PAROCHIEBLAD 5e Jaargang QODSDIENST. — HUISGEZIN. VADERLAND. 25 Januari 1914 dat voîdoende? nlangs zei mij iemand, die eer-der onverschillig dan boos is : < IsSeS ji) « De godsdienst raakt mij wei-nig ; het bijzonderste is, dat m en eerlijk weze. » En 'k vroeg hem, of hij in God geloolde. — « Zeker, zei hij, ik geloof in God; en het ware eene zottigheid, eene waarheid te loochenen, die, te allen tijde en in aile lan-den, de algemeene kreet is geweest van de natuur en de rede. Het kleinste hutje ver-onderstelt eenen metser ; en oo«. nige alieen. lcan de wereld, met al hare won-derlieden, aan het enkel noodlot toeschrijven. Om haar te maken, moest ei ongetwijfeld een werkman zijn, begaafd met een buiten-gewoon verstand, behendig en machtig, een God, met een woord. Onze zoogezegde godloochenaars zijn niets dan vrijwillige verblinden, wier mond, veeleer dan het verstand, de eigenbaat veeleer dan de over-tuiging, het bestaan van de Godheid loochenen. » — « Ge zoudt het niet beter kunnen zeg-gen, mijn vriend ; maar God is niet te werk gegaan zonder doeleinde. God, die de wereld geschapen heeft, trekt er zijne hand niet van af ; hij bewaart en be-stiert ze tôt zijne glorie, en daarom heeft hij zijn bestaan geopenbaard aan onze eerste ouders, aan de patriarken, aan de profeten, en hun de plichten voorgelegd, die zij te vervullen hadden jegens Hem ; daarom heeft gansch het menschdom, dat God er-kent, ook altijd en overal hulde gebracht aan zijne goedheid en voorzienigheid ; van-daar al die tempels, altaren, beelden, of-feranden, met één woord, de Godsdienst. Toen God den mensch schiep, heeft hij hem onderscheiden van de dieren, met in zijn lichaam eene ziel, naar zijn evenbeeld, te storten, opdat de mensch door de ziel bekwaam weze God te erkennen als de eeu-wige waarheid, Hem te beminnen, als het opperste goed, Hem te dienen, als Heer en Meester. Daaruit volgt, dat de mensch zich niet kon ontslaan van deze plichten, die God hem oplegt. » — « God érkennen en eerlijk zijn, is dat dan geen voîdoende godsdienst ? Een eer lijk man lcwijt zijne plichten ten opzichte van de maatschappij, zijne vrienden, zijne familie.... Wat wilt gij meer ? « — « Zekerlijk, beste vriend, heeft God dit groot gebod gegeven : « Gij zult uwen naaste beminnen gelijk u zelven » ; maar Hij gaf dit gebod na dit ander : « Gij zult den Heer uwen God uit ganscher harte lief- De H. Aldegondis.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.