1 ,»^^WraS)E\«7!3l?CTrîKa Prijs oer nommer > Toor Beigi# 3 eenfcenura, roor den vreemda s» centiemea Yelefoon s Redaotfewî •>*AdsnSnidtratia2845 ^ Zondag 7 filSES 1916 D rakatei^U Itgt sfcte* isu: Ma«tschappsj H ET LICHT Sxstuardcr > p jje VISCH. Led«berg-G«wt . . REDACTIE . . ADMiNISTRATlE HOOGPOORÏ. 29, GENT VOORUIT ABONNEMENTSPRUS BELGIE DHe roaandea. » • , . fr". 12) Zes maanden > » « » . fr. 6.50 Een jaar fr. 1130 Mes auo:ineert cch op aile postfcurwte» DEN VREEMDE ~-\ g Drie maanden (dsgelljks vcrzonden). • > ( < tr, 6,79 Orqaan de? Belqische Wepkliedenparh'L — Verschîmonde aile tiaqen. DNS MEIFEEST W i zijn tevreden voor wat Gent en 't om meadè betreft over ons Meifeest. V/ij zijn meer ('an t«vreden, wij zijn ge-Kidg en fier. lOnze werkende klasse heeft beweoîen, da I trots al de rampen en tegenspoed, di< Kart bijna twee jaren van oorlog, haai Istendïg treffen, dat h are, socialistische lertuiging» dat haar geloof en hare hoop I ons begmsel, in niets getroffen, in niets Irminderd zijn. Ijîet tegendeel is treffend gebleken dooi L Meifeest. iQaje lokalen, onze feestzalen waren tôt irstens toe gevuld en het wandelverkoer I de stad, en zelfs in den omtrek, was Icoter en levendiger dan op gewone da Het is waar dat de feestvie ring bij gela-nheid van Eersten Mei minder luidruch-jwas dan in vroegere jaren. j)at was begrijpelijk en gewettigd. Wie tas, broeders en familieleden aan 't front eft, kan zich zoo gemakkelijk a«,n die lartelijke bekommering niet onttrekkon. Fis diegenen, die niet direkt in huan-e tieme betrekkingen getroffen zijn, onder-an den algemeenen indruk van dezen mpzaligen tijd. Sverigens da overgroot» meerderhedd der psch bevolking gevoelt zich geslagen, ver-id door werkeloosheid, gemi3 aan inko-m en zij is daardoor getroffen of door bnlijke ellende of door dïeigenden nood. in trots dat allés lag er een stillen glim-h van hoop en vreugde op de wezens, de nddrukken waren «armer, gulhartiger : op andere tijden. 't Is omdat de georga-lesrde werkande klasse, in den grond eene bote en reine filosofie bezit. Zij is het lijden gewend, maar rij zegt niet jer zooalu vroeger, 't ig altijd alzoo ge-tet en 't zal alzoo blijveri* maar wel 't D, 't moet en 't zal veranderen. Die om-ikcer ia de gedachten orner klassen is op ih zelve eçne geheele revolutie, 't is daar ledelijke bazis, van onzen strijd op welke jza hij zicii ook raanifesteert. Die zedelijke Ihoogcre kracht bij de werklieden, ver-kt door het socialisme, is van de hocfrste eckenis en zij is een der waarborgon van ton triornf. * * # fcosder Vooruit, het- moet gezegd worden, fegslijk altijd het goed voorbeeld gege-bi, Hare lokalen waren met smaak, met »"sr en bloemen versierd. En het Mei-p t heeft op ons dien indruk gemaakt, It het op rulke dagen is, dat onze lokalen It hunne voile Vvaarde komen. Bii zijn gevuld boven en beneden en er pischt daar eene beweging, eene bedrijvig-fcd en esn leven, dat u voor een oogenblik In doet vergeten. En wij bedriegen ons fet^dat onze lokalen gelijk «Ons Huis» en t Feestpaleis, naast onze handels- en nij-Iheidslokalen, den klimmenden graadme-frzijn, der sterkte van de partij. Kawillekeurig kwam ons de gedachte te fciien: raoesten de verdwenen partijgenoo-[■ van over dertig, vesrtig en meer jaren, F geluk hebben van dat ailes op een dag [■ tien Eersten Mei te zien, zij zouden in Fondering en dankbaar nitroepen: onze polgers hebben het ver gebracht I tteil zij 't socialisme ! pn bij die stille hulde aan onze dooden iar niet vergeten partijgenootem, kwam r een ander gedacht te binnen, in tegen-s-ing of beter als volmaking van het :ste. t Is de indruk en de invloed dat dit sotsch. partijleven, en zulke droeve oogon--Kn als deze op de jongere partijgenoo-!! «p al de jeugdige krach ton, op die op-fcietendo en ontluikende intelligences |et maken. I|t), jonge kamaraden, gij zijt- onze hoop (; , 'e toekomst. Laat U ook begeesteren, 1 îlen, laat ook het heilig vuur in uwe Iczems branden, en de socialistische over-Pgmg in uw harte wonen. Discussie mag [ ®oet er zelfs _ zijn, daaruit kan licht jiuiten en veel misverstand vermedeti wor- I- aar dat men daarvan geene gewoonte en ras hoofdzaak make. r( is meestal genoeg, goed en degelijk I -ï te doen zonder dat er discussie noodig l'Jie ten slotte maar aî te dikwijls in stel-ratage kritiek en in vitterijen ontaardt. rat ook bewees ons Meifeest, een dag dat I geen haarplukkerij spraak is, en dat de hand broederlijk aan elkander rei-n oni den îîoogdag van den Arbeid te ln afwachting van zijn volledigen * # * p t?. voor slot, partijgenooten, hartelijk 1,1 K en profieiat voor uwe schoone, kalme . toch geestdriftige houding op Eersten f'j een bewustzijn, een gevoel van l'nwaarde getoond, die bewijzen dat gij ,Kl-doening uwer eischon ook ten voile prdig zijt. | ' triomfeeren ! Jf'1 ze?t nu, na dit beteekenisvol Mei-L ; V8el is er gedaan, veel is er gestreden, f i' Eog meer blijft er te doen en grooter, Db i°r s^riid staat er ons te wachten. i oorlog zal in der eeuwigheid njpt du-, en 3i,in wij nu belemmerd in ïgjnmige epenbare propagandamiddelen, werkc aseï i» aiilîa SQ & kulmî**- Wekt d/ zwakken op tôt strijd, opent de oogen der blinden, zaait onze reddende be-ginselen in de hersenen en in de harten der onwetenden. Uit U allen, vriendpn. moet goedheid en licht stralen en als de Eerste Mei U met die gevoelens meer dan ooit heeft bezield, dan hadden wij gelijk te zeg-gen: dat wij fier en gelukkig waren over de 5 intieme feestviering van maandag laatst. » • F. H. Een burger over Hewel, de bewuète werkmenschen, die dit jaar het Meifeest niet konden vieren omdat het afschuwelijk kapitalisme ons den oorlog op den hais gehaald heeft, mogen wel eens lezen wat eea brusselschen kapitalisten-fcriecht in den Bruxellois over het Feest van den Arbeid schrijft: «De 1 Mei is ingesteld als feestdag der werklieden ! Van waar is ons die instelling gekomen 1 Ik weet er niets van ! Ail een weet ik dat de instelling bestaat. De instelling is reeds in onze gewoonten gedrongen... en men schijnt ze te eerbiedigen ! De 1 Mei is een geheiligde dag. Zooals met den Verloren maandag, een feestdag die een anderen naarn en wellicht een ander doel had, heeft men een uitslag bekomen dien men hoege-naamd niet verwacht had. Heeft men met den feestdag van den arbeid een goeden uitslag bekomen? Iedereen zal verschillende antwoorden op deze vraag. Wat ik daarop ta. antwoorden heb, dat is dat de Meifeest-dag een dag is die opentop gevjijd in aan het slempen en het drinkcn der gazellen en gezellinnen. Op dien dag verzamelen de proletaren al hunne krachten om den arbeid te vereeren en om hem hulde te bren-gen zooals hij het verdient leggen zij zich te rusten. Aile werkhuizen en fabrieken worden stilgelegd en de beoefenaars van aile vakken staken den arbeid — terwijl aile herbergen te hlein zijn om de verbruiJcers te bevatten. Het is op den feestdag van den arbeid voor allen een eersten burgerplicht zich vol te gieten met hier, genever en U-keuren. Op den feestdag van den arbeid worden aile proletaren die er moed genoeg toe hebben «travailleurs de l'amer». Het is een algemeen gekend feit dat de brusselsche werkman, evenmin als de vlaam-sche proletaar, geen toonbeelden van gema-tigheid in het drinken zijn. Eene hoevcel-heid van den eenen of den anderen dranh per dag behoort tôt liunne behàrften en hunne gewoonte. Hij is even min isober in het babbelen en praten. Als hij ir\de haveet-je.% aan den dranh zit. gaat hij onvermijde-lijh aan het zeeveren, aan het discuteeren, en als hij in zijn vuur geraakt is diseuteert hij op den hoogen, opgewonden toon over de ingewikkeldsts kwesties wa-arvan hij hoege-naamd niets kent. Daar in de leroegen p$aat en drinlU hij zich zat en het «8tuk-in-$jne-botten» is de uitslag van aile samenlcomsten, om het even met welk doel zij plaats grijpen. En wat al dronklappen ziet men dan overal rondwaggelen !... En wat al vechtpartijen ziet men dan plaats grijpen ' En wat al vieze manieren moet men dan mnschouwen, ook langs de straat!... Als de 1 Mei aldus gevierd is, is het natuurlijk dat de 2 Mei een wezenlijke rvjt-dag moet zijn, opdat de feestvierders zich kunnen herstellen van de ontroeringen en d% inspanningen. Aldus het twee'dàgig feest van den arbeid, van de proletaren ! Teniers, de génial© schilder, heeft zich ncoit een gedacht kunnen çeven van de volkstooneelen 5ie men op onze dagen, op den feestdag van den arbeid te aanschou-wen krijgt.Zijne mecsterlijk opgevatte en ge-borstelde vlaamsche kermissen , hebben nog geene aardje van ailes wat wij te zien krij-gen op die dagen. De kroegbazen staan met den arm dfer pomp en met de flesch in de hand, gerecd om de kalante'n te dienen op hunne wenken, de kalanten die noch voile noch ledige glazen kunnen zien staan. De flesch babbelt en de pomp krijscht en de geluiden die daarbij ont,staan schijnen te zeggen: Het is vandaog arbeidersfeestdag ! In de straat waggelen de dronl-en feestvierders heen en weer, zwieren met de, a.r-men, roepen en tieren, tuimelen op den grond, kPuipen door de greppels, vechten ondereen of leggen zîbfi op hoopen te slapen en te ronken: Het is vandaag arbeidersfeestdag!In do werkmanswo'ningen loopt het on-vermijdelijk uit op twisten, kijven, vechten en met gezwollen gezichten gaat men voort to; het krakeel dat in de buurt klinkt als: Het is vandaag Arbeidersfeestdag ! Van in den voormiddag hebben de policie-mannes? de handen vol, de eene dronkaard wordt na d'en andere opgebracht, de amigo is weldra te klein en het getier klinkt daar heel den dag als: Het is vandaag arbeidersfeestdag !» * * * Het is waarachtig nog maar best dat de heeren penneknechten van den Geldzak zoo maar eerlijk uitbraken wat zij aan gai van verachting tegen de arbeidende klasse in hun lijî dragen ! Aan de vïuehten kent men den boom ! ^ v ^ tist anîES3©s"i ¥51 sa Ouïtsoiifand aan AmeriKa BERLIJN, 5 Mei (Offioieel). — Do nota, . waarvan de tekst hier volgt, is gisteren avond overhandigd aan den ambassadeur der Yeieenigde Staten van AmerilA, in antwoord op de Amerikaansch© nota van don 20sten der verloopen maand, betref-fende den Duitschen onderzee-oorlog. De ondergeteekende heeft de eer, in naam der Jieizerlijke Duitsche regeering, van te antwoorden hetgeen volgt aan zijne Exoelleniie M. James W. Gérard, ambassadeur der Vereenigde Staten, op het document van den 20sten der verloopen maand en bstreiïende ons gedrag in den Duitschen onderzeeschen oorlog. De Duitsche regeering heeft het mate-rieel, mcdegedeeld door de regeering der Vereenigde Staten en betreffende de zaak van den « Susses t, overgemaakt aan de bevoegde overheden van het soowezen. Gezien de uitslagen tôt hiertoe bekomen door dat onderzoe^:, i3 de regeering van gevoelen dat de mogelijkheid niet is uitge-sloten dat het getorpilleerd schip, vermeld in zijne nota van den 10 van verleden maand, inderdaad gelijk is aan don • Bus-, sex ». De Duitsche regeering mag de toelating nemen van eene volledigende mededeeling voor te behouden, tôt wanneer ons egnige voorname opholderingjen, die ons nejaiet zijn toegekomen, ten einde de feiten t^Rin-nçn beoordeelen. Ingeval waarin het zou bewezen worden dat de veronderstelling van den kommaai-dant, dat hij zich tegenover een oologschip bevond, onjuist was, dan zou de Duitsche Kegeering er ae besluiten uittrekken die er uit vcortspruiten. De Ilegeering der Vereenigde Staten heeft e an het geval van den « Sussex » eene reoka eischen verbondon, die hun hooglepunt be-reiken in den volzin die zegt, dat dit geval slechts een voorbeeld zou weaen van de voorbed&chte doenwijze der atelselmatige vernieling van schepen van allen sard, tionaliteiten en hestemmins, door de bevel-hebbers der Duitsche onderzeeërs. De Duitsche Regeering moet krachtd&dig deze beweringen afwijzen. Zij is echter van mëening van in den huidigen toestand van deze zaak te moeten afzien van een pleidooi tôt in de kleinste bijzonderheden, vooral omdat de Ameri-kaansche Regeering er aan verzaakt heeft van hare beweringen door ailes bevattende inlichtingen te staven. De Duitsche Regeering stelt zich tevreden van vast te stellen, dat zij' zich aanzien-lijke inkrimpingen heeft opgelegd in het gebruik der onderzeeërs, juist met het og op de belangen der onzijdig^n, en alhôewel deze groote beperkingen in het gebruik van het onderzeesch wapen, noodwendig voor-deel moesten schenken aan de vijanden van Duitschland. Deze inschikkelijkheid hebben de onzijdi-gen in Engeland en bij zijne bondgenooten , niet ontmoetfc Inderdaad, de Duitsche' zeemachten hebben bevel ontvangen den onderzeeschen oor-; log volgens de algemeene princiepen van het recht der menschen betreffend het aan-houden, het doorzoeken en het vernietigen der handelsvaartuigen met de eenige uit-zondering van dèn handelsoorlog, tegen de vijandelijke handelsschepên ontmoet in de Engelsche oorlogszone, waaromtrent er nooit eene formeele waarborg van de Vereenigde Staten is gegeven, zelfs niet door de verklaring van 3 i- ebruari van dit jaar. Het Duitsch gouvernement kan niet toe-laten dat men betwijfele dat de betreffende bevelen niet loyaal gegeven noch loyaal uit-gevoerd zijn gewee3t. Misslagen zooals er werkelijk gebeurd zijn, kunnen niet volledig vermeden worden-'in geen enkele oorlogs-operatie en zijn dus begrijpelijk in een oorlog tegen eenen vijand die zich ailes veroor-loofd heeft en die zich van listen bediende of zij toegelaten waren of niet; maar te meer, ook van misslagen afgezien, brengt de zeeoorlog zoowel als de landoorlog onver-mijdelijke gevaren mede voor personen en koopwaren die de strijdzone doorkruisen. Zelfs in het geval dat de vijandelijkheden zich zouden voorgedaan hebben, alleenlijk in den vorm van een zeeslag tusschen krui-sers, zullen personen em koopwaren van onzijdige landen er verschillende malen de slachtoffers van geweest zijn. Het duitsch gouvernement heeft herhaaldelijk de aan-dacht der belanghebbenden geroepen op het gevaar der mijnen, waardoor vele schepen ten gronde gingen. Het duitsch gouvernement heeft herhaaldelijk aan het gouvernement Her Vereenigde Staten voorstellen gedaan ten einde de onvermijdelijke gevaren die een oorlog ter zee heeft voor amerik'aansche reizigers en koopwaren, tôt hun minimum te brengen. Ongslukkiglijk heeft het gouvernement der Vereenigde Staten gedacht, geen gevolg aan deze voorstellen te moeten geven. Had-de het dit wel gedaan, het zou geholpen hebbeîi om éen groot deel der ongelukken te beletten,waarvan amerikaansche burgers intusschentijd de slachtoffers zijn geweest. Het duitsch gouvernement houdt heden nog zijn voorstel staande on) eene ovejreeûkoœgt • dien fin ' u Overeenkomstig veelvuldige verklaringen, herhaaldelijk door het duitsch gouvernement gedaan, kan dit van het gebruik van het dnîkbooten-wapen niet afzien, zelfs niet in een handelsoorjog. Indien hèt er toe be-sluit heden andere tegemoetikoming'en te doen ten voordeele der belangen der onzij-digen in da toepassing der methode van den duikbootenoorlog, vindt zulks zijne redenen in het belmg der hangende kweçtiën. Het'duitsch goevernement hecht -niet minder beteekenis aan de groote princiapen van menschelijkheid dan het goevernement der Vereenigde Staten. Het houdt volstrekt re-kening van den langen arbeid welke de twee regeeringeo hebben geleverd voor de vast-Btelling vah het recht der menschen, volgens deze princiepen en waarvan het doel altijd geweest is den oorlog te land en ter zee tôt de gewapende machten der oorlogvoerenden t.; be'perken en aile mogelijke zekerheid te waarborgen voor de niet-strijdenden voor de wreedheden van den oorlog. Deze gezichtspunten, hoe belangrijk zij op zich zelf ook zijn mogen, zouden niet beslis-send zijn voor het duitsch goevernement in den huidigen staat van zaken. Want ten opzichte van het beroep van de regeering der Vereenigde Staten op de geheiligde princiepen der menschelijkheid en het recht der menschen, moet de regeering opnieuw en met aile mogelijke energie be-statigen, dat het niet de duitsche regeering maar de Britsche regeering is dat, door de verkrachting van ai de regels tusschen al de vclkeren overeengekomen, dezen vreeselijken oorlog uitgebreid heeft op de levens en de goederen der niet strijdenden en dit zonder eenige zorg om de belangen en de rechtea der neutralen en der niet-strijders, door de-Zi wijze'van oorlogvoeren gekrenkt. Gedreven door de noodzakelijkheid eener wettige verdediging tegen de onwettige oor-logsmethode van Engeland, gedreven door den strijd om bestaan voor het duitsche volk, hebben dezen die den oorlog van Duitschland besturen, tôt het j^racktig en afdoend middel van den onderzeeschen oorlog hunnen toevlucht uioeten nemen. In dien zakentoestand kan het Duitsche gouvernement slechts opnieuw sijn spijt uitdrukken dat menschlievènde gevoelens van het Amerikaansche gouvernement zich zoo warrn richten tôt de zoo betreurde *• slachtoffers deir onderzeeërs, en zich niet richten met dezelfde warmte tôt de vele toilioenen vrouwen en kinderen aan den hongersnood blootgesteW, volgens het formeele inzicht van het Engelsch gouvernement, dat d$centrale mogendheden tôt eene schandelijke capitulatie wil verplichten bij midclel van de folteringen van den honger. Het Duitsch goovsrnement en met dit het Duitsche volk begrijpt zooveel te minder dit ongelijk gevoelen, daar het zich bij ver-scheidene gelegenheden bereid verklaarde zich bij het gebruik der duikbooten strikt aan het princiep van het menschenrecht te houden, zooals dit voor den oorlog bestond, in geval dat Engeland van zijnen kant zich bereid verklaarde voor de leiding van den strijd zich naar dezelfde princiepen te rich-ten.De verschillig3 bemoeiingen van het Amerikamsch gouvernement in^ dien zin bij het Engelsche gouvernement zijn gestuit op eene formeele we^ering. Engeland is voortgegaan aanslag op aanslag te stape-len tegen hefc menschenrecht en is aile païen te buiteh gegaan in het schenden der neutraliteit. Zijn laatste maatregel, het aanzien als oorlogskontrabande van kolen San duitschen oorsprong in^ de voorwaar-en die -het stelde aan de onzijdigen, om kolen van engolsche herkomst- te gebrui-ken, beteekenen niets anders dan eene po-ging om de gansche handelsvloot 'der neutralen te gebruiken voor zijnen economi-schen oorlog. Het duitsche volk weet dat het afhangtv van het amerikaansch goevernement om den oorlog" te bepalen, met inachtneming^ der menschenrechten tôt de uitsluitelijke strijdkrachten der oorlogvoerende landen. Het Amerikaansch gouvernement ware ze-ker geweest van dien uitslag indien het energiek bij het engelsch goevernement zijne onweerlegbare rechten op de vrijheid der zee had nioen gjelaen. Het duitsche volk verkeert onder den indruk dat het Amerikaansch goevernement het in zijn strijd om het bestaan een wapen wil nutte-loos maken dat het tôt heden afdoende gebruikta en daarvan hefc onderhouden zijner diplomatieke betrekkingen doet af-hangen, terwijl het van een anderen kant zich tevreden stelt te protesteeren tegenover de wederroepelijke strijdwijzen des vijands. Het duitsche volk weet goed in welke groote hoeveelheid zijne vijanden van allerhande materialen door de Vereenigde Staten worden voorzien. In deze omstandigheden zal men verstaan dat het beroep op het recht der menschen en op de menschelijke gevoelens, gedaan bij het duitsche volk, de groote weergalm niet heeft kunnefti vinden die zulkdanige oproep zou ontmoet hebben in andere voorwaar'den. Indien het duitsch gouvernement ondanks dit besluit tôt eene uiterste concessie, is zulks eerst en vooral door de meer dan hon-derdjarige vriendschap in te zien die de twee groote natiën bindt, en vervolgeus door de gedachte dat dooir dezen langdurigen en wreeden oorlog de algeheele menschheid bedreigd wordt door eene ware katastroof. Het kraehtsbewustzijn alleen heeft de duitsche regeering in staat gesteld om zich .in lapa iss » maal toe, open en klaar voor de heele we-reld bereid te verklaren voor het aluiten van een vrede die aile duitsche levensbel&n-gen zou waarborgen. Zij heeft het daardoor klaar gemaakt dat het hoegenaanfd niet van haar afhangt als den europeeschen voikeren nog langer een gewenschten vrede onthou-den blijft. Met zooveel te meer rocht mag do duitsche regeering dus verklaren dat hefc voor de menschheid en voor de geschiedenis niet zou te verantwoorden zijn als men, na een een-en-twintig maanden durenden oorlog, de omirent den duikbootenoorlog ont-stane strijdkwestie eéne wending zou laten nemen die een gevaar uitmaken voor den vrode tusschen het duitsch en het ameri* kaansch volk. Eene zulke wending van den z&kemgang wil de duitsche regeering, voor zooveel het van haar afhangt, vermijden. Terzelfdertijd wil zij daartoe het laatste bijdragen om — zoolang do oorlog voort duurt — de beper-king der oorlogsvoering tôt de aangeweQde oorlogsmiddels mogelijk te maken, een doel dat da bewegingsvrijheid op see in zich be-vat, e6n doel waaromtrent de duitsche regeering zich nog in akkoord gelooft met de amerikaansche regeering. Geleid door deze gedachten, d&elt de drçîfc-sche regeering der amerikaansche regeering mede dat er aan de duitsche zeestrijdkrach-ten aanwijzingen overgemaakt zijn die volledig in overeenstemming sijn met de grondbeginsels van het volkenrecht, voor wat aangaat de aanhouding, het doorzoeken en het vernielen van handelsschepen, alsook voor wat aangaat dat binnen het zeeoorlog-gebied do handelssohepen niet mogen rer-nield worden «onder dat «ij gawaarachtiwd zijn, v6ôr dat de menschenlevens in veilig-heid gebracht zijn, om het even op zij vïuehten of weerstand bieden. In den strijd voor Eijn bsstaan, vnartxw Duitschland gedwoiigen is geweest-, kon hol zich door de neutrale landen toch niet laten voorschrijven dat het, om de neutrale belangen te bevorderen, beperkingen daar te stellen aan het gebruik van een krachtdadig weermiddél, terwijl het aan zijne tegenstre-vers toegelaten blijft, naar believen weer-midijlels te gebruiken die niet hoegenaamd overeen te brengen zijn met de grondbeginsels van het volkerenrecht. Zoo een eisch «m overigens hoegenaamd niet overeen te brengen zijn met het eigenlijk wezen der neutraliteit. De duitsche regeering is er overigens van overtuîgd dat de amerikaansche regeering hoegenaamd niet denkt aan eene der-galijke aanmatiging. En deze overtuiging put de duitsche regeering uit de herhaalde verklaringen van de amerikaansche regeering, die zegde dat zij tegenover aile oorlogvoerende partijen vast besloten wa3 om de gekrenkte bewegingsvrijheid op de zee te doen eerbiedigen. Dien ten gevolge gaat de duitsche regeering uit va-n de verwachting dat hare nien-we aanwijzigingec aan hare zeeetrijdkrach-1 ten ook in de oogea van de amerikaansche regeering aile mogelijke hindernis uit dsn weg zullen ruimen voor wat aangaat de verwezenlijking der samenwerking die aan-geboden werd in de nota van 23 Juli 1915, samenwerking die aangeboden werd om nog gedurende den oorlog de bewegingsvrijheid op de zee te doen eerbiedigen. De duitsche regeering twijfelt er dus niet aan dat de amerikaansche regeering thans hij de engelsche regeering zal aandringen op spoedigtl inachtneming van de volkenrechterlijka voorschriften die reeds voor het uitbreken van dea oorlog algemeen aangenomen warenv— en die in het bijzonder aangeduid waren in de notas die door de amerikaansche regeering naar de engelsch regeering gezon-den waren op 23 Deoember 1914 en 6'Novem-ber 1915. Indien de stappen der amerikaansche regeering njiet het gewenscht gevolg moesten hebben, niet voor uits3ag moesten hebben dat de wetten der menschelijkheid niet door aile oorlogvoerende landen van kracht worden, dan zou de duitsche regeering zich voor een zakentoestand bevinden waaromtrent zij zich de volledigste vrijheid van beslissen ea handelen moet voorbèhou-den.De ondergeteekende neemt ook deze gele-genheid te baat om den heer afgezant iijne onderscheiden hoogachting opnieuw aan te bieden. (get.) von Jagow. Aan zijne aExcellent-ie den heer afgezant der Vereenigden Staten van Amerika, don heer James W. Gérard. WEtENSCKAP H© ©©FSpiMIBaU Een nota van den heer Emile Belot, door den heer Bigourdon aan de Akademine van Wetenschappen, te Parijs, voorgehoud-cn, geeft een nieuwe verklaring over het magnétisme der aarde. De rotsen op de oppervlakte bevatten niet genoeg ijzer om aan de aarde haar magno-tisme te geven. Doch de bodem der oceanen heeft ten minste tweemaal zooveel omdat de primitieve zuideljke vloed, waarvan de schrijver het bestaan vastgesteld heeft, de onderzeesche korst losgetornd heeft, aldus de dieper, dichtere en meer ijzerhoudende lagen naar de oppervlakte drijawide, terwijl de lichtere lagen in de cominenkale a^Sfii89^.yjS ,M • jStoasdflWfc. JaaikQfltL

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.