Vooruit: socialistisch dagblad

1554 0
12 October 1915
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 12 October. Vooruit: socialistisch dagblad. Seen on 19 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/j09w08xm06/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Drakstcr-U !î£eeÏ9t«» gaa'MaafschoppiJ 51 ET OCHT bssïMord®? » ». PE VISCH. L«deberg-Qent I ,. REDACT5E . . ADMINISTRAT'?* 1 I KOOGPOORÏ. 29 T Orgaan der Belgkche Werkliedenpartij\ —■ Vepschjjnende aile dagen. ASONNEMENTSPRU® BELGIE Ofl« MSardcn. ► ^ , (r. IX) Ses maanden • » Vk * 'r* Ccn jaar. . , « W . tr. 52-30 M«a aboaneert riefi op aSe postbureeJt» DEN VREEMDC Orfe enaandea (dagelijhs verxondçR). * « « i . fr. «ut» ¥@9S& HET ICI^H feiï *4;^' '.«SB* BW ■» ttts Wij beleren thans een tijdperk van alge-i lasene volksellende en het îs dringend noo jig dat de algemeene aandacht van alleu daarpp gevestigd worde. Het moet elken oogenblik door allen u,an allen gezegd worden dat de heerschend< volksellende de noodlottigste gevaùen kan hebben voor wat aangaat de verdera out-ïdkàeliog van het menschenras. Wij gaan straks leven in een toestaud dit ioo erg kan worden aols dere den wij vooi joo erg kan worden als dezen dien wij voo: waarop, voor e-en paar jaren, de algemeene aandacht gevestigd werd door het verdiec.i telijk Gestielit Solray, dat eon zoogeaaanu' < jociale week » inrichtte voor de studenten om débat te hou den over de volgendi < Tôt in het jaar 183'0 gaat de ontwikke-ling van onzen voiksgeest zijn gang gelijk-matig in Vlaanderen on in het Walenland. Daar verschijnt de mekanische drijver in de nijverheden en ailes verandert van ondei tôt boven. Mon bestatigt weldra eene alge meene ruïne voor de vlaamsche volksmasse die leeft van het garenspinnen. De looner dalen en dalen overal tôt het peil van vjjl tien en zelfs tien centiemen per uur met tier werkuren per dag. Dit zijn de gevoigen var de ooiiourrencia met Engelsch garen da m&chinaal gesponnen wordt. Op eene bevol-king van 400.000 zielen telt men 226.00( bedelaars die moeten leven van kruiden en krengen. Deze krisis heeît voor onver mijdelijk gevolg dat het vlaamscl e ras o) elk gebied ondermijnd en verzwakt wordt De op oaz® dagen gemakkelijk vast te stel len achterlijkheid der vlaamsche volks massa moet in de eerste plaats toegeschre vfn worden aau deze maatschappelijk runp. »l)e maatschappelijke ramp van hedei Bal onverinijdelijk de^elfde, wellicht noj veel erger gevolgen hebben, als men nie dadelijk afdoende maatregels neemt voor d< voading, de volledigst mogelijike voedinf )ran kind en moeder. 5 Wie durft daar aan twijfelen ?... Wi Il kan in dose aarzelen? Wie zou zich verzet H tent > Eeeds voor dat er spraak waa van d« lîschuwelijken wereldoorlog was men e I tan gegaan om inrichtingen van zooge I naamde < overvoeding » tôt stand te bren t gen voor zwakke kindera, toriuglijders e I indere zieken. »Honderd ma^il di-ingerder is het ateed " H noodig te zorgen voor de voldoende voedinj 3' ■ nn de kweekende moeders, • an de zuigendi I kinder», van de opgroeiende jongem ei meisjei die het m^nschenras moeten voort * H letten. ■ » Het moet af en uit zijn met 't dwaas e: I T&lccfo begrip dat do measchemmaatschappi I Khadevergoeding vindt als zij naaat oea I tenger kind een klosk kind kan stelllen ! s Het moet af en uit zijn met de dwalin: I dat een zw&k kind innerlijk zoo goed ge I vormd is als een kloek kmd en dat voo I ïijne ontwikkeling ailes afh&ngt von het toc I val en de omstandigheden I w I > Ozntrent dit ailes hebben wij den vei I maarden œensohennatuurkundige Nicefoci 3 I Eor&adpleegd, die ons kortaf zegde dat eei I in irmoede an gebrek opgogroeid kind voo I Wl rijn leven ©eo minderwaardig wezei U ■ moet blijven, ten grooteo nadeele van d< îe H gemeenschap. » ^ H En onz» geleerde vriend voegde er bi} : !U - —rr i ni—«ubi ge- « Vroeger mocht de studie over de volks-oo- ellende uitsluitelijk het werk van de econo-len misten zijn, maar op onze dagen van proef-ondervindelijke opzoekingen op elk gebied ;an is zij algemeen het werk geworden van de ade sociale wetenschap. Op onze dagen onder-:ai) zoekt de wetenschap ailes bij middel van d® ut- werkelijk bepaalde gegevens, bij middel van de vastgestelde feiten, bij middel van de die menigvuldige werktuigen die liaar labora-3or torium uitmaken. oor » De eerlijke wetenschap houdt zich niet 3lle bezig met de verschillende uitzichten van oa- het werkersvraagstuk, maar wel met; den œij wezenlijken mensch vun vleesch en beende-eD) ren. Zij houdt zich bezig met de natuurlijks Q(jè studie van het menschelijk, lichaam, zooals zij zich bezig gehouden heeft met het li-chaam van het dier, van de plant, van de If6' delfsfinffen, enz. En zoo ontdekt zij de on-vermijdelijke, ongeneesbare misvormingen en verwoestingen die het eevolg zijn van de ^de volksellende, van de onvoldoende -oeding. ï ge- Nicefoco komt aldus tôt het besluit dat de saa armoede verwoestend werkt op al de orga-îen nen van het menschelijk lichaam en langs sjî- daar op het lichaam der menschengemeen-ien schap. ?an Yeel andere eerlijke geleerden hebben al-dat dus onbetwistbaar vastgasteld hoe de af-rol- metingen bewijzen dat de kinders van rij- 000 ken grooter, kloeker en sterker zijn dan de len kinders der armen. _er- Specialisten hebben vastgesteld dat bij op het trekken aan don kr&ehtmeter de rijke rdt. kinders het veel langer uithouden dan de tel- arme kinders, dat dus de eersten beter be-Iks- stand zijn tegen de vermoeidheid dan de ire andere, dat de eersten dus beschikken over ijk® een grooter weerstandsvermogen. Een menischennatuurkundige onderzocht :îen zeventig kinders van rijken en zeventig ldn-îog dors van armen van denzelfden ouderdom. net De rijke kinders waren allen grooter, ' de zy/ftarder, sterker dan de arme. Hun sche-HI8 del was grooter, hunne schouders waren breeder, hunne harten waren kloeker, hun-"10 ne hersenmassa was sterker en zij waren ze^* allen gezonder dan de arme kinders. Bij die zevantig arme kinders stelde de d«n geleerde honderd-vijî-en-dertig lichaamïge- 1 er breken vast, terw 1 hij er slechts vier-en->Se" zeventig ontdekte bij de zeventig rijke. ren" Bij die zeventig arme kinders waren aile 611 zintuigen veel zwakker dan bij de rijke en voor wat den algemeenen toestand betreft stond het vast dat de zwakheden met den ouderdom niet zouden afnemen,dat de zv/ak. nde ke Hnders zwakke jongelingen, zwakke vol-wassenen zouden worden om als zwakke ouderlingen veel vroeger te sterven dan da andere. s ^ Ziedaar wa-ar het met het menschenras PPy naartoe gaat als men ton tijde van maat-oen gehappelijke rampen geene doortastende ma-atregels neemt, als men er niet ernstig linK gaat aan denkon om voor de menschen veel 8e" betere woningen, kleederen en voeding te r°or eischen. » Verscheidene katholieke bladen nemen srer- dit artikel van elkander over en de «Bien oco PubUo voegde er het volgende aan toe, esn waarin wij een beschuldigingsakt lezen te-oot gen de kapitalistische maatschappij : Z®D « Het gevaar is dan nog zooveel te groo-de ter dïtar de oudere in het algemeen er zich geene de minute rekenin? van geven. Zij [ : echiinen zelfs meer te vreezen dat hunne kinders te veel zouden eten dan dat zij t< weinig zouden eten. » En van de kwaal ontdekken zij steedi het spoor als het te laat is, als de verwoes tiny niet meer te verhelpen is... Maar he is lang niet voldoende dat men de ouders volledig onderwijze. Men moet hun de mid-dels ter hand stellen waarmede zij de kwaa kunnen bestrijden. Het ware zelfs te wen schen dat men de kwaal krachtdadig gina tegenvrerken bij middel der schoolsoep, d:« niet verdeeld wordt onder de grootste kin ders maar onder allen, bijzonderlijk ondei [ de kleinst«,aldus afbrekend met het dwaa; praatje «dat de kleine kinders altijd te vee) [. eten ». Roffnssflscii nMmt Juist door de hedendaagsche politieke belangrijgheid der Balkanstaten is menig-- een in onzeWest-Europeesche landen er toe gekomen eens nadere beschouwingen te wij-den aan die voorheen zoo oppervlakkig ge-kende en vaak alleszins mitikende volkeren ; en nu in deze tijden gebleken is, dat ook voor de grootste en machtigste rijken van Europa zoo'n Balkanstaàt geenszin3 te ge-ringschatton is, nu is ménigeen tegelijker-tijd tôt de — wèl v/at late — ontdekking gekomen dat zoo'n Bàlkanvolk ook als monschenrnassa een geenszins onbeduidend deel uitmaakt van de Europeesehe bevol-king, en dat ieder van die volken een eigenaardig, heel beschouwenswaardig leven leidt. Het bereidt dikwijls ware verrassingen, als men een volk — nimmer gezien en heel vèr geweten — eens leert kennen in zijn eigen aard, in zijn natiufrlijke stre\dngen ; onbekend maakt onbemind — en vooral de bekendheid met wat een kracktige volks-ziel wrocht, zal sympathiën wekken ook in tijden van wijd v66rtgwwoekerden, diep in-gekanderden volkf.nhaat. Dàn — als men achter iedere wilsuiting van een volk de edele opstreving vaji do volksziel zal vermogen te zien — dan zal véél, wat eerst vreemd scheen, he«l na-tuurlijk blijken, dan zal in onze oofen som-wijlen een heel beminlijke ei^ensenap worden, "wat ons eersVin Sito voift tegonstoad. Keg steeds blijft het onzeker, of meerdo-re Balkan-Staten zich geroepen zullen voe-len mède een roi te spelen op het groote toonosl van den oorlog, en — zoo ja — ten gunste van welke partij ; vooral op Boeme-nië houden zich — of hoopvol of angstig — vêler oogen çevestigd... wat voor een volk leeft en streeft er nu in gindsche verte? Wat voor een ziel werkt er heimvol achter de nuchtere, niet te doorschouwen nieuws-tijdingen vîvn gindert Waar vandaan eigenlijk het Roemeensche volk herkosnstig is, daaromtrent zjjn de meeningen verdeeld ; volgens sommigen zouden de Roemeniërs van Dacischen,' en zôà van Itomeinschen oorsprong zijn ; vol-gens anderen zouden zij zich van elders, van uit den Balkan, in hun tegenwoordig vaderland gevestigd hebben. In Rocaenië zelf gel»«ft aen gaarne het eerste, men stelt er een zekere eer in af te stammen van den fijnbeschaafden Bomein in gunstige tegenstelling met de meer bar-baarsche Balkanvolken ; in het buitenland is men echter meer tôt de overtuiging gekomen, dat de Roemeniërs landverhuizers zijn —• en nog wel van tamelijk jongen da-tum ; immers : eerst sedert het begin der e 13e eeuw ho o ren wîj ken in de gesehiedenis genoemd. 3 In waarheid zullen zich echter nier wel Slavische en Romaansohe elementen ver-t mengd hebben en heel veel van het Sla-s viseh karakter zal men opmerken in dat-gene, waarin de Roemeniër heel zijn ziel •1 uitstortte en waaruit wij hem en het leven rondom hem zullen leeren kennen... in zijn l volkspoëzie. 0 Het is opmerkenswaardig, dat de oor-r sprong der Roemeensche volkspoëzie eigen-î lijk nitt te zoeken is binnen de g ren zen I, van het ons bekende Roemenië, maar vooral in het Hoaga&rscke Zevenbergen — gelijk ook die schoone Griekische liederen met ■* herkomstig zijn uit het eigenlijke Grieken-land, maar uit Epirus en de eilanden in , de Aegaeïsche Zeo, va-:i Kreta en Kypros; gelijk ook de schoone Servische liedjes ei-• gënîijl: niet ontstonden in het koninkrijk Servië, doch in Herzegowina. In deze geweldige natuur van hooge ber-gen en van woeste woudtsn — in het Hon-jaarscke Zevenbergen — govoelde zich da ^ Roemeensche herder waarlijk in zijn ele-ment ; de berg, het woud, het schuimende beekje, dat saam was zijn land, zijn vader-, land ; daar zor.g hij in bacânnelijke hulpe-loosheid zijn poëzie van het leven uit. Daar klonken voor het eerst de smachto-ç lijk-t-oedere herdersHederen, de somber-g zware rqover-(hedduck)-ballad«n en de 1 vroolijke, oolijko dansliedjea ; in de herders-liederen vinden wij echter het zuiverst, het ! echt-Roenxeensch dichterlijk gevoel uitge-zongen.Yolgens sommigsn wa« het herdorsUed , (in het Roemeensch : Doina) vroeger esn 1 krijgslied, lied, waarin men de helden — i en in hèn : de ziel, de kracht en den hel-; denmoed van het Roemesnsche volk — ver-3 heerlijkte; zeker is het, dat do «Doina» het lied was van den eonvoudigen man, zij het i dan in bloadigen strijd, bij zwaren veld-arbeid, bij roof of plundering; in later tij-don zingt de Roemeniër in zijn «doina» zoo-wel van oorlogsvermetelheid als van de Hef-l lijkste Hefde. ] Tkans, in de gelukkige dagen van nationale vrijheid, is de oorlogsgedachte geheel rerdwonen uit de «doina» ; de «doina» is het innig-landel'jke liedeken geworden, waarin de Roemeniërs heel hun gevoeteleven uit-zingoa, waarin zij hoopvol blijde het hew-lijke herleven der natuur in de lente mede-3 vieren, wa-arin w&er in den herfst de geel i verdord* blaêren vallen en wanneer de koimweewekkenda muziek van rondgestuw-de droge blaêren saamlclaagt met het een-i zaam ruischen van den wind door de tril-? lende twijgMi der bladerlooze boomen. r De melodie, waarop do Roemeniërs hun herdersHederen zingsn, is zweuar-melancho-iisch en droomurig, en toch krachtig als van ingehouden hartstooht; die melodie is 9 als do kracht va,a een iwaar gedrukte ziel, 3 als do smart-ontbo««eniing van don »«n»n i lijfeigene, die aldoor het treurige oontrast i ziet tusschen het eigen lot en de vrije natuur om hem heen, de vrije natuur met , haar bergen en dalen, haar weiden en beek-ï jea — en haar klaurrijke beelden dringen zich aan zijn gfceat dan op en lossen zioh t op in zijn sombere fantasie. * e i Iets tjpeerend-Slavisch treft ons aller-eerst in heel de Roemeensche volkspoëzie : i het stil sckreiende heimwee: s Weemoed drukt me in droomen neôr, Weomoed wekt me 's morgens waftr, r Spreekt met mij en vraagt wat bange s Bmart-verlan gens z6<5 m'n w an gen Hoen doen teren. ' Daar is echter ook een tijd geweest, de «doina» veelal krijgslied was, doch sxeeda bleef het Roemeensche lied eenvoudig, [ haast kinderlijk-onnoozel : Doina, doinitza fijn Had ik een vuurroer klein. Met drie kogels — o mocht aan m'n zijde Blinken een bijlken om mede te strijden ; Had ik een paardje, als een leeuw in kracht, , Had ik een paardje, zwart als de nacht; Had ik ook zeven broeders goed, Aile, lijk ik, vol fieren moed, . Die op sterke draken rijden... 'k Wiekte als een arend de luoht in, de Wljde, Zwevonde steeg ik de zon tegemoet, Doinen slechts zingend van strijden en van ! [blopd. 'k Zoude spreken: «Broeders, hier, Slaat een kruis en zweert het fier : Levend nooit den nek te buigen 1 Voort nu, kamot van slaveraq ' Heel ons vaderland weêr vrij ! » ; Rond den Oorlog las d© mo$rautr69k Een Duitsch soldaat, die reeds menige aardige schets van het oorlogsterrein in het «Berliner Tageblatt» hc&ft geaohreven, geeft in dat blad de volgende schildering van het oostelijk oorlogsterrein : De wind bruist door de vtlierboscfcsjes} don k are wolken trekkasi langs den h«mel. ïallooae raven zitten op de heide, Btappen over de paardelijken of zitten als gehurkt op de graven der gesneuvelden. Gisteren toen wij Kobrin bezetten, was het nog i'omer. Op het station stonden spoorwagetxs met tarwe en vischblikjes in bratid. Russi-' sche granaten huilen boven de overwegen van het spoor, sloegen met luiden knal in de zandwegen en overdekten ons m-et isanck Men kan ver het land inrien. Ailes tusschen biezeri en elzenhout staa-h plassen' die aJs zwart lak zijn. Zoodra men den wegj verlaat is men reeds in het moeras. De we^. is soms over honderd meter lengte vernieM.-Onze genie is echter reeds aan hot wferk, de bruggen zijn ook al begaanbaaT. Achter de Muchawiec komen wij groote bosschen. Het ruikt naar lijken. Overal Hg-gon doode paar den langs don weg, dichtop-eongedronger. wachten vluckteîingen hun karren tôt wij voor'oij zijn. Velen zijn uit de buurt van PraemyBl, vole Duitsche boeren uit de sfcretk va/a Cholm. Do Russen hebben ze l&tco loope». Nu trekken ze torug door het v^rrroeste, t platgebrando land. De kînderen zitben op de wagens, de vrouwen loopen achteraan en' drijven d© koe of twee schapen voort. Meer hebben i-ij niet gered. A la zij na eon moei-lijko reis terugkomen, snllen «e inplaatti van huis en schuur een platgebrande plok vinden. De winter zal ze als een niëuwe vijand ovorvallen en honger en kou lijden' zal hun lot zijn. Hot bosch wordt dunner, keido wordt «1-gewisseld door moeras. De voor ons oprf.k-kende kavalerie-divisies hebben Bchermut-solingen met Tsjerkessen en Kozakken. Men moet roorzichtig zijn in deze moeras-sen, want eer men or erg in heeft is men er Dieren en planten in vreband met den omgang Voordracliten gehouden door Dr. C. DE BEUYCKER, in het «Feestlokaal van Vooruit», te Gent. (Tierée vervolg) Zoo is er eene soort orchidee, die zoo-danig ingericht is, dat, wanneer zij door msect bezooht wordt, dat dit met den ®>P stooten most tegen een plaatje waar-or twee bolletjes, stuifmeel bevattende, Daar beneden gebogen worden ern het stuif-j 'e' laten vallen op den rug van het '"Si dat, wanneer het dan eene andere r™idee bezoekt, deze bestniven kan. dat '^ van die nauwe betrekking is, . 1 1' «cea bij ons geen zaad geeft, omdat 1 insect noodig voor de bestuiving, bij °ns ontbreektj - D0 Monnikskap kan maar bestoveo nntk Q. . e0n hommel, waar die hommel viadj88 00'J do Monnikskap niet te fîp^ onsi leeft er een plant de Nachtsllene. den dag zijn de bloemen dier lonrl ^s'°^en en gelijken verdord. Doch 1S nacht niet gekomen, of de tiJtt,,?3r,c|00d« plant, opent heure prach-d»rf,„ t ce. "^oenien en lokt de nog rondflad- A a lnseet&n- u erc aard van wederdienst bij de micren. De mieren huizen dikwijls op planten en. dikwijls verdedigen, beschermen zij die plant tegen andere mi#ron en andere in-sccten.Maar nu mag men niet besluiten dat in ieder geval als eene mier op eene plant leeft, dat dit voordeelig is voor de plant ! Hoegenaamd niet. Zoo bv. bij de Myrme-codia (épiphijt) heeft men lang gedacht dat die plant, welke zeer bezocht werd door een zekere mierensoort, daar aile belang bij had, maar nu is het gebleken dat dit niet het geval is. In Zuid-Amerika leeft er eene mierensoort — de sleepmieren — die onder d« Aipimplant groote verwoostingen aanricht en het gaat zelfs zoo ver dat die plant bo-taal zou uitgeroeid worden door die sleepmieren, moest de Aipimplant niet verde-digd worden door eene andere mierensoort (Azteca), welke in de holle stam hunno woningen hebben opgeslagen en hunne woon-stee tôt den dood verdedigen tegen die ver-nielende sleepmieren. Doch nu zijn er ook mieren welke zich voeden met sommige zaden en die in den waren zin van 't woord die zaden planten om te oogsten en er in de nabijheid van hun nest plantages van aanleggen. Zoo zijn er ook mieren wier nesten omgevsn zijn met groote bloemenhoven, dus heeft mon hier te doen met hofbouwmieren, indien wij ons zoo mogen uitdrukken. Die voorbeelden zouden nog tôt in het oneindige kunnen uitgebreid worden, maar dat is niet noodig. Dit ailes is van belang, die nauwe sa-menhang toonen van omgeving tôt levend wezen, is eene groote biologische methode, in het onderwijs zoo noodig en nuttig het brood aan den mep§ch, i ■BHBsaisigsj Geen beschrijvingen meer van levenlooze voorwerpen ! Geen herbariummateriaal be-i schrijven ! Weg daarmede ! Niet meer spreken van het opgestopte dier. Vroeger was in het onderwijs de rangscbikking hoofd-i zaak, thans nog en helaas nog al te vaak is ; ons onderwijs slechts een aanleeren dat er ! oneindig veel soorten beetaan, dîe in groe-pen verdeeld worden, en dat deze groepen ; ingedeeld worden in ondergroepen, enz., ' terwijl de weinig zeggende namen in onver-i anderlijke volgorde in de jeugdige hersenen ' der kinderen geprent worden als een on-▼eranderlijk, waaraehtig en nooit feilbaar iet». » _ Ons onderwijs is een woordononderwijs s in plaats van een zakenonderwijs. De betrekkingen tusschen de levende we-xens en hunno omgeving, de betrekkingen tusschen dieren onderling, tusschen plan-« ten onderling, tusschen dieren en planten zijn z66 menigvuldig, zoo dSep-ingrijpend, dat men den bouw van een plant, de in-richting van het dierlijk organisme niet be-grijpen kan, als men ze met in zijne ver-1 beelding verplaatst in de vrije natuur, in i hun eigen vaderland. i 1) Dan zal men duidelijk zien dat de le-i vende wezens den invloed der omgeving ondergaan; 2) dat zij die invloeden beant-• woorden, er op nageeren; 3) dat zij zelf op dit midden een wijzigenden invloed uit-i oefonen. De groote diohter, denker en natuurken-; ner Goethe heeft eens gesohreven: « De natuur is het eenige boek dat op iedere blad-zijde een grooten inhoud aanbiedt. » Geachto toehoordejs, ik vlei mij met de I hoop dat de enkele bladzijden van dit i reusachtig boek, dat wij heden hebben > voorgedragen, u ' met die woorden zullen doen instemmen. « De voordrachtgever, welke met buitenge- o wone belangstelling door een talrijk opge- v komen publiek was aanhoord geworden, werd warm toegojuioht. Dio twee zeer intéressante lessen, want r, het waren echte lessen, hebben voor ons een hoekje meer opgeHcht" van het groote na-tuurgeheim.Wij zijn den Hcer Dr. De Bruycker op-reeht dankbaar voor de moeite door hem gedaan en danken hom recht hartelijk voor a de intéressante voordrachten. V M. VUYLSTEEK. h III d Si Het sam&aleven van pJanten met planten, van dieren met planten, van dieren met t' dieren, kan 1*) ten nutta zijn der samen- v levende iadividuon; S*) geen nut opleveren o maar ook geen sohade; en 3°) kan schade- 1< lijk zijn van eene der soorten individuen ; dit is dan het geval van het woekcrlevon. é Geven we een voorboold. e De zaden van va le orchideeën kunnen 1 slechts ontkiemen, als s-e bssmet zijn door a zekere zwammen. Er bestaat dus een dienst- Ç betoon vanwege die «leven-brengende» lage- i: re planten. si De epijthyten zijn tropischo planten, die ii groeien op de takken der kruin van hooge d boomen. Op den bodem der aarde, onder z het diohte loover der hooge gewaesen zou- d den de epiphyten sterven door gebrek aan o licht; ze vestige* zich op de hooge taïkken, z «M* in het zonnelicht te geraken, maar I voeden zich niet met het sap in die takken k bevat. De boom lijdt niet door het dragen t der epiphyten. a Een gansch ander geval is het wooberen fe van zekere planten op andere soorten; die li woekerplanten vi»4§p niet alleen eer staun ►. I op hunne slachtoffers, maar trekken ©r hun É voedsel uit. De steunplant lijdt er door. [33— VERHOUDINGEN TUSSCHEN DE»MDI-VIDUEN BEHOOHENDE TOT DE ZELFDE SOORT. j Bij de lagere wezens is het soms œoeilijk afgezonderde individuen te ondersolieidsn vian een groep individuen, die het uitfzicht hebben van één enkel individu. Een ingewikkelde plant, is niets onders dan een massa oellen, van verschâlîande soorten, vereenigd tôt één lichaam. Iedere soort werkt op zich zelf; het werk twee dochtercellen scheiden zich of blijven verschilt met de soort cellen; aile noorten , f oellen werkon tôt hetzelfde doel: de plant in leven houden. Het eenvoudigste organisme bestaat uit één cel, bijvoorbeeld de protococcus. Die is een microscopische plant, van ongeTeer 1/100 m.m. diameter, die groeit, zioh voedt, ademt, en zich vermenigvuldigt. Dit laatste çeschiedt door de verdeeling der moedercal in 2; iedere helft vormt een nieuwe oel; do soms onafhankelijk vereenigd, d. i. sonder in betrekking met malkaar te staan. Ieder der 2 dochtercellen verdeelt zich na eon zekeren tijd in twee. Veronderstelt nu dat dit vermenigvuldigen voortging, de dochtercellen onafhankelijk vereenigd blijvend, dan zou men komen tôt een veelcelHg wezen. Iedere cel s'ou zich op haar eigen ontwik-kelen, leven. Dit gebeurt ook zoo in de natuur. Vele soorten eencellige planten, beat aan in «bolletjes cellen» ; ^lle oellen hebben den zelj$en vorm, maar leven afzoadsr- lijkx {Slot voUi> > ï. ■ ■ ' ■ '■ '■ . ■■■-. — .mi.-».-». , < - «om SÈ "H&& Priis car nommer : voor Bolerie S oontiemen. voor den Vreemd# S centiemen Yala«A6ii i RarisatÈA É47 ■ -iilaiinilsiiPsfS» SSÏ45 Q nsdai* 12 8CTÛB£R 1915

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Periods