Gazette van Gent

1323 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 19 August. Gazette van Gent. Seen on 02 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/513tt4jw15/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

I 247e JAAR. — Nc 194, B, 1 Olff TIBMBN WOENSDAGj 19 AUGUSTI 1914 GAZETTE VAN GENT INSCHRIJTIUrGSPRIJS : VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : ■lieu ja«t fr. 12-00 Een jaar fr. 15-00 I t> mattmten. . » 6-50 6 maanden » 7-75 I # . ... * 3-30 3 maanden » 4*00 Voor Eolland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Geatloht in 1667 BBSÏUVB EN RE» ACÏI1Ë VELDSTRAAT, 60, GENT De lurêélen eijn open van 7 ure 's morgends to£ & W6 '» avondsi TïïLEFOON nr 710 Be mschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnements nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. Inp PTTT? ntîPTSPnp AHPT nn I Jri "i U XvV^Jfc jH "i V^V^JCvXJIIvJ'VX de Krijgsoverhsid. De ENGELSCHE TROEPEN aangekomen IDE OORLOG DE TOESTAND IN BELGIE en© BloKliacie ln Dultsomand. EEN GBOOT ZEEGEYECHT DE STRIJDENDE LEGERS DRINGEND BERICHT AAN DE BEVOLKING HSCWUiCE TIJOilEI van hit 0QHL01STER«EiH I De toestand Dinsdag avond I De Duitsche ruiterij zondag en m&an-■ilag door onze troepen achteruit gedre-Hwi, is naar het Noord-Oosten terugge-^■rokken. Voorzichtiger geworden door de Hles haar toegediend, heeft zij g&ene en-Hkele poging van aanval op ons leger ■lteer gedaan. V ïen Noorden van de Maas is de toe-■ftand niefc veranderd. I De Duitsche ruiters verre van aanval-Hlend terug te komen, richten op vele ■plaatsen verschansingen op. I De minister van oorlog zond eene stel-Biige logenstraffing aan een Hollandfich ■ blad, hetwelk medegedeeld had, dat ver-■scheidene forten van Luik in de handen ■van de Duitschers waren gevallen. | Gringend bericht aan de Oevolking ■ Wij vesligen dringend de aandacht der ■bevolking op het volgende : I In tijd van oorlog mogen alleen de ■soldaten vechten; een burger bij voor-■beeld, die op den vijand revolverschoten Hmi lossen, zou de oorzaak van het plat-Mbranden en uitmoorden zijner gemeente Mkunnen zijn. I Dat zij die den vijand te lijve willen «aan, als regelrnatigen krijger den in-■dringer te gemoet trekken, de onheilen Hvan den oorlog zijn al schrikkelijk ge-■iioeg, zoodat men het land voor nog Mjselijker gruwelen moet sparen. I Als de vijand een inval doet in de eene Hof andere gemeente, is het best hem on-■f-'esloord te laten begaan. Het is geble-■ken, onder andere te Landen, dat de ■Duitschers elkeen volkomen met vrede ■lalen, wanneer zij geen tegenstand ont-Rnoeten van wege de inwoners. Overi-■gens, het ware eene onvergeeflijke, eene ■■noodlottige dwaasheid en lichtzinnig-■foid, zich met enkelen te willen weren tegen eene overmacht, waar men niets kan tegen verrichten. De bewoners van eene stad of van een dorp mogen onder geen voorwendsel zelf hunne woonsten verdedigen. Een burger die op den vijand schiet, begaat eene echte misdaad en stelt eene gansch onschuldige familie aan de ijslijkste gruwelen bloot. Bezetten onze soldaten een huis of een afgezortdérd 'gfehiicft't ôin hét 'in 'staat van verdediging te stellen, dan doen de bewoners goed het voor het gevecht te ontruimen. De Duitschers zouden lien anders kunnen beschuldigen, van uit de vensters geschoten te hebben en hen en hunne naastbestaanden te straffen. Eene blokkade van Duitschland Van. welk «en ontzaglijke beteekenis de verlamming van den overzee&chen handel voor de voeding van Duitschland, ivoor zijn nijverheid ïen, ilandbouw ; zijn zou, toont «en blad met de volgende cij-fers aan : Indien eene blokkeering door de Engelschen mocht gelukken, dan zou daardoor een invoer in Duitschland tôt een bedrag van 6000 millioen en een uit-voer voor eene waarde van ongeveer 8000 millioen — en hier is geen transitohan-del in begrepen — stop gezet worden. En daarbij zou dan nog verondersteld worden, dat de handelsbetrekkingen van Duitschland tôt Oostenrijk-Hongarie, Zwit&erland, Italie, Belgie, Nederland, Denemarken, Noorwegen en Zweden van den oorlog geen invloed zouden onder-vinden, wat natuurlijk een veel te opti-mistische veronderstelling is. Reeds een enkele blik op sommige in-voer-cijfers toont den schrikkelijken ernst van den toestand aan. Hoe zou het bijvoorbeeld met de Duitsche textielnij-Verheid ptaan, wanneer zij eens niet meer over den invoer van katoen, jute, en wol zou kunnen beschikken? Die nij verheid ontvangt voor 462 millioen katoen uit Amerika, voor 73 millioen katoen uit Egypte, voor 58 millioen katoen uit Engel&ch-Indie, voor 100 millioen jute uit hetzelfde land ; verder voor 121 millioen merinowol uit Australie en voor 23 millioen van datzelfde artikel uit Argen-tina. Wat zou, zoo de oorlog eens lang duurde, de Duitsche textielnijverheid_ be-ginnen zonder deze in een enkel jaar tijds verbruikte grondstoffen tôt een bedrag van 830 millioen 1 Ook dat Duitschland uit Amerika in het jaar 1913 alleen voor 300 millioen ko-per getrokken heeft — ongeveer het tien-voudige van zijn eigen koper-voort-brengst — moet vermeld worden en ook dat de invoer van petrool zoo goed als geheel stop gezet zou worden. Yoorts is Duitschland's ledernijverheid aangewezen op den overzee&chen invoer van huiden. Argentina alleen levert voor 71 millioen runderhuiden. De landbouw zou, om maar iets te noemen, wanneer er geen salpeter uit Chili ingevoerd werd, ernstig geschaad worden. Over 1913 is er voor niet minder dan 171 millioen Chilisalpeter ingevoerd. En wat eene blokkeering van de Duitsche kust voor de volksvoeding in Duitschland zou beteekenen, blijkt wel reeds uit detze enkele cijfers : Duitschland trok aan tarwe uit Amerika voor 165 millioen,uit Rusland voor 81 millioen, uit Canada voor 51 millioen, uit Argentina voor 75 millioen, dus alleen uit deze vier landen voor 272 millioen mark. Verder komt alleen uit Rusland te vervallen de invoer van eieren tôt een bedrag van 80 millioen, van melk en boter voor 63 en van haver voor 32 millioen. Hierbij voegt een Duitsch blad, om er nog eenige te noemen, ten slotte de volgende cijfers : Duitschland krijgt voor 112 millioen varkensvet alleen uit Amerika, voor 46 millioen rijst alleen tiit Engel&ch-Indie, en voor 151 millioen koffie alleen uit Brazilie. Uit deze cijfers, waaraan er nog vele toegevoegd kunnen worden, blijkt wel afdoende, dat de gevolgen van een oorlog van langeren duur ook voor Duitschland in economischen zin verschrikkelijk zullen zijn. DUITSCHLAND EN BELGIE WAAR HAALT MEN HET UIT ? In een Hollandsch blad vinden wij het volgende artikel : Een Duitsch blad schrijft. : « Na de inneming van Luik heeft de Duitsche regeering, door bemiddeling van een onzijdige mogendheid in Brus-sel het volgende laten mededeelen : « De vesting Luik is, na dapperen tegenstand te hebben geboden, bij een be-storming genomen. De Duitsche regeering betreurt het buitenmate, dat het. tengevolge van de houding van de Bel-gische regeering tegenover Duitschland aangenomen, tôt bloedige botsingen is gekomen. Duitschland komt niet als vijand van Belgie. Slechts onder den drang der omstandigheden is de Duit sche regeering, met het oog op de militaire maatregelen door Frankrijk genomen, tôt het besluit —- dat haar zwaar is gevallen — gekomen, Belgie binnen ;e rukken en Luik te bezetten, om het tôt steunpunt te maken voor verdere militaire operaties. « Nadat het Belgische leaer door zijn heldhaftige tegenweer tegen een veel stèrkere militaire macht zijn wapeneer op het schitterendst heeft gehandhaafd, verzoekt de Duitsche regeering den Ko-ning der Belgen en de Belgische regeering, aan Belgie verdere verschrikkin-gen van den oorlog te besparen. De Duitsche regeering is bereid tôt elk ver-gelijk met Belgie, dat zich vereenigen laat met de plannen van Duitschland in verband met zijn geschil met Frankrijk. Duitschland verzekert nogmaals zoo plechtig mogelijk, dat het geen plan heeft gehad, zich Belgisch gebied toe te eigenen, en dat een dergelijk voornemen ook thans in het geheel niet bestaat. « Duitschland is nog steeds bereid het Belgisch koninkrijk onmiddellijk te ver-laten, zoodra de staat van zaken op het oorlogsterrein het toelaat. » Den 13 augusti antwoordde Belgie als volgt : « Ilet ons van Duitsche zijde gedane voorstel is een herhaling van den in het ultimatum van 2 augusti vervatten eisch. Belgie, dat zijn internationale verplich-[ingen trouw wil nnkomen, kan enkel het antwoord herhalen, op dat ultimatum gegeven. En dit te meer, nu sinds 3 augusti zijn onzijdigheid is aange-rand, zijn gebied aan een wreeden oorlog is blootgesteld, en de mogendheden, die zijn onzijdigheid hebben gewaar-borgd, onmiddellijk hebben voldaan aan het door Belgie tôt haar gerichte ver-zoek om hulp ». Ontscheping van het Engeisch Expeditiekorps Het Persbureel bericht dat het expeditiekorps veilig op Franschen bodem is ontscheept. Het inschepen, het ver-voer, het ontschepen van manschappen en voorraad, ailes liep met de grootste orde van stapel. De heer Vandervelde, die terugkwam van eene groote reis per automobiel, heeft het Engeisch leger gezien, dat zeer talrijk schijnt. Voegen wij er bij dat de Engelsche voorposten binnen kort in werking zullen zijn en dat de verrichtingen van de bondslegers zich uitstekend verstaan. Niets eigenaardigers en treffender, zegt een ooggetuige, dan dat voetvolk, die ruiters, die artilleurs le zien voorbij-trekken, gansch met bloemen getooid door de uitbundig geestdriftvolle bevolking, en gevolgd van wagens munitie, handelsautos vol levenswaren en be-voorrading. De Engelschen geven een indruk van I vastbeslolen kracht en kalme strijdvaar-digheid.Eene groote Zeeslag? Men heeft in de Engelsche factorij te Oporto (Portugal) een cablogram ontvan* waarbij een zeegevecht werd gemeld dat in de Noordzee, tusschen de Engelsche en de Duitsche vloten, zou plaats gehad hebben. Ziehier onder aile voorbehoud den in-houd van het telegram zooals het be» kend gemaakt werd door de Engelsche en Spaansche dagbladen : "De Engelschen hebben eene groote overwinning behaald in de Noordzee. Zij verloren 16 schepen, waaronder de "Iron=Duke", admiraal=schip, de " Orion", de " Lycea", de " Superbe", de " Agamennon", de "Belleforon" en de " Amphion". De Engelschen boorden 28 Duitsche schepen in den grond en kaapten 8 an deren. Vooraleer buiten gevecht gesteld te zijn had de "Orion" niet minder dan 6 Duitsche dreadnoughts doen zinken. Duitsche gruwelen Het officieele onderzoekscomiteit over het onderhouden der oorlog&wetten en geibruiken, haalt de volgende feiten. aan, gepleegd door de Duitsche troepen, die in Belgie oorlog voeren en die van nu af .vastgesteld zijn door de verklaringen van talrijke ooggetuigen : 1. Woensdag, 12 augusti, na het gevecht van Haelen, hebben Duitsche soldaten (voetvolk), den commandant Van Damme, die erg gewond ten gronde lag, afgemaakt met !hem revolverschoten in den mond te lossen. 2. Maandag, 9 augusti, hebben de Duitschers te Orsmael den commandant Kna-pen erg gewond opgenomen, tegen een boom recht g&zet en op hem geschoten, om hem af te maken. Daarna doorkerf-den zij het lijk met den sabel. 3. Talrijke gekwetste soldaten, ontwa-pend, en niet in staat zich te verdedigen, werden door Duitsche soldaten mishan-deld of afgemaakt. Elken dag komen er nieuwe, dergelijke feiten aan het licht. 4. Op verschillige punten, onder andere te Hollogne-aan-Jeker, te Barchon, te Pontoise, te Haelen, te Zelck, hebiben de Duitsche troepen op geneesheeren, ambulanciers, ambulanciën en am'bulancie-irijtuigen ge&choten. 5. Te Boncelles trok een troep Duitsche soldaten ten strijde achter eene Belgische vlag. 6. Den donderdag. 6 augusti, gingen de Duitsche soldaten voort met schieten op JîeJjgispbe soldaten, (die omsingeld werden in een loopgracht, voor een fort van Luik en de witte vlag geheschen had-den.7. Donderdag, 6 augusti, had te Vot-tom, nabij het fort van Loncin, een groep Duitsche ruiters de witte vlag geheschen. De Belgische soldaten naderden om ze krijgsgevangen te maken. Toen zij in het bereik waren, openden izij het vuur op hen. Te Grand-Leez werd een telegramdra-ger, die den tekst zijner telegrams niet wilde mededeelen, neergeschoten. Volgens berichten, toegekomen uib Maestricht, zouden de Duitschers maandag in de Limiburgsche gemeente Bilsou vier burgers doodgeschoten hebben. De verSchrikte ibevolking neemt de wijk naar Nederland. Vluchtelingen van Deensche nationali-teit,Duitsche onderdanen van de provin-cie Schleswig, te Kopenhagen aangeko-gen, verhalen hoe de Duitschers het schrikbewind in het ingepalmde land uitoefenen. In de stad Haderslev, werden drie kinderen, die op straat gezegd hadden : "Nu gaan de Duitschers eene ranseling krijgen !", aangehouden en in het openbaar gegeeseld. Graaf von Schack, opperjàchtmee&ter van den koning van Denemarken, is aan-gehoudjsn en in de vesting van Maag-denburg opgesloten. Mevi'. Guillon, die uit Polen, waar zij onderwijzeres was, te Combourg (Ille-et-Velaine), aangekomen is, verhaalt dat, te Hanover, het dreigend gepeupel een, i groep Franschen omringde.De heer Guillon (haar man) en twee jongelingen, ver-bitterd door de beleedigingen en de ge-welddaden der menigte, antwoorddem met de kreten : "Leve Frankrijk! Leve Engeland !" Eene patroelje Pruisische soldaten duwde onmiddellijk de drie per-sonen tegen een huis en schoten ze door den kop. Een klein kind, dat op den band van zijn "béret" het woord "France" droeg, werd uit de armen zijner moe-der gerukt en met het hoofd tegen den grond geslagen, tôt dat de dood volgde. Mevr. Guillon werd aangehouden, ver-scheidene duizenden frank ontstolen en dan over de Hollandsche grens gezet. Een gendarm afgemarteid Een Belgische gendarm, met eene boodschap voor onzen koning gelast werd tijdens eenei schermutseling door de Duitschers gevangen genomen. Hij slikte den brief in, doch de Duitschers hadden het gezien en sloegen hem duch-tig af. De ongelukkige werd dan naar eene brandende hoeve geleid en ver-plicht door de vlammen te loopen. Hij bereikte dan den hof en vluchtte weg. Doch Duitsche ruiters haalden hem .spoe-di.s; in en verplichtten hem, onder doods bedreigingen,nog door een tweede bran-dend huis te loopen. De arme man ge-hoorzaamde, doch viel in het huis ver-stikt neer. De Duitschers haalden hem eruit en brachten hem terug tôt bezinning. Mid-delerwijl werden de Duitschers achter-uit geslagen en zijn namen den gendarm mede en laadden nog een Duitschen ge-kwetsten op zijne schouders, hij viel voortdurenld van vermoeienis neder, doch de barbaren bleven harteloos. De ongelukkige viel eindelijk in bezwij-nVing, hoorde eenige kanonsofaoten en kwam in eene Belgische ambulancie terug tôt bezinning. De stelling der bondgenooten. De troepen der bondgenooten betoben eene stelling ingenomen in halven cir- ■22 Feuilleton der Gazette Tan Geat. I Verzegelde Lippen Roman van R. ORTMAN. .Het bericht, dat men Rinckleben bij ■ Ziine komst in Herbert's woning omtrent ■ «en toestand van den zieke deed, was ge- ■ neel geschikt om zijne ergste vrees te ■ staven. Hij kwam toen een der twee dok- ■ ters op het punt stond den patiënt te ■ vertaten, en dus had hij de gelegenheid ■ zich van bevoegde zijde te laten onder- ■ fichten. Hij vernam dat men hier te doen ■ «ad met eene zeer ernstige hersenontste-I die zeer goed door schadelijke in-K ^erking van heftige gemoedsbewegingen ■ kon veroorzaakt zijn. ■ ■— De kans op genezing is bij deze ■ ziekte in den regel zeer gering, zegde de ■ Keneeaheer. Maar reeds de eerstvolgende ■ {Jagen zullen ons op dit stuk voile zeker- ■ neid verschaffen. Want slechts wanneer ■ *r m de eer&te stadiën eene wending ten ■ goede intreedt, laat zich eene gunstige ■ wendmg stellen. ■ > ~ ^us is er natuurlijk geen mogelijk- ■ 't'ia met den zieke te spreken 1 ■ i 77 Daaraan kan niet worden gedacht, ■ |UU ^*e. zeer besli&t het antwoord. De pa- ■ 1S ^ewusteloos, en er mag niemand I inY m *oeSelaten worden. Want zelfs ■ v lef- er mi en dan heldere oogenblik- ■ liik ■ lec'en — wat hoogst waarschijn- ■ ont,.18 7~ Moet de zieke toch voor elke ■ bespaard blijven. | • e troostrijker klonk hetgeen Rudolf later van de verpleegster vernam. Zij zegde dat de patiënt blijkbaar door vreeslijke pijnen werd gekweld, voor welke hij zelfs in zijn bewusteloosheid gevoeidig Ischeen te blijven. Hij lag meestal onder een zwak kreunen roerloos stil, had van tijd tôt tijd echter heftige vlagen van opgewondenheid, waarbij hij allerlei wartaal praatte. — Kunt gij mij misschien iets verhalen van hetgeen hij op zulke oogenblikken heeft gezegd ? vroeg Rinckleben. Herin-nert gij u, dat hij van een procès gespro-ken of een naam genoemd heeft? De verpleegster schudde het hoofd. — Ik heb mij reeds lang afgewend, naar het ijlen mijner zieken te luisteren, zegde zij. Het zijn toch bijna altijd enkei onzinnige en onsamenhangende woorden. Zoo was dan Rinckleben's reis naar Berlijn blijkbaar geheel nutteioos ge-weest. Men hield zich in Herbert's omge-ving zeer strikt aan de medische voor-schriften en veroorloofde dus Rinckleben niet, ook slechts een blik op zijn onge-lukkigen vriend te slaan. In het bureel echter kon men hem natuurlijk geene inlichtingen verstrekken, die van eeniger lei waarde voor hem zouden hebben kunnen zijn. De klerk zelf was even hulpe-loos ais de jonge advocaat, dien Herbert gedurende zijne afwezigheid tôt zijnen plaatsvervanger had aangesteld. Niettemin besloot Rinckleben voorloo-pig nog ta blijven, zoolang tenminste, tôt de door de artsen verwachte beslissende wending zou ingetreden zijn. Hij telegra-feerde aan Dagmar, dat Herbert zijn toestand wel zorgwekkend, maar vol-strekt niet hopeloos was, en hij sleet zoo wel dezffri als den volgenden dag, gedu rende welken den toestand van den zieke onveranderend jbleef, onaigebffoken in) Herbert zijn woning. De inloopende brieven werden, voor zoover zij een zakelijk of ambtelijk aan-zien schenen te hebben, door den plaafcs-vervangenden advocaat geopend. De zoodanige echter, die een privaat karak-ter vermoeden lieten, bleven ongeopend liggen. Onder deze bevond zich ook een in den morgend van den tweeden dag afgegeven relegram, dat de klerk, om hem bekende redenen ,als tôt de voornaamste bericht-gevers van zijn patroon behoorende aan-zag.Hij had het bij andere met de post bezorgde brieven gelegd, en niemand kree,g het in den zin, zich om het saam-gevouwen blad met het blauwe zegel te bekommeren. Reeds ettelijke uren lag het zoo, toen Rinckleben naar de tafel kwam en zijne oogen toevallig juist op dit telegram vielen. Niet omdat hij iets bijzonders er van meende te zien, maar louter werktuigelijk nam hij het op en bekeek heit aan aile zijden.Daarbij trok de zonderlinge vorm van het adres zijne aandacht. Eerst nu zag hij dat het telegram niet naar Berlijn, maar naar Nor-dernye geadresseerd en van daar weder hierheen nagezonden was. Deze op zic* zelf onbeduidende omstandigheid, die noch den klerk noch den advocaat opge-vallen was, leek Rinckleben van beteeke-nis. Zij deed hem namelijk vermoeden, dat het telegram in samenhang kon staan met gebeurtenissen, die zich op Norder-ney hadden toegedrogen — ja, misschien wel met het geheimzinnig vertrek van Herbert. Even nog aarzelde Rinckleben, zich aan eene schending van het briefge- heim schuldig te maken, die het openen van hett telegram voor zijn ,'rechterlijk geweten wezen zou. Toen echter trok bij met eene snelle beweghig het papieren zegel los en ontvouwde het blad. Het telegram kwam iuit eene staitie van Zwitserland, en zij luidde : Kleermaker Emiel Fischer uit Halle? door trein overraden en doodelijk ge-kwetst verlangt dringend u te spreken. Spoed noodig. ■— Ziekenhuisbestuur. Als wezenloos herlas Rinckleben deze zonderlinge mededeeling. — Kent gij een kleermaker Emiel Fischer uit Halle 1 vroeg hij den klerk. Be-hoort hij misschien tôt de klanten van mijn coliega? — Neen, luidde het antwoord. Wij hebben verscheidene klanten die Fischer hedten, maaV (geen die Emiel heet ep. kleermaker is. — Zonderling ! — En toch moet het wel iets gewichtigs Ibetreffen, wanneer da man op zijn sterfbed een onderhoud met Vollmar wenscht, en wanneer hij hem daartoe uit Berlijn naar Zwitserlajnd ontbiedt. Misschien is het enkel een dolle inval van een ijlenden zieltogende, meende do plaatsvervanger, die het telegram eveneens gelezen had. In elk geval zal er aan zijn verlangen geen gevolg kun nen gegeven worden. Rinckleben zegde verder niets ; maar vouwde met een bedenkelijk gezicht het telegram weder op en stak het bij zich. Een paar jminuten stond ihij zwjijgen|d aan het venster ; toen wendde hij zich plotseling tôt den klerk : — Geef mij een spoorwegboelcje, en wees zoo goed naar mijne woning te te- lefoneeren, dat mijn bediende mijn reis-zak gereed gemaakt. Hij hoeft enkel het noodigste in te pakken. Ik denk niet lang weg te blijven. Het kwam niemand in het geheugen, dat Rinckleben plan kon hebben om zelf in plaats van Vollmar (zich naar Zwitserland naar het sterfbed van den veron-gelukten kleermaker te spoeden. Maar na een kort doorbladeren in het boekje verklaarde hij kortweg : Ik reis dus naar Zwitserland. Wil i-amand zoo vriendelijk zijn mij een rijtuig te halen, dan kan ik nog met den sneltrein van 2.30 ure naar Basel. Het was midden in den nacht, toen Rinckleben aan het ziekenhuis aanbelde. Eene verpleegster de|ed open en vroeg naar zijn verlangen. Zonder zijn naam te noemen, toonde hij haar het aan Herbert Vollmar gerichte telegram. 1— Ik hoop dat ik niet te laat kom, zeg. de hij. De man, uit wiens naam dit telegram we,rd afgezonden, is toch nog niet gestorven 1 — Een uur geleden leefde hij nog, en ik zou het moeten weten, als hij middeler-wijl gestorven was. Maar ik betwijfel- of gij hem nu zult kunnen spreken. Wees zoo goed binnen te komen, tôt ik na-vraag heb gedaan. Rincleben wachtte, en na enkele minu-ten kwam de verpleegster terug. — Het zal wel spoedig met hem afge-loopen zijn, zegde zij. Mag ik u verzoe-ken mij te volgen 1 De verpleegster geleidde nu Rinckle-i ben naar het bed van een man, wlens gezicht zoozeer met jzwachtels verbon-den was, dat er niets van te zien was dan de twee, diep in de holten liggende oogen, over welke reeds de sliiier des doods zich scheen te hebben gelegd. Toen Rinckleben zich over den zieko heenboog, fluisterde deze : — Wat wilt gij? — Gij zijt niet Vollmar.— Neen, ik ben Vollmar niet. Maar ik ben in zijne plaats gekomen, omdat hij zelf door een zware ziekte verhinderd is. Wat gij hem te zeggen hebt, dat kunt gij gerust ook aan mij toevertrouewn. De patient sloot de oogen en lag een tijdlang roerloos. De pleegzuster, die bij Rinckleben zijn binnentreden aan het voeteinde van het bed had gestaan, gaf hem een wenk om haar te volgen. Daar sprak zij zacht : — Ik geloof dat de ongelukkige niet meer in het voile bezit zijner geestvermo-gens is. Hij maalt reeds sedert geruimen ti.id over eene bekentenis, die hem blijkbaar zwaar op het hart ligt. Maar zijne gedachten schijnen zich te verwarren,, want hij beweert dat hij niet Emiel Fischer, maar een referendaris Paul Kei-ler is, en dat hij de vlucht heeft genomen omdat men hem vervolgt wegens moord. Ook van eene gestolen brieventesch en van een vervalschten wissel heeft hij allerlei wartaal gepraat. Maar misschien vindt gij den sleutel tôt al deze dingen. Indien niet de ernst der omgeving en der omstandigheden hem teruggehouden had, zou Rinckleben met een kreet van blijdschap deze vraag beantwoord hebben. Want nu twijfelde hij niet meer dat hij hier stond voor de oplossing van het geheim, dat Herbert Vollmar hem terwil-le zijner beroepseer niet had mogen openbaren. (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods