Vooruit: socialistisch dagblad

731 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 09 March. Vooruit: socialistisch dagblad. Seen on 06 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/qn5z60d75t/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

n t » In»».» 'imimftaDM 32'Jaap— & 63 ■aiMaaiMii laiaayiBiiim.TfTWftawiiw ■BS9MÜ esH£a«Msi(eHMiffiisia8ue«M!£ga»ec!9 Prijs dm KCffiffioi ; voor Bolgie 3 eeaüemen, tooi den tfreemdsö eeatiemcnT®É®*is©îï s r?i«sfâa©4tie 'd.4-1 » Adaniüs'stratle 2345 r^aischsppijHET: '„ DE VISCH. Urfcberg-G»** . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE ROOOPOORT. 29. CENT ABONNEMENTSPRIJS BELOSS Dris maatide». . . , . f*. 3.39 2e» rnaandett ..... fr. 6.50 £en JaarIr. 12^0 Ülta «ixsRsvc*rl acfi e? site p«fïtrare*te» DEN VREEMDEDri« maanden 'riascStjksverzonden).fr. ft.W sssssraswasisssamssBsis^^ meer van Wij hebbeu aan Le Bien Publie doen opmerken dat de klassenstrijd niet noodlottig was, op een enkele voorwaarde :• namelijk dat de bourgeoisie het hervormingswerk met standvastigheid en goeden wil aanvatte. Le BicE Publie zoekt naar een uitweg. Hu antwoordt ons, dat men lange den kant der werklieden ook moet leeren dat de maatschappelijke hervorming stap voor stap maar gedurig moet gebeuren in de mate van het mogelijk© en niet door geweldige sprongen en al meteens. Dat antwoord heeft geen zin. Er ia geen sociaal-deraokraat die zal beweren dat do sociale hervorming of vervorming, beter gezegd, al ineens en met geweldige schokken moet gebeuren. Overigens hebben wij in de ontwikkeling onzer partij, ia onze coopérât!», enz. genoeg monschasikenriii» opgedaan om t« weten dat men geen samenlving omkeert gelijk en handschoen. En gij zult wel toestemmen, Bien Publie, dat, ais er eene klasje is die kalmte en geduld aan dsn dag legt-, het d3 werkendeklasse is.■ Moest ue bur~erglasse van heden tot morgen in d«n toestand der werkers verplaatst worden, ehwel confrater, cp ons woord van eer, hot zou er anders naartoe gaan. Neen, wij verloochenen do geweldige revolutie niet, maar wij zeggen ook niet dat wij zo willen em wenschen. De ondervinding en helaas de wereldfeiâtorio leert ons, dat het geweld meestal het eenig overblijvend middel was, om het recht te doen triomfeeren. Dat leert ons da oude geschiedenis der Romeinen ea. der Grieken. ' Dat leeren ons de Middeleauwaa met hunne gewapende gilden, met hunne Artevelde's, Brcidei's en De Coninck's. Dat leert ons den eeuwenlange» strijd td«r bourgeoisie, die op révolutionnaire ; wijze triomfeert in 17 1 Eelaaa, dat leert de ondervinding van 'gister en van vandaag. Het blijkt ons maer en meer, dat de revoluties niet andere zijn dan da uitbarstingen van uitgeput geduld, van een volk 'of eene klasse, na onnoemlijk lijden on ver-" ': geefsch smeekèn. Ziedaar Bien Pnblis waarom de revolutie .dikwijls &Ls een noodlot of eene fataliteit wordt aanzien. Theoreti&ch is zulks onjuist, maar de .praktijk geeft de fatalistea — helaas — gelijk. i Eu een orgaan als Le Bien Publie moest ■dat aan zijn3 klasse durven zeggen en nijne regeering tot haren plicht roepen, haar twijzen op de groote, weldoende rol die zij -kan en. moest vervullen. jfc x£t s|c ' Onze vriend Jules Destrée heeft de werkerswetgeving in België als een vooruit.gang. bestempeld en er het- bewijs in gevonden van do klimmende bezorgdheid, die gewijd wordt aan do sociale bekommernissen van onzen tijd. Maar onze Waalsche kameraad voegde erbij: Indien de katholieke partij öer magwezen van de meestee dier wetten ontworpen te hebben, de werkersdemocratie mag er zich op beroemen van ze tedoen maken hebben.» Wij zijn het volkomen eens met onzen partijgenoot. Maar is het niet droevig hier te moeten herinneren dat, om de arbeidswetgeving te bekomen die door Destrée terecht als onvolledig en gebrekkig wordt beschouwd, er een 1886 noodig is geweest? Dat Luik en Henegouwen in lichtlaaie vlam moesten staan en d«n zwarten grond «ie r koolmijndistrikten met rood werkersbloed moeat geverfd worden ? Dat juist geeft on3 gelijk en Destrée geeft ons geene de minste logenstraffing. Aan u, iliea Publie, raden wij het oten aan van veel appelen en groenten, dat doet goed aan 't geheugen. s|î if. & Le Bien Publie vindt het een paradoxe of eene schijnbare tegenstrijdigheid, wanneer wij zeggen dat do werklieden de kapitalisten kunnen missen, als zij maar werkmateriaal in hun bezit hadden. En na de proefneming met d« « mijn aan de mijnwerkers s en de « glasblazerij aan ds werklieden > vindt hij dat wij een wezenlijken moed moeten bezitten, om nog dergelijke stelling te verdedigen. Daar is het, maar Le Bien PuMio durft het niet openlijk zeggen : de werkende klasse is onbekwaam om de maatschappelijke voortbrengst te bestieren. En nij haait daarvoor twee mislukte proefnemingen aan. Die befceekenea eenvoudig niemendalie, omdat het stichten van volledige socialistische oasissen in de kapitalistische woestijn, eenvoudig onmogelijk is. En wij zijn niet eon» mop bel»eb*lijk ye* het te beweren, 't is verre van het te beproeven. De sociale vervorming moet een sociaal werk zijn of zij zal niet zijn. En ware bijvoorbeeld eene zuivere socialistische proefneming nog mogelijk, dan zou het mislukken van een koppel derzelfden of meer zelfs nog geen bewijs leveren va i de onbekwaamheid der werkers om de voortbrengst te besturen. Gij behoort tot de klasse, die nu meester is over handel en nijverheid met hunne finantie, te -aud en ter zee. Uwe klasse is rijk en geleerd en het katholiek deel, waartoe gij behoort, beschikt nog over een al' machtigen God op den hoop toe. Ehwel, zegt, geeft uwe klasse zooveel waarborg van bekwaamheid? Er gaat geena week, schier geen dag voorbij of er zijn failliefcea en geheel dikwijls frauduleuze bankroeten. Hoe komt dat met al uw© bekwaamheid, geleerdheid, treffelijkkeid en alle mogelijke gaven en deugden ? En zijt gij innerlijk niet beschaamd om de werkende klasse te veroordeeien, voor een paar mislukte proeven, die dan nog niet socialistisch waren in den goeden zin van 't woord? Bies Pabïle, in die orde van gedachten hebben wij nog met u een eitje te pellen. Patience. ■F. H. Witóïisslappilijke sprokkeliBgea (Fragment uit een onuitgegeven handschrift : Ntsfrteur *n Socialisme.') Er Is een woord, een heel klein woord, dat al d* bestaande dingen, zichtbare en onzichtbare, in zich besluit, dit woord wordt « heelal » genoemd. Zeer waarschijnlijk hebt g« 't al gehoord, maar ook zeer waarschijnlijk hebt ge er nog nooit op nagedacht. Welnu, ik wil trachten u eenigszins te doen vatten, wat "daar moet onder verstaan worden. Doch, daarvoor is het coodig dat wij eens verre reis ondernemen, eene reis xoo oneindig, ontzagelijk ver, dat wij millioenen jaren noodig zouden hebban, om ze te kunnen voleinden, al «eten we op een sneltrein die nacht en dag, jaar-in en jaar-uit, ononderbroken voortvliegan zou. Echter is ons zooveel tijd niet gegund, en wij moeten dus met eens snelheid gaan, die nog oneindig de snelheid van het licht overtreft, van het licht dat 300.000 mijlen in één sekónde aficgt. Gelttkkiglijk hebben wij eene eigenschep in ons bezit, die daar aan voldoet, dit is, wat somnigen noemer:, de geest, en wat anderen noemen, de verceelding. Dat er geene snelheid tegen deze snelheid opwegen kan, dat hebt ge heel zeker bij u zelf roeds dikwijls ondervonden ; want is het u nog niet opgevallen, als ga over Amerika, Azië, Afrika of eene andere plaats hoordet spreken, ge in den geest u zelf daar zaagt rond-* wandelen? En nochtans zijn die plaatsen honderden uren van hier. Zoo hebben wij dus maar to willen, bij of op de zon te zijn; bij of op de Poolster te zijn; bij of op de ster Sirius te zijn, en wij zijn met oazen geest op al die plaatsen itanwezig. Het is met dit nooit overtroffen vliegmachien, waarvan we nooit hebben gehoord dat het een doode heeft gemaakt, dat wij den tocht zullen maken. Opgepast, v/ij zijn er mo» weg. Op een, twee, drie. bevinden wij ons aan de zon, die op twintig miilioen mijlen van de Aarde afgelegen is. Wij gaan verder. Daar bevinden wij ons aan de Poolster, wiens licht zesen-veertig jaar noodig heeft, om tot ons te komen. Als wij nu eventjes omzien, dan is ds Aarde voor ons onzichtbaar geworden, en de Zon is voor ons dan slechts nog eene kleine stip licht. Doch, hier zijn wij nog niet aan het einde, andere sterren en zonnen venoonen zich aan onze oogen, en het komt ons voor of wij nog alles moeten beginnen. Wij leggen nog eens zulk een afstand af, zooala wij er r-eds een afgelegd hebbon, we gaan nog tweemaal, nog tienmaal, nog" duizendmaal, zoover, en steeds opent zich voor onze oogen eene nieuwe oneindige, immer oneindige ruimte. En nog meetien we op het begin van ons vertrekpunt te staan. Alle sterren die wij van onze Aarde uit konden zien, zijn dan alle verdwenen, en andere sterren en endere zonnen zien wij nu lichter. Wilt ge nu nog tienduizend maal dien afstand afleggen, dien ge reeds hebt afgelegd, dan zult ge weer tot dezeifde bevinding komen, en zoo altijd maar voort. Het zij nu gelijk in wat richting van dien sterrenhot ge uwe vlucht voortzet",.naar West of Oost, naar Zuid of Noord, nergens, neen, nergens : eene grens, waar de kometen in para- of hyperbolische baan tol zouden moeten betalen, of bij gebrek aan de noodrge pasmunt terug zouden moeten kesren. Het is die naar alle zijden oneindige ruimte met al wat" zich daarin beweegt, welke men met den naam van heelal betitelt. Wat kunnen wij daar uit leeren ? Het volgende : dat het heelal eene éénheid is, dat alle hemellichamen die zich daar in bevinden, met al de wezens die daze hemellichamen zouden kunnen bewonen, een zeer klein deeltje van die éénheid zijn ; zooals onze ocgen, onzo beenen, onze armen, enz., een onderdeel zijn van on» lichamelijk-geheel, die elk op zich zelf kunnen bewegen ; dat het onbegrensd en dus eindeloos is, dat er nergens een plaatsje overschiet voor de R. K. hemel en de R K. hel, en dat met deze ook de R. K. God en de R. K. Satan wegvalt; dat het niet geregeerd wordt door een daar buitenstasnd wezen, maar dat het overal en in alle aangelegenheden zich zelf regeert. Daar nu het socialisme niets anders dan de kristallisatie van de natuur is, zoo wil het socialisme ookgansch onzen aardbol als één vaderland zien, waar eikras maar een klein onderdeel is van 't groot menschenras ; zoo wil het socialisme ook de kunstmatig doormenschenhanden getrofcken grenzen doen verdwijnen ; zoo wil het socialisme zich ook geen opgedrongen Godlaten welgevallen of erkennen Het licht konat van omhoog. Daarom wil de zilvere vleugelen van uwen geest nogmaals uitslaan, om oene nieuwe vliegrit te do-jn in den etuwigen tuin van de ruimte, tusschen de ontelbare veelkleurige en vlammende bioemen, om de krachten waardoor zij werden en waaraan zij gebonden zijn, te leeren kennen. De wetten die het heelal regeeren zijn overal dezelfde; het is dus niet noodig dat we nogmaals zoover vliegen, als dat we de eerste maa! gevlogen hebben. En zullen daarom dan ook maarliefst in dè buurt van ons zonunsteliel blijven. Een allerbekoorlijkst zicht hebben wij rfu; wij wanen ons in het middenpunt van een ontzagelijken reuzKtibol, waarin duizenden groote en kleine gekleurde zeepbellen vliegen; waarvan vele kleine rond eene heel groote heen zweven, binst de heel groote met die kleine wear roed ten yeti groote* vaw, rawrt, die stU ont hear bc» heel vele kleine heenslingert, en dis allen te gelijk dan weer door eenz andere grootheid om zich worden gezwierd, en dit zoo altijd maar voort tot in het oneindige toe, binst eik op zich seU nog eigen bewegingen heeft. En. slhoswel, elk van hen zich door de andere heenspoedt en hunne banen aanhoudend mekaar komsn kruisen, toch nooit zien Wij eene van hen tegen eene andere oploopen. Ket hikt een kattckensspel waarin het eene het andere nooit kan krijgen, of, ooic wel, millioenen ringen, die in mekaar verweerd zijn, die men nimmer of nooit zal kunnen ontwarren. Ds figuren en kleuren die we daardoor ai wisselen zien, zijn die al» in een tooverzienbuis. Doch, er is meer; al die vliegende werelden, want het zijn werkelijk werelden zooals v/ij er cf.n bewonen, ge ren na«r geiaag de snelheid waarmede zij zich v ^ortspo-iden komen, elk eeneu toon vaa zich, en het is dan ook geene verbeelding, als *k u zeggen kom, dat al de sterren die wij 's avonds aan het uitspansel waarnemen, sterren zijn die elk hun eigen lied zingen. Want immers, de natuurkunde leert on», dat aile bewegingen tril'inaen verwekken, en dat daar waar trillingen zijn geluid wordt gehoord. • Als ge me nu vraagt of dit zingend geheim als geheel a'tijd heeft bestaan, dan antwoord ik : ja ; niaur, als ge me vraagt, heeft elke stèren onze aarde, zooals zij nu zijn, dan ook eeuwig bestaan, dan antwoord ik : neen. Vv'snt ais wij de piaats waar wij ons in den geest neergezet hebben nog eens goed willen bekijken, dan zal het ons nos; andere dingen doen zien. Zie, in de richting waarhesn mijn vincer wijst; ja, diar recht vooruit; ja, daar o,j den horizont; die witte schemeringen? Ja, die witte schemeringen, üie precies op een heelen berg schitterend zand lij leen, of. ook wel aan verloren zog van eens vrouw die haar kindje gezoogd heeft, denken dost ; de sïerrekundigen noemen dat nevelvlekken. Maar, ginder, «n gindsr, is er ook zoo een, en daar nog een; het doet m» pl«zier t« zien d£t gt e* zelf «1 vindt. Ja, liet heelal telt er zoo met duizenden, welnu, zoo hebben al de sterren en ai ds Bonnen eena geweest, en zij zelf op hunne beurt zullen eens starren worden. Lach niet, want het is volU ernst wat ik u zeg; want immers datgene wat bij uwe vrouw een kmdje verwekt, zijn immers toch ooit maav eenigs melkachtige spatteiir.gen; immers die opartelingen zijn ook nog geen kindje als zij da geheime kamer van het leven indringen; immers zal er eerst nog de tijd moeien verloopen vóór het eigenlijk een kindje ia.1 zijn. Doch dat sterrtnzaad heeïï wat inear dan aegea maanden noouig vooraleer het eene «ter is geworden, ws mogen dat gerust op millioenen jaren schatten. Wc hebben nu gezien dat sr aanhoudend sterren bijkomen, doch ook gaan er aanhoudend starren weg, want gebeurde dat niet, dan zou er een oogenbiik moeten komen, dat gansch het heelal een pyramide van sterren werd. Laat ons eens zien welks van die velen die er rond ons zijn, het eerst zullen vergaan. ïk zei de u dat cikc aterhar* eigz» kleur hoeft; het it dan ook aan die kbur dat da starVidkuüdigea — hetwelk zij den neim van spectrum gevsa — kunnen zien of het eene pasgeborene, een in den bloeitijd van hare jaren, of dat het een i3 wiens sterrenleven gauw zal gedaan zijn. Zet uw ooren wijd open ea luistert goed. Die spierwitte die ge daar ziet, ddt is nog eene heel jongs; die witte ginder die naar de gele kxr.t opgaat, die is al wat ouder; die gele daarachter die is al veel ouder; die gele daar nevens met een roosacutig waas overtrokken, die staat nog hooger in jaren; die gele daar onder die naar de roodü kant opgaat, die wint het op de vorige; die roode daar boven heett al eer. hoogen ouderdom bereikt; die roode daar opzij met hare violette tint, is nog eerbiedwaardiger in jaren; die violette daarschuinsweg mtt hare" roode tint, die gaat al stillekens aan den berg af; die violette daar ginder niït een rouwsluier omgeven, die staat reeds met een voet in het graf; dia zwarte daar omhoog rast hwan violetten blos, die is raeds aan het sterven; en die heel zwarte daar omlaag die ;» reeds begraveii. Doch, versta me goed, met dit oegraven wil ik niet zeggen dat zij is verïiwanen, :riaar wel dat wij haar nu niet mesr ah eene ster schitteren zien. Heel zeker zult ge nu willen weten, v/at met die uitgedoofde zon nu verder gebeurt, Goed, ik ook; verlaten wij onzen uitkijk om er heen te gaan. Hola ! Kier zijn wij er si. Om nu te v/eten wat er met hsar gebeurt, gaan we haren omvang meten. Meten met onze verbeelding, Y/aat er is geane manschelijka maat groot genoeg órn dit te kunnen. Veronderstellen we dat hare omvnn» veertig'millioen kiiometcr3 bedraagt. Nu zetten' we ons terug op onzen waarnemingspost, we wachten daar eenige millio;nen jaren, dan gaan we haar voor den tweeden keer meten en nu nemen wa waar dat zij aanzianlijk in omvang afgenomen 1». Ala ge nu denkt dat er dieven gakomen zijn die het ontbrekende hebbén meegevoerd, dan zijt ge mis, want zij is nog in het voüe bezit van al hare stofdeeltjes; doch wat er wel is geschied, zij heeft zich zelf verdicht, zij is ingekrompen. Evenals wij ons inkrimpen als het koudds, evenals ijzeren staven in den winter sich inkrimpen; evenals een sneeuwbal dis men stevig drukt in omvang afneemt. Als ons nu nog genoeg aeduld overschiet en we nog een pasr miilioen [aren willen wachten, dan zal er een oogenblik komen dat zij zoodanig 19 ingekrompen, dat zij niet dichter meer kan, en dsn, dan zien we iets gebeuren wat schoon is orn zier. : een ruoden gloed straalt zij dan uit, zij geeft een knal ei in millioenen gloeiends stukken spat zij uiteen. Nu is zij dood. Dit is wat de menschen een sterrenragen noemen en wat de geleerden meteooi'stecnen noemen . Gaat het er bij ons, menschen, anders toe den ia het sterrenrijk? Worden wij ook niet? Groeien wij ook niet ? Draaien wij ook niet om andere msnschen, en 'draaien die andere menschen weer niet rond andere menschen? Verkwijnen wij ook niet? Sterven wij ook niet? Valt ons lichaam ook niet uit-een na een tijdje in de aarde te hebben gestoken ? Hebben al da soorten hier op aarde ook niet eene andere kleur? Zijn al de gedachten van den mensch ook niet anders geschakeerd dan die van zijnen cvenmensch? W HARTMANN. loi BM 30 aiir oïgr è Milk Het toenemend gebrek aan melk, die dan nog van dag tot dag verslecht, vooral in ds groote steden, hxeft aanleiding gegeven tot een grondig onderzoek, waarvan nu de uilblagen bekend gemaakt worAn. In de eerste plaats heeft aten voor drie honderd gemeenten vastgesteld dat da veestapel met veertig percent verminderd is en nog gedurig vermindert. In de tweede plaats heart men ondervonden dat de koeien over hst algemeen veel minder melk geven en dat de melk die zij geven van slechter hoedanigheid is dan vroeger. Op csne groote boerderij te Stater., die er in gelukt was hare zestig melkkoeien te behouden na den oorlog, heett men vastgesteld, dat men nog sleriits drie honderd liters melk per dag bekomt, — in plaats van zes honderd. Verder heelt men vastgesteld dat men niet steeds aan het geschikt voeder geraakt, dat het bier ea ditxr aaa purdsa «nthreoia: yooc ast veevoer der ladt, wa. Van speculatie en vervalsching hebben ds betren geen spoor gezien — or ten minste niais gezegd! En ten slotte stellen zij schoorvoetend, /.onder eenige commentaar vast dat sommige gemeentebesturen zi)n moeten overgaan tot net stichten \ïui intercommunale melkeriien, iets waarin de hoofdstad bet voorbeeld gegeven Heeft met hare inrichtingen te Boschvoorae, YVolvcrthem en HerÖciingen, waarvoor zij van de duitsche overheid toelating bekwam om in Holland honderd uitstekende dieren te çaan koopa-i. « Orn aan m^er en betei e meik te geraken, besluit het burgertbiad waaraan wij dit alles ordleenen, denkt man er in sommige officieels kringen aan de voorbeelden der groote steden te volgen, inrichtingen op veel grooter schaal tot stand te brengen en daarvoor in Holland zooveel koeien mogelijk te fcoopen. » Ais men hier ai daar zulks gr:>ote inrichtingen zal tot s;?.nd gebracht hebben met geneeskundig onderzochte dieren die goed gevoederd worden, spreekt het van zelt uat wij weldra meer en betere melk zuilen hebben en dat het uit zal zijn mat de speculatie en de vervaisching ! » Het doat ons genoegen andermaal te mogen vaststellen dat een socialistisch « droombeeld >• niet alleen tot verwezenlijking gekomen is maar ook geroemd wordt ais een allereenigst redmiddel. Boonen Als men het rantsoen ontleedt, dat don werkman op onze dagen toegekend is, dan is men er dadelijk van overtuigd dat daarin een aanzienlijk tekort is aan de zoogenaamde eiwitof stikstof houdende bestanddoelen. Worden deze bestandtioelen het meiiscbolijk lichaam in onvoldoende hoeveelheid toegevoerd, dan spreekt het eenvoudig van zelf dat de gevolgen daarvan noodlottig moeten zijn, in de eerste plaats voor de kinders — die verzwakken, aan bloedarmoede gaan lijden en dan blootstaan aan de vreefjelijke longtering. Het tekort aan de hooger genoemde bestanddoelen kan aangevuld worden door het eten van ve>el vleesch, maar er komt meer en meer gebrek aan vleesch en ds prijzen zijn zoo hoog gestegen, dat het voor de werklieden in het algemeen, zoowel op den buiten als in da stad, bepaald onmogelijk geworden is ar aan te denken van vleesch te bekomea. Het tekort kan ook eenigszins aangevuld worden door het eten van boonen, erwten en lenzen, maar deze zijn even moeilijk te bekomen — daar bijna heel ons verbruik ons uit Rusland gezonden werd. Daarenboven bestaat er onder onze bevolking een zeker vooroordeel tegen de boonen en'de lenzen, alhoewel het wetenschappelijk bewezen is dat zij' gemakkelijk te verteren zijn en in verhouding veel stikstofhoudende bestanddeelen bevatten. Voor ai degenen die zich door ons volk kunnen doen hooren is het op onze droeve dagen meer dan plicht dit vooroordeel te bekampen en overal hunnen invloed te doen gelden opdat de landbouwers zich dit jaar meer toelegden op het planten van de hét vleesch vervangende allerhande boonen. Bevoegde mannen hebben toch reeds bewezen dat men in de goed bewerkte zware gronda-n rond Aalst en Audenaerde aan boonen eene veel grooter hoeveelheid kan winnen dan bijvoorbeeld aan tarwe, en dat deze grooter hoeveelheid ten rnin3tc een dubbele waarde heeft op de markt. Een paar jaren van propaganda zijn voldoende geweest ora-de boeren in holiandaeh Zeeland van desa waarheden te overtuigen en hen te doen overgaan tot het planten op groote schaal van allerhande boonen, waarvari* zij de ranken gebruiken al3 veevoeder, zoodat zij dubbel geld verdienen. Bij dit alles komt voor den oogenblik nog in rekening dat men voor het planten van allerhande booneYt bijna geene scheikundige landvette noodig heeft en dat deze planten den grond veel minder uitputten dan veel andere, die daaron* niet veel meer opbrengen voor den landbouwer. MM m WMfi In hols Veel voorname geleerden en gszondheidskundigen hebben de treffendste waarschuwingen in de wAreld gezonden tegen de walgingwekkende manieren van menschen die de «liefde» voor hunne katten en honden zoover drijven dat zij ze gedurig op den schoot nemen, ze aan hunne tafel laten zitten, ze streelen en kusten. In Denemarken heeft nu weer een geneesheer door ambtsbroeder» van de academie doen vaststellen d«t de huiskat, die nu op het, eene en dan op hat andere bed was komen zitten, de roode koorts overgebracht heeft van het eene kind naar het andere, alhoewel zij streng afgezonderd in afgelegen kamers lagen, alhoewel de strengste maatregels tegen de besmetting genomen waren van af den eersten oogenblik) De heeren hebben over het geval lang geconfereerd en zij hebben hun besluit openbaar gemaakt : dat de katten en de honden, die zoo maar als kindere van den huize beichouwa worden en overal mogen rond ioofien, alle voorzorgen tegen het voortplanten van besmettelijke ziekten nuttelooü kunnen maken en dus een gevaar zijn. In hun verslag hebben die heeren er nogmaals met nadruk op gewezen dat de kiem (bacciluà) van den typhus gedurende meer dan twintig dagen kan blijven leven in de vacht van hor.den en katten en dan nog in volle levenskracht Lan over gezet v/orden op de onvoorzichtigen di» de langharigen asn het streelen gaan. Daarbij dient andermaal herinnerd te worden dat deze « beste vrienden van den mensch » daarenboven zelf onderhevig zijn aan verschillende kwalen waarmede zij hunne «meesters» onopgemerkt besmcuen en vaak ten doode doemen. De vermaarde traiischa geleerde de Parvelle schreef hieromtrent nog deza dagen in net dagblad «Débats» : « Uit een grondig onderzoek Î3 voor eene jçroep van (çenee3heeren onzes instituuts dezer dagen onbetwistbaar gebleken dat de meeste honden aangedaan zija van eena soort schurft of krauwage (demoiea rallieuiorum), ais niet zeer gevaarlM' U voer ds» naeaach. maar ook van eene andere soort brand (larcopleê scahenvar cams), die zooveel te gemakkelijker door dew raensch betrapt woidt. » De zoogenaamde 3churftacht!ge krauwagie, waarvan de meeste kaften aangedaan zijn, wordt zeer gemakkelijk over gezet aan.zwaKke menschen, vooral aan vrouwen en Hinders, dis al te vertrouwelijk mat hunne «lieve poes» omgaan. » Da schieter of rotstraal (microivoron andoecini var canit volçens Boiiir, trycopkytum felincum vol-jiiM Blanchard), die zoo vaak bij honden en katten voorkomt, a'.s zij te lang in huis opgesloten worden, gaan zeer gemakkelijk op den mensch over zonder dati hij vermoeden kan van waar de plaag hem gekomen ia. » Hetzelfde moet. gezegd worden van den schurft-' achtigen dauwworm mchaurion shoeaiiéni reinak) dienbijna alle jonge katten en honden van elkander betrap-' rpen en aanleiding geeft tot zeere cogen — die bij if menschen het gevolg zijn van het vleesch eten of h< beenen knagen. » De maag en de ingewanden van don hond zijn 04* zeer guns'ig kiem veld voor eene soort van lintworm {Sosnia echinococcus) waarvan de eitjes zeer aemakkelijk in de maag van den onvoorzichtiger! meaitch geraken, waar ze aanleiding geven tot het vormen van zoogenaamde beursgexwellen (kystes) die in eene levensgevaarlijke, ongeneesbare ziekteàa ingewanden ontaarden,v «Met verscheidene confraters waren wij het er sedert: lang eens over dat deza laatste ziekte bijna uitsiuitelijfc, voorkomt bij menschen die al te vartrouweüjk omgaan: met honden, en nu schrijft een zweodache g^a«eaa*Kr dat het verschijnsel door verscheidene zijner coofrater»' op groote schaal vastgesteld is in Denemarken, Noor-wegen- en de omstreken van Constaatinopal met huaaa» ongehoorde hoeveelheid honden. » Men moet zich over dit alles nu niet al teergver-' ontrusten, maar wel zi;na voorzorgen nemen. Meat' moet de honden en de katten op zekeren efirtand heud*»' van de zwakke menschen sn de kinden en men moet er' vooral voor zorgen dat zij in tijds goed gewasschei» worden met eene sterke crésyïopk.ssiiig — en dat zij op de eaae oi de andere ma;iier verwijderd, aigeacaderd of afgemaakt worden van den «eraten oogecblik dat zij ziekteverschijnsels vertooneh ». SsmiBmw m liât @©st«a n de Korrcttrtx least men het volgende, dut aai; eea soidatenfcef ontleend is : .... Kerstmis hebben wij hier onder hevige koud» en zv/are sneeuwstormen gevierd. Da Rassen lieten on» OTcr.als met Nieuwjaar, me: rust. Zoq'n sneeuwstorm is hier verschrikkelijk. Meestal duurt aij varn 36 tot 48 uren ,/Pe lucht is Js« zoo- koud en (fcharp, dat men zkh, bij Hst loopen een doek of zak voor den mond œoeï huudóij om te kunnen ademen. Da jas iiaat stijf bevroren van het lichaam tu. Het hoofddeksel zit aaa de haren vastgevroren en kan in 'iet verblijf eerst langzaam v/orden losgemaakt. De oogen worden door de fijne ziitigé sneeuw hee« lernaal rood en doen nog eenige maanden later pijn. S»#St men bij zulk v/eer sen uur op wacht, dan is mea een levende ijsklomp, Die sneeuwstormen komen allen acht of tien dagen voor. De stellingen, da hoofd- en flankeeririgsloopgraven, die twee meters tien diep zijn, zijn dan geheel dicht gewaaid met sneeuw en gelijk met de oppervlakte. Slechts op eenige gedekte plekken ligt de sneeuw maïr een meter hoog. De.» volgenden dag moet dan begonnen worden met da' sneeuw zoo snel mogelijk weg te graven en dit wcv'ti wordt dag en nacht voortgezet. Het schootsveid rianr da zijde van den vijand toe, moet vrij blijven en alia snee'-w wordt clui naar achter weg geschept. Van den bodem van den loopgraat tot de omhoog geworpen sneeuwmassa is ditdin ongeveer vier icetert. Ook de draadversperringen, die hier en daar niet. meer te zien zijn, moeten zoo goed als liet gaatachooa gemaakt worden. Heett het sneeuwen opgehouden, dan, drijft een sterks wervelwind ons de fijne sneeuw in het gazicht, wat men dan te verduren heeft bij acht of tiengraden vorst kan men zich voorstellen. Toe,; eeniga clsgen geleden oene compagnie w«rd etgelost, staken da menschen letterlijk tot aan den buik In de sneeuw. Eenigan moesten zelf uitgegraven worden. Enkele dagati geleden had ik werk op den linkervleugel Tan onïe stelling. Het was 600 meter verder. Om daar te komen had ik meer dan eaa uur warit. Hier en daar kwam ik op plekken, w*ar de ir*c«miiiuur nog niet was op^ei uimd. Dan moest men op cL-n rand van de loopgraaf klimmen 511 op deu bun-t glijdsnd op den beganon grond komen. Daar loopt men anal esnige meters en sprisgtl dan weer in de loopgraaf. Toen ik, na mijn taak voÜ-' bracht te hebben, drie uur later weer in on» varbSïjf terugkwam, zat ik vol ijs en sneeuw. Laarzen en ko«s-en zs'en aan elkaar vast en mijn handschoenen warea steenhard bevroren. Wij wonen met vijftien man in ons verblijf. Het is] vier meter in het vierkant. Aan tafel is er plaat» voorj zes personen. En diiïraan zit ik nu in don Dacht t«. schrijven. Een klein venster van niet tan volle een vierkanten meter, dat uit tien kleine ruitjes bastaat, geeft,. ons overdag een spaarzaam licht, 's Avonds wordt er altijd over getwist, wie aan da beurt is om een kaar» te lev .-ren. Onze kachel i» uit baksteen en wordt elke weekl tweemaal dichtgesmeerd. Het nabijzijnde boscli levert' de noodige warmte en dia daarbij behoorenden rook.' De schoorsteen is uit leege blikjes samengesteld. Een groote bukken bus, waarin vroeger ceus smakelijk»' ham geweest is, is onze waschkeim. Ons middel tegenhet ongadiarte is, dat wij ons ondergoed acht dagen en' nachten in de koude aan een boom hangen. Dat'halpt., Wi) zijn nu zoo ver, dat geen watar meer door h«t' plafond in ons verblijf druipt...» Daaritaaa'rond Verdun erge, misschien wel beslis1 ïende dingen voor de deur, en zoo is het van belang eens na te gaan hoe onzijdige dagbladen dan toestand schetsen. Holiandsche en Scandinavische bladen sijn het zoo omtrent eens over liet volgende : Het komt waarschijnlijk voor dat de beide leger» voor den laatsten slag het maximum van hunne krachten aangespannen en zich wedarkeerig voor sen zekeren tijd uitgeput hebben. Liet is wa*r dat er nu en dan, lansjs r/aerskanten, noj heftig aangevallen en nijdig geantwoord wordt over de heele iengte van het aizor.darhjkfront, msar juist daardoor wordt de kampplaats grooter en moe'.cn de ontmoetingen vaal in kracht verliezen. Ook van dit afzonderlijk froat kan men bijna zegge» dat de Issïiw vast gsru&t zijn. Ia alle Frtjgche l?!»d*ai

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Vooruit: socialistisch dagblad belonging to the category Socialistische pers, published in Gent from 1884 to 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods