De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1157 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 02 Mai. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/3b5w66b429/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

c-Afgte jaargang N°. 91 Zondag g Mel 1915 f=S fi^^rsïs DE VLAAMSCHE STEM r NIET VERCAAN!1^- ALGEiVlEEN — '• 1 ■ BELG1SCH DAGBLAD - c r M r\ n a r I-IT /v\ A A KT Wôfl-IT LE^*yLAAMS|GW& i A C HT ; MA A K T MACHT! REDACTIEBUREEL: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. — TELEFOON Ho. 9922 Nocrd. De Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam e!ken iiag des morgens op vier bladzijden. Abonnementsprys Ijy vooruitbetaling : Voor Holland en Belgiu per jaar / 6.50 — per kvartaal / 1.75 —. per vnaand / 0.75. Voor Engeland, Frankrijk en biiitenland dezelfde prijzen, met ver-hooging van verzendingskosten (2^ cent per nummer). Hooidopsteller : Mr. ALBERIK DESWARTE Opslelraad : CYRSEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ — ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende men zich tôt de Administratie van het blad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - Tel. N. 9922. Yoor AANKONDIGINGEN wénde men zich ' tôt de Administratie Van de VLAAMSCHE STEM, Paleisstraat 31, Amsterdam. — Tel. N. 9922, A DWPT'R^TTFS • 90 riante ro<rol korte inhoud. te B1 a d z ij d e : Voor en 11a den Oorlog — Edward F cet ers De Jonkers — René de Clercq. Kleine Kroniek. Ken Tooruitziencle karikatuur. Een goed voorteeken. Juist gesproken. 2e B-l'a d'z ij d e: Ùit het Vaderland. Jvfn brief van het Front. Groet aan de Vlag. Van Jongere Geslachten (2) — L. Mcert. 3e Blad zij dé: De Europeeselie. Oorlog. Telegrammen en Berichton. Voordracht van Mr. Albcrik, Dçsicarte. Overziclit van Tijdschrif een. Voor de Uitgewekenen. 4e Blad z ij d e: Onze Dooden. óór en nà den Oorlog. V. Cod en de oorlog. De oorlog heeft allerwege de tongen losge rnaakt, en iedereen schijnt thans de noodza kelijke staatkimdige en krijgskundigo. ken | nissen te bezitten om over de kansen dei ■ veldslageiren over de bekwaamheid der veld lieeren te oordeelen-. Dat op die wijze eei onnoemelijk aantal ,,flauwe- praatjes" hun-ran iutocht in de wereld doen, is dûs geens I zins te verwonderçn,,. Maar dat zulke ,,flauwe praatjes" ool wd -eeus door cntwikkelde, wijsgeorig ge schcolde — of ten minste door zich als ont [ wikkeld en wijsgeerig geschoold aanziende — j lieden geuit worden, waarlijk, dat gaat ti vèr. Vooral in betrek met de Goddelijki Voorzienigheid is de oorlog niet zelden eei | middel geworden... om effekt te maken oj den gowônen toehoorder. Zoo heeft mer | mèer dan eeus kunnen hooreri dat ,,God d< I 00^°g gewild" heeft; dat Hij. ons deze tei | hemel schreiende gruwelen toegezonden heef I om de onverschilligheid in zake van gods I dienst en oin de godsdiensthaat van enkeh I Frausche regeerders, te straffen. Gewoonlijl [ wordt ervan de Duitsche onzedelijkheid nie | gesproken, niet iedereen kent Berlijn, en d.< z?.ak-Enknburg is sinds lang in den doof pot gefetopt. I Het is mij hier echter niet te doen staat K kundige of schijnbaar staatkundige bespie I geliugen of vergeh'jkingen te houden. He j doel dat ik hier beoog is te doen inzien ho< | onzinnig de beweringeh zijn die God als oor I raak, ala .stichter ; van den oorlog aanzien Reeds in zij ne brochure Onrloi/ en Gods j (html heeft de Zuidwolder predikant ds. M Kéverslùis — met wien ik niet geheel en a I overcenstem, zoosls blijken zal wanneer il I de ,,weerloosheid" zal beschouvren in he [ J*.001' den oorlog ontstoken licht — zich hef o tégen deze zoo valsche als onwijs I geerige aantijging, hoewel hij, volgens d l Fotestantsche leer die hij vertegemvoor I digt, en naar zijne eigen bekentenis, daar I niede ,,een moeilijk probleem" aanraakt I ^el doeltreffender, veel wijsgeeriger ei I wper ingaande komt me dan ook K I eertsma voor, waimeer hij het onderwer] I ')«od en de Oorlog" in de serie ,,Voor den K ^e"de ^nsehen" behandelt. Daar Geertsm; I ®e .en ^ mij ne eigen inzichten wéder I pe t vind ik het practischer en eerlijk ool I ajne woorden weder te geven, liever dai | 'Ue gemeenzame denkbeelden nog eens ii I ienf,aD^er gewaad te hulleil. Wat voora T] • !n betoog is, dat hij aanstond I Pc ^ ir r j ^îoreus vat" en ons de te I tusschen Gods Voorzienigheid e: I oPf 9"cerino vân het Kwaad, waar we than Z,jn' Z0° tFeffend m0geHj' «feihg operifce tesensteIlin= die ziin I e!fch van wlfbelioxid srebood da I i aii aii& jcliuld, die de s-tad Leuven op zicl ZST"' onmiddellijk en zonder pat ôat hede/d!1"011'?'1' E" 200 kîl" men zeSgel1 I ni'ko i r 0,u'e en aan kunstschatten zo I lkV <! ?let meer b"taaf," 28éh A°,,„TrafeClllde Moi,«'s Baresu de i* ® aaY,e "N- K- Cfc ". ! theek dp, -u °US bladen, dat de biblic zame haL ?TscllC)o1 riJk ^as aan zeld Çk et 'w'ften; dat d9 Sinfc t liouwwfsrl-o ï ^an ^Wlderijen en beeld «. S®,1»*) en dat de stad twe Xrde, zidm tMr- Penning verWnf » 4Wee .muschies voor ee (er aarde mil i 1 niet ee" van c!eze za I ^7en we Alatth X^2 U»V6n ^ac'er 0111 ■ | flk^,llnbfcawa>ar!%^U^aUnêen t ie^er omviispf>0 • ' \ dan "loet b: onwjjsgeerig geschoold lezer| hefc b€ sluit volgen : God heeft den corlog qewxLd. Nu is het juist om het onwijsgeerige van dit besluit te doen inzien, dat de heer Geertsma zijne brochure schreef, die, m.i., veel goeds ■ scichten zal, en waarmede ik geheel en al in-siem.Na aangetoond te hebben dat God, naar het woord van .lezus, een ,,Vader" is, ver-volgt de schrijver: ,,Met Gods vaderschap over ons is het alzoo vereenigbaar dat wij ons van Hem kunnen losmaken. Hij is niet de voerman die ons leidt aan strakken teu-gel, zoodat afwijken van Zijn weg onmoge-lijk wordt; wij hebben de vrijheid, ook het kwaad te desn. Dit ia het wcnderlijke, liet onbegrijpelijke in ons leven, dat God het leidt, en dat wij dat leven toch buiten Hem kunnen stellen. Een voor ons verstand. 011-doorgrondelijk raadsel is dit, en toch leert het leven ons, het als een waarheid te aan-vaarden. Ja, meer nog leert ons de erva-ring: het berouw 11a de zonde, de les uit het bedreven kwaad, brengt ons dichter bij God, zoodat ten slotte het kwade voor ons . het goede is geweest. Van zulke schijnbaar onverzoenlijke tegènstellingen, die wij in allerlei paradoxen kunnen uitdrukken, is ons geestelijk leven vol. En alleen wie ze in ootmoed aanvaardt, leert de diepte van dat leven kennen. En, o wonder, op den bodem van dat meer vertoonen zich daar-na, na dat ootmoedig aanvaarden, nieuwe 5-chatten, edelgest-ecr ten, bij welker scliit-tering. de duisternir. hier en daar toch even wijkt." Zoo .kuniicn we, b.v., dit ôcliijnsel opvan-gen: ,,dat on's leven zonder zonde, zonder val, zonder kwaad, niet de moeite van 't béleven zou zijn waard geweest. Of, anders: dat ons verstand .eerder genoegen neemt met een leven, waarin vrijheid van zondigen bestaat, dan met een, waarin we van den beginne tôt het einde gedwongen werden slechts het goede te doen." Want van dit ln.atste standpunt ware er geen verdienste meer aan het goede, daar het buitèn ons om en zonder de minste moeite zou geschieden. Geheel dit deel van Geertsma's betoog is dus slechts het bewijs van het bestaan en de noodzakelijkheid van den vrijen wil, en te« vena "îie-o stempunt zij ne r berodeneering Immers, uitgaande van dit onbetwiste grohdbeginsel, moet het yoor iedereen klaar zijn dat het kwaad — in dit geval de oorlog — niet voortspruit uit den ons leidendeu wil Gods, maar wel uit het ans losmaken ervaiiy uit de uitoefening van den ons toe-gestanen vrijen wil. En dat is zoo voor de enkelingen als voor de volkeren. Eene andere opwerping, die rechtstreeks voortvloeit uit de Aorige, kan saamgevat worden in deze woorden: Hoe is 't te rijmen met Gods liefde, dat anderen, dat onschul-digen te lijden hebben onder 't kwaad, dat wij de vrijheid hebben te doen? De heer Geertsma erkent hierop geen afdoend a-nt-woord te kennen maar stelt toch deze weder-vraag: ,,Kunt ge u een vrijheid denken, die voor anderen geen kwade gevolgen zou kunnen hebben r" Mijns inziens is die weder-vraag een geheel en al afdoend antwoord op de gestelde opwerping. Eeeds in mijn Sykya ikain en K as va t us ( Helsi ngf ors, 1914) schreef ik deze woorden neer : ,,Indien, m en als schadelijk moest verwerpen en veroordee-len àl wat kan aanleiding geven tôt mis-bruik, dan zou er niets meer overblijven, zelfs de ■vrijheid niet/" Indien men den vrijen wil der menschen wilde beperkt zien in dier voege dat hij voor geen buitenstan-der kwade gevolgen kon hebben, dan ware er eenvoudig weg géén vrije wil meer. De - bepaling vaii den vrijen wil, immers, duidt ^ genoegzaam aan dat wij ervan genieten met i zijne voor- en nadeelen, voor ons en voor i anderen. Vergen dat de nadeelen ervan niet 1 op den naaste kunnen overgebracht worden, s komt vrijwel overeen met de vernie'ciging ' van den vrijen wil. En dan bleve nog alleen i de weerzinwekkende leer van het fatalisme s over. v ,,Deze beschouwing," zeg ik volgaarne Geertsma na, ,,staat dus lijnrecht tegenover s katholieke en orthodox-protestantsche ,,ver-klaringen,.'' volgens welke deze oorlog een b straf van Jehovah zoude zijn voor socialis-î me, anarchisme of Fransche ongodsdienstig-heid. Met opzet gebruiken we den naam , Jehovah, wijl deze redeneeringen heen wij-3 zen naar den gewelc.igen God der Israc-lieten. Zij, die ze te goeder trouw gebrui-J ken, staau in godsdienstig opzicht nog steeds op "t cude Joodsche standpunt, van waar de Heer der heor- - scharen werd gezien als de wreker. - zeven maal zeventig maal. En de anderen die zoo praten, willen deze vreeselijke ramp e aangrijpen als een assurantiemiddel vooi eigen maatschappelijke of kerkelijke veilig-i heid. Beide groepen evenwel moesten inzien, 1 dat ze Gods zaak hiermee al zeer slecht die-o nen, omdat ze diiizenden on- en half-geloo-vigen doen walgen van wat Godsdienst heet. r De leer van Jezus, men moge in deze dagen j van zedelijke ontaarding smalen over wat - ze in negentieu eeuwen .uitwerkte onder; de menschen, heeft dan toch, ook en zelfs vooral onder de niet- en zwak-godsdienstigen die we straks op 't oog hadden, wel zooveel in-vloed gehad, dat ze moreel te hoog staan om een leer te aanvaarden omtrent een God, die ah straf voor de menschen gruwelen ver-oorzaakt als de verwoesting van Leuven ! Men moge met zulke beschouwingen kerkelijke of m a atsch appmi jke tuclit versterken, de slachtoffers van die tucht worden er ze-ker niet godsdienstiger door, en van de bui-teustanders die men er mee trekken wil, zullen stellig niet de besten binnenkornen." Maar, indien nu inderdaad de schuld van dezen oorlog aan de menschen ligt, volgt er dan toch niet van zelfs uit dat hij hen tôt straf is, evenals de armoede de natuurlijke straf van den verkwister is ? Reeds schreef mijn vriend Félix Ortt in zijn Yrîjc .1len.sch: ,,Ieder krijgt nu (in dezen oorlog) wat bij zijn standpunt belioort." Geertsma ant-v/oordt hierop, en met aile reoht en reden, ,,dat van straf geen sprake kan zijn voor degene die schuld heeft en dat deze schuld afneemt, naarmate minder invloed kon worden aangewend om de zoiide te voorko-men of in haar loop te stuiten." ,,A1 is hier nu toegegeven," gaat de schrijver voort, ,,dat de schuld van den oorlog onder de menschen moet worden ge-zocht, dan is daarmee niet erkend, dat die schuld bij allen ligt, en evenmin, dat ze op al de leden der groepen waar men ze wèl vindt, gelijkelijk drukt. Immers, groote massa's onder de menschen hebben absoluut geen invloed gehad op 't outstaan van dezen krijg,- en in de landen waarvan hij is.uit-gegaan, hadden de individuen geen gelijke macht. Daarom is het onjuist, dezen oorlog een straf te noemen voor de volkeren..." Dat zij, die wèl.schuld hebben aan het uit-barsten van dezen wereldbrand, onder het gruwelijk en mateloos gewicht van al dat wee oneindig zullen te lijden hebben. en thans wellicht reeds lijden, dat eischt de rechtvaardigheid Gods,- en dàn mag men sprekèn van straf, maar dat men de schuld niet lade op de hoofden van hen die het oorlogswee niet konden beletten, en dat men den staf niet breke over hen. Een groote les leert ons deze oorlog: geen overeenkomsten meer met het oorlogsgeweld. ,,Men nceme de dingen bij hun naam : land veroveren en buit maken is land s tel en en roof plegen, menschen doen sneuvelen is menschen vèrmoordcn " zegt terecht Geei ts-ma. En het verspreiden van zulke stellige beo-rippen. het bestiijden van al de mooi-praterij die zulke vreeselijke onheilen ver-bloemen wil, is een degel'jker, eerlijker, en menschwaardiger streven dan het afschud-den der eigen schuld of het werpen van anderer schuld op onschuldigen. dan de go-islaoterlijke aantijging dat ,,God den ccrlog. gewild heeft''. EDWARD PEETERS. » De Jonkers. Plaats voor den Pruis, den aadlijkcn pronker Waar de Beier den nek voor biugt; Plaats voor den prins,. den graaf, den jonker, Rijk voor den rooftocht opgetuigd ! Naast den Turk en den heiligen dood Is de duivel hun bondgenoot. Over de Belgen willeu ze trappelen Franschen en Russen laten bloên, Gooien met bommen als met zure appelen, Tôt die van Londen den knieval doen. Naast den Turk en den heiligen dood, Is de duivel hun bondgenoot. Vrouwen en kinderen zullen ze treffen Ridderlijk met een macliiengeweer. Hoeven en hutten strijken zij effen, Kathedralen halen ze neer. Naast den Turk en den heiligen dood, Is de duivel hun bondgenoot. Onderzeeërs willen ze bouwen Dat ze den klaren dag niet zien. Js Nachts in de lucht nioordkermis houen Pruisen ter eere en Zeppelin. Naast den Turk en den heiligen dood, Ts de duivel hun bondgenoot. Al de volkeren moeten in 't donker, Al de steden worden hun stal. Plaats voor de paarden, plaats voor den jonker, IToera, joechheisa, de Pruis bovenal ! Met den Turk en den heiligen dood Vindt de duivel hen wondergrootî mm ËE cmrqa. Kleine Kroniek. Nog een leugen. De Duitsche persagentschappen verspreiden in den vreemde en voornamelijk in Ru-mènië het bericht, dat in begin Maart 1915 de Duitsche legers drieduizend drielionderd kanonneu op de Belgen hadden veroverd. Hoe kan een ernstige regeering zich toch inbeelden dat men op deze wijze invloed zou kunnen uitoefenen op den gedachtengang der neutrale landen? Het is klaar dat wie ook maar slechts een weinig op de. lioogte is van de militaire in-îKctating van België wel inziet dat het Bel-gisehe léger nooit in het bezit is geweest van 3300 kanonnen. In zijn berekeningen moet de Duitsche regeering zonder twijfel ook medegeteld hebben aile kanonnen welke geplaatst wa-ren in de musea of als liistorische herinnerin-gen op openbare plaatsen en zelfs op deze wijze is het getal van 3300 nog nieb te be-reiken.De vijand beweert dat hij gebruik maakte van een groot deel dezer op de Belgen ver-overde stukken. niaar desniettegenstaande gelukt hij er tcch niet in over den Yzer te geraken en dit ondanks het geleden verlies van de 3300 kanonnen door het Belgische leger dat de Duitschers beweren vérnietigd te hebben ! yergiftiging door ontploffende projectieien. lii de comnnmiqne's van de opi>erbevelheb-bers der troepen lezen wij thans hcrhaaldelijk van het gebruik van ontplofhare stoffen, die bij het uiteenspatten verstikkende dampen ontwikkelen, schrijft een T>uitsch blad. Geheel nieuw is deze "\»x-htmetliode niet. Van ondsher gebruiken de Chineesehe zeero.overs stinkbom-nien, om de bemanning van hçt overvallen schip ongeschikt tôt veehten te maken. In de eigenlijke oorlogsgescliiedenis is het werkelijk door ' ziin giftige dampen werkende geschnt eerst in den zeeslag bij Tschuschima door de Japanners ingevoerd. Veel mimer gebruik maakt de tegenwoordige oorlog er van. Over aard en manier, waarop dergelijke ver-giftigingen plaats vinden en waardoor zij ver-oorza-akt worden, handelt een artikel. hetwelk de Berlijnsclm scheikundige L. I^ewin in de Miinchener Medizinisehe AVochenschrift publi-ceert. Volgens hem zijn het steetls vergiftigin-gen door kool-oxyd, dat 7-ich bij de explosie van de spi'ingstoffen ontwikkelt. Het kool-oxyd is, zooals men weet, de bron van do vroegere zeer talrijke doodeliike vergif-tigingen. welke dcor het vroeg sluiten dei kachelschuiven ontstonden. Zijn werking, reeds bij de aanwezigheid van zeer kleine hoeveel-bnlen (0.2ô %) in de ingeademdo lucht, bestaat daar in, dat het zich met de ademend* substantie van het bloed, de roode bloedldeur-stof (haemoglobme), tôt kool-oxyd-haemoglo-bine verbindt. waardoor deze niet meer in staat is zuurstof in de longen op te nemen. De mensch is aan de giftige werking var het kooloxvd des te sterker blootgesteld, naarmate het meer met. koolzuur bezwangerd is daar het gasmengsel in zwaarte toen*?emt ei op den bodem neerslaat. Om deze - reden is het dan ook mogelijk, dai ook in de buitenlncht bij de explosie vergifti gingen ontstaan. b.v. wanneer eon boni in eei loopgraaf val t. Reeds cen wond door eon in fanterieschot toont duidelijk de sporen van d< kooloxydwerking. Evenzoo gaat het bij het vu ren der machinegeweren en van het .scheeps geschut. Dikwijls werd opgemerki, dat het ge heugen van de bij de explosie tegenwoordigei voor langer en tijd. zelfs jaren lang. verlorer ging, wat niet aan den schok; maar aan de ver giftiging to wijten is. De Yîamlng In Vlaanderen. JOen aardig stuk over den Ylaming in Vlaan de ren vinden wij in de ..Belgian Everyman" het blad van dr. Charles Saroléa uit Edin hurgh. Wij nemen er do volgende uittreksel van over: Met was heelemaal naiuurlijk. dat do" eerst ..Flaminganten" het reclit zouden eischen ii liunne eigen taal gevonnisd te worde: voor de rechtbankén ; dat zij zouden vrage: dat het Ylaamsch in de school voor het Fransc zou geleerd worden, dat zij zouden vordere: dat al. do openbare verordeningen even goei in het Ylaamsch als in het Fransch afgekon digd zouden worden... Wat zal nu ons besluit zijn? Ten oerste dat de Vlaamsche Beweging haar .recht va: bestaan heeft; dat, geleid door mannen va' werkelijke waarde. en rekensoliâp houden met den toestand in Vlaanderen en me menige andere factoren. zij grootendeels d ontwikkeling van het Vlaainsche volk geliolpe. heeft ; en, wat paradoxaal mag schijnen, da zij dit dichter bij clo Waalsche bevolking hoei de te brengen, indien de Vlamingen maa klaar en zonder overdrijving, hunne zaa uitgelegd hadden, «an liet Waalsche vol doende begrijpen dat hunne eischen geen aar val oji zijn rechtcn zijn, maar eenvoudi eene voîks-opvoedingszaak. en dat het Fransel dat in een zekeren zin do genieenscliappelijk handelstaal was, kon gebruikt worden naqs de Vlaamsche, hunne moedertaal. Heldhaftlge wraak. Aan een brief van een officier der alpen-jagers, die de gevechten in de Vogezen mee-gemaakt heeft, ontleent de f)Temps'' het volgende uittreksel : ,,.. .Bij 't krieken van den ochtend ver-liet luitenant H., met het doel om merk-teekens aan te brengen aan 'n vijandelijken telefoonpost, onze loopgra-af, en kroop zonder eenig geleide tôt zeer diclit bij de Duitsche gevechtslinie. Maar de ,,Boches" die zijn onverschrokken krijgslist ontdekt hadden, lieten hem gewoonweg zoo dicht mogelijk naderbij komen. En toen ze hem onder schot hadden, schoten ze hem op staan-den voet dood. Beschut door hun loopgraaf, staken de Duitî chers om ons te tarte n, het lijk van onzen da-pperen, gevallen kameraad op hun bajonet. Bij 't zien van dit ignobcle tentoon-stellen, van die monsterachtige handeling, sprong zonder eenig commando daaxtoe, onze heele compagnie^ de kapitein voorop, als één man uit onze loopgraaf. We, waren als gehypnotiseerd door 't aan-scliouwen van die laffe vertooning, en ren-den er op in om onzen moedigen strijdmak-ker, wiens lijk nog zoo onteerd iverd, te wreken. De aan val was zoo onstuimig, dat de draadversperriugen, welke de vijandelijke linie besaliermden, omvergeloo}>eii werden voor de Duitschers tijd hadden om van hun verrassing te bëkomen. Aile „Boches" die zich in de loopgraaf be-vonden, werden aan de bajonet geregen. We vermeesterden het lijk van den dapperen luitenant; en tevens de vijandelijke loopgraaf, waarin zich 210 Duitschers bevon-den, bijna zonder een enkel verlies aan onzen kant...." ,,Wèl hebben we onze vriend gewroken besluit het uittreksel van den brief. Duitsche vredesvoorwaarden. Dernburg heeft nogmaals van zijn ,,geheel on-officieele' ' uiteenzetting der Duitsche vredesvoorwaarden een verklaring ge-geven in een interview met de ,,New-York World" en in een voordracht, die hij Zater-dagavond in de University Club te Brooklyn lieieft gehouden. Dernbiu-g heeft gezegd, dat Dnitschland niet sleolits België, maar de rijkste deelen van Frankrijk en Polen bezet houdt, en het tart de bondgenooten het 'te dwingen dit gebied te ôntruimen, tenzij op zijn eigen voorwaarden, die behelzen : vrije zee e i vrijheid voor Dnitschland tôt expansie buiten Europa. Dernburg noemde Marokko en Madagascar als landen, die Frankrijk niet noodig had en betoogde, dat het van Engeland af-hing of Duitscliland België zou opgeven. Indien Engeland een vrije zee wilde waar-borgen, zou Duitscliland zich uit Belgic terugtrekken. Zoo Engeland weigerde, zou ' Duitscliland een permanent versterkte baais | aan het Engelsohe Kanaal vestigen. Dat lieet : het vel van den béer verkoo-> pen vcoraleer hem te hebben geschoten. De Teutoonsche hoogmoed kent ge^n-: grenzeu. De oorlog en de Britsch© adei. De ,,New-York Tribune" vestigt er d< aandacht op, dat deze oorlog den Engelscher adel sterker treft dan een van de vorige De laatste maanden berokkenden den Duit sclien adel sterker verliezen dan aile Rozen oorlogen. Een Amerikaansch koopman, di< met zeer vergchillendc maatschappelijk( kringen in Engeland in aanraking komt i zeide : Ik ken 15 families uit de beste krin gen, die liun oudsten zoon hebben verloren zeven daarvan waren eenige zoon en 5 daar van erfgonamen van den titel. In de besfr Engelsche kringen geldt het, zegt deze Ame rikaan met eenige blijkbare verbazing, al oneei-vol gezond van lijf en leden te zijn ei 1 tôt krijgsdienst in staat en niet te dienen Oxford telt onder zijn studenten alleei vreemdelingen, in Edinburg beklaagde zicl ' een professor, dat hij alleen dames onde zijn gehoor had, aile mannelijke atudentei I togen iiaar het front. t De middelklasse levert de minste men g sclien aan het léger, vooral de kleine koop i lieden blijven achter bij de laagste en d ^ lioogste maatschappelijke kringen. l' De Duitsche vloot moet vernield. * Lord Beresford zeide bij de inspectle va ^ een vrijwilligerscorps in Northampton. W ^ moeten ons duidelijk voor oogen stellen, da 3 wij niet veilig zijn, zoolang de Duitsch e> vloot zich nog op zee bevindt. Er is zoovec 1 onberekenbaars in den zeeoorlog b.v. vel stoort weersverandering de nauwkeurigst berekeningen. Daarom is de Britschp si<p« rioriteit alleen niel> .voldoenda Het Vrievoudiy Verbond, en de Keercn V erleiders ; of : De bezorgde schooljvffrouw. (Een vooru.itziend caricatuur uit den ,,Nebel* xpaAtcr" van 26 October 1S80, door de ^Am-sterdammer" aan „De Moamsche Stem" af-g est aan,) Frans Jozef Bismarck Umberto' De directrice Bismarck: Alsje-blieft, voor u uitkijken. dames. Niet laclien en geen knipoogjes naar links, wat ik u ver- Een goed voorteeken. Onze lezers weten dat de Duitsche overheid aan liet gemeentebestuur van Antwerpen ge-vraagd heeft welke maatregelen het dacht te nemen bij eventueelen terugtocht van het Duitsche leger. De Duitschers vreezen voor hun talrijke eigendommen en willen zich verzeke-ren of ailes naar huai beste venschen zal af-loopen. Zij hopen waarschijnlijk dat de bezit-tingen van de Pruisische onderdanen (hoe goed is het woord onde rdaan hier op z'n plaats!) met de angstvalligste zorg zullen l>ehandeld M'orden en dat men, bij mogelijk bombardement of dergelijk gevaar met de pijnlijkste nauwkeu-righeid vermijden zal de liuizen der Duitschers te beschadigen. Nu vernemen wij dat der gelijke vraag ge-6teld werd aan het gemeentebestuur van Mechelen. In dat ailes kunnen wij niets anders dan een verblijdend voorteeken zien. De Duitschers moge'n hun laatste krachten inspannen en schijnbaar overwinningen belialen wier eindre-sultaten met een gunstige frontwijziging ten voordeele der bondgenooten uitloopt ; in ons leeft de schoone zekerheid der overwinning. Als zij nu reeds maatregelen nemen voor een eventueelen aftocht, dan mogen wij zeker zijn dat de blijde dag nakend is, en dat a Ire de zijn licht aanschriidt aan een verre kim. ■■ i Qi i ifri ii n ■ - Juist gezegd. Uit het , .Handelsblad van Antwerpen" deze verklaring, die cpnieuw de vaderland-sche trouw en da eendraolit van de. Vlamingen bewijst en aantoont hoe zeer onze poli-tiek, ook in Vlaanderen, wordt goedge-keurd : ,,Op oen verwijt, als zcu de ,,Vla-amsche Stem" niet genoeg aan anti-franskiljonisme doen, antwoordt Mr. Alberik Deswarte met de volgende verklaring : ,,Wat wij wel graag erkennen als onze gedragslijn, is dat wij — onder de liuidige tijdsomstandiglieden — het ons ten plicht rekenen onze protesten tegen het franskil-jonsche drijven te beperken tôt de onont-beerlijke mate van z-slfverdediging en nood-, weer." Bij deze verklariug kunnen wij ons vol-, komen aansluiten. Samen strijden, samen lijden, en on&3 twisten van voorheen tôt bc.jio i>ij.:cn ui^-stellen, ziedaar de plicht voor aile reclitge-aarde Belgen. Wie in de tegenwoordige omstandiglieden afwijkt van de noodige eensgezindheid en samenwerking, pleegt verraad tegen het volk en begaat eene onvaderlandsche daad. Tegen de zulken zich weren is plicht; en ! met diegenen aan de kaak te stellen, die niet aansturen op overeenkomst en samen-werking, handelt men in het belang der ge-mœnschap.d. Het moet voor de Vlamingen een punt. van eer zijn niets te doen noch te schrijven dat ook maar een sohijn hebben zou van te kort te komen aan het vaderlandsche ver-n gelijik, dat uit den oorlog is geboi^en. j Wij liggen echter in de loopgraaf onzer t overtuiging ; wij. verdedigen haar, wanneer e zij wordt a an gevallen. d Dat ieder aarde aanbrenge om den dijk onzer Belgische nationaliteifc te sterken en e zijn tijd niet verbcuzele aan het wegvoeren Jf van aarde, om dieu dijk to- ycrzwijken, dàt , niQfit onze leniae ziinJi

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes