Het volk: christen werkmansblad

991 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 27 June. Het volk: christen werkmansblad. Seen on 20 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/q814m92r8x/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

^ .. Yijfen-Mnîigsle Jaar. —- N. 176 .ff GcisSienst — Hulsgezin — Elgeniom Mag, 27 J:ini 1915 — A y * Aile briefwisselingen vracht-irrij te zenden aan An g. Van Iseghem, uifcgever voor de naaml. imaatsch. « Drukkerjj Het Volk», |SIeersteeg, n° 16, Gent. < Bureel voor West-Vlaanderen: jGaston Bossuyt, Gilde der Am-jjbachten Kortrijk. Telefoon 523. Bureel van Antwerpen, Bra« foant en Limburg : Viktor Kuyl, ^linderbroederstr., 24, Leuven. 3 HET VOLK Men schrijft in : Op aile postkantoren aan 10 fr. per jaar. Zcs maanden fr. 5.00. Drie maanden fr. 2,50. Aankondigingen : Prijs volgens tarief. Voorop te betalen. Recbterlijke herstelling, 2 fr. per regel. Ongeteekende brieven worden geweigerd. TELEFOON N° 137, Gent. 9. centiem liet nummer CHRISTEN WERKMANSBLAD 1 Centiem Siet nommer HET GRENSGEBIED. A Op bevel oer Etappen-Inspektie worden volgende afzonderlijke maatregelen ge-gomen : Trtedt in voege de verderling in : A. DE GRENSSTREEP. . Deze loopt met de grenzen mede en omvat de strook 200 meters langs deze Sijde der grens, B. HET GRENSGEBIED. Dit is omtrent 3 kilometer breed en wordt ingesloten door de Belgisch-Hol-Ipndsche grens en eene lijn loopende van het kruispunt van den ijztrenweg Selzaete-Eekloo met de straat Bouchaute-Ertvelde over Capelle bij De Maet en over Lindeken-Fonteyne (beide uitsluitend), Terlooveren Kast. Callemansputte (beide inbcgrepen) tôt het kanaal Gent-Terneuzen, hetwelk noord-oost Rieme doorsneden wordt, ver-der langs den overkant des kanaals den noordrand van den bosch bij Rostyne ^olgende tôt aan den ijzerenweg Selzaete-Moerbeke, verder langs dezen spoorweg tôt het kruispunt aer straat Wachtebeke-Overslag.1. IN DE GRENSSTREEP mogen alleenlijk die personen vertoeven die daar wonen of grond bezitten en die van het grensabschnitts-Kommando de toelating hebben daar te arbeiden (aanmerking op het identiteitsbewijs.) ! 2. IN HET GRENSGEBIED moet ledereen (ook voetgangers en lieden met ihondenkarren enz.) in den ouderdom van meer dan 13 jaren een Duitsch pasport op zich dragen, uitgenomen de lieden die in het grensgebied wonen zoolang zij zich ,niet van het gemeentegebied verwijderen. tDeze lieden moeten immer een Belgisch pas bij zich hebben. Verwijderen zij zich van hun gemeentegebied, dan is bij hen ook een Duitsch pasport vereischt. [ 3. In het gansche grensgebied is het verkeer per rijwiel geheel verboden en het verkeer met paard en wagen bij nacht. ZELFS MET Duitsche pas niet toegelaten. 4. In aile van het grensgebied deel-makende plaatsen moet ieder persoon die van buiten in het grensgebied komt,bij den plaatskommandant sefïens door voor-ieggen zijner papieren aangemeld worden of indien er geen Kommardant is, bij de plaatselijke militaire overheid (grens-Wachten). Tôt deze aanmelding is ver-plicht diegene die den reizenden bij zich in huis neemt. i Personen die bovenstaande bevelen overtreden, moeten bij het gerecht der naastgelegen Etappen - Kommandantur voorgevoerd worden. t 5. Overtredingen van bovenstaande •bevelen worden met boete niet onder de do mark tôt 1000 mark of arrest of gevang niet onder de drie dagen gestraft, voor éooveel geene hoogere strafïen in aanmerking komen; ontvoeren naar Duitsch-iland kan ook geschieden. 6. Dit bevel treedt van 20 Juni in kracht. (Get.) Graf von WESTARP, Generaalleutnant. 17e mob. Etappen-Kommandantur T. NR. 1767. Ertvelde, den 19 Juni 1915. Bovenstaande bevel hebben de heeren Burgemeesters scfjens openbaar bekend te maken. (Get.) HILDEBRAND. Oberstleutnanl en kommandant. LeuYen-fôiechotaiiri We zijn naar Leuven en naar Mechelen geweest. Onze Leuvensche vrienden hul-digen op zondag 4 Juli aanstaande hun nieuw lokaal in, afgewerkt midden de puinhoopen. — Eerw. Pater Claes is schrijver-schat-bewaarder van het Leuvensche stedelijk komiteit tôt ondersteuning der werk-loozen.— Leuven blijft over het algemeen van uitzicht onveranderd. Zoolang de studenten ontbreken is er ook geen leven in de wereldgeroemde universiteitstad. Hier en daar werden in de meest ver-nielde straten kleine huisjes opgericht, waar winkel- en drankwaren verkocht worden. — Het is natuurlijk dat de menschen schier van niets anders klappen dan over den oorlog. En wat er al verteld wordt, grenst aan 't ongelooflijke. Te Leuven was het zeker dat de Verbondenen Oostende hadden ingenomen en er wierd toch zoo wreed gevochten tusschen Brugge en Oostende. Te Mechelen leed het geen twijfel dat de drij gentsche statiën plat geschoten waren. — Van Mechelen gesproken, men weet dat de straf opgeheven is. Gedurende de week van de bezetting is er een geval geweest met Z. E. den kardinaal-aartsbisschop Mercier. Zijne Eminentie moest zich naar Brussel begeven. Daar ook op hem de beslu tselen toepasselijk waren, kon hij zijn automo-biel niet gebruiken. Hij begaf zich te voet naar de Brusselschepoort, maar werd op zijn weg door honderden menschen ge-volgd. Aan de poort werd het meêgaande volk belet verder te gaan en een persoon werd zelfS in de wacht opgesloten. Toen Zijne Eminencie door de poort was, stond hem hier wederom eene groote massa volk op te wachten, dat hem vergezelde tôt de gemeente Sempst, waar onze Kerk-voogd in een rijtuig trad en verder reed. Te Vilvoorde werd Zijne Eminencie op-gewacht door Duitsche officieren, die hem aanboden in den auto te stappen zoo hij zich soms naar de Brusselsche Komman-dantuur wilde begeven. Zijne Eminencie dankte voor het aanbod, daar hij enkel naar Brussel reisde voor geestelijke aan-gelegenheden,— Te Mechelen is de bakkerij onzer vrienden in werking. Het vroegere koffie-liuis van den Werkmanskring heeft plaats gemaakt voor eene luchtige, modern-bakkerij. Voorloopig wordt gebakken voor het Stedelijk komiteit en voor de kliënten die het brood ter bakkerij afhalen. De Volkssoep te Brussel. {Uit een brief van 10 Juni laatst.) De vollcssoep, waar zoovelen gretig van g'enoten hebben, valt in onmin. Niet dat het aantal uitgedeelde porties zou ver-minderd zijn ; velen, die thans weêr wer-ken, en aldus sommige rechten op ondersteuning verliezen, verbergen zorgvuldig hunne nieuwe broodwinning om als voor-heen soepte kunnen halen. Het valt echter niet te betwisten : de soep bukt onder het volksmisprijzen. De menigte bejegent ze met smaad. En in « Mangeur de Soupe communale 1 » is het overvloedige scheld-repertorium van Brussel's voîk een vokabel rijker geworden. Ligt dit aan volksondank? Neen, het ligt voor een groot deel aan de soep zelve. Deze is, in sommige wijken, op sommige dagen zoo slecht, dat ik ze met eigen oogen op straat heb zien uitgieten. — Volks-psychologie : men wil niets prijsgeven van wat men meent te mogen eischen als een reclit ; maar zoodra ontvangen, werpt men het met walg van zich af Dat de soep soms zoo slecht is, ligt natuurlijk voor een deel aan de ko les. Maar het zal ook wel te wijten zijn aan de ge-bruikte materialen. Het vleesch, gij weet het, is duur en schaarsch; de hoeveelheid, voor de soep gebruikt, zal dan ook wel beperking ondergaan hebben. De aard-appelen uit den voorraad die in den laatsten herfst opgedaan is, zijn niet meer zoo heel goed ;opgestapeld in bergplaatsen die er niet voor geschikt zijn, beginnen ze zelfs vôôr den tijd te rotten. Hetzelfde kan gelden voor andere groenten. En daarmee eene lekkere soep maken is natuurlijk een probleem, dat zoo licht niet optelossen is. Er komt bij, dat de gratis aan arbeiders verstrekte gemeentegronden vruchten beginnen te dragen. De geïmproviseerde landbouwers eten met voldoening eigen spinazie en eigen salade. Met de jonge, frissche groente maakt hunne vrouw een soepje dat dan met de volkssoep vergeleken wordt. Dat de vergelijking niet ten voordeele dezer laatste uitvalt, is te meer te verklaren, omdat de eigen klaargemaakte kost steeds beter in den smaak valt. En"zoo verliést de volkssoep zoo niet hare klanten, dan toch hare goede reputatie. JACQUES LEBAUDY, de « SCeizes* der Sahara ». Uit New-York is gemeld : Te midden van al het oorlogswee ver-scheen einde Mei Jacques Lebaudy, de Keizer der Sahara, tusschen het nieuws van den dag. (Jacques Lebaudy is, zoo we ons niet vergissen, een Franschman die, met zijn ontzaglijk fortuin geen weg wetend, onge-veer twintig jaar geleden de Sahara, de onineetlijke woestijnstreek van Noord-Afrika kocht (van wie?) en er zich zelven tôt Keizer van benoemde, maar dit baant je algauw opgaf.) Na zijne ongelukkige Sahara-episode verleende Jacob-de-Eerste procuratie aan de Carnagie Trust Company te New-York en vertrouwde haar den verkoop loe van de eigendommen, welke zijn befaamd keizerrijk vormden. De Carnegie Trust C° kweet zich van hare taak, en loen de rekeningen afge-sloten werden, bleek de netto-opbrengst ongeveer 400.000 dollar te zijn. Keizer Jacob de Eerste schreeuwde als gekeeld, sprak van knoeierij en beweerde dat zijn keizerrijk ten minstetwee millioen dollar waard was. De Carnagie Trust C° ging intusschen bankroet en daar tegenover bevond Jacques Lebaudy zich toen in de positie van een gewoon schuldeischer. Hij begon dan onmiddellijk een procès, niet alleen het verschil eischend tusschen gezegde netto-opbrengst en de door hem gestelde waar-de, maâr ook dat hij voorkeur op de andere schuldeischers moest hebben. Dit is hem niet gelukt. Na een procès van elf dagen heeft rechter Shearn in het opperste gerechtsliof van den Staat New-York uitspraak gedaan, verklarend dat de zelfbakken Keizer geen recht op. voorkeur boven de andere schuldeischers heeft, en er bijvoegend niet te gelooven dat Lebaudy's Sahara-eigendommen meer waard waren dan ze bij den verkoop opbrachten. Jacques Lebaudy, zelfs in Amerika zeer rijk geacht, heeft in de laatste jaren met goed berekende beleggingen nog veel millioenen bijgewonnen, volgens verzelcerd wordt. De mislukking van zijn procès zal hem dus niet veel boterhammen kos-ten, al is 't nog dure tijd. iimmm «Il I ■■ Bill i i ALLERLEI. LIJKENONTBINDING en ZIEKTEN. — De lieer Legroux van het Instituut Pasteur, heeft aan een verslaggever van l'Information de volgende geruststellende verklaring gedaan : De ontbinding der lijken, zelfs in open lucht, levert in het algemeen geen werkelijk gevaar op voor de openbare gezondheid. De patogeensche microben zijn vernietigd, door die, welke zich in den loop der ontbinding ontwik-kelen. De zwermen van vliegen, welke boven de lijken gonzen, verspreiden geene patogeensche microben. Deze microben zijn ontegenzeggelijk veel talrijker om het even op welken bodem. — Dus kan de ontbinding der talrijke lijken geene epidemie veroorzaken? vroeg de verslaggever. — Absoluut niet, omdat, in plaats van de ontwikkeling der pathogeensche microben te bevorderen, veeleer strekt om die welke bij het levend wezen be-stonden, te vernietigen. EEN M AN VAN GEWICHT. — Te Frankfurt a/Mein is het beheer der Duitsche ambulancie in handen van den ingenieur Alfred Lehne, uit Duderstadt, die ongeveer twee meter lang is en 158 kilogram weegt. Die man zou vcor zijne sigaar moeilijk vuur nemen bij den onderofficier van 't Duitsche Roode-Kruis, dien we d'andere week te Gent zagen en welke voorzeker geen 1.40 m. meette. ■ —' Yragen en Inliciitiageo, — Mevr. Karel Vermeulen,te Oostendej vraagt nieuws over haren man Karel Ver-meulen, adjudant bij het Rood Kruis en twee dochtersLaure en Jeannet. Antwoord in Het Volk. (908) — Aan Marie Decat, Zusters van den H. Yincentius te Roeselaere. — De fa-miliën Decat welvarend te Oostende ; aan zuster Aloysia : vrouw en kinderen Bogaert welvarend te Oostende. — Vader Séraphinus Bogaert overleden Brussel 14e Maart. (909) — Vrouw Vital Van Daele en zoon Norbert, in goede gezondheid te Oostende, verlangt vurig nieuws over de familie Hendrik Van Daele, Puttestraat, Velsi-que-Ruddershove,'ook over Valerie Van-gelder en haren meester Constant, Aelter-straat, Ruysselede, ook over al hetgeen aan hunne zorgen toevertrouwd is. Antw. in Het Volk a. u. b. (910) — Familie Wed. Six Delacauw tôt Oostende, allen in goede gezondheid, be-geert te weten als de familie Henri Six-Masselis in Wervick gebleven zijn. Antwoord in Het Volk a. u. b. Bede een num-mer bij H. Six, Ooivaartstraat te bestel-len. (911) — Suzanne Soenens, met wie het goed gaat te Sas Slijkens, Breedene, verlangt nieuws van hare moeder Wed. Soenens-Farasijn en familie van Hulst. Antwoord in Het Volk. (912) — O. Billiouw en zijne vijf kinderen, welvarend te Sas Slijkens, verlangen nieuws over de familie Van Oost, Rijssel-straat, Meenen ; over E. H. Van Oost, onderpastoor te Zonnebeke en Octaaf Ponnoy, Kortrijkstraat, Meenen. Antwoord in Het Volk. (913) — Vrouw Wed. Hebbelinck, welvarend te Oostende, verlangt vurig nieuws over haren zoon Maurice Hellinck, korporaal, 3e jagers te voet, 3rl. Antwoord in Het Volk. (914) — Victor Buisine, welvarend te Oostende, vraagt nieuws over de wed. Buisine-Heyte en kinderen, van West-Nieuwkerke, over Julien Smalbeen, korporaal, 3e linie, lr3, laatst gezien te Oostende den 14e Ootober 1914. Antwoord in Het Volk. (915) — Aan Henri Hosten, Kerkstraat, 36, Eekloo.—Ikben hier nog altijd zeer goed bij Metsu. — Ik heb nieuws ontvangen van Valentine, zij stelt het ook zeer goed. — Albert. (916) — Pieter Devynck, van Westkerke, vraagt inlichtingen over zijne zonen Hendrik, Jules, Cyriel en August. Antwoord in Het Volk. (917) — Pieter Deschrijver laat weten aan zijn broeder Arthur Deschrijver-Ver-meersch, Garenstraat, Eekloo, dat hij nog in voile gezondheid te Oostende is. Dank-baar voor het nieuws over ouders en zoon. (918) — Victorine Van Belle laat weten aan haar vader, broeders en zusters dat zij nog in voile gezondheid te Oostende is, Wel-lingtonstraat, 92, en is gelukkig" goed nieuws van hen vernomen te hebben. (919) — De familie Renaudin-Roelens en vrouw Renaudin Jooris verlangen vurig nieuws over Jozef Renaudin, Ie jagers te paard en over Gustaaf Renaudin, staats-bediende, waarschijnlijk in Frankrijk. Antwoord in Het Volk. (920) , MENGELWERK 2 p Op zoek naar den Schuldige De jonge juffer ter sprake heeft m gezegd dat zij door hare meesteres al .îene zuster werd behandeld, dat zij me jhaar mocht deelnemen aan aile feestc lijkheden. — Morgen ga ik naar Marlinne, zegd Alice. Het ergste wat mij kan overkome] |is dat Mad. de Morlant mij niet wil aan •nemen. • Wanheer Margaretha zich verwijden lhad schreef het jonge meisje een lange] ibrief aan haren vader, waarin zij lier ailes mededeelde wat zij vernomen liai sinds hare aankomst te Loutrel. Ook lie zij hem weten dat zij zinnens was zie morgen bij hare moeder te gaan aan Jjleden om in dezer dienst opgenomen t worden. — Vrees niet, voegde Alice erbij, da ik mij zal verraden ; ik zal aile mogelijk voorzorgen nemen wanneer ik mij il hare tegenwoordigheid bevind. Als ik il mijne poging_geluk, zal ik dat aanzien al de tusschenkomst der Voorzienigheid tel onzen voordeele, iets wat mij veel moei Sal geven om mijn ondernomen weik to jgoed einde te brengen. ; Deze brief was in 't Grieksch gesehreven Ps Anderdaags 's morgens bestelde Alic |hem persoonlijk op de post. ! ——————^—— 2 XXVI. Het kasteel van Marlinne, gebouwd op het einde der 18e eeuw door een heer van dien naam, is gelegen op eene hoogvlakte, > langs de zee van Morbihan. Zijne ligging is * zoo prachtig niet als de ligging van Loutrel maar het is min blootgesteld aan de woedende winden; de woning, zonder indrukwekkend te zijn, is van een ver-j heven bouwstijl. s De tegenwoordige graaf, broeder van t Mad. Octavie de Morlant, bezoekt zeer - weinig het slot, gebouwd door zijne over-grootouders. Gedurende verscheidene ja- e ren was het overgelaten aan de zorgen 1 van eenige dienstboden. Nochtans, dit - jaar, bij uitzondering en niettegenstaande de droeve herinnering aan deze plaats 1 verbonden, was de vrouw van den veroor-1 deelde, van eenige vriendinnen vergezeld, i zich op Marlinne komen vestigen om er i den herfst dcor te brengen. Zij had'toege-t geven aan de snieekingen van Donatien i cl'Esfort, die groote fecstelijkheden op - Loutrel ging inricliten en haar smeekte s deze door hare aanwezigheid op te luiste- ren. t Na de veroordeeling van haren echtge-e noot had de jonge vrouw zich heel en i gansch van de weield afgescheiden ; zij i bracht liare dagen in droeflieid en tranen s door. Het is haar vader, de oude graaf, i die van al zijne strengheid gebruik maaîcte 1 om haar, na jaren van afzondering, in de t wereld te doen terngkeeren. Niettegenstaande al haai lijden was zij . schoon gebleven ; enkel, zoo zegt men, î was zij koud en afgetroklcen geworden. Eene massa aanbidders volgden hare stappen maar geen enkel man kon in hare gratie geraken, toen eensklaps het gerucht werd verspreid dat Mad. Octavie de Morlant in den echt gingtreden met Donatien d'Esfort, tegenwoordige eigenaar van het domein van Loutrel. * * * Zooals wij het reeds gezegd hebben, was Alice Vial zinnens zich 's anderdaags op het kasteel van Marlinne te gaan aan-bieden.Toen zij daar aankwam hield Octavie zich onledig met hare briefwisseling na te zien. Niettegenstaande hare acht-en-dertig jaar scheen zij er nauwelijks vijf-en-twintig. Zij had de schrikkelijkste angsten doorstaan maar dezen hadden op haar schoon en edel gelaat geen sporen nage-laten.Een getik aan de deur van haar bureel decd haie lezing onderbreken. Félicita, de kamervrouw, trad binnen met eene schaal in de hand waarop een brief lag. — Madame, het is eene boodschap van het kasteel van loutrel, zegde zij. Octavie nam den brief, opende hem en nam kennis van den inlicud. Het wa.-, eene nota van M. d'Esfort, die haar herinnerde dat de ont worpen uitstap in yacht met de gcnoodigden morgen zou plaats hebben. Zij schreef een antwoord 't welk zij aan Félicita overhandigde. — Oh, Madame, wat hebt gij werk vandaag, meikte de meid aan, de brieven aanwijzende ' die op de sclirijftafel harer meesteres lagen. Het is wel ongelukkig dat uwe^gezelschapsjulïer ziek gevallen is, daar gij de gewoonte niet hebt persoonlijk uwe brieven te béant woorden. Wilt gij dat ik iemand naar het dori sture om over haren toestand inlichtinger te vragen? — Neen, Félicita, het is onnoodig ; ir geen geval kan ik haar terugnemen ; zij i< de persoon niet die mij in elk opzicht voldoet. Als wij naar Parijs terugkeeren ga ik eene andere juffer zoeken. Ga nu mijnen brief overhandigen aar den bode die er op wacht. De meid verdween. Madame de Morlant richtte zich naar het venster, van waar zi; de torens van het stamslot van Loutrel duidelijk kon onderscheiden. Hare blikkeii bleven er op gevestigd wijl eene onbepaal-bare aandoening zich van haar meestei maakte. Het was daar dat zij als jonge echtge-note door dezen die haar beminde was gebracht geweest, daar werd haar kind geboren, dit kind waaraan zij nooit kon denken zonder tranen te storten. Daar ook werd zij door de wieede slagen van het voor haar « nverklaarbaar gebleven noodiot getrotîen, 't welk haar den gelief-den echtgenoct entroofde. Zij bad geen voet meer gezet binnen de mur en van dit kasteel sedert den dag dat zij, in de armen liaars vaders, overladen met schande en droefheid, na de aan-houding van Philiep, het had verlaten. Bij deze herinneringen, zacht en wreed terzelfdertijd, voelde zij als een floers voor hare oogen komen. Zij legde de hand op het harte om er de kloppingen van te onderdrulcken en leundetegen een meubel om zich te ondeisteunen. Zonderlingeneiging: Zij had gansch haar fortuin willen afstaan om alleen te kunnen ronddolen op die plaatsen waar zij » gedurende eenige jaren een volmaakt i geluk had genoten, om te gaan neder-knielen in de kamer waar haar kindje het i eerste levenslicht aanschouwde. : Hier werd Madame de Morlant in hare diepe drommerijen gestoord door een , tweede binnentreden van Félicita die haar opnieuw een brief aanbood. — Madame, zegde zij, het is eene jonge juffei die hem mij overhandigde. Het geidt eene haastige zaak. De brief was van Alice. Zij schreef ver-. nomen te hebben dat Madame eene gezel-schapsjuffer van noode had en zij de vrij-heid nam zich tôt haar te wenden om 1 die plaats te bekomen. Eindigende smeekte zij om een onderhoud. Octavie deelde den inhoud mede aan hare kamervrouw die eene verkleeîde dienst maagd was en waarin zij het grootste vertrouwen stelde. i — Hewel, Félicita, wat raadt ge mij te doen? Zou ik dat jong meisje ontvangen7 — Oh 1 ik smeek er u om, Madame. Ik heb ze maar terloops gezien en reeds ben ik ten voile met haar ingenomen. Ik ben overtuigd dat zij al de verlangde voor-waarden zal vervullen. — Gij zijt wat geestdriftig, Félicita. Laat ze binnenkomen. XXVII. Een oogenblik later leidde de kamervrouw Alice in het veitrek. Hevig klopte het liait der jonge doch-ter ; de aandoening snoerde haar de keel toe. Madame de Moilant kwam haar eenige stappen te gemoet. jft YervolgtJ,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het volk: christen werkmansblad belonging to the category Katholieke pers, published in - from 1891 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods