Het volk: christen werkmansblad

659 0
02 September 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 02 September. Het volk: christen werkmansblad. Seen on 27 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/ff3kw58v5w/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

«gît'r---— * "" Aile briefwisselingen vracht-vrij te zenden aan Au g. Van îseghem, uitge ver voor de naaml. (naatsch. « Dmkkerij Het VolJt», Sleersteeg, n° 16, Gent. Bureel voor West-Vlaanderen» ®aston Bossuyt, Becolletten> stnta,t,14, Kortriik. HRT VOLK Men schrijft ln : Opalle postkantorenaan lOfr. per jaar. Zos £r. 6.00. Drie maan-dei Aankon..._, ,„a: Prijs volgens tarieï. Voorop te betalen. Rechterlijke herstelling, 2 te. per regel. Ongeteekende brieven wordos geweigerd. TELEFOON N® 137, Gent. Vereclî^Jût <5 maal per week CHRISTEN WERKMANSBLAD & Centiemeu filet nummer DE AFGOD MÂMMON. : Heden. binst het II. Misoffer, herinnert âe Kerk aan een der talrijke schoone para-bels van Christus, gesproken in den loop van zijn apostoliek leven, waarin de Meester 3oor de schets van een klein drama leert welk gebruik er van geld en goed moet jeinaakt worden. Christus vreesde niet als prikkel voor de Farizeërs deze menschen, die pas hun schul-iig leven hadden verlaten, het voorbeeld te lemen der boozen zelven: — « Zeker rijk man had een rentmeester. » De Bomeincn lieten meestal hunne gronden :n eigendommenbebouwen door eenevillicus» >£ een « dispensator», die een vrij man was. Deze gewoonte bestond ook bij de Joden, en leze beheerders der goederen waren met îitgebreide macht bekleed. Daar debeheerder, .vaarvan in de parabel spraak is, het ver-ronwen van zijnen heer had gewonnen, rorderde deze in langen tijd geen verant-voording van hem af, Van dat vertrouwen naaktehij misbruik, verteerde veel meer dan ;ijne middelen heni toelieten, en bekostigde let met het goed van zijn meester. Doch, het ekteuiten hij werd bij zijn heer beschuldigd, lat hij zijne goederen verkwistte. Deze ont-jood hem en zegde : «Wat hoor ik daar van u? Geefrekening 'an uw rentmeesterschap, want gij kunt geen •entmeester blijven ! » De rentmeester weet dat zijne oneerlijkheid lit die rekenschap duidelijk moet blijken, en wijfelt niet aan zijne afzetting. Wat nu ;angcvangen ? Hij had zich door zijne meerlijkheid niet verrijkt, maar verkwistend sn overdadig geleefd van het goed van zijn îeer. Zijn rentmeesterschap gaf hem tôt dus -erre zijn bestaan; doch eens uit dit ambt mtzet, had hij niets om voortaan te leven, en 'erviel alzoo tôt de diepste armoe. — « Maar de rentmeester zegde bij zich :elf : Wat zal ik doen? Spitten kan ik niet », ils een daglooner zwaar werk gaan doen, iaartoe voel ik mij niet in staat; « te gaan jedelen schaam ik mij ». — « Ik weet wat ik doen zal, opdat ze mij — als ik uit mijn rentmeesterschap ontzet >cn, — in hunne huizen opnemen. » « En hij ontbood éen voor éen de schulde-îaars, en zegde tôt den eersten : — « Hoeveelzijt ge mijn heer sehuldig ? » Deze zei : — « Honderd vaten olie. » En hij zegde, hem de schuldbrieven over-landigend : — « Neem uwe schuldbekentenis, en ga -lug zitten, en schrijf : Vijftig. » Weer tôt een andere zegde hij : — «Maar gij, hoeveel zijt ge schuldig? » Deze antwoordde : — « Honderd mud tarwe. » — « Neem hier uwe papieren », zegde hij lem, en schrijf : « Tachtig ». In Palestina bestaat de oogst meestal uit 'lijven en koorn ; daarom nam Jezus die twee •ruchten tôt voorbeeld. Met welken willekeur en ongerechtigheid nike Oostersche bedienden te werk gaan, :an men hedendaags nog naspeuren ; dikwijls iin zulke bedrieglijke voorvallen waar te lemen. De heer. vernomen hebbende hoe schrander ijn opzichter zich uit den nood getrokken iad, kon niet nalaten zijn vernuftigheid te K'wonderen, hoewel hij de daad zelve moest Jkeuren. « En de heer prees den rentmeester, omdat iij voorzichtig had gehandeld. » Do heer prijst den rentmeester om zijne oorzichtigheid in het nemen van doel-rei'i'ende voorzorgen. Het bedrog of on-echt, dat hij daarbij pleegde, blijft buiten esChouwing. 't Is niet te veronderstellen dat e heer onrechtvaardigheid zou prijzen waar ij zelf het slacntoffer van is. Jésus haalt nkel de sluwheid van den rentmeester aan mdat hij daaruit alleen eene les wilde rckken voor zijne leerlingen. Jezus zou willen dat zijne voîgelingen even ehendig Waren voor de hemelsche zaken. Jij zegt het hunop plechtigen toon, bij wijze 'an toepassing der parabel : — « Ook Ik zeg u : Maakt u zelven rienden door middel van den bedrieglijken -Iammon, opdat ze, bij uw afsterven, u op-emen in de eeuwige tenten. » « Mammon » was de naam van een syrischen Jgod, niet verschillend van Plutos, den god an den rijkdom bij de Grieken. Hij wordt lier terecht bedrieglijk genoemd, niet enkel >mdat de rijkdom dikwijls op onrechtvaar-lige wijze wordt verworven, maar ook omdat lij dikwijls leidt tôt veel kwaad eneroorzaak, îelegenheid en middel toe is. Gelijk die rentmeester, — zonder zijne mgerechtigheid na te volgen, natuurlijk, — noeten zij, die rijkelijk met aardsche goederen jedeeld zijn, door werken van weldadigheid 'Tienden zoeken te verwerven voor de toe-:omst : xij moeten de armen helpen in hunnen lood doormilde aalmoezen. Nu de zedeles der gelijkenis : — « Dieinhet geringste» —in de wereldsche •ijkdonimen — « betrouvvbaar is» ener goed îebruik weot vante maken, « is 'took inhet ;rooto > — in de geestelijke goederen, die er jneindig boyen s (aan — « betrouwbaar; en lté in het geringste bedrieglijk is, is ook jedriegtijk in het groote. » Dat is eenspreek-tfoord waar men niet te veel nadruk op moet eggon. want er zijn uitzonderingen ; doch ^yer het algcmeen is het waar : de onder-fiiitiing ieei'L hef. De Veriosser past nu dien grondregel toe : «Indien ge dan met betrekking tôt den 'euriegljjken Mammon niet betrouwbaar zijt, fie zal u danbetware toevertrouwen ? » _ Zij, die van den rijkdom een gebruik maken ®gen deu wilGods, zullende eeuwige goedereu jiet ontvangen. Immers, de rjjkdom kan, ^ sijne vergankelijkheid, niet het « ware goed » zijn van denmensch, die geschapen is om een « onvergankelijk goed » te bezitten. Andere toepassing : — k En indien ge met vreemd goed niet betrouwbaar zijt, wie zal u dan het uwe geven? » Ons goed is eigenlijk dat goed, voor welks bezit wij geschapen zijn, het « hemelsche» ; al het aardsche goed is niet het «onze», maar eens anders goed, omdat ons daarvan niet de volstrelcte eigendom, maar alleen het beheer verleend is door den Heer. Nu volgt een nieuw beeld om zijne ge-dachte op te helderen. — f Geen huisknecht kan twee heeren dienen : want hij zal of den éénen aan-hangen en den anderen verachten. Ge kunt niet God dienen en den Mammon. » Jesus toont aldus hoe de rijken de getrouw-heid moeten aan den dag leggen, welke Hij daareven zoo dringend had aanbevolen. Zij zullen getrouw zijn, bijaldien zij niet aar-zelen den eeredienst van God boven dien van Mammon te verkiezen. Deze twee meesters inderdaad betwisten elkaar onze genege-nheid en onze diensten. « De Farizeeërs, geldzuchtige menschen, hoorden dit ailes en », — verstaande dat het tegen hen gericht was —- bespotten ze hem, met verregaande onbeschoftheid, en « trok-ken grijnzend hunnen neus op. » Doch Jésus liethun grove beleediging niet ongestraft; Hij keerde zich rechttot hen : — « Gij zijt het die u zelven rechtvaardigt voor het oog der menschen, maar God kent uwe harten, want het vei'hevene onder de menschen is een gruwel in het oog van God. » Daarna drukte Hij met gezag den moedwil dier hoovaardigen den kop in, door hun 't einde van hun rijk aan te kondigen : — te Tôt Joannes toe waren de Wet en de Profeten : sinds wordt het koninkrijk Gods gepredikt, en iedereen doet geweld op liet-zelve. » Niettegenstaande de hevige tegen-werking van Jezus' vijanden, werden immers zijne voîgelingen dagelijks talrijker; Hij had maar de ontelbare menigte aan te wijzen die rond Hem gedrongen stond en met eerbied naar zijne stem luisterde. (Overgenomen uit De Veriosser, door Léo Coppens, derde deel.) Ggiuîgsnverhoor in het proses Sucfeomlinow. Stockholm, 30 Aug. — Nowoje Vremja van 25 Augustus meldt : In het procès Suchom-b'now begon het getuigenverhoor. Als eerste getuige verscheen de vroegere stafoverste van den hoogstbevelenden generaal Januschke-witsch. De verdediger, Sacharin, vreeg aan don getuige of hem den dag der mobiiisatie de Tsaar niet getelefoneerd had, de mobiiisatie te verschuiven of te stoppen. De getuige antwoordde dat zulk telefoongesprek feitelijk plaats had gehad. Het betrof echter de verandering der algemeene mobiiisatie in eene gedeeltelijke mobiiisatie van de vier Zuid-Westdistrikten. Op de vraagder verdedi-ging, zijn telefoongesprek met den Tsaar in bijzonderheden weer te geven, verhaalde de getuige de omstandigheden, die de oorlogs-verklaring voorafgingen. In den beginne was besloten alleen de mobiiisatie der vier distrikten te verklaren om Oostenrijk-Hon-garië te verschrikken. De kwestie werd dan echter gewijzigd en op 29 werd, na mijn ver-slag bij den Tsaar, de gansche mobiiisatie onderteekend. Op de algemeene mobiiisatie staande, zegde ik toen dat het volstrekt noodzakelijk was, onze houding niet alleen tegen Oosten-rijk maar ook tegen, het achter hem nog staande Duischland, te toonen. (Hier korte telegramverwarring). Wij waren welbewust dat de Tsaar zich niet verder afwijzend kon liouden. Hij wist immers dat ons uitrustings-program tôt het jaar 1018 gereed zou zijn en dat het diensvolgens noodig was, den tijd tôt aan het doorvoeren van dit programma te benuttigen. Uit het Peterhof kwam ik in de ministerraadszitting en bracht de mobilisatie-ukaze door den Tsaar onderteekend voor. Denzelfden dag echter nog, rond 11 uur 's avonds, werd ik door den Tsaar aan de telefoon geroepen. De vraag werd mij gesteld hoever de algemeene mobiiisatie gezet was en of men niet door eene gedeeltelijke mobiiisatie tegen Hongarië alleen kon inzetten. Ik antwoordde dat het buitengewoon moei-lijk was, dat er rampspoedige ge volgen aan verbonden waren. De gansche mobiiisatie was reeds begonnen, 400,000 reservisten waren reeds opgeroepen. Dan verklaarde mij de Tsaar bepaald, dat hij van keizer Wilhelm een telegram ontvangenhad, waarin zich deze op zijn eerewoord verbond, dat de betrek-kingen tusschen Busland en Duitschland zoo-als te voren vriendschappelijlc zouden blijven in gevai de algemeene mobiiisatie niet ver-klaard werd. Na ditonderhoud met den Tsaar reed ik naar Ssasonow enovertuigde hem dat men een h?ffen der algemesne mobiiisatie niet kon bewerkstellingen. Er werd besloten dat hij 's morgens aan den keizer een nieuw verslag zou doen. Hij heeft dit nieuw verslag feitelijk gedaan en den volgenden dag om 4 y, uur had in het slot eene bespreking plaats waara-an Ssasonow, Suchomlinow en ik deelnamen. In omtrent 10 minuten hadden wij besloten dat het onmogelijk was, de algemeene mobiiisatie te verschuiven en dat het heffen der mobiiisatie voor Busland ver-derfelijk was. Na deze getuigenis vroeg Suchomlinow, deze gezegden te mogenaanvullen.Hij zegde : Ik ontving een bepaald bevBl, dat geene tegenwerpingen toeliet. De gansche mobielmaking was reeds ver-klaard en bij haro intrekking dreigde eene ramp. Wat moest ik doen? Ik wist dat het onmogelijk was, de mobilisbtie uit te stellen endathet tecknisch onuitvoerbaar was. Wat zou in Busland gebeuren? God weiïfc wat daar zou uit voortkomen. Ik voelde dat ik ten gronde ging. Een half uur rte, het jeaprek met dea gewezen Czaar meldde Jancusch- kewitch zich bij mij aan. Hij zegde mij dat de Ozaar hem verklaard had de mobiiisatie te stakken. « En wat hebt gij hem geant-woord? » vroeg ik hem. Ik antwoordde dat het technisch onmogelijk was, doch niettegenstaande beval hij het intrekken der mobiiisatie. Generaal Jancuschkewitsch vroeg mij nu wat thans zou gebeuren. Ik antwoordde et Doch niets ! » Ik voelde hoe een zucht van verlichting over mijne lippen kwam. Den volgenden morgen deedikden Czaar gelooven dat de mobiiisatie alleen in de distrikten van het Zuidwestelijk gebied plaats had. Dien dag verloor ik het hoofd. Ik wist dat de mobiiisatie in vollen gang was en dat het onmogelijk was ze tegen te houden. Gelukkig-lijlc bracht men dien dag den Tsaar tôt een andere overtuiging en ik kreeg dank voor de goede uitvoering der mobiiisatie. Anders lag ik reeds lang in den kerker. Getuige Jamuschkewitsch werd nogmaals geroepen en laat zich uit over zijn onder-houd met den D uit se hen militairen attaché. Ik gaf hem het eerewoord van den generaal-stafoverste dat op dit oogenblik, juist om 3 ure, op 29 Juli de mobiiisatie nog niet verklaard was. Ik herinner mij dit oogenblik zeer juist, in al zijne bijzonderheden. De ma-joor geloofde mij niet. Ik bood hem nu aan het schriftelijk te bevestigen hetgeen hij hoffelijk van de hand was, Ik hield mij voor gemachtigd hem zulke verklaring schriftelijk te geven, gezien eene mobiiisatie op ditoogen-feitelijk nog niet gedaan was. Het bevel daarvoor had ik bij mij op zak. * # * Het Wolf T. B. bemerkt over deze uitleg-ging: 1. Dat de Bussische generaal-stafoverste den Duitschen militair-attaché op zijn eere-woordsverklaring moedwillig bedrogen heeft. Hij had het bevel tôt volledige mobiiisatie van den Czaar op 29 reeds op zak en heeft er geen woord van gerept. Het tegendeël leugen-achtig gezegd. — 2. Januschkewitsch be-vestigt dat de volledige Bussische mobiiisatie niet alleen tegen Oostenrijk-Hongarië reeds op 29 Juli bevolen en doorgevoerd was. — — 3. Januschkewitch, samen met Sassonow en Suchomlinow hebban tegen den wil van den Tzaar den wereldoorlog uitgelokt, door zijn bevel niet te volgen de mobiiisatie in te trekken en den Tzaar te bedriegen. Het aiitwoord van Wilson aan den Pans. AMSTEBDAM, 31 Augustus. — Da Ameri-kaansche nota aan den Paus luidt a's volgt: Zijne Heiligheid Bénédicte XV, Na kennisneming ITwer mededeeling aan de oorlogvoerende volkeren, van 1 Augustus, gelast de Voorzitter der Vereenigde Staten mij, U te dier gelegenlieid volgend antwoord te zenden: _Wis niet met blindheid is geslagen en wiens gevoel door dezen versehrikkelijken oorlog niet verstompt is, moet getrofîen zijn door de roerende woorden TJwrr Pauselijke Heiligheid en de verhevenheid en kracht der menschminnende en edele gevoelens ondervinden, die te dier gelegenheid uitge-drukt worden. Eenieder moet vurigwenschen i dat wij feitelijk den vredesweg inslaan die Gij ons met zoo groote overtuiging toont. Het ware echter verkeerd dien weg in te slaan, wanneer hij niet tôt het doel zou leiden, dat gij ons wijst. Het antwoord moet op eene scherpe beoordeeling van feiten ge-grond zijn en op niets anders. Het is niet alleen een wapenstilstand die wordt nage-streefd, maar een be3tendige en duurzame vrede. Verschrikkelijkheden, zooals deze die wij nu beleven, mogen niet wederkeeren en het komt er op aan, juist en koel te over-leggen hoe wij ons zulks kunnen verzekeren. Uwe Heiligheid stelt nu hoofdzakelijk een terugkeer voor tôt hot statu quo ante bellum (toëstand als voor den oorlog) een algemeen verge ven, eeneontwapening en een volkeren-leven dat berust op het erkennen der grond-regels van scheidsrechterlijke beslissing. Gij stelt voor dat de vriiheid der zee daarbij verzekerd blijve en dat over de gebieds-eischen van Frankrijk en Italie, evenals over de moeilijke Balkankwestie en over de her-stelling vanPolen beslist worde in onderhan-delingen, die zoo verzoenelijk mogelijk dienen gehouden te worden, met het oog op het tôt stand komen van den nieuwen vrede en waarbij rekening diene gehouden te worden m^t de wenschender volkeren die daarbij in politiek opzicht en door stamverhouding in rekening komen. Het is klaar dat geen enkel deel van dit programma met uitslag kan uitgevoerd wq;.'-den, indien het herstellen van een statu quo ante, daarvoor geene vaste en bevredigende grondvesten aanbiedt. Het doel van dezen oorlog is : de vrije volkeren der wereld te verlossen van de kwellingen en het geweld, die tegenwoordig bestaan in het voorhanden zijn van eene omvangrijke militaire gemeen-schap, onder de heerschappij van eene niet-verantwoordelijke regeering, die, nadat zij in 't geheim eenen aanslag heeft verzonnen om de wereld aan hare macht te onderwerpen, tôt het uitvoeren van dien aanslag, zonder achting voor de heiligste plichten van ver-dragen of de van voorheen vastbepaalde, geregelde en hooggeheiligde grondregelen der internationale betrekkingen, die zelf het tijd-stip van den oorlog bepaalde, hare slagen wild en plotseling uitdeelt en zich door geene beperking van wet of medelijden liet weer-houden, die een gansch werelddeel met bloed drsnkte — niet alleen tegen oorlogsvoe-renden, maar ook tegen onschuldige vrou-wen en kinderen en liulpelooze armen — en die Mians ontgoocheld, maar niet verslagen, daar staat als de vijand van de 4/5 van het menschdom. Deze macht is niet het Duitache volk, zij is de niets inziende beheerschsterea van dit volk. Het is onze zaak niet hoe dit groot volk onder deze heerschappij kwam of zich metvoorbijgaande welgevallen aan haar on-derwierp en zich ter beschikking harer doel-einden stelde. Het is alleen aan ons er voor te zorgen, dat het lot der overige wereld niei langer afhankelijk blijve van het uitoefener dier macht. Dergelijke macht op vreedzamen voel beliandelen, volgens de voorstellen Uwei Heiligheid, zou, voor zoo ver wij vermogen te overzien, de herstelling harer macht en eene vernieuwing harer verhouding voor ge-volg hebben en vereisclien dat eene duurzame volkerenvereeniging gevormd wordt tegen het Duitsche volk als het werktuig van deze macht. Het zou er toe leiden dat het nieuw geboren Rusland weder prijsgegeven worde aan de strikken der menigvuldigelistige bemoeiingen en aan de onvermijdelijke tegenrevolutie ; slrikken, die gelegd werden door al de boosaardige invloeden, waaraan de Duitsche regeering de wereld had gewoon gemaakt. Laat zich een vrede begrijpen op het her-stel dezer macht en op een eerewoord, dat zij ter overeenkomst en verzoening, in een verdrag zou geven? Verantwoordelijke staatsmannen moeten thans ovsral inzien, zoo zij het te voren niet duidelijk voorhadden, dat geen vrede, met zelcerheid op politieke en volkshuishoudkun-dige grondvesten, kan opgericht worden, die zou voor uitslag hebben dat zekere volkeren zouden bevoorrecht en andere verlamd of verzwakt worden of dat op wrekende wijze zou gehandeld worden of vergelding en op-zettelijk onrecht zou gepleegd worden. Het Amerikaansche volk heeft door de handelingen der Duitsche rijksregeering een ondraaglijk onreclit geleden. Het verlangt echter geene vergelding tegen het Duitsche volk, dat, in dezen oorlog, dien het niet heeft gewild, zelf veel heeft geleden. Het Amerikaansche volk gelooft dat de vrede moet berusten op de rechten der volkeren en niet op de rechten der regeeringen en wel op de rechten van aile volkeren, groot of klein, zwak of sterk ; op hunne gelijke rechten, op zekerheid en zeifregeering en op eene deel-name onder bepaalde voorwaarden, aan het handelsverlceer der wereld. Zulks geldt natuurlijk ook voor het Duitsche volk, zoo het deze getijklieid wil erkennen en geene heerschappij nastreeft. Als toetssteen voor ieder vredesplan spruit daardoor hetgeen volgt : De vrede wordt gestund ofwel op het goed geloof van aile volkeren, die daaraan deel-zaam zijn, ofwel alleen op het woord eenei eergierige en listige regeering op de eene zijde en een groep vrije volkeren op de andere zijde. Indien wij dezen toetsteen volgen — en dat moet hier geschieden, dan komen wij tôt de kern der kwestie. Het groote doel der Vereenigde Staten in den tegenwoordigen strijd is der gansche wereld bekend. Ieder volk, wien het gegund is, de waarheid te vernemen, kent het. Daarom moet dit doel niet nogmaals herhaald worden. Wij streven naar geen stolïelijke voi rdeelen van welken aard ook. Wij gelooven dat de onverdraaglijke rechtsbreuk, die in dezen oorlog door de woedende en ruwe macht der Duitsche Bijksregeering is be-gaan, weder moet goed gemaakt worden, echter niet ten koste van de verhevenheid van een volk, maar veeleer door het be-komen dezer verhevenheid bij de zwakken gelijk bij den sterke. Eene straffende schadevergoeding, het afbrokkelen van Staten, het aatistellen van eigennut.tige regelingen voor een economische afsperring schijnen, ons niet doelmatig. Zij zouden eindelijk meer kwaad dan voordeel brengen en geene grondbasis vormen, van aard om eenen vrede, om niet te zeggen eenen blijvenden en duurzamen vrede te belcomen, die zou berusten op recht en rechtvaardig-heid en op de economische vereischten van 't menschdom. Wij kunnen het woord van den tegenwoordigen heerscher van Duischland niet aanzien als eene waarborg voor eene schep-ping van duurzamen aard, tenzij dat dit woord uitdrukkelsjk bekrachtigd wordt uit den wil en de inzichien van het Duitsche volk, zoo duidelijk echter dat de andere volkeren der wereld reden hebben, zich neer te leggen bij de woorden der regeering. Zonder dergelijke waarborgen kan geen enkeling of geen volk thans zeker zijn, vertrouwen op geheime overeenkomsten, op ont-wapening bij overeenkomst, op verdragen tôt vervanging der ruwe macht door scheidsrechterlijke regelingen en op overeenkomsten, stellen, zoo die overeenkomsten met de Duitsche regeering getroffen waren. Wij moeten dus nieuwe uitingen afwachten over de in-zichten der groote volkeren van de Midden-rijken.Geve God dat deze bewijzen spoedig ge-bracht worden opdat overal tôt de herstelling van het vertrouwen der volkeren, op de betrouwbaarheid der Staten en de mogelijk-heid tôt eenen vrede, die door verdragen verzekerd is, moge leiden. Get. Bobert Lansing, Staa1s3ekretaris der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Een eersts Indruk: Het schijnt ons gewaagd, bij eene eerste lezing uitspraak te doen over de beteekenis en de draagwijdte van Wilson's nota. Volgens onzen eersten indruk stellen wij er 't volgende in vast : 1) Wilson schetst de bedoelingen der vredes-nota van den Paus. Is die schets wel vol-komen juist? Beantwoordt zij ten voile aan deopvatting welke de Pa'is er zelf van had? Dit zullen we waarschijnlijk algauw weten uit een wederantwoord van den Paus. 2) Wilson schetst de verhoudingen vanhefc Duitsche volk tôt de Duitsche regeering, leidt er de oorzaken van den oorlog uit af en besluit dat het Duitsche regeeringsstelsel to-taal zou moeten geparlementariseerd worden opdat de natiën, tôt wier tijdelijk verbond Amerika thans bshoort, met Duitschland zouden kunnen onderhanclelen. Is Wilsons meening over die verhoudingen wederom da , volkomen juiste? Gaat hij in een of anderen zin niet te ver? En vooral is zijn.toon in dit opzicht wel de geschikte om een vredesdoel , te tref£en?D;t kan ons dunkens betwijfeld worden. 3) Ten slotte schetst Wilson de toestanden welke hij zou willen geschapen zien om voor gansch de wereld een duurzamen vrede te hebben. alsmede de principieele voorwaarden welke daartoe zouden kunnen leiden. Dit deel schijnt niet ongeschiktom door de mogend-heden van beide partijen welwillend over-wogen te worden. Misschien kan die eerste indruk bij nader bsdenken zich nog wijzigen. Hij drukt niet-temin de gevoelem uit, welke eene eerste lezing ons ingeboezemd heeft. i mi il II I IT ,1 .■ OfliGieeleMededeelingeB fn VkîaïKkïm Fraiîkrijk en Elzas. (DUITSCHE MELDING.) BEBLIJN, 32 Augustus. — Uit het groote hoofdkwartier ; -— Legergroep van kroonprins Bupprecht van Beieren. — Eerst tegen avond steeg in Vlaandcren de gevechtsbedrijvigheid der artillerie aan de kust en tusschen den User en de Leie. 's Nachts kwam het meermaals tôt botsingen in het voorveld onzer stellingen; een aantal Engelschen werden gevangen. In Artois ontwikkelden zich Noordelijk van Lens plaatselijke gevechten, die tôt met de duisternis voortduurden. Zuidwestelijk van Le Catelet ontrukten jagerscompagnies den Engelschen een deel van hun nieuw gewin. Talrijke gevangenen zijn ingebracht geworden. S. Quentin lag weder onder Pransch vuur. ■—■ Legergroep van den Duitschen kroonprins. — In de Oostelijke helft der hoogte van den Chemin des Dames was de vuur-bedrij vigheid levendig. Voor Verdun ging het storingsvuur op beide Maasoevers 's avonds weer tôt sterken artilleriestrijd over, zonder dat het tôt nieuwe aanvallen kwam. — BERLIJN, 31 Augustus,'s avonds.— Uit het groote hoofdkwartier : De toëstand is onveranderd. (FBANSCHE MELDING.) PABIJS. donderdag 30 Aug. — Officieel Merkelijke bedrij vigheid van het gesclmt in de streek van Braye en Laonnois en den sector van Craonne. Een Duitsche aaiival op de kleine Fransche posten ten Zuiden van Chevreux is mislukt. In Champagne, ten Oosten van Téton, zijn de Franschen, zonder eenig verlies te lij den, geslaagd in een kleine verrichting, in den loop waarvan de Fransche troepen in de Duitsche linies binnengedrongenzijn, en hebben 11 gevangenen meegevoerd, evenals een mitrailleuse. Twee Duitsche overvalien in dezelfde streek werden na levendig gevecht teruggeslagen. Wederzijdsche bedrijvigheid van het ge-scliut op de beide oevers van de Maas. Duitsche pogingen ten Noorden het Caurières-bosch en op de Kleine Fransche posten ten Noorden van Vaux les Palmeix hebben een volledige mislukking geleden. _ PABIJS, donderdag 30 Augustus. — Officieel avondbericht : Wederzijdsche artillebedrijvigheid op beide Maasoevers. Op het overige front gansch den dag rust. (ENGELSCHE MELDING.) LONDEN, woensdag 29 Aug. — Officieel avondbericht : Het stormweder houdt aan. Een bommen-aanval op twee onzer posten Oostelijk van Gost-Taveerne werden onder verliezen af-geslagen.— Londen. donderdag 30 Augustus. — Officieel : De vijandelijke artillerie was gansch den nacht bedrijvig in den sector van Nieuw-poort. Het natte stormweer houdt aan. Op het Oostelijk Gevecht stemm. (DUITSCHE MELDING.) Berlijn, 31 Augustus. — Uit het groote hoofdwartier : — Front van generaal-veldmaarschalk prins Leopold van Beieren. — Noord wesie-lijk van Dunaburg stootten Bussische tochts-afdeelingen onder vuurbeschutting vooruit bij Uluxt. Onze gravenbezetting sloeg clen y ij and terug. Even zoo vergeefsch bleven Bussische ondernemingen aan het Narodz-meer.Bij Skal gingen eenige onzer compagnies over de Zbrucz, braken in de vijandelijke linies binnen en keerden na vernieling der gravenwerken met gevangenen en buit over de ri vier terug. — Tusschen den Dnjestr en den Donau ia de toëstand onveranderd (OOSTENBIJKSCHE MELDING.) Weenen,31 Augustus. —Ambtelijke mededeeling : Bij Skala, in Oost-Galicië, stootten onze troepen met welslagen in de vijandelijke graven vooruit. (BULGAABSCHE MELDING.) Sofia. 30 Augustus. — Van den generaal-staf : Vijandelijk geschut- en mijnenvuur op Tulcea. Aan het overige front geweervuur en afzonderlrjke kanonschoten. OP HE eillâli* (TURKSCHE MELDING.) BEBLIJN ,31 Augustus. — Uit het groot» hoofdkwartier : Bij groote hittehield degestegen gevechtsbedrijvigheid aan de Dobropolje werdea. Servische afdeelingen, Zuidwestelijk heb Doiran-meer Engelsche bataillons ondec zware verliezen af gewezen. Zevenen-Twiniigsie Jaar. — N. 20(î Goâsâleisi — MuispiH — Eigeniom Zondag, 2, en laandag, 3 Sepîeoibcr 1917

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het volk: christen werkmansblad belonging to the category Katholieke pers, published in - from 1891 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods