting zette hij uiteen, dat hij erin geslaagd was in plaats van draad gebruik te maken van de aarde en van de atmos-ferische electriciteit voor de stroomleiding. De toenmalige leden van het Congres konden Loomis niet begrijpen. Tôt een beslis^ipg kwftm het niet en de quaestie raakte in vergetelheid. Pas toen Loomis op 30 Juli 1872 een patent op zijn uitvinding vroeg, herinnerde men zich de zaak en stond président Grant de gevraagdo som toe. Loomis heeft het geld echt0r nooit ontvangen. Prof. Leonidas. Professor Leonidas, een Griek, die in tingel tangels met honden en katten werkt, heeft û Engeland ondervonden, dat de oorlog de teer-hartigheid van den mensch niet opheft. Hem werden voor den politierechter van West-Londen allerlai wreedheden ten laste gelegd. Hij liet een kat «staan met de voorpooten op de leuning van één stoel, en de achterpooten op de leuning van een anderen, ei. honden over het dier heen springen, met het gevolg dat de kat doodsbang werd. Het eind was, dat een hond de kat aanraakte en beide met stoelen en al op den grond vielen. Dan was er eén hond, die kreupel ging en toch springen moest, en zoo voorts. Leonidas was al cens vroeger bestraft en kreeg nu £ 10 boete of 54 dagen gevangenis. Een zieke kat werd hem ontnomen. Nieuwe wondbehandeling. De Russische dokter Paschkof, die het grootste deel van zijn leven onder de kozakken heeft gesleten, maakt meldinç van een hoogst eenvoudig en tevens gemakkelijk toe te passen middel bij houw- of steekwonden, onmiddellijk nadat zij zijn toegebracht. Het bestaat daarin, dat men de wond met een dikke laag stof be-dekt, die men vcrkrijgt door het verbranden van een stuk katoen of linnen. Daarna. moeten met een zwachtel de wondranden sterk tegen elkaar gedrukt worden. Van 28 gewonden, die dr. Paschkof op deze wijze behandeld heeft, waren 26 in betrekkelijk korten tijd weer ge-nezen zonder dat er in de wonden ettering was ontstaan. De toekomst van België. ^Ondanks al het gesclietter aan de andere zijde ^ van den Kijn, wordt de toekomst van België door de kapitalisten niet al te ongunstig beschouwd. Een telegram door de ,,Information" ontvangen, geeft voor de geldmarkt de volgende waarden aan: De 4 %^ Belgische leening voor den oorlog afgesloten à 99J proc. en à pari aflosbaar in 1917, vindt koopers in België tegen 98 francs; de andere leening, aflosbaar in 1919, gold 97 francs. I^e oude Belgische rente à 3 % is ge-daald op 68.75 fr. Ook vinden de Belgische handelswaarden afnemers, doch geen enkele t'ransactie is voor Duitsche waarden te vinden. De 3 % Fransche leening geldt 68.50, amorti-seérbaar à 75. Orgeltonen in de open lucht. Op de Wereldtentoonstelling te San Francisco bevindt zich ook een reusachtig pijporgel. Het dient om zangers te begeleiden, en voor dat doel schijnt het zeer geschikt. Daarentegen Jeent het zich minder voor het geven van een orgel-concert, omdat de tonen, ondanks de énorme capaciteiten van het instrument, te zeer verzwakt worden. Het orgeL staat n.J. in de open luclit. in een soort stadion. Door een voor-bouw tracht men het geluid nlog wat te versterken. Er zijn meer open-lucht-orgels geweest, maar telkens vielen ze tegen. Enkel^ Ameri-kaansche accoustiek-specialiteiten beweren echter, dat het orgel veel beter zou klinken, wanneer men aan het eind van het concert-terrein een klankbord had laten maken, dat het geluid als het ware weerkaats±e. Ostroleçska. In een der officieele berichten van Duitsohe zijde werd melding gemaakt van de bezetting door de verbonden troepen van de versterkin-gen van Ostrolenka, op den noord-wostelijken oever van de Narew. De naam van deze kleine Poolsche jtad is bekend uit de krijgsgeschiedenis van de negen-biende eeuw. In 1807 kwam het bij Ostrolenka tôt een bloedig treffen tusschen de Franschen m Russen. De Franschen behaalden de overwinning in dit gevecht, 't welk onmiddellijk op den slag van Eylau volgde." Belangrijker is echter de slag bij Ostralenka, die den 26en Mei 1831 plaats vond. Hefc was do bloedigste van den Poolschen onafhanke-lijksoorlog en na dien van Grochow het rijkst aan gevolgen. Diebitsch heeft weinige dagen voor zijn dood bij Ostrolenka over den Poolschen generaal Skrzynecki een volkomen overwinning behaald. Ook in de gedichten. waarin de Pookche vrijlieidsoorlog verheerlijkt wordt, spelen de lieldendaden, welke de Poleh in den strijd tegen de Russische overmacht bij Ostrolenka verricht hebben, eèn groote roi. In de Poolsche volksliederen komt de naam Ostrolenka tekens voor, en de ,,Polenfliichtling" van Nikolaus Lenau, die door de woestijn rijdt, ziet zich in den droom weder verplaatst naar cle velden van Ostrolenka . Cadorna contra A. Conrad. De Duitsche generaal A. Conrad is onla-ngs benoemd tôt generalissimus van de Oosten-rijkscli-Duitsche strijdmaoht, die te velde trekt begen de Italiaansche legers, waarvan Cador-aa de aanvoerder is. Hier staat dus A. Conrad tegenover Cadorna : letter om letter, oog )m oog, iand om ta-nd ! Engelsche schrijvers aan het front. Rudyard Kipling is op 't oogenblik aan het front in Frankrijk en Hilaire Belloc zal er weldra zijn. Dit kort bezoek der twee beroemde schrijvers aan de slagvelden van het Westen geschiedt naar aanleiding van een uitnoodiging van de Fransche regeering. Ook de romanschrijyer H. G. Wells heeft een uitnoodiging ontvangen. Rudyard Kipling heeft een tocht een tocht langs het westelijke front gemaakt, waar hij door de Engelsche, Fransche en Belgische generale staven is ontvangen. Hij h?eft Soissons en Reims bezocht. d'Annunzio. Volgens een Napolitaansch blad is d'Anunzio in het bezit van de meest uitgebreide garde-robe, die ooit aan een literator hee^t toebe-lioord. Wandelhandschoenen 48 paar, avond-handschoenen 24 paar, 8 violette en 10 groene parasols, 150 dassen, 72 overhemden, een ontcl-baar aantal lioeden, pakken en costumes zîjn het gelukkige materieele bezit yan den diçhter*

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad belonging to the category Oorlogspers, published in Amsterdam from 1900 to 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods