Gazette van Gent

1304 0
02 November 1914
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 02 November. Gazette van Gent. Seen on 27 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/f18sb41557/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

247* JAAR. N' 251 B. 5 CENTIEMEN MAANDAG, 2 NOVEMBER 1914 GAZETTE VAN GENT IHSCHRIJVIÎÎGSPBIJS î VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE s Ken jaar fr. 12-09 Een jaar fr. 15-00 6 maanden ..... » 6-50 maanden » 7-75 S maanden • • • • • » 3-50 3 maanden • • « • • > ft-00 Voor Rolland : 5 franl: per maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden^ NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 1667 BESIUUB Elî BEDACTIE VELDSTRAAT, 60, GENT TELEFOON Nr 710 De bureelen zijn open tan 7 ure 's morgends tôt. 5 tire s avond8. De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten postkantoore hunner woonplaats. EUROPEESCHE OORLOG » OP HET OOSTELIJKE FRONT. Oostenrijksche mededeeling. W een en. — Het hoofdkwartier deelt mede: Den 27 dezer hebb en wij groote voordeelen foehaald in Servie. De stad Ravoye (ten Zui-den. van Waljewo) en de Servische zeer ver-starkte stelling op de groote baan ten Noorden van Cuabara, in de streeik van Macva, die na een hardnekkigen tegenstand door ons geno-men werden. Vier kanonnen, acht mitrailleuzen werden fouit gemaakt ; 5 officieren en 500 mannen werden gevangein genomen. Wij m&akten ook veel oorlogsmaterieel buit. Weenen, 30 oetober. (Wolff). — De generale «taf heeft officie el het volgende medegedeeld : medegedeeld : Op het Noordoostelijk oorlogstooneel zijn geene gevechiten van beteekenis geleverd. De laatste dagen zijn pogingen van de Rus-sen, om door te dringen tôt de stre-ek van Tur-ka (in de Karpathen, ongeveer 50 kilometers ten Z. Z. W. van Sarrubor), met welslagen afge-weerd.Eene dagorde van den kroonprins van Beieren Het Agentschap Wolff seint uit Berlijn : Kroonprins Rupprecht van Beieren heeft als berelhebber over het ze&de legerkorps de volgende legerorde tôt zijne soldaten gericht : Soldaten van het zesde legerkorps ! Wij hebb en na het geluk ook Engelschen tegenover ons te hebben ; troepen van het volk, welks nijd sedert jaren aan het werk is geweest om ons met een kring van vijanden te omgeven, ten einde ons te wurgen. Aan Engeland hebben •wij dezen bloedigen oorlog vooral te wijten. Daarom, wanneer het nu tegen dezen vijand gaat, oefenit dan vergelding voor de vijandige arglistigjheid, voor zooveel zware offers. Toont hun, dat de Duitschers zich niet zoo gemak-kelijik uit de wereldgeschiedenis laten schrap peu. Toont hun dit door een bijzonder soorî Duitsche liefde. Hier is de tegenstandeir, di" aan het her&tel van den vrede het me est in den weg. staat. E>r op los ! (Get.) RUPPRECHT. BOEKOWINA ONTRUIMD. Uit Bucharest wordt aan de "Times" ge-meld, dat de Russische troepen Boekowina bijna geheel ontruimd hebben en in de voor-naamste steden weer Oostenrijiksche ambtena-ren zijn aangesteld. De oprukkende Oosten-rijksch-Duitsche troepen omtmoetten weinig tegenstand. De Oosteiirijk&che bewoners van Czernowite begroetten de binnenrukkende troepen met maiziek en de burgers verbroeder-den zich met de soldaten. De slag bij Nîeuwpoort uit een luchtbal gezien Een oarlogscorrespondent, die een officier vorgezelde, gelast met uit een kabelballon de vij andelijk e stellingen te verfeennen, vertelt van die opstijging : "Van eene hoogte van 70 meters konden wij den slag volkomen volgen, die aan den gang was aan den ove<rkant van den Yser, tusschen Nieiuwpoort en Di'ksmuide. Met mijn verrekijker kon ik Oostende zien en ook de puinen van verscheidene kustdorpen : Westen-de, Middelkerke en Lombaertzijde. Voor zoover ik kon waarneimen, stond er geen enkele rmmr meer overeind in de dorpen Westkerke en Sly.pe. Al die vernieling was teweeggebracht door de groote uitwerking van het vuur der Engelsche schepen. Om 8 ure 's morgends was de strijd in vollen gang, en daar de lucht helder was, had ik een duidelijk gezicht op wat er voorviel." ZEPPELIN BOVEN PARUS. Fii'ankfurt-am-Main, 30 oetober. (Wolff). Woensdag moet een Zeppelin boven Parijs ge-stuwd hebben, WieJke 6 bomimea heeft gewor-pen, waarvan er 3 belangrijke schade hebben aangericht. Acht personen zijn gedood en verscheidene gewoncL Fransche vliegers hebben een aanval op het luchtschip beproefd, dcxïh het verdween in de wolken. IN CONGO. iBerlijn, 30 oetober. — De gouverneur van Katanka meldt, dat Duitsche troepen bij het Kiwa-meer (Oosit-Afrika), aan de Belgische troiepen (uit den Congo) een zware nederlaag hebben toegebracht. HOE HET IN DEN OORLOG TOEGAAT. Een hoofdofficier schrijft, volgens een veld-po&tbrief; die afgedrukt is in de " No-rddeutsche Allgemeine Zeitung", van het Westelijk oor-logstooneel het volgende aan zijne vrouw : "Gij kunt u niet voorstellen, hoe het in den ooirlog toegiaat. Nu eindelijk worden de paar-denlijkeni begraven en de ov&rblijfselen van het slachtviee. De praehtige wegen zijn een hand-hoog bedekt met slij'k en hebben gaten, waar-in wageawielen verdwijnen. De veldwegen hebben geen harden ondergrond meer en allas giaat, rijdt en snort vijftig meters links en rechts van de wegen, op de weilanden, over kl a,ver, beeten en stoppels. Maar daar is nog mindeir vaste ondergrond. In den oorlog staat ailes op zijn kop. Alleen het eigen voordeel, het ruwe geweld, het wel-slagen en de moed komen ea' tôt uiting. Wat wordt er in vredestijd een ophef gemaakt van een do-ode, een gewonde ! Bij de tegenwoordi-ge positie-gevechten liggen dikwijls gewonden tusschen de beide stellingen. Wij hebben reeas vele gewonde officieren van gezondheid, en dikwijls moeten onze gewonden uren liggen, voor zij weggehaald worden. De Engelschen zijn even zelfzuchtig in den oorlog als in den handel. Zij willen van onze mannen zoo vele vernietigen als maar moge-lijk is. En hoeveel wordt en moet vernietigd worden, hetgeen in vredestijd met de grootete liefde en 'zorgvuldigheid verpleegd zou worden? Kan een paard nieit meer trekken, dan volgt onmiddellijk het schot. Drie weken rust en vrede, en het dier zou gered zijn. Heeft een auto een machien-breuk, dan wordt zij op zij van den weg gereden om den weg vrij te ma-ken. Hoe vluig zou het in de werkplaat-s her-steld kunnetn worden. Scheurt een ransel, weg ermee. De dooden en gewonden hebben ran-sels genoeg. Hoeveel vee wordt er geslacht, dat niet voor de helft geëten wordt ? Hoeveel graan wordt er gebruikt als ligstroo. Maar de ruist voor onze troepen is de hoofdzaa-k." DE EERSTE DUITSCHE OORLOGSVLIE-GER BOVEN PARIJS. Het was op 29 augusti, dat de vlieger Her-mann Dressler bevel ontving, de vijandelijke stellingen bezuiden Amiens te gaan verken-nen. Hij geeft eene beschi'ijving van zijne vlucht, die er nog merkwaardiger door wordt, daar ze tôt boven Parijs werd voortgezet, dat zoodoende voor het eerst een Duitsch oorlogs-vliegtuig boven zijne straten en pleinen zag zaveven. Ik moest, zoo zegt hij, om de uitge-stii'ektheid der vijandelijke troepenbeweging re kunnen nagaan, zuidwaarts afslaan. "Daarbij viel mijn blik op de kaart, als het ware toeval-lig op Parijs. Nog had hieï geen Duitsch pro-jectiel zijn ernstig woord gesproken. En ik had toch twee bommen bij mij. De gedachte pakte mij en liet mij niet meer los. Ik moest toch al van zelf richting nemen op Parijs. Het was er, ■nadat ik mijn opdracht vervuld had, alleen nog maar om te doen, een kleine extra toe-r te maken van nog geen 30 kilometers:. Ik stelde den motor op maximum- snelheid in, "Magen-da" schoot met de vaart van een adelaar door de lucht. Twintig minuten later etond de Eiffeltoren als een uit blauwe nevels geweven droombeeld voor mijn oogen. " Ik stelde het hoogtestuur in en steeg. Het tafereel daar onde.r mij schrompelde meer en meer in een, maar verloor &r niets door aan duidelijkheid. En nu brak onder mij een ware hel los. Ik hoorde een voortdurend scherp fluiten en voelde ook meer dan dat ik het zag, hoe eenige kogels de vleugels van mijn "Tau-foe" doorboorden. Zij mikten niet slecht ! Maar wat hindert nu zoo een gaatje ! Het ware iets andens geweest als een toevallige treffer den ispandraad van mijn stu-ur had stukgeslagen ! Maar oppassen, dat ik den Eiffeltoren niet te ddcht nader ! Ik wist, dat op het bovenste plat-voirm mitrailleurs en ballorakanonnen waren opgesteld. In groote bochten vloog ik om het gevaarlijke bouwrwerk en moest, naar mijne schatting, zoowat boven het centrum der stad zweven. " Ik wierp een bom uit de lanceerbuis en zag het duivelsei in zijn val onder mij kleiner en kleiner worden, een matgloeiende streep ach-ter zich latend. Ik lui&terde naar de diepte, maar er volgde geene ontploffing ; die had ik toch moeten hooren. Dus : Mis ! Iik wierp de tweede bom uit — en nu — na een paar &e-conden hoorde ik tegen het gesnor van mijn schroef en motor in, *een kraken en barsten, alsof er twee locomotieven op elkaar geloopen waren. Het was de eerste Duitsche bom, die op Parijis viel ! "Ik kruiste, zonder mij verder om het knal-len van het geschut te bekommeren, verder boven de stad. Van Montmartre zag ik twee vliiegtuigen komen aanstormen, een Voisin-tiweedekker en een Duperdussin. "Nu verandeirde ik snel van koeirs en nam de richting Nooirdoost. Mijn beide vervolgers schroefden zich snel in de hoogte, maar mijn voorisprong, was te groot. De Duitsche " duif" vloog sneller dan de Gallische "haan". De af-stand tusschen ons werd steeds grooter. Mijn "Magenda" scheen te begrijpen, waar het om ging. Als een sperwer vloog ze voort. Spoedig had ik de Fransche troepen weer onder mij, een half uur later verdwenen zij uit mijne oogen. En verder waagden zich mijne vervolgers niet. Kort vôor acht ure landde ik weer bij mijn regiment. Ik had den afstand van 340 kilometers in 3 uren 50 minuten afgelegd." KRIJGSGEVANGENEN. Het eerste konvooi Duitsche krijgsgevange-nen van den veldëlag in Vlaanderen is in Engeland aangekomen. Velen zijn buitengewoon jong. EEN ZEEGEVECHT? Het stoomschip " Saratoga" heeft per draad-loozen telegraaf bericht gestuurd, dat er een zeegevecht moet geleverd worden op de kust van Virginie, op 250 mijlen ten Zuiden van het lichtschip " Scotland". Er werden gevoohten bij het licht van tal-rijke zoeklichten. Ongeveer 20 schoteta werden gelost 'door het zware geschut, op ongeveer 20 mijlen van de kuist. Ment weet niet of het Fransche of Engelsche oorlogschepen waren, die denlkelijk in gevecht zullen geweest zijn met een Duitschen kruiser, de "Karlsruhe" of de " Dre-sden". IN DE BALTISCHE ZEE. Er wordt medegedeeld uit St-Petersburg (Petrograd), dat de Duisehers aile middelen beproefd hebben, om de waakzaamheid van den Russischen admiraal Essen te verschalken. Niet lang geleden verschenen een kleine kruiser en verscheidene torpedobooten als lokvin-ken in de nabijheid van de Russische vloot. Admiraal Essen vermoedde echter, dat het een krijgslist gold en een verkenning in de lucht bevestigde zijn argwaan. Er lagen een aantal groote Duitsohe schepen op de loer. Dit is slechts een voorbeeld van de moeilijk-heden en de verantwoordelijkheid van den Russische bevelvoering ter zee. KOGELVRIJE SCHILDEN. Een blad te Rennes meldt, dat bij het Fransche leger proeven worden genomen met een "schild" dat de soldaten tegen kogels beveili-gen moet. De Russische regeering heeft het al ingevoerd en nu is een fabriek te St-Hilaire du Harcourt druk doende met de vervaardi-ging ervan. In het Argonner Woud moet het al in gebruik zijn. SCHIELIJK OVERLEDEN. Luitenant-generaal sir William Franklyn, bevelhebber over de 3° divisie van het nieuwe Engelsche leger, is te Luton Hoo plotseling overleden. DE DUITSCHERS EN OOSTENRIJKERS IN CANADA. In een vergadering van de British Impérial Association te Toronto is een motie aangeno-men,waarbij aanbevolen wordt aile Duitschers en Oostenrijkers in Canada, hetzij al of niec genaturaliseerd, in concentratiekampen op te sluiten en de regeering aangemaand wordt, in dezen tijd -geen vreemdelingen te naturalisee-ren. Zoo ver zal, meent men, de regeering niet gaan, maar wel zal zij, naar men denkt,vreemdelingen alleen na behoorlijk onderzoek natu-raliseeren.Te Ottowa heeft de policie huizoeking ge-houden in aile huizen van verdachte Duitschers en Oostenrijkers. Te Port Henry heeft de wacht de bajonet op het geweer om op-roer onder de gevangenen genomen vreemdelingen te voorkomen. DIENSTAANBIEDINGEN IN CANADA. Uit Ottowa wordt bericht, dat voor de 16.000 man, die gevraagd zijn om het volgende Canadeesche contingent volt-allig te maken, zich tweemaal zooveel fyrijwilligers hebben aangemeld, zoodat de overheden de sterksten hebben kunnen uitkiezen. Ook zijn van honderden Aimerikanten, die zich bij de Canadeesche contmgenten wensch-ten aan te sluiten, aanbiedingen onitvangen. Een majoor van het Amerikaansch e leger heeft het aanbod gedaan zijn ontslaj? te nemen en 500 soldaten met hem mede te nemen. Een bericht uit Sydney behelst, dat !de aan-werving voor het nieuwe Australisch contingent hervat is. Te Sydney hebben zich reeds 400 vrijwilligers aangemeld, wat het hoogste totnogtoe bereikte aantal is. Hondej'derden melden zich ook in de provinciën aan. In Belgie ROND ANTWERPEN. Aan een bijzonder© briefwisiseling ontleenen wij het volgende : " Wij ontmoetten in ons leven veel ontgoo-chelingen en _ verdi'iet, maar nooit waren wij zoo het hart in als vanavond. Wij hebben drie dagen doorgebracht te Duffel, dat gieen do.rp meer is, maar eene ruïne. Bijna geen huis is ongeschonden, en misschien is er noig één op tien bewoonibaar. Doode honden, kajfcten, gei-ten en paarden liggen s.inds veertienj dagen in de straten en in de Nethe, en die Hjken zien zwart van vliegen. Wij maa.kten eene wande-linig langs Duffel en omistreken en. vonden, ge-leid door den reuk, stallen met doc»de koeien, huizen met een dozijn doode konijnon en, wat schrikkelijker is, graven van onvoldoend be-dekte soldaten. De wegen zijn vol gaten van grana-ten, de muren van de verbrande hruizen waggelen in den wind en '® nachts hoort men op ieder oogenblik huizen instorten"; in half verwoeste huizen wonen heele famâliën. De fabrieken zijn veirnietigd en de werklieden zonder werk ; de burgers zijn geruïneerd. Maar dat is de oorlog, en door hem hebben aile dorpen ten Zuiden van Antwerpen geleden: Wa-ver, Broechem, Lier, Waalhem, en Konincks-hoyokt, eaiiz., enz. Al die dorpen verkeeren in denzelfden toestand."- In Limburg TALRIJKE ZEPPELINS. Twee personen die van Hasselt, te Valkens-waard aankwamen, verzekeren dat er over Hasselt niet minder dan 8 Zeppelins voorbij vlogen, die de Zuidelijke richting insloegen. BUITENLAND. In Nederland VERBOD UITVOER BOTER. Het Staatsblad bevat een koninklijk basluit van den 29 oetober, houdende verbod van uit-voer ran boter, van den dag der afkondiging van dit besluit. Dit verbod kan tijdelijk worden opgeheven, en er kan in bijzonde.re gevallen ontheffing van worden verleend. EEN KRIJGSGEVANGENE. Bij de militaire overheid te Hengelo heeft zich een Belgische krijgsg&vangene aangemeld. Na bij Leuven gevangen genomen te zijn, was hij naar Duitschland overgebracht, vanwaar hij wist te ontvluchten. De man ver-telde, dat hij drie dagen en drie nachten had geloopen om Nederland te bereiken. HET LICHTSCHIP. Het lichtschip "Noord-Hinder" is gisteren op zijne nieuwe plaats in de Noordzee gelegd. VOOR DE BELGISCHE VLUCHTELINGEN. De Engelsche regeering heeft aan de Neder-landsche regeering aangefooden, bij te dragen in de kosten van het onderhoud der Belgische vluchtelingen, tôt een bedrag van 50.000 pond sterling. ÎDe Nfederlandsche regeering heeft het aanbod met aile waardeering van de hand gewezen, omdat zij, nu zij de tâak om de vluchtelingen te helpen, zelf op zich had genomen, ook de kosten van die hulp zelf wenschte te dragen. Naar aanleiding van het bericht, dat te RoosendaaJ was aangeplakt, dat de verstrek-king van levensmiddelen aan vluchtelingen eerst zou worden ingetrokken en later geheel zou ophouden, heeft de minister van binnen-landsche zaken inlichtigen ingewonnen en on-midellijk gelast, dat zulks niet mocht gebeu-ren, maar dat Belgische vluchtelingen, die willen blijven, desnoods op reiskosten, van het noodige moeten worden voorzien. In Frankrijk HET MORATORIUM. Volgens een bericht uit Bordeaux heeft de ministerraad dinsdag laatstleden een beslujt geteekend, ten doel hebbende een geleidelijke afwikkeling van het moratorium mogelijk te maken. Door dit besluit wordt het mogelijk gemaakt in bepaalde gevallen in rechten op te treden tegen nalatige schuldenaars. Ook de bedragen, door de banken op deposito's uit te betalen, zijn verhoogd. Bij dit laatste is in het bijzonder rekening gehouden met de belangen van de kleine inleggers. NIEUWE WELDADIGHEIDSPOSTZEGELS. Het nieuwe postzegel van 10 centiemen van Frankrijk, voorzien, van een opgedrukt kruis en het cijfer 5, heeft een kort bestaan gehad. Het is weer vervangen door een blijvend wel-dadigheidszegel. Ook hiervoor wordt het ge-wone 10 centiemen-zegel gebruikt, dat in den linker-benedenhoek van een opgedrukt kruis met het cijfer 5 is voorzien. De verhooging van 5 oentiemen in prijs komt aan het Roode 19 Feuilleton der GAZETTE VAN GENT. DE LIGHTENDE STAD ROMAN UIT DE KAAP. XI. V6ar het aanforeken van den dag had ik mijn paard gezadeld en bevond ik mij op de plek tegenover het eiland, waar de overtocht over de îivier had plaats gehad. Het was een woeste nacht geweest. De stortbuien, van ruk-vlagen vergezeld,waren tegen den morgend he viger geworden. Nu regende het onophoudelijk als dit woord ten minste van toepassing is op zulk een wolkbreuk. Ailes was doornat. Ter wijl ik in de schamering het lange pad afging tussdhen de doorns, die mijn kleederen scheur-aen, toorudem heftige bliksemstralen,> stroo-men van gevaarlijk vuur, aan waar de horl zont was, doch het kleed van regen had de geheele lijn weggevaagd. Het was vinnig koud ! Ik rilde in de dikke overjas die Sanna mij gebracht had. Tôt mijn verbazing ontdekte ik dat iemanc mij reeds voor was geweest. Een groote, druipnatte gedaante met een ge deoikten driekantigen hoed op, waar de reger van afliep, en een oliejas aan, uit de grijzf oudhaid , aïklomstig, vertoonde zioh aan den waterkant .Toen de gedaante zich bij mijn na dering omkeerde, herkende ik Johannes var Blerck. — Ik hoor dat zij weg is, zegde hij, mijr hand grijpend, en dat de Boschjesmannen haa: ontvoerd hebben ! Is dat waar ? De angstige toon waarop hij sprak, deed mij ook zonder woorden gevoelen, hoeveel hij leed. —Volkomen waar, antwoordde ik, maar hoe zijt gij het te weten gekomen. — Vanmorgen vroeg brachten mijn jongens mij het bericht, en toen ben ik dadelijk hier-heen gekomen. Zij zegden dat gij haar spoor had gevonden.' — Wij volgden gisteren avond hun spoor tôt hiertoe, en tôt aan de zandbank, zegde ik, maar zooals gij weet, is Charlie ook weg. — Goddank ! was zijn antwoord. Zijn stem klonk zwaar en heesch. Mijnheer Retief, al moet het mij het leven kosten, ik zal haar red-den. En met een geweldigen slag liet hij zijn zwaren stok op de steenen neerkomen. Zoo waarachtig als God leeft, dat zal ik ! — Amen ! antwoordde ik. Toen het wat lichter werd — geheel dag werd het niet — bond ik mijn paard vast aan doornstruik, en samen met Van Blerk onder-zocht ik den grond Wij waren beiden door en door nat. Wij ontdekten niets nieuws ; alleen vonden wij een klein, g&bogen mes, dat zeker aan een Boschjesman had toebehoord. ; — Ja, zegde Van Blerk, zij zijn weg ! . Luister nu eens, mijnheer Retief, gij zijt een man en zult mij begrijpen. Ik zal u iéts vertel-l len, zoodat gij zult begrijpen, dat gij mij kunt vertrouwen. Ik heb dat meisje lief ! Ik heb haar lief met hart en ziel ! Hij sprak met eer-l bied, alsof hij een godsdienstig punt behandel-s de, en ik geloof werkelijk, dat hij het ook zoo beschouwde. Ik ken haar nu sinds vier jaren. Nacht en dag heb ik aan haar gedacht. Hoe i kon dat ook anders, mijnheer Retief? Zij is zoo goed, en zacht, en — schoon. God zegene i haar ! Hij sprong heen en weer tusschen de doorn-struiken, hij zag er beklagenwaardig en be- 4 spottelijk uit, met stralen viel de regen op zijn schouders en droop van zijn kin. Dodh het helpt niet — heelemaal niet! Ik ben niet waard, haar voeten te kussen ! Paulina, dat is mijn zuster, zij heeft heel groote gedachten van mij, en zij zegt: Ach, onzin, gij groote domkop, gij zijt zoo goed als de anderen die haar naloopen, en beter ook! Vraag haar ten huwelijk als een man. Maar dat kan ik niet. Toen zegde zij, ik zal de zaak eens in handen nemen, en het haar vragen. En gij weet, dat Paulina het gedaan heeft, en gij weet dat het niet bate. Mijnheer Retief, ik weet, hoe ik ben. Ik zou niet naast juffer Atherstone kunnen staan ! Ik zou niet met haar kunnen om-gaan ! Zelfs al nam zij mijn aanzoek aan, dan zou ik haar, met haar teederheid en haar vor-stelijk voorkomen telkens beschaamd maken ! Toen zij de hand op mijn arm legde, en mij met die donkere oogen in het gelaat zag, wist ik, dat ik niets te hopen had .En het is voorbij — maar — ik houd .meer dan ooit van haar. Het was gelukkig dat de regen over zijn ge-zicht stroomde, anders zouden zijn tranen hem verraden hebben .Zijn stem klonk nu bijna scherp, om zijn ontroering te verbergen. Wij zwegen eenige oogenblikken. Ik voelde dat zwijgen het beste bewijs van sympathie was. Opeens begon hij weer te spreken, haastig, bijna vroolijk. Het was verwonderlijk, hoe wel-sprekend zulk een onbeholpen mlensch kon zijn! — Maar, mijnheer Retief, denk nu niet dat ik verbitterd of jaloersch ben. Dat ben ik niet! Ik kan mij niet zoo juist uitdrukken, maar het is de waarheid. Ik zou mij gelukkig voelen als ik kon behulpzaam zijn bij ailes --bij ailes — wat haar genoegen kon' doen of haar geluk bevorderd. Indien — hij zweca even; misschien bedacht hij wel hoe spoedig zijn oprechtheid op de proef kon gesteid wor den — indien ik den man kende, die haar liefde heeft gewonnen, of die op weg is om zte te winnen, —- dan geloof ik dat — dat ik hem als een broeder aan mijn hart zou kunnen drukken — ten minste, haastte hij zich erhij te voegen, als het Castello niet is. Ik wendde mij tôt hem, den druipnatten, te-lsuirgstejdenj, hopeloozen man, dit toch fils een man den eeuwig terugkeerenden strijd tegen zichzelf streed, en op een manier die mij verbaasde, de grootste overwinning be'haalde, die iemand kan behalen. En mijn hart werd vervuld van genegenheid voor hem. — Beste vriend, zegde ik, hoe wel het mij een wreede noodzakelijkheid toescheen, dit te doen die man ben ik. Kunt gij mij als een broeder beschouwen ?. Van Blerk staarde mij aan alsof hij drorvin-de.— Gij ! riep hij. Mijnheer Retief, ging hij lia eenige _ oogenblikken voort, ik dacht dat her. misschien een van haar vrienden uit Kaap-stad zou zijn, maar ik heb u liever dan ieder ander. Wij zullen werkelijk broeders zijn! Onder de druipende doornstruiken druktein wij elkander de hand, vereenigd door onze ge-meenschappelijke liefde voor Marion, en legde n de gelofte af, haar te zullen bevrijden. Hier sprak werkelijk, de liefde van een goed mensch, zooals zij het zou genoemd hebben. Die liefde was onzelfzuchtig en opofferend het verhevenste wat ik ooit gezien had. ..Wij.waren het lang niet eens over de moge. lijkheid en de middelen om haar te hulp te komen. Johannes was overtuigd dat één man, die in donker de rivier overtrok en zich op 't eiland verborg, waaschijnlijk meer zou kunnen u,it~ richten, dan een heele compagnie, die storm zou loopep. . 7~ Bovendien, zegde hij gaat geen enkele mboorlnig daarheen ! Laten wij een van ons beiden gaan. Laat mij gaan, en eer het dag wordt, heb ik berichten omtrent hen. Maar, bracht ik hier tegen in, Stoffels zijn argumenten overnemend, het eiland is groot, en naar ik hoor, zijn er onderaardsche grot-ten, die nielnand ooit gezien heeft dan de Boschjesmannen zelf. En zij zijn zoo (Svaak-zaam als roofvogels. Zij weten nu, dat wij hun spoor ihebben gevonden en iedere struik daar-gmds verbergt een sohildwacht! Aan één enkele pijl hebben wij genoeg. — Maar wat zouden zij in donker kunnen doen? vroeg hij. In het donker heb ik even-^ eel kans als zij, en allicht kan ik te weten komen wat zij met haar gedaan hebben, en dat alleen zou reeds de moeite loonen.Van dit punt tut, zou ik het geheele eiland omtrekken, en het zou al heel raar moeten gaan, als ik mets te weten kwam. Goed, zegde ik. Laat ons dan samen gaan ; gij neemt den eenen kant van 't eiland ik de andere. Ik geloof dat het vergeefsche moeite is, maar beter dat dan niets te doen. Wij spraken dus af, na zonsondergang elkander weer te ontmoeten, en ons waagstuk samen te ondernemen en na een paar uren zorg yuldig den oever verkend en al het mogelijke besproken te hebben, namen wij afscheid. Langzaam keerde ik naar huis terug langs het pad dat de Boschjesmannen den vorigen avond gevolgd hadden. Ik moest tegen de hef-ftige vlagen van wind en regen in, en opeens ;v:hnkt/R mijn paard voor een gedaante die zich iiî het kreupelhout bewoog. Ik hield den teu-gcvl m, en een oogenblik daarna yertc^onde LuTOkile zich. Mijn hart was van blijdschap venruld toen ik hein zag. Hij wa.s doornat en vernweid, maar bleef toch dezelfde oude Kaf-ferprc>feet van altijd. Niets kon afbreuk doen aan zijn natuurlijke waardigheid. \ (Word! roortgezcl.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods