Gazette van Gent

1240 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 21 August. Gazette van Gent. Seen on 18 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/wh2d798t0d/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

247e JAAR. N' 196 B. § ûlHTIBMm VRIJDA&, 21 AUGUSTI 1914 GAZETTE VAN GENT >«| INSCHRIJYIXGSFRIJS : VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE ~B£eu ja*r fr. 12-00 Ben jaar fr. 15-0 ronr I (j inaimdan. . . . . » 6-50 6 maanden. .... » 7-3 hoon I 5 iimanden 3-50 3 maanden » 4-G cket'B ~^r°or Rolland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNO^CENBLAD Gestîeht in 166? YELDSTRAAT, 60, GENT Ve lurèden eyn oprn van 7 ure 's morgends tôt & wn*s avçnds* TELEFOON nr 710 De mschrijvers buiten de stad Gent moeten huit abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats» DE EUROPEESCHE OORLOG IDE -VEE=Î.IC3L.A.R.II<arG- IDEiRL REGESRINGr DE OORLOG DE TOESTAND et Internationaal Eecht en de bezette Steden De Intocht der Duitschers te Brussel 33© Vloot dLer Vertoonclenen PSGHILLIGE TIJQINOËH van liai QQRL10SI£RRE!N Ile toestand Donderdag 1 ure 's morgends. OfFICIEELE VERKLARING. îa een kabinetsraad, waarop tegen-ordig waren de heeren ministère en latsministers, heeft de regeering gis-en donderdag de vol g en de officieele dedeeling gedaan : In den loop van den dag van 18 augusti het Belgisch leger, liggend op de stel-gen die het vrescheidene dagen dap-: <:n met welslagen verdedigd had, itseling aang&vallen geworden door itsche strijdmachten, aanzienlijk ster-1 dan die der Belgen. fa een moorddadig gevecht, werd er iloten het hoofdkwartier over te bren-î naar Mechelen en vervolgens naar twerpen, en het veldleger te doen af-kken op de omheining van Antwer-i, spil der nationale verdediging. )eze schikkingen stemmen overeen t de traditioneele verdedigingsplan-î, die sedert 1859 in zwang zijn. 'ij stellen Belgie in staat, een leger te louden dat, alhoewel door talrijke en jpere gevechten beproefd, toch ter jwaring der onafhankelijkheid, zal in en voortgaan eene doeltreffende p te verleenen in het vervolg van de jgsverrichtingen, aan de legers der arborgende mogendheden. Vat meer is, eene zeer sterke Belgi-e krijgsmacht verzekert de verdedi-g der stelling Namen, die den door-ht op de Maas beheerscht. )vertuigd van de rechtvaardighjeid 1er zaak en gesterkt door de goedkeu-g van het wereldgeweten, zal Belgie, sr de vaderlandsche eendracht van în, voortgaan met te kampen voor het ht en te strijden voor de verdediging ' onafhankelijkheid van zijn grondge- Vrijdag morgend Niets nieuws ; niets anders dan ge-ruchten, die spoedig gelogenstraft wor-den. Te Brussel is geen enkel dagblad verschenen ; de " Indépendance Belge" wordt te Gent gedrukt. De bezetting van Brussel door de Duitsche troepen gebeurde op zeer vreedza-me wijze ; er had niet de minste vertwij-feling plaats. Het gerucht was uitgestrooid dat de uhlanen Ninove en Aalst bezet hebben ; dit 'gerucht werd door den staf gelogenstraft.Eenige uhlanen zouden vooruitgerukt zijn tôt aan den Dender, om zich te ver-gewissen of de bruggen vernield werden. Over de krijgsverrichtingen heeft de staf niets medegedeeld. Hij blijft steeds het grootste vertrouwen koesteren ; het is ook het gevoelen van talrijke volks-vertegenwoordigers, die gisteren te Ant-werpen met den heer de Broqueville den toestand bespraken. VVij kunnen dus niet zeggen of net waar is, dat de Fransche troepen de Duitschers te Leuven hebben achteruit-geslagen.De toestand der steden inge-nomen door den vijand Welke is de toestand, in opzicht van recht, der steden en der streken, inge-nomen en bezet door het vijandelijk leger ? De heer Nijs, leeraar van internationaal recht, antwoordt als volgt op die vraag : "Volgens de conferencie in 1874 te Brussel gehouden, mag het bezettende land zich enkel aanzien als beheerder en vruchtgebruiker der openbare gebouwen, onroerendp sroede.ren. hnsKchen en land- bouw, uitbatingen behoorende aan den vijandelijken staat welke zich in het bezette land bevinden ; hij moet de fondsen dier eigendommen vrijwaren en ze be-heeren volgens de regels van het vrucht-gebruik." De vredesconferenciën van Den Haag nemen dezelfde zienswijze aan. "In de wetenschappelijke theorie, welke tegenwoordig heerscht, verleent het feit der bezetting geen hoegenaamd recht van soevereiniteit, maar het staken van den weerstand, eenerzijds, de aan-wezigheid van het indringend leger, an-derzijds, leggen aan het leger en de regeering welke zij vertegenwoordigt, eene hoeveelheid verplichtingen en rechten op welke hoofdzakelijk voorloopig zijn. "Uit hoofde der "wetten van den oor-, log te lande", aangenomen in 1880, strekt het gezag van den indringenden bezetter zich enkel uit tôt het gefoied, waar dat gezag gevestigd en in staat is uitgevoerd te worden. Volgens het wetboek, wordt een bezet grondgebied enkel na het ein-digen van den oorlog als veroverd aanzien ; tôt op dat oogenblik oefent de bezettende Staat enkel een feitelijk gezag uit dan slechts voorloopig. " In het wetboek wordt gezegd, dat een grondgebied aanzien wordt als beizet, wanneer ingevolge van zijnen inval door de vijandelijke legers, de staat waarvan het gebied afhangt, feitelijk opgehouden heeft er een regelmatig gezag uit te oefenen en dat de invallende Staat bij ma&hte zij er de orde te handhaven. De voorwaarden, waarin dat feit zich voor-doet, stellen de uitgestrektheid en den ' duur der bezetting vast." Maar het is noodig hier de woorden te herhalen, in 1874 uitgesproken door den heer August Lambermont, afgevaardigde van Belgie bij gezegde conferencie : "Wat het gezag,. de macht van den bezetter betreft, zegde hij, het is noodig dat de middelen, om het gezag, de macht uit te oefenen, wezenlijk bestaan en vol-doende zijn, eene kwestie welke ook groote moeilijkheden oplevert : "de ver-onderstelling is niet aangenomen". "De bezetting geschiedt doorgaan-g niet in eens en in haar geheel, zegde hij nog; er wordt soms meer of min lang weerstand geboden en die weerstand eindigt maar bij gedeelte en dikwijls op langzame wijze. "Hij deed opmerken dat, uit hioofde der snelheid van de krijgsbewegingen in de nieuwe voorwaarden, waarop den. dag van heden oorlog wordt gevoerd, er on-derbrekingen en leemten in de bezetting kunnen zijn. In dezelfde conferencie te Brussel gehouden, deed baron Jonini, afgevaardigde van Rusland, opmerken dat de bezetting eener stad of streek door een vijandelijk leger een toestand zijnde in feite en niet in rechte, indien de bezetter nog bij machte is zijn gezag uit te oefenen, er wezenlijk bezetting is en dat, zoohaast die mogelijkheid niet meer be-staat, de bezetting ophoudt. "De oorlogsbezetting strekt zich uit, niet alleen op het land- of grondgebied, naar ook op het water en in de lucht." Eene nieuwe nota van Duitschland Het antwoord van Belgie Den 9 augusti laatst, na de mislukte poging der Duitschers om zich van Luik neester te maken, had de keizerlijke regeering, door tusschenkomst van de Ne-ierlandsche regeering, aan het Belgisch gouvernement eene nota doen geworden, ivaarin Duitschland voorstelde Belgie /oor de vreeslijkheden van den oorlog te Dehoeden ; het wilde aile mogelijke over-îenkomst teekenen met Belgie, die hem ;oeliet zijn geschil met Frankrijk te ver-ïffenen. Duitschland begeerde zich geen Belgisch grondgebied toe te eigenen en îou Belgie ontruimen, zoodra de oorlog let hem veroorloofde. De Belgische regeering antwoordde op lie nota : Het Duitsche voorstel is het-îelfde, uitgedrukt in het ultimatum van 2 augusti. Trouw aan zijne internationale riichten, jkan Belgie slechts zijn antwoord bevestigen op dit ultimatum, des :e meer, daar sedert den 3 augusti zijne mzijdigheid verkracht werd en dat een Iroevige oorlog op zijn grondgebied is jebracht en de borgen voor zijne onzij-iigheid eerlijk en onmiddellijk zijn op-•oep beantwoord hadden. ^erjarïng en verva! in burgerlijke zaken Aile verjaring en verval in burgerlij-ie zaken alsmede aile termijnen voor-çeschreven om op te komen tegen de jeslissingen der verschillende rechts-nachten of deze te teekenen zijn ge-;chorst tôt 1 october 1914, zonder inbe-çrip van dien dag : 1. ten voordeele van hen die verblijf îouden in eene door den vijand bezette H'ovincie, zelfs wanneer de bezetting :ich niet uitstrekt tôt heel de provincie. 2. ten voordeele van hen vvier vorde-■ing in diezell'de provincie uitgeoefend noet worden tegen personen die aldaar verblijf houden. Dezoll'de schorsing is van tocpassing >p de termijnen voorgeschreven om de dcten en explooten te doen overschrij-'en, om de hypothécaire inschrijvingen e hernieuwen en over het algemeen aile îandelingen uit te voeren die volgens le wet binnen een bepaaklen tijd moeten çèschieden. Dat bcsluit is bindend den dag zelf :ijner bekendmaking. TE BRUSSEL. De toestand van de hoofdstad voor de aankomst der Duitschers 4MERIKA NEEMT DE STAD BRUS» SEL ONDER ZIJNE BESCHERMING. Op de Rogiersplaats was gister middag betrelikelijk weinig volk. Op zeker >ogenblik had er eene samenscholing plaats. Eene vrouw werd als spioen aan-jehouden, doch kort daarna weer losge-aten.Z. M. koning Albert had, op voorstel /an generaal Sellier de Moranville, over-ite van den staf, en in volledige overeen» iomst met de vereenigde stafs der ver> [jonden natiën, besloten dat de Belgische troepen zich naar Antwerpen ontplooi-ien, ajdus het vreedzaam bezit itoela-jende van Brussel door het Duitsche le-;er.lNog op het aandringen van den ko-ling, zegt men, was de heer Max, bur-*emeester van Brussel, 's morgends, om 5 ure, met zijn sluier van burgemeester lan, de Duitsche troepen te gemoet gedaan, om hen te zeggen dat Brussel aan le overmacht van den vijand toegeven-le, zich niet wilde verzetten tegen deze nacht. Het schijnt dat de gezant der Veree-ligde Staten, bij het Hof van Belgie, îich bij burgemeester Max heeft ge-roegd, om aan Duitschland te berichten, lat hij voor officieele zending had te bevestigen, dat de Vereenigde Staten wenschten de stad Brussel onder hunne l>escherming te nemen. DE DUITSCHERS TE BRUSSEL Een leger van 15,000 man is gisteren jamiddag, rond 3 ure, in vollen optocht, net muziek voorop, de hoofdstad binnen getrokken. De heer Max, burgemeester, is de troepen ter hoogte van de kazerne der Carabiniers te gemoet gegaan en heeft ien bevelhebber kennis gegeven van de t>esluiten van den gemeenteraad ; tevens froeg hij de bescherming der oorlogs-wetten voor de opene hoofdstad. Het verkeer met Brussel. Naar wij vernemen rijden de treinen 10g tôt aan St-Pieters-Jette. Onderrichting der vrijwilligers. De oproep van den koning aan de oud-under-officieren van het Belgisch leger s niet vruchteloos geweest. Omtrent zes honderd leden van den Jond hebben zich aangeboden om onder •icht te geven aan de vrijwilligers. DE DUITSCHE LEGERS. Welke zijn de Duitsche legerkrachten lie de Belgische legers hebben achter-litgeslagen ? Het is bijna geheel het Duitsche leger /an de eerste lijn. Buiten de 100.000 nanschappen, die deelmaken van do /oorhoede en die naar Brussel eu Ant-verpen oprukken, zijn er zekerlijk nog 100,000 soldaten, die over de Maas ziju jetrokken en de achterhoede vormen. Er zijn minstens 150,000 soldaten dia e Luik verblijven en de provincie Luik ;n Luxemburg bezetten. Tabak voor de soldaten. Een comiteit heeft zich gevormd, ten îinde tabak te v&rzamelen voor onz» Belgische soldaten. Woensdag avond werden 30,000 siga-•etten uitgedeeld onder de troepen voet-•olk en aan de afdeeling ruiterij, thans itaande op de oorlogslijn. Machienen, die 2000 sigaretten kun-îen vervaardigen per minuut, werden ten iienste gesteld van het comiteit, waar-loor men denkt voldoende voortbrengst ;e kunnen leveren tijdens het tijdstip van ien oorlog. Eene Duitsche nederlaag? Volgens verschillige geruchten, zouden le Duitschers tusschen Leuven en Thie-ien door de Fransche troepen achteruit ïtesjafeeai en izouden dleze beide steden ;eruggenomen zijn. Een Belgische officier voor den Krijgsraad De ,eserve-luilenant G..., van de for-enartillerie, 43 jaar oud, bureelhool'd n het ministerie van oorlog, had in de gevechten rond Luik, aan de brug van iVandre, in een oogenblik van ve"-Iwaaldheid, zegt hij, zijne wapa is weg-jevvorpen. Hij werd door gendarmen mngehouden en opgesloten. De luite-îant werd vôôr den krijgsraad verzon-len, die hem, om aan de plichten van îet bevelhebberschap te kort te zijn ge-comen en de wapens te hebben vvegge-\orpen, tôt 20 jaar gevang en tôt de legt'adalie heeft veroordeeld. De veroordeelde weende en verklaar-:1e dat hij den dood boven de onteerende /eroordeeling verkoos. Het sSagveid van Haelen Het plein dicht Haelen waar de laatst-® ïlag geleverd werd, is iets wreed om aan ;e zien. De korenvelden zijn graven geworden, waar menschen nevens dieren ien langen slaap der dood slapen. Lansen, geweren, paardentuigen, en Dajonneten zijn over de velden ver-spreid.Roofvogfels zweven over het .slagveld lie een teeken te meer van wreedheid çeven aan den doodenakker, waar zoo-/eel dapperen sneuvelden. Hier en daar vipdt men graven, roor-;ien van opschriften in de Duitsch» taaL f uuinoLuu ucj. uattuc van uvui< Bet Geheim van de Theems door FLORENCE WARDEN. I HOOFDSTUK I. ■ "B#nson Toren" had geen eigenlijken en iwas alleen jnaar een aardig, j •"'denretsch huis, met een grasveld, dat B04 de Theems liep, tusschen Teddington I «n Kingston. B ^oen Lord Bensington, die oud en ■ctommig werd, zijn deftig huis in de B^wlands, Bensington Towers verliet en i'tefc betrekkelijk bescheiden buitentje |aan de Theems kocht, gaf hij dat den-l'elfden naam, maar liet er alleen de |flluldelste lettergreep uit, iets wat hij P" het spreken ook altijd deed. ■ Aan de rivier zaten op een zomermid-l' -î twee kleinzoons van Lord Bensing- neven van elkaar, in een paar luie [, ^'oelen te rooken en te kijken naar de ■ °^r '^aan<^e schepen. L «tthew Bensington was van dit twee- verreweg de knapste. Zes voet lang, f v;e jee^ 8°ed gevormd hoofd en krulle- i 5 ^ptiker haar. Matt was met zijn olijf- etinge tint, zijn helder-bruine oogen en K'JQ U1.n'emenden g'limiach, iwaarbij hij njen s^r^e witte tanden liet zien, E?» ivan een knappen, beschaafden ■^elschman. -riipt''1 nee^' Randolph Bensington, was t2T g0ed bedeeld door Moeder Na-en Jl^ne Selaatskleur was ook donker |ra„ i'n® 00?en waren bruin. Maar hij ïïiin elSenlijk bijna misvormd ; en Et' me!' 'le^ breede voorhoofd en I1 'ggende donkere oogen was veel te groot. Hij zag er verstandig uit en had dan ook in Oxford een schitterend figuur gemaakt. Cum laude had hij zijn examen afgelegd, terwijl zijn veel min-der begaafde, maar uiterlijk zoo-veeî knapper neef aile zeilen had moeten bij-zetten om niet te druipen. Dat trok Matt zich echter niet heel erg aan ; hij nam het leven nogal luchtigjes op -en verdiende, nu op zijn vijf-en-twin-tigste jaar, zijn brood reeds in de jour-nalistiek.Randolph was een jaar ouder en hoop-te advocaat te worden ; er werd veel van hem verwacht. Matt was als gewoonlijk in een zeer zonnig humeur. En Randolph als gewoonlijk niet. — Kop op, oude jongen, merkte Matt op, terwijl hij met zijn handen achter zijn hoofd gevouwen en eene sigaar in zijn mond, met een tevreden glimlachje voor zich uitkeek en wat spotte met de droefgeestigheid van zijn neef. Het kon nog een heele boel erger zijn, ofschoon de zaken ook beter voor ons zouden kunnen staan, dat geef ik toe. En de autocraat is voor u niet zoo streng aïs voor mij. De autocraat was Lord Bensington, die de onaangename gewoonte had om zijne bloediverwanten te verwijten, dat ze hem verwaarloosden, als ze niet bij hem kwamen en om hun het leven zuur te maken den geheelen tijd, dat ze plichtgetrouw bij hem logeerden. Randolph keek kwaad. — Hij heeft aan ons allemaal het land, geloof ik, zegde hij zacht, met een snel-len blik om zich heen, ten einde zich te 'Overtuigen, /dat er geen luisrtervinken waren. Of als hij nog onderscheid maakt, dan heeft hij meer of minder het land aan ons, naarmate wij nader of verder aan hem zijn verwant. En aangezien ik een kans minder heb om hem op te vol-gen dan gij,vindt hij mij iets beter dan u. — Ja, daar komt het zoowat op neer, lachte Matt. Ofschoon ik niet goed snap, waarom hij nog de moeite neemt om het land te hebben aan u en aan mij ; wij hebben geen van beiden heel veel kans om ooit zijne plaats in te nemen. Randolph staard-e naar de rivier. — Gij kunt nooit weten, zegde hij. — Nu, maar ge kunt dan toch wel weten, dat oom Cyril en zijne twee zoons tusschen u en mij en het erfgoed ataan. — Ja. Dat is ook een fraai span, dat tweetal. Màtt gaf hierop geen antwoord. Hij keek met de grootste belang&tel-ling naar de bewegingen van een slank meisje in een "punt", die de rivier kwam afdrijven op een paar meters afstand van het grasveld. — Wat een lief meisje ! zegde hij zacht-kens.Randolph keerde zich om en keek ook naar haar. Het meisje was in het wit gekleed en had geen hoed op ;haar donker haar viel wat warrig om haar gezichtje, dat een warme tint had. Zij had heel fijne trek-ken, groote grijze oogen, die een half schalksche, half ernstige- uitdrukking hadden en daardoor juist zoo bekoorlijk waren. Bovendien was ze heel vriendelijk en bewoog zich sierlijk en Matt dacht aan ivoren snijwerk toen hij de slanke handen en schoon gevormde armen zag, die handig de boot voortbewogen. Er waren twee menschen bij haar : een klein, uitgedroogd dametje van middel-baren leeftijd, dat een zorgelijk, treurig gezichtje had, en een flinke jonge man, van wien verder niets te zeggen viel. Maar Matt lette alleen op het meisje, — Zij ziet er niet Engelsch uit, zegde hij bij zich zelf en toen hij zich weer tôt zijn neef wilde wenden, merkte hij dat Randolph was opgestaan en met snelle stappen op het grintpad onder de boo-men toeliep. Tezelfder tijd riep een lief, maar wel wat schril vrouwenstemmetje van den waterkant : — He, daar is mijnheer Bensington . Randolph deed zeer verbaasd, toen hij zich omkeerde en snelde terug om niet alleen Ihiet meisje,, maar ocfk de beide anderen te begroeten. Matt had nu al iets omtrent de vreem-delingen uitgevonden. Het waren Ame-rikanen. Het meisje was een typische ' New-Yorksche schoonheid, slank, sierlijk, bekoorlijk, levendig en toch be-deesd. Haar moeder, wier tongval veel sterker was en die reeds lang aile be-koorlijkheden der jeugd achter zich gela-ten had, was minder vriendelijk dan hare dochter. Terwijl de forsche, stugge jonge man, die de zoon bleek van de eene en de broeder van de ander, nog «en graadje minder hartelijk was. Op haar boom leunende babbelde het jonge meisje even met Randolph, die haar klaarblijkelijk aanbad. — Ik dacht wel, dat gij hier ergens een buiten had en toen zegde ik tegen Ma, dat wij u eens moesten opsnorren, zegde zij met een glimlach voor Matt, terwijl zij met Randolph sprak. Randolph ging tusschen haar en Matt staan, maar na wat doelloos gepraat, waarbij het jonge meisje het meeste ver-telde, zegde zij opeens : — Wilt ge dat jongmensch niet aan ons voorstellen, Randy? Hij ziet er nogal le-uk uit. Wie is het eigenlijk? — Dat is een neef van mij. — Een neef? Nu, dan stelt ge hem na-tuurlijk dadelijk voor ! Randolph stelde Matt wat onhandig aan de dames en den stuggen jongeling voor ; en mejuffer Cora Schmidt maakte zelf de boot met haar schoone h and j es vast, handig op den oever springend om dat te bewerkstelligen en aldoor in druk gesprek met haar nieuwen kennis, terwijl ze Randolph aan haar moeder en den norschen jongeling overliet. — Het is een waar feest voor ons, I mijnheer Bensington, om eens een bloed-verwant van Randy te leeren kennen. Hij scheen er niets op gesteld, om ons voor te stellen en Ma bedacht toen om den leeuw in zijn hol te bezoeken en eens te zien, of hij zich schaamde voor zijne vrienden. .T- Ik begrijp heelemaal niet, waarom hij zich over ons zou schamen, zefrde Matt. Over u natuurlijk niet. Over ons, be-doel ik. — Ja, dat zou toch niet goed mogelijk zijn, zegde Matt lachend. Cora knikte eens met haar schoon hoofdje. — Gij kunt in dit tranendal nooit van iets zeker zijn en ik heb gehoord, dat de goede familiën hier niets van de Ameri-kaanscbe handelslieden moeten hebben, zegde Cora met een slim lachje. Wij la-ten den handel natuurlijk schieten, als wij hier heen komen. Maar wij zijn nog niet terug, of wij storten er ons weer hais over kop in ! Matt schaterde van het lachen. Is handel dan zoo iets verschrikke-lijks?. Och, voor ons is het nu niet zoo slim. Maar wanneer handel wordt uitge-scholden voor negotie, dan zijn er genoeg aristocratische neuzen, die minachtend worden opgetrokken. — Dat was vroeger misschien zoo. Maar nu niet meer. Wij hebben melkboeren, die graaf, en modisten die gravin zijn. Cora schudde langzaam het kopje. — Nu, ik geloof toch, dat uwe begin-selen niet ineens worden veranderd, om- dat een graaf het goed vindt, dat zijs naam aan het hoofd van eene melkreke-nj-ng_ voorkomt, zegde zij. Mijne onder-vinding is, dat het heel moeilijk kan zijn om in aanraking te komen met de aristocratie, als gij ten minste niet meer dollars bezit dan wij. Dan zult gij onze beste familiën wel heel berekenend vinden. Dat zullen zij wel moeten zijn, denk ik. Het is zoo moeilijk om met den tijd mede te gaan, en hoe oud de familie ook zijn mag, ge komt in de akeligste toe-standen, als ge niet met de rest kunt meedoen, zegde mejuffer Schmidt slim. Daar hebt ge nu onze familie. Wij zijn heel solide, waarlijk ; mijn vader heeft heel aardig geboerd ; ik zal u nu maar niet vertellen hoe en gij zult het groote vischwater wel niet oversteken, om dat uit te vinden, Maar, voegde zij er bij met een oudeugend knipoogje, in ieder geval was zijne kous gauw genoeg vol en hij gaf ons een goede opvoeding en ailes wat wij noodig hadden, behalve één ding. Ik had zoo dolgraag een paar van de a/lrer, allenbeste familiën lii©r willen 16-C' ren kennen en het echte, kalme, saaie Engelsche familie-leven mede willen maken. Maar willen en kunnen zijn twee. Ma en ik zijn nu al bijna een jaar hier en wij hebben nog niemand van uwe hooge aristocratie gesproken, behalve uw neef Randolph. Wat vreemd, dat hij nooit over u gesproken heeft. Nietwaar 1 Hoe gek. En hij zegde, dat hij iedere minuut aan mij dacht. Misschien dacht hij wel zooveel aan u, dat hij het niet durfde wagen over u te spreken. Misschien was het uit ja-loerschheid dat hij u niet met ons in kennis wilde brengen. (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods