Gazette van Gent

1821 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 07 August. Gazette van Gent. Seen on 09 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/pz51g0n96m/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

*^247' JAAR - N' 182. - B. S GENTLEMEN VKIJDAfr, 7 AUGUSTI 1914 GAZETTE VAN GENT INSCHBIJVIÎÎGSPBIJS î VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : _ • „ r> 12-00 Een ja»r fr. 15-00 ^ ï_ > 6-50 6 maanden » 7-75 Sen! ' ' • • ' 3 50 3 maanden Voor Eolland : 5 frank per S maanden. Voor de andere landen : fr. 7-60 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gestieht In 1667 (BEURZEN-COURANT). BMSTUUB EST REDACT11 VELDSTRAAT, 60, GENT J)e buréélen zijn open van 7 ure 's morgends toi S Wt 'f àvonâSr TELEFOON nr 710 De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. DE OORLOG De Koning op het Front der Troepen De schitterende Overwinning der Belgen De eerste Gekwetsten te Brussel De Beschieting van Luik X>o Staat van Beleg in Belgle De Mobiliseering der niet werkdadige Burgerwacht y oostingeo uit het Buitenland DE KONING Toen de koning zich donderdag mor= gend aan het front der troepen begaf, hield hij eene korte aanspraak om de bevolking te bedanken voor het goed onthaal door de troepen en door hem genoten. Eindigend, zegde de Vorst: "Vooraleer men ons leger verniele, zal men over inijn lijk moeten treden!" Z. M. werd lang en geestdriftig toege-juicht.Belangrijke Mededeeling Belgie in Staat van Beleg AL de provinciën zijn in staat van beleg.Het léger staat op oorlogsvoet. Het Jtrijgsstrafwetboek zal de ieiten van bespieding, in al zijne strengheid tôèpassen. De krijgsraden zullen zetelen. Nooit zal eene straf worden toegepast, zonder vonnis. (Zie derde bladzijde). De schitterende Overwinning der Belgen Nadere bijzonderheden. D* Duitschers, die op eenig-e uren af-stand Tan. de forten van Luik waren ge-legerd, rukten donderdag, vroeg in den morgend, op met een groot leger. De voorwacht van het Duitsche leger en de verkenners naderden stilaan de ■versterkte stelling en daar zij niets ge-waar werden, kwamen zij stout vooruit. Eensklaps deed het 12e linieregiment, met het 2" lansiers, dat verscholen zat en gedekt werd door het fort van Bon-celles, een schielijken stormloop op het vijandelijk leger en een verwoed gevecht had plaats. De Belgische soldaten vochten alB leeuwen ; de Duitschers vochten ook dapper, doch de schielijke aanval en de overrompeling onzer soldaten, sloegen de Duitschers uiteen. 8000 Duitsche soldaten werden buiten gevecht gesteld en 1600 krijgsgevangen genomen. orv t? i *-» _ 22 kanonnen en 20 automobiclen werden ook buitgemaakt. Onze soldaten waren zeer wel boschut in de forten en verschansingen. Zij bezit-ten het vooxdeel der positie op een vijand, die in open veld moet aanrukken. Het vuur onzer artillerie vooral was moorddadig en de mitrailleuzen hebben een verschrikkelijke verwoesting aange-xicht.Aan het fort van Chaudfontaine. Rond 11 1/4 ure werd aan het fort Chaudfontaine het alarm gegeiven dat de vijand daar was. Een sterke Duitsche kolom kwam, uit de richting van Pe-pinster, langs de Vesder afgezakt en ■rukte aan naar Forêt. Zoodra de Duitschers in beroik der kanonnen waren, brachten deze vernie-ling. Met eene ibewonderenswaardige juistheid troffen de houwitsers hun doel en de Duitschers die reeds voorbij Forêt ■waren, deinsden in allerijl. Zij hielden daar stil aan het kasteel dier plaats. Dit bekwam hun slecht ; de houwitsers troffen juist en het kasteel was nog dra een puinihoop, ingestort op het hoofd der ovcrrompelaars. De overlevenden deinsden en waren slechts in veiligheid buiten Trooz en Neaaonvaert. Wat de Franschen van Belgie nu zeggen De Excelsior : Met een prachtigon moed is gansch het Belgische volk opgesprongen, zijne leus getrouw : « Eendracht is macht ». Wij zullen nooit zijne edele heldhaftig-heid en den bewonderenswaardigen moed van zijnen koning vergeten. De Petit Parisien : « Door zijne manhaftige verdediging waaraan dé Duitschers zich niet ver-wachtten, heeft Belgie een ontzaglijken dienst bewezen aan de zaak der Euro-peesche vrijheid. Niemand zal het vergeten. » De Figaro : « Ilot Belgisch léger heeft den eerslen schok der barbaren weerstaan met eene woeste vastberjdenheid, met de uiterste beslistheid te overwinnen of te sterven. Het zal eene eeuwige eer voor Belgie blijven, dat de Lotsbeschikker hem ver-kozen heeft om den eerste zijn bloed te storten in den strijd, welken recht en rechtvaardigheid gaan voeren tegen ra-zende uitzinnigen. » Nog de aanslag tegen generaal Léman Ziehier hoe den aanslag tegen den mi-litairen gouverneur-generaal geschiedde : Eene patroelje Duitsche uhlanen, onge-twijfeld vernomen hebbende waar de le-gerstaf van de Luikervestingen verbleef, drong door de ruimte der forten en ge-lukte erin er heelemaal en ongedeerd door te dringen. De uhlanen stormden het kwartier van den staf binlnen en poogden generaal Léman dood te schie-ten. Onze' generaal werd niet getroffen en kon ontsnappen. Eene hevige scherm-mutseling had plaats tusschen de uhlanen en de officieren van den legerstaf. De commandant Marchand werd getroffen en gedood. De uhlanen konden dan omsingeld worden en werden allen krijgsgevangen genomen. Een ander verhaal luidt als volgt : Eenige Duitschers, die te Luik verble-ven, hadden het nieuw Duitsch velduni-form aangetrokken — uniformen die hier nog niet bekend waren. — Eene groep medeplichtige Duitschers juichte die ke-rels toe met de kreten : " Leve Engt>-land !" "Leve de Engelschen!". Zi,j begaven zich naar de straat, waar generaal Léman met zijn staf veribleef. Zij kenden het uur, waarop de generaal Léman ging buitenkomen. Aan de wo-ning bevonden zich. de Belgische officieren van den Belgischen legerstaf. Deze herketaden de Duitsche (Uniformen en schoten de bespieders met hunnen revolvers neer. Zij waren ten getalle van zes. Ongelukkiglijk werd een onzer officieren ook gedood. Luik houdt stand De versterkte stellingen van Luik hebben tôt donderdag avond zegevierend weerstaan aan de aanvallen van de Duitschers. Onze troepen houden stand. Al de geruchten over den val van Luik zijn valsch en officieel gelogenstraft. Tôt hiertoe is er geen «nkele gewapende Duitscher in Luik. Al die geruchten spruiten voort uit het feit van den inval der patroelje Duitsche uhlanen. Al deze vijandelijke ruiters zijn neergeschoten of krijgsgevangen geno° men. De stad Luik beschoten Uit Luik werd donderdag avond, om 10 ure gemeld : De toestand is, ond^r militair opzicht, normaal. Het plan door den Belgischen algemeenen staf opge-vat, ontrolt zich op methodische wijze. Na te Luik drie Duitsche legerkorps^n (120.000 man) — het 7°, 9° en 10" — op-gehouden te hebben, trekt de Belgische 3* legerafdeeling zich in goede orde te-rug, om na eenige rust den strijd te kun-nen hernemen. De forten houden altijd stand; geen enkel werd lot nu toe beschadigd. De Duitschers beschieten de stad. Een vreeslijlce nacht. Inwoners van Fléron waren ten getalle van 60 vergaderd in een kelder, waar-vari zij al de openingen dicht gestopt hadden met matrassen en kussens. De schrapnells sprongen onophoudelijk rond het groep je huizen. De inwoners brachten heel den nacht door in den kelder, om zoodra het wat dag werd, naar Luik te vluchlen. Een regen van Houwitsers. Die Luikenaren, die donderdag mor-«emd met den torein van 9 te BlrUastel zijn aangekomen, verklaren dat men te Luik een schrikkelijken nacht beleefd heeft. Van 8 ure 's avonds tôt 6 ure des morgends heeft het gevecht geen oogen-bilk opgehouden, de Duitschers, die vast besloten schenen door te geraken hebben duiz,enden mannen opgeofferd, men spreekt van 8.000 dooden. De Duitschers hadden houwitsersbatberijen opgericht van 12 en 15,die bommen wierpen op de Eorten en op gansch den Luiker omtrek Bressoux zou in brand staan en Herstal insgelijks. Het vuur van zekere forten hjeeft groote rverwoeStingen aange'riohfi in dei Duitsche rangen, die versterking hebben gekregen. Twee Duitsche generaals gedood. De overwinning, welke onze troepen behaald hebben, is nog schitterender dan men "eerst verwacht had. Tusschen de jedooden bevinden zich twee Duitsche generaals. Het schi,jnt ook dat tôt nu toe reeds 27 kanonnen door de Belgen werden buitgemaakt. De gekwetsten te Brussel. Een trein uit Luik, met de eerste gekwetsten, is donderdag namiddag, om 3 ure 47, in de Noordstatie, te Brussel, aangekomen. Het nieuws was spoedig gekend. Eene overgroote menigte storm-de naar de Noordstatie, waar onmiddel-lijk een ordedienst moest ingericht worden. Weldra gingen de poorten van den middeningang open en de gekwetsten verschenen, ondersteund door makkers. Op hetzelfde oogenblik steeg eene groot-sche ovatie op. Men wuifde met hoeden en zakdoeken en met Belgische vlagjee. De gekwetsten werden door burgers naar het Palace Hôtel gedragen, waar eene ambulancie ingericht is. De gekwetsten zijn gehavend, ver-moeif', jvermagerd ; verscheidene ween-deii. ftèt zijn soldaten van 't 1" jagers te volet van Oharlëroi. Hunne uniformen zijn vol slijk en verscheurd. De eene heeft een kogel in den rechterknie ; de anderen klagen van hevige pijnen in de lenden. In het Palace Hôtel werden zij in de ophaalibakken geplaatst en onmid-dellijk naar de k amers van het vierde verdiep opgehaald, waar ziekenverple-gers en verpleegsters onmiddellijk de brave soldaten hulp verleenden en ver-Bterkende spijzen toedienden. Rond 4 1/2 ure namiddag is in de Noordstatie een tweede en lange trein mtet Belgische gekwetsten aangekomen. Zij werden ten getalle van omirent 250 en behoorden tôt de 9", 12* en 14* linies, tôt de jagers te voet en tôt het regiment vestingsartillerie. Toen de trein de statie binnenstoom-de, ontblootte .iedereen het hoofd. De leden van het Roode Kruis hielpen de soldaten, die meest allen aan de voe-ten, de beenen of de armen gewond waren, uit den trein stappen. Voeten, beenen en armen waren om-wonden met doeten. Een onzer jongens moest op eene draagberrie uitgestrekt worden. Hij droeg geene zichtbare won-den, doch een geneesheer, die hem spoedig ondeirzocht, bevond dat hiij aange-tast was door eene hartschudding. Een andere had het voorhoofd omwonden. Doch bij geen enkele gekwetste was bloed te bespeuren. De gewonden, werden m de automo-biels geholpen en deze reden in voile snelheid weg naar het gasthuis en de ambulancies. Op den doortocht in de stad- ontblootte de menigte ontroexd het hoofd. De held Demoulin. De soldaat Demoulin, van het fort van Bveigmé, die zich woensdag zoo held-haftig gedroeg en vier Duitschers neer-schoot, is door een vijandelijken kogel in het been gebwetst. De moedige jongen werd donderdag namiddag naar Brussel overgebracht om er verpleegd te worden. De Franschen in Belgie. Donderdag morgend werd er officieel medegedeeld, dat er drie Fransche leger-afdelelingen in Belgie zijn en oprukken naar Luik. Zij waren reeds zeer ver, doch wij kunnen niet zeggen, waar zij zijn, want de bescheidenheid en de voorzich-tigheid leggen ons dit zwijgen op. De prins de Croy. Het gerucht dat de prins de Croy, officier deir gidsen, zou aangehouden zijn voor bespiederij, wordt gelogenstraft. De vreemde oorlogscorrespondenten. De oorlogscorrespondenten .der groote vreemde dagbladen staan in bewonde-ring over den moed onzer troepen. Zij spreken in de lofwaardigste bewoordin-gen over de taktiek van onzen staf. Velen dier correspondenten hebben den Balkanoorlog bijgewoond. Nooit of ner-gens hebben zij zooveel moed, zooveel taaiheid gezien als bij de Belgische troepen.Vrijwilligersautomobielvoerders. Het règlement betreffende het korpe vrijwilligers-automobielvoerders, is goed-gekeurd.TE ANTWERPEN. Vele huizen en kasteelen rond Antwer* pen worden afgebroken. Ten gevolge van den staat van beleg, moet de omtrek der stad vrij gemaakt worden van aile hinderpalen, die het zicht en de haven belemmeren. Men be vindt zich in de droeve noodzakelijkheid iverscheddene woningen, buitengoëdèrën en kasteelen,waartusschen er zeer schoo ne zijn, tôt den grond neer te halen. De parken en bosschen lijden ook veel van den toestand. Verscheidene dezer laatsten zijn reede vrijgemaakt en men bereidt zich denne bosschen in brand te steken. Eene zonderlinge ontdekking. Te Ajifcwerpen heeft men donderda; eene zonderlinge ontdekking feedaan. Werklieden waren be,zig met op de in schepingskaai kassen te rangschikken welke moesten ingescheept worden naa: Congo. Die kassen waren opgegeven als koop waren bevattende. Een der twerklieder liet eene kas vallen ; deze brak open ej een Duitsche. uniform kwam er uit ti voorschijn. De krijgsoverheid werd ver wittigd. De militaire gouverneur heef al de kisten in beslag genomen. Eene radikale maatregel te Antwerpen De militaire gouverneur van Antwer pen heeft gisteren een radikale maatre gel genomen. Hij beval aan aile Duit sche en Oostenrijksche onderdanen da zij de versterkte stelling van Antwerpei te verlaten hadden, vôôr middernacht De niet werkdadige burgerwacht. De niet werkdadige burgerwachlei zijn tôt den werkdadigen dienst opge roepen. Ilot ùiaaismaa Koncugi nei ut-siuii, ai-y volgt af : Ôverwegende dat, in het belang der landsverdediging als in het belang der openbare rust, al de niet werkdadige burgerwachten tôt werkdadigheid dic-nen opgeroepen, hebben wij besloten : Art. 1. — De niet werkdadige burgerwacht van al de gemeenten des Rijks wordt tôt werkdadigheid opgeroepen. Artikel 2. — De mannen, die het huidig besluit tôt werkdadigheid opgeroepen burgerwachten vormen, zullea-op zichtbare wijze als herkenningstee-ken dragen : 1° Aan den linkerarm : een band meE de nationale kleuren; 2° Rond den hoek : een strik met de-zelfde kleuren. De minister van binnenlandsche zaken heeft naar al de gouverneurs van de pro-vincies den volgenden brief gezonden : « Ik heb de eer u te laten weten, dat, in het belang der verdediging van het land, en in het belang van de openbare orde en veiligheid, een koninklijk besluit van den 5 augusti 1914 al de niet-werkdadige opgeroepen burgerwachten van het Rijk opgeroepen worden. « De bedoelde burgerwachten zullen-voorloopig zelf in hare bewapening moeten voorzien. Daar de binnengeroepen manschap-pen ook geen uniform hebben, zullen zij bij voorkeur een blauwen kiel dragen en als herkenningsteeken : 1) aan den linkerarm een band met de nationale kleuren; 2) aan den hoed eene kokarde met dezelfde kleuren. « Ilet dragen van die teekens is vol-strekt verplichtend opdat de wetten , en rechten van den oorlog, desnoods op do belanghebbenden zouden toegepast worden.« Om die voordeelen le kunnen genie-ten moeten de bedoelde burgerwachten onder het bevel staan van een pcrsôon die verantwoordelijk is voor de onder-hoorigen; zij moeten hnnrie waiieiw operflijk dragen en nandelen volgens de wetten en gewoonten van den ooclog. « Bovengemelde kenteekens zullen u eei'lang door de zorgen van het minis-lerie toegezonden worden, om in de verscheidene dorpen uwer provincie uitge-reikt te worden. « Men heeft ook niet uit het oog te verliezen dat, volgens de wetten van den r oorlog, de vijandelijke daden, het is te ' zeggen het gewapend weerstaan of aan-. vallen tegen afgezonderde vijanden, het > rechtstreeks tusschenkomen in gevech-len of botsingen, nooit toegelaten is aan diegenen die deel uitmaken noch van het - leger noch van de burgerwacht, noch van de vrijwilligerskorpsen die de oor-1 logswetten volgen, aan een overste ge-' hoorzamen en een kenteeken dragen. [ « Het overtreden dier gewichtige regels zou niet alleen de lieden of afzon-derlijke groepen die zulke vijandelijke daden zouden plegen zonder oorlogvoe-rend te zijn, eraan blootstellen onmiddellijk door den vijand doodgeschôten f te worden, maar het zou ook tôt voor-j wendsel kunnen dionen voor eene wraakneming waarvan de gansche be-volking zou kunnen slachtoffer zijn ». De lichting van 1914. ' Bij afwijking van artikel 2 der wet van 30 december 1913, wordt het contingent voor de milicielichting van 1914, voor den «v «.^uuicovm uor ua^oiic van uenr. Verzegelde Lippen Roman van *. ORTMAN. —Vermoord was geworden — wilt gij Keggen. Maar dat doet er niet toe. De îoofdzaak is, dat gij mij op een gemeene manier belogen hebt. Natuurlijk heb gij beateedT" g6W aM ™dere • ~ ?ee.rl ~ °P JJ'jne eer geen duit. Als «U mu met gelooft, dan wil ik het voor u op taiel leggen. ~ Het zou ook een streek zijn geweest, men ik u nooit had kunnen vergeven Maar hoe zit 't nu? Waarom moet trii yolstrekt hier blijven, wanneer gii tooli m staat zi.it het geld elk oogenblik te-luR te betalen.1 7- Gij vergeet, dat hij een papiertje van œi.1 in lianden had. Meester Cordes keek op. — Wat voor een papier, Paul 1 Misschien een wissel î iveilig aloeg zijne oogen neer. Indien ni| op dit oogenblik misschien plan had Renad, eene bekentenis af te leggen, dan amn6 janhhk van de diepe plooi tus-cûen Cordes werkbrauwen hem den er toe. k«7 Keen-~ geen missel, zegde hij onze- zullip weet tocil niet wat in Ike gevallen ondprteekent. iL. eereschuld-bekentenis 1 — Juist. dat eî1!!'; jf mii,aangenaam, te hooren dat er mets anders is. Want, ziet gij - wel z<!!wn î î' §?rust8esteld, wil ik „ ■ • KH n dat die zoogenaamde consul bij mij zekere toespelingen heeft ge-maait op een wissel met mijne ondertee-laaning, tiien gij Holnsteinj fnadt willen brengen. Dat ik op zoo een papier nooit en nimmer mijne hand zou zetten, dat wist gij toch vooruit — niet waar ? — Natuurlijk. Die consul is een gemeene lasteraar. — Wind u niet onnoodig op, mijn waar de ! Wat raakt ons het gieklets van dien kerel? — In elk geval beter dat hij gelo-gen heeft, dan dat er iets waars aan zijne woorden zou zijn geweest. Want er zijn zoo van die dingen, weet gij, waar-mede ik niet laat spotten, en al zoudt gij mijn vleeschelijke broeder zijn, dien ik op zulk een eierloosheid betrapte, — ik zou u zonder aarzelen aan uw gerechte straf oveWeveren. Het was volstrekt niet heel warm in de kamer maar toch moest de referenda-ris zich de zweetdroppels van het voorhoofd wisschen. — Ik weet niet waarom gij mij dat onder den neus wrijft, Cordes, zegde hij. Ik ben hier gekomen om ui om raad te vragen. Zeg mij wat ik moet doen, om het bewuste papier — die schuldbeken-tenis bedoel ik — in handen te krijgen. Want hebben moet ik het. Ik zal geen oogenblik rust hebben, zoolang ik het in vreemde handen weet en elk uur er op verdacht te moeten zijn dat daarvan te-Ren mij gebruik wordt gemaakt. — Dan zult gij u wel tôt dé erven van den heer Holnstein moeten wenden. — Maar wie zijn zijne erven? Vermoe-delijk toch zijne stiefdochter, die voor nHi onb|ereikbaar is. — Natuurlijk — aangezien zij als zijne moordenares in de gevangenis zit. Gij zult dus geduld moeten hebben of een advocaait moeten raadplegen, waniiepr uw eigene ipeohtskennis niet voldoende is om u den weg te wijzen. —Daaraan heb ik ook al gedacht. Maar het moet zoo snel mogelijk geb.euren — en waar Jmoat ik een vertroi^wbarea rechtsgeleerde vandaan halen? — Ik kan u misschien aan een adres helpen. Ik heb hier herhaaldelijk den advocaat Vollmar uit Berlijn ontmoet.Als hij nog hier mocht zijn, dan kan ik u geen bete-ren raadsman aanbevelen, dan hem. Hij heeft voor mijn vader verscheidene zeer lastige processen gevoerd, en wij hteibben daarbij gelegenheid gehad, zoowel zijne nauwgezetheid als zijne be-kwaamheid te bewonderen. Gij kunt u op mij beroepen. — Goed. Ik zal hem opzoeken. Gij meent dus dat ik op zijne stilzwijgend-heid zal kunnen staat maken ? — Dat spreekt toch vanzelf .Als advo-caat is hij overigens daartoe verplicht. Zekerheidshalve kunt gij het nog nadruk kelijk door hem laten beloven. De referendaris stond op. Zijno slap-pe figuur stak jammerlijk af met de for-sche gestalte van den andere. — En als gij die geschiedenis met dat pa])iertje van de baan hebt geschoven, dan moet gij zoo snel mogelijk uwe bie-zen pakken, aegde Cordes nog. Het zee-klimaat bekomt u beslist niet goed. Misschien zal de Wiesbadener lucht en het gezelschap van uw aange-bedene u wat opknappen. Keilig achtte het niet noodig, voor de-zen welgemeenden raad te bedanken. Zonder zijn vriend de hand te reiken, blies hij den aftocht. Zonder veel (bezwaar had Bincklebhn van. zijn vriend den procureur-generaal hand zi de vergunning gekregen om met Dag- en bPg, mar onder vier oogen te spreken. Hoc- kîiik. wel hij terstond tôt haar toegang hadde kunnen verkrijgen, zond hij de gevangen- mynjie< bewaarder naar hare cel, om te vragen jjj: dus of zij genegen was hem te ontvangen.De j - , man kwam met een bevestigend ant- s J woord terug. St." Het was ondanks zijne kaalheid en — H' nuchterheid niet een ongezellig ver- antwoo trek, dat de advocaat bietrad. Het licht geen o atroomde door het hooge, maar ongfj- tegendi traliede venster vrij naar binnen en be- ter bes scheen de slanke meisjesgestalte die, algeme bij de tafel staande, den bezoeker ver- zich ze beidde. Men had Dagmar veroorloofd, tengew zich eigen kleederen en linnengoed te la- een s e ten brengen,en zij had 't sierlijke witte rechtva kleed, dat zij bij hare aanhouding droeg, heugen verwisseld met een donkar huiskleed, leiding het eenvoudigste dat zij in hare over- vloedige klcederenkas had kunnen vin- von gj den. Rinckleben, die haar tôt dusver (]a Voll slechts in de fijnste kleederen had ge- ^ou zien, vond haar zeer veranderd ; maar er wcj, hij vond dat deze verandering geenszins j, tôt haar nadeel was, want zij leek hem nj11K Z( nu nog schooner en voornamer dan an- schaff ' ders. Ook haar gelaat vertoonde tôt zijn uiterliî verrassing niet meer die ontstelde en vei-warda uitdrukking, die hij de laatste — ^ rnaal had waargenomen. Wel was zij nog ''Bn 011 steeds zeer bleek, en hare wangen waren klagen beslist emaller gteworden ; maar er lag — M eene kalme vastberadenheid in hare trek mijne ken. Haar vast op den binnentredende w gerichte blik had in zich niets meer van men den doodelijken angst, die op den avond na de vlucht uit de villa in hare oogen geflikfeerd had. aan uv tôt eei II i.l had verwacht, dat zij hem de volgen i >u reiken. Maar zij deed dit niet, ■oette hem slechts met een hoofd- dank u, dat gij gekomen zijt, t Rinckleben, begon zij.Zoo vind gelegenheid om u eens om vergit-vragen voor al den overlast, dien rbezonnen stap u veroorzaakt )e kunt gij zoo spreken, mejuffer ? rdde hij hartelijk. Gij hebt mij ferlast veroorzaakt, en ik kom in-îel om ra mijne diensten onbeperk chikking te stellen. Het is in het 3n niet gepast, dat een advocaat lf als helper aanbiedt maar bui-one omstandigheden kunnen wel sne uitzondering op den regel ■ardigen. Het zou mij oprecht ver-, indien gij besluiten kunt, mij de van uwe zaak toe te vertrouwen. s zeer edelmoedig van u, mijnheer ickleben, en ik weet uw aanbod op e waarde te schatten. Maar toch liever niet aannemen. Gij zoudt lig voldoening van beleven. hoop het tegendeel. Eene voldoe->u het mij in elk geval reeds ver-n, iets tôt verlichting van uw ken toestand te doen. at is niet noodig. Ik heb geen re-î mij over de behandeling te be-i die mij hier ten deel valt. a,ar gij wijst toch niet in ernst liensten af? as besloten geen verdediger te ne- et uw verlof — dat staat heel niet re verkiezing. Indien het werkedijk le aanklaclit komt, dan moet gij 3 de wet ambtshalve een verdedi ger worden toegevoegd, voor het geval dat gij zelf er geen hebt aangenomen. — Een verdediger moet aan de on-schuld van zijn client gelooven — niret waar? Dit was eene onverwachte vraag, dio. Rinckleben in verlegenheid bracht. Maar nadat hij zich even bezonmen had, ant-woordde hij kalm : — Het zal u niet moeilijk vallen, juffer Holnstein, mij van uwe onschuld te over-tuigen.Een weemoedig glimlachje gleed over haar gelaat. — Als gij in deze verwach-ting gekomen zijt, dan zult gij erg te-leurgesteld worden. Ik kan niets van het geen er tegen mij wordt ingebracht te niet doen. En ik ben ook heel niet van plan dit te beproeven. — Dat zou zeer laakbaar van u zijn — ten minste wanneer gij uw vrij voelt van schuld. •— En indien dit nu eens niet zoo wa-re?... Ik heb tijd genoeg gehad om over het voorgevallene na te denken ; en het is mij duidelijk geworden, dat misschien. slechts een toeval mij verhinderd heeft datgene te doen, waarvan men mij be-schuldigt. Indien mijn stiefvader op het oogenblik toen ik naar het mes gegre-pen had, zijne hand aan mij had gelegd, wie weet of ik dan niet feitelijk zijn» ln°9r<denares zou zijn geworden 1 Maar men wil geen rekenschap van u yerlangen wegens iets, dat onder onge-lukkige k>mstandfgheden moegelijkerwjj-ze had kunnen gabeuren, maar wegens hetgeen gij in werkelijkheid zoudt hebben kunnen doen. Het zou dus de groot-ste en noodlottigste dwaasheid van u zijn, het eene met het andere te verwa-ren.(Wordt voortgezet.) 4

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods