Het Vlaamsche nieuws

1015 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 07 Decembre. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/bn9x05zt58/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Dinsdag 7 December 1915. Eerste Jaarg. Nr 32^ Frijs : 5 Centiemen door geheel België Het Vlaamsche Nieuws I Het best ingelicht en maest verspreid Nieuwsblad van België. - Verschijnt 7 maal per week . _ IABONNEMENTSPRIJZEN Par week 0.36 Per 3 maanden 3.75 Par maand 1.25 Per 6 maanden 7.50 Per jaar 14.— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD Dr Aug. BORMS — Albert VAN DEN BRANDE BUREELEN: ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. 1990 AANKONDIGINGEN Ttveede bladz., per régal 2.50 Vierde bladz., per regel.. 0.50 Derds bladz., id. I.— Doodsbericht 5.— Voor aile annoncen, wende men zich : ROODESTRAAT, 44. DE VLAAMSCHE BEWEGING WORDT NATIONAAL jal De Vlaamsche strijd neem't allengs het S karakter aan van een scherp konflikt. ■ De werking der franskiljons in het V buitenland, het protest en de nieuwe I ijver der Vlamingen, het optreden van regeeringsagenten tegen loyale flamin- V ganten in Holland, en ten slotte het af-A stellen van De Clercq en Dr. Jacob uit fl hun staatsbetrekking, kondigen een I nieuwe faze aan in de Vlaamsche bewe- ■ Deze laatste was tôt nog toe een volks- ■ beweging, d.w.z. dat zij buiten het be-K stuur en de leidende klasse van het land I plaats greep. Zij was een drang naar ontwikkeling, I en het positieve werk dat door een kern ■ van intellektueelen kan volbracht wor-I den, kwam tôt stand : een Vlaamsche I letterkunde en een nieuwe Vlaamsche I muziek, wetenschappen in eigen taal be-I oefend en in eigen taal verspreid, in H zoover dat met erkenning van onze ver-I franscht-maatschappelijke inrichting mo-I gelijk was. Menschenmassa's werden K bijeengebracht en volksvergaderingen Onze politieke werking beperkte zich I tôt wetsvoorstellen voor verbetering van I onderwijs, leger, administratie. Wij I brachten rechtvaardige beginselen naar I voren, overtuigd dat hun toepassing niets I dan voorspoed en een hooge beschaving I voor ons he%le volk zouden beduiden. I Verder ging de strijd niet. De Vlaamsche I beweging organiseerde zich niet tôt een I partij, waarin zelfoverschatting en be-H geerte naar macht kon besloten liggen. ■ Zij was een gezonde oppositie in het ■ land, en daarop mogen aile oppositie-I partijen geen aanspraak maken! Waarom werden wij zoo hevig be-I kampt door hen die, omdat zij de macht-I hebbers waren, krediet hadden bij de I openbare meening? De g-roepen die zich ■ als lekle-rs van hun omgeving opwierpen, I de ministers en haast heel de vertegen I vroordiging, onderzochten de diepe nood V Jruft niet van hun volk, maar gehoor ,1 zaamden gemakshalve aan een eigen tra ■ ditie ontstaan uit onze half-Fransch, Bel 8 gische omwenteling. Zij pleegden, naai ■ onze beschouwing, dagelijks verraad ■ tegenover hunne omgeving,welke zij dooi 9 een veelzijdige beïnvloeding wisten te ■ misleiden over onze beginselen. Men meende of beweerde te meenen 9 'dat de Vlaamsche eischen afbreuk deden *1 aan België's eenheid. Die gedachte werd I zoo onophoudelijk verspreid, dat zij bij S velen ingang vond. Doch de waarheid is dat diegenen die de flaminganten aldus uit den vader- ■ landslievenden trust schakelden,deze een-I heid wilden behouden in het Fransch. Hun doel was steeds en is het nog : van I Vlaamsche volkskracht te maken Fran-I sche volkskracht, of zoo men de variante I verkiest, Belgische volkskracht. Hierin volgden zij overigens den roep il van hun heele opvoeding, en tal van H « Vlaamsche » leiders gingen helaas, al zij het dan aarzelend, in hetzelfde spoor. De vrijzinnigen waren, vôôr ailes, ver-spreiders van het begrip dat Franschen I zich over vrijheid en beschaving hadden gevormd. Niet alleen onze liberalen,maar I zelfs het Belgische socialisme, werden er door bezield. In den strijd voor dezelfde I ideeën was Frankrijk hun grooter broer. H Daar komt nog bij, dat steeds de vrije ■ frakties, hier zooals elders, den invloed ondergaan der Kerk die het nationale I karakter heeft gevormd. Van hun kant nu, voelden zich de -ver->H îranschte katholieken, hoewel zij graag I op het Parijsche verderf schimpten, door iH çelijke kultuur aan het Fransche volk verbonden ; zij haattem enkel de Repu-I bliek, en daarom hielden zij vast aan een ■ «Belgische ziel ». Men kan bijna zeggen nB dat zij zich tôt de Republiek verhielden I als een oppositie die in tijden van gevaar I de veeten zou laten rusten om het ge-meenschappelijk vaderland, de gemeen-;.{fl schappelijke Latijnsche idee te dienen. Itl Al deze faktoren van het Belgische Ixfl leven keerden zich tegen de middelen die I wij ter heropbeuring van Vlaanderen aan- De verfranschers konden of wilden niet tH tiegrijpen dat door de flaminganten de "konomische en moreele welstand van [■ iun omgeving werd betracht. YVanneer pH de Staat dit streven bekampte, hielp hij it] I "an de Vlaamsche beweging den scherp-jsS nationalen strijd te maken die hij juist be-ii I weerde te vreezen. it^H Het mag verwonderlijk heeten dat het ilfl '°6r den oorlog nog zoover niet kwam. idfl Vlaamschgezinden bleven en blijven UI stetds getrouw aan ,het vaderland waar-I J^or men hun liefde had aangeleerd. De I tôt Mac Lfod, Van Cauwelaert, I Meert toe, erkenden de hooge jj'a*rd« van de eenheid des lands ; door I J* strijd hoopten zij haar te bevorderen, en nooit gebruikten zij hun invloed op-| standelijk. Zij bleven, in woord en daad. i getrouwe onderdanen van den Staat. De Vlamingen beoogden de grootma-king van België. Daarvan werd het door-slaand bewijs geleverd toen de oorlog in-viel : zij namen geen eigen standpunt ir alvorens deel te nemen aan den strijd, er over hun wenschen zwegen zij. In den loop van dit jaar echter hebber zich nieuwe feiten voorgedaan. De Bel gisch Vlaamsche tegenstelling nam ein delijk vorm aan ook bij de Vlamingen Enkelen kwamen tôt het inzicht dat in d( Vlaamsche beweging de vereischte voor waarden besloten lagen voor een natio nalen strijd. Ons volk kon zich beschou-wen als een natie die als zoodanig var haar recht tôt zelfstandig beschikkei mocht gebruik maken. Thans gold he Vlaanderen te redden ; de West-Euro peesche verhoudingen dreigden te veran deren, het voortbestaan van België zel. werd onzeker, al het oude stond op lossi schroeven — nu was het laatste oogen blik gekomen, meènden zij, om di Vlaamsche beweging een nieuwe gestalti te geven, levenskrachtig genoeg en vol ledig ingericht om het lot van ons volk zoover menschelijk mogelijk, te bestie ren. De staatkundige stroomingen hier zoo als in den vreemde werden onderzoch in betrekking tôt de herleving van onzei stam, en een eigen historisch inzicht ver klaarde de oorzaken en evolutie van di Vlaamsche beweging. Dit duidde aan da een Vlaamsch-politiek standpunt wa veroverd. De werkende groep was echter nie groot. Van de oudere strijders ondervon den zij meer tegenwerking dan bijstand Voor de meerderheid van Vlamingen ha< de Beweging in deze tijden geen belang Daardoor misschien aangemoedigd heeft de Regeering-, lievei dan hdar ver franschende werking in dezen tijd ti schorsen, de gëlegenheid gunstig geoor deeld om den strijd tegen het Vlaamsch recht onverbiddelijk door te voeren. D haat en bedreigingen evenwel, waarmed de flaminganten in Holland worden ach tervolgd, hebben op hun beurt een ken teiing teweeggebracht in vele Vlaamsch middens. Vooral de neerblikseming vai dighter R. De Clercq en Dr. A. Jacol uit de Staatshoogte, moet veler oogei geopend hebben, want hier staan we voo het feit dat zelfs flaminganten die in dei Belgischen Staat gelooven als een voor waarde van ons volksbestaan, niet mee door de Regeering geduld worden. Doo deze verdrukking zijn de Vlamingen ge dwongen hun nationale afzondering t voelen. Nog zijn degenen, waarin deze veran dering zich reeds heeft voltrokken, nie in overgroot aantal, en kan men nie vooruit zeggen hoe de Beweging, in haa geheel, uit den oorlog zal komen. D massa heeft zich nog niet bij de nieuw^ toestanden aangepast, maar de behoeft aan andere strijdmiddelen wordt alge meener. Franskiljons en flamingantei zijn tegelijkertijd tôt de uiterste konse kwenties van hun streven gekomen. Nie enkel vrijwillig, maar ook door de ge beurtenissen uitgedaagd, treedt het op bouwende Vlaamsch bewustzijn eei nieuwe faze in en wil de Nationale Bewe ging. Wat de Regeering betreft, ofwel heef zij in den toestand een ander inzicht dai wij en acht de geschapen tegenstelling niet gevaarlijk, ofwel heeft zij in dezei oorlog van het geweld leeren gebruil maken. In ieder geval groeit de intellek tueele kern van aationaal-gezinden voort durend aan, en indien het Staatsbestuu dezen uit haar midden wil schakelen, za het de massa waarover hun invloed zicl uitstrekt van zich vervreemden en haa eigen weg doen opgaan. G. V. T. De Amerikaansche Vloot I» het « Berliner Tageblatt » wijdt d< kapitein ter zee Persius een beschouwing aan de Amerikaansche vloot, waaraar wij het volgende ontleenen: « Het is var belang de aanstaande versterking dei Amerikaansche vloot na te gaan met hei oog op de toenadering tusschen Ruslanc en Japan. Deze landen zullen wellicht m den oorlog een bondgenootschap aan-gaan, hetwelk het wantrouwen moet o-p-1 wekken van Engeîand en Amerika, daai I Japan zich niet tevreden zal stellen mel ! Kiautschau. Door de verovering var Manila fiebben de Amerikanen gem©enc van daaruit des te gemakkelijker ekono- mische voordeelen in Azië te kunnen ver-werven. Dit is een misrekening geweest, daar Japan zich na den vrede van Ports-mouth niet bekommert om het beginseî der « open deur » in China, maar deze heèft afgesloten en den handel van Euro-pa en Amerika in Mantschoerije allerlei moeilijkheden in den weg legt. Zoowel om deze reden als om de onbpgeloste . kwestie der Japansche emigratie naar . Australië en Californië zal het eenmaal . tôt een oorlog moeten komen, waarin t als^fan Engeîand eveneens zal worden be-i trokken, hetwelk thans door Australië ondersteund, dit land niet aan de Japan-i ners kan overlaten. Deze laatsten trach-ten zich met Rusland t^, verstaan, om de handen in het Oosten vrij te krijgen. Vandaar dat de Amerikanen maatre-gelen fiebben genomen om leger en vloot te versterken. Het eerste had tôt heden een maximum j vredessterkte van om-streeks 100,000 man, welke thans op 1 140.000 man wordt gebracht, terwijl een 1 territoriaal leger van 400,000 man zal t worden gevormd. Verder worden de aan-. staande vijf jaar 10 dreadnoughts, 6 slag-. kruisers, 10 verkenningsvaartuigen, 80 " lorpedojagers, 15 groo-te en 85 kleine on-; derzeeërs gebouwd ; het personeel wordt . met 8000 man vermeerderd. Voor den ; oorlog nam de Amerikaansche vloot de ; derde plaats in terwijl de ontworpen ver- - mcerderîng niet grooter is, dan die van , Duitschland gedurende de laatste jaren. . Wanneer men verder in aanmerking neemt, dat Amerika tôt heden geen slag-. kruisers bezat en de tegenwoordige pant-t serkruisens çnf'linieschepen voor een deel 1 verouderd zijn, zal zijn vloot niet ge- - noeg worden versterkt om het land vol-; komen te beveiligen. Daarvoor zou meer t vereischt en de geheele industrie in het 3 werk gesteld moeten worden, welke thans in dienst is van de vijanden van t Duitschland ». ONZE LETTERKUHDÏGJS PJRIJSKAMP L&mbrecot Lambrechis 1S65 O het rijke, het overrijke, milde . Vlaanderen ! Deze nu weer is een I,im- 2 burger, gelijk Jan Matthijs Brans, Ar-1 nold Sauwen, Hilarion Thans. • 3 West-Vlaanderen is in de letterkunde 1 een nijvere biekorf, die gonst en wemelt r van bedrijf en jaarlijks een voile schoot 1 gouden raten schenkt aan 't volk. Het - land van Rode.nbach, Guido Gezelle, r Verriest en Streuvfcls. Welke namen r weer in de streek van Maerlant ! Oost-Vlaanderen staat daar prachtig, 2 sterk, ontembaar, nog steeds bezield met den geest der Wittç Kaproenen en dade-lijk l'ijst voor ons de figuur van dichter ' René de Clercq, die nu alleu overvleu-t gelt door de stoute vlucht van zijn laat-^ ste gedichten en door zijn manhaftig oj> ^ treden, waardoor hij misschie,n de red-^ ding aan Vlaanderi^ schenken zal. Brabant, waar eens Jan van Ruys-broeck zich verontschuldigde Brusselsch te schrijven — de taal van Ruysbroeck t was Brusselsch; ach, hoe is ze nu ontaard tôt een potsierlijk dialekt ! — maar toch weer zuiver, edel goud is in i de zangen van Prosper van Langen-donck ; toch weer los en lenig, als vloei-de- ze rechtstreeks van de. lippen van t 't volk, waar Willem Gijssels er zijn lie-1 , deren in aanheft. r Antwerpen, de vaste burg van de \ Vlaamschgezindheid, rijk aan dichters, , vertellers, redenaars, strijders. Liinburg, het laatst gekomen, met het . recht van iemand die voôr Maerlant reeds c Hendrik van Veldeke schonk en, voor 1 zooveel wij weten, de. eerste Vlaamsche 1 woorden en de eerste Vlaamsche liede-r ren opteekende, in 't oogenblik -waarop de roinzame Walther van der Vogel-weide te Bozen, in Tirol, geboren werd (rond 1170). Deze zou zelf zingen in , een taal die zooveel de onze is als die der HoogduitsChers : Nemt, frouwe, disen kranz en zou aan de liefde deze nog altijd on-' beantwoorde vraag stellen : Wer gab die, Minne, den gewalt Daz du toch so ge-waltic bist ? Bu twingest beide junc und ait t)a fur kan nieman keinen Ust. Lambrecht Lambrechts gaf vier dicht-bundels uit; Rond het Klaxier, 1901 ;| De Vroolijke Limburger, 1905 ; Be Va-rende Zanger, 1909 ; Mate en Minne, 1910 ; Limburgsche schetsen, verhalen en landschappen in lenige verzen en waar uit een klaar en dichterlijk gemoed | spreekt. > Lambrecht Lambrechts is ook eeji on- zer beste en vruchtbaarste novellen-schrijvers.Van hem : Uit de Dendergouw, novel-len, 1903 ; Het Mirakelfeest, novellen, 1906 ; De Paascheieren, novellen, 1908 ; Dierennovellen, 1911; Uit Belgisch Lim-burg, novellen, 1911. Deze laatste bundel kwam uit te Amsterdam, bij S. b. van Looy, in « De Roo-Rozen Serie », en bevat he.t beste werk van den rijkbegaafden dichter eu novellist, namelijk : Het Berkje, De Grijze Meer, Het Schuldbriefken, De Zicht, Adeste, De Heidebrand, Het Liedje van den Smid, Boekweitkoeken. Wat De Grijze Meer is? 't Is een mist in het Limburgsche Demerdal, « een zee van wollig-witten damp », waardoor de (t diepliggende beemden in reuzige ketels ziedend water en wielende stoomwol-ken )> herschape.n worden ; 't zijn de fata viorgana van 't geboorteland van den dichter. Wij geven er een brok uit in onze « Bloemlezing », betreurend dat we door puntjes het deel hebben moeten wegla-ten waar Lambrechts het getob be-schrijft van Kol en van zijn brave moe-dige sukkel van een vrouw. De novellist zegt daar ergens : « Men zegt wel eens dat er geen arme menschen meer zijn : in Limburg zijn er nog veel. (Wij mogen wel zeggen : in heel het Vlaamsche land zijn er nog veel.) Kol en' de zijnen waren zwart van aimoê. » Ach ? de lijdensgeschiedenis van het arme Vlaamsche volk, wat ligt ze wreed als ondergrond in het werk van al onze Vlaamsche schrijvers die niet idealisee-ren, doch de werkelijkheid en de waar-! heid1 willen zeggen ! Lambrecht Lambrechts werd in 1865 lté Hoesselt, in het Demerdal, tusschen iTcngeren en Hasselt, geboren. Hij is |dus in den schoonen bloei en de voile kracht van zijn prachtig talent. Lambrecht Lambrechts is thans lee- raar aan de Normaalschool te Gent. « 'i - ■ - sxn-.z..y- 1WJBJ.HOH - Tvc*' Algemeen Nederlandscli Verbond VIJFDE VOORÛRACHT VAN POL DE MONT In de vorige les werd een overzicht gegeven van de twee voornaamste rich,: tingen in de kunst .in de tweede helft van de 18e en in de eerste helft van de 19e -eeuw : de antikiseerende en de ro-mantische richting. Beide richtingen kwamen van Frankrijk naar ons land over. Er volgd-e als van zelf uit, dat de kunst in ons land werd een tweedehands-kunst, het was geen autochtore kunst, geen kunst van eigen bodem. Het werd kunst van tweeden rang en soms van derden en vierden en nog minderen rang. Zoo gaat het overigens altijd wanneer het eene volk den stijl, de mode, de manieren overneemt van het andere. Onze Vlaamsche en Waalsche schilders zagen in de antielce richting niet het ware zooals de Franschen, zij waren oppervlakkig en namen de slech-te hoedanigheden over. Heel anders bij Louis David. Hij was geen bloot naàper, hij had groote liefde voor de natuur en daarvan getuigt zijn werk. Veel studie heeft hij er zich voor getroost. Zoo weet men, dat hij voor het gekende doek Le Sacre de Napoléon, bijna al de personnages, en er zijn er meer dan 200 voorgesteld, eerst naakt en daarna gecostumeerd in zijn atelier deed komen poseeren, uit schrik, dat de costumes niet zouden passen op zijn schil-! derij en zijn personnages er zouden uit-zien als poppen. Dat getuigt van studie 'en liefde voor het ware. Dat deden zijn navolgers niet. Zij de-| den te veel aan akademisme, als Lens Ib.v.b. Men leidde principes af uit de ! werken van anderen als uit die van I Poussin. Men zocht pyramidale lijnen | en kwam aldus in groepeering en insce-' neering tôt gemaaktheid, tôt theatrale | kunst. Ook Navez en Van Bree deden i veel aan akademisme. (In ons vorig ver-slag deed men ons zeggén, dat Van Bree beter was dan Navez. Het is juist het omgekeerde, Navez was de voortref-felijkste van deze twee schilders.) Met de Romantische richting gebeur-de hetzelfde. Heerlijk was de Roman-tiek in Frankrijk met Jerichone, met Delacroix, een meester van koloriet, een aanbidder van Rubens, die in dien tijd de afgod was van de Fransche schilders. Dat deden onze schilders niet. Toen de romantische richting naar hier over-kwam namen zij er het theatrale, het pathos, de rethorika van over. Van de diepte, de lcleur en het karakter ging ailes te loor. Daarbij kwam nog het sen-fijnentalisme, de gevoelerigheid zoowel bij Vlamingen als bij Walen. Ook Delarocbe had dat in Frankrijk gedaan. In aile groote historische doe-ken van dien tijd komt een sentiment teele, seene voor. Men vraagt zich tel-kens af wat ze er komt doen. Onze kun-' stenaars ontroerden niet door kleur en I kunst, ze wilden op ons inwerken door I historische anecdoten en door sentimen-teele, overgevoelige tooneelen, die bij het onderwerp niet te pas kwamen. De personnages op het doek leven niet voor zich, maar voor het toekijkend publiek evenals in den schouwburg. In de Fransche kunst van dien tijd is waarheid, in !de onze niet. Zoo bijv. in het stuk van De Keyn te Brussel : de Verheerlijking van België. Het is samengesteld uit historische personnages, geleerden, kunste-naars, beeldhouwers en dichtexa».,prela-ten elk in de kleederdracht van zijn tijd. Dat leeft echter niet en oefent op ons geen invloed uit. Zoo ook in het stuk van De Biefve : Het Eedverbond der Edelen. Er is niets Vlaamsch in1, het is gans^ch Fransch met alleen de gebreken van cie Franschen. De personnages zijn theatraal, gelijken op marionetten, mooi uitgedost. Het koloriet is wassenbeel-denkleur. Delaroche schilderde ook zoo in dceken als De dood van Mazarin, Ri chelieu die zich in een gondel laat over-zetten, en andere. Deze werken zijn samengesteld uit allerlei groepen en groep-jes, die anecdoten op zichzelf zijn en niets met het onderwerp te maken hebben.Spreker toont stukken van Vlamingen in gravure om aan te duiden, dat onze schilders hetzelfde deden,Wappers, Slin-geneyer, Paul Robert en al de anderen zijn er steeds op uit om ons het senti-menteele te toonen. Portaels deed een reis naar het Oosten en komt onder den invloed van Horace Vernet en denkt iets nieuws gevonden te hebben. Hij schil-dert bijv. Jozef verkocht door zijn broe-ders en geeft zijn personnages de kleederdracht van zijn tijd, van de Syriërs, zooals hij ze gezien had in het Heilig Land. Onze schilders dachten in dien tijd groote kunst te geven en gaven slechts kunst in 't groot, op .groote doeken. Er moest iets nieuws komen. Dat was aan 't groeien in dat tijdperk. (Het slot over deze voordracht, in ons niunmex van morgen.) MAX. Daeeliiksch Nieuws DE SLAG BIJ KTESIPHON. — De Engelsche geueraal Townsend werd op 30 November 1.1. verslagen, en gestuit in zijn oprukken naan Bagdad, door het Turksch leger. ICtesiphon en Selencia, twee Perzische steden in de oudheid vermeld, lagen beid-en op den Tigris, in de satrapia Babylonia, de streek waar nu Bagdad oprijst. In die oude Perzische steden verrezen vroeger paleizen en tempels met stoute koepels, waaruit zich, voor een deel, de Byzantijnsche bouwstijl (Sint-Sophia te Konstantinopel, ,Sint-Mar-cué te Ve-netië, enz.) ontwikkelden. Nu er gevochten wordt in de landen om de oude wereldzee : aan den Helles-pontos (Dardanellen) ; in Trakisch Chersonesië, waar Miltiades, de heid van Marathon, eens koning was (Gal-lipoli) ; aan Thessalonike (Saloniki) ; in het oude Illyria (Albanië) ; in Mesia, Makedonië en Trakië (thans Servië en Bulgarije) ; zou het wel belang opleve-ren eens na te gaan hoe het lot van de wereld, op diezelfde slagvelden van heden, vroeger werd beslist. Kyros (Cyrus), en twee eeuwen later, Alexander de Groote, voehten zegevie-rend aan Tigris en Eufraat. Het Perzisch stamhuis der Sassauiden (van de 3de tôt de 7de eeuw onzer tijd-rekening) had zijn paleizen te Ktesi-phon, en de zilveren gedreven vazen en bekers uit dien tijd, getuigen van groote wèelde en kunstsmaak. CARNEGIE EN TOLSTOÏ OVER HET ROOD KRUIS. — De « British Weekly » van 11 November deelt mee, dat Andrew Carnegie geweigerd heeft een bijdrage-te schenken voor het Roode Kruis, en deze weigering aldus moti-veerde : « Ik geloof niet dat de arbeid der Roode Kruis-vereenigingen bevorder-lijk is aan den vrede. Wanneer de solda-ten elkaar halfdood geslagen hebben, moest men hen, aan hun lot overlaten. Uw Roode Kruis tracht hen echter weer op de been te helpen, dat zij opnieuw hun wapenen ter hand kunnen nemen en. hun vernielingswerk voortzetten. » Gelijktijdig las ik in « Nieuwe Banen », Sept. '15, het artikel over Tolsoï,waaruit ik aanhaal : « In een zijner hoofdwerken, « Oorlog en Vrede », vaart de oorlog als een zware wagen over de menscbheid he-nen, hij kneust en vermorzelt het leven. De « groote » naar der menschen maat heerscht hier met zijn schepter. En ook, zeer zeker leeren wij opoffering en liefde kennen. Het Roode Kruis is er, de zus-ter, de broeder, die uitgaat om de ge-wonden te verbinden,, de stervenden te laven, zij zijn er. Maar, zoo meent Tolstoï, grooter slechts wordt daardoor de waanzin. Immers, de gruwelen worden bedekt met den schijn, zooals een ver-minkt lichaam door de witte wade, zooals verterend gebeente door een gepleis-terd graf.Ruk weg den sluier dermensch-lievendheid, opdat de doodskop grijnze! Laat de moord fel woeden als een giftig dier, opdat ieder wete,welk een afgronds-geboorte hier de tanden slaat in het vleesch der menschheid ! De oorlog brenge dood aan den -oorlog, de gruwel verslinde den gruwel !» HET REKORD VOOR INLICH-TING. — Onder de rubriek « Echos Littéraires, Artistiques et Scientifiques » vonden wij gisteren in het te Bruàsel verschijnende dagblad « Le Quotidien » het volgende sensatie-nieuwsje, dat wij in zijn "geheel overnemen : « Onze voordrachtgevers. — D« Hol-landsche letterkundige Vereeniging « Kunst voor Allen » kondigt voor 8 April a. s. eene voordracht aan, met betrekking tôt de letterkunde en de kun-sten in België, door Frans Von Cauwelaert, den jongen Vlaamschgezinden af-gevaardigde voor Antwerpen » Van den anderen kant heeft dezelfde vereeniging eene vertooning in voorbe-reiding genomen van een akt van Bjôrn-son : « Het Fàillissement », waaraan zal voorafgaan een causerie door onzen land-genoot R. Verhulst over het werk van den Noorschen dramaturg. » Allen naar Holland ! Wij zijn benieuwd te hooren hoe .deze voordracht ïc: die vertooning van stapel liepen, of moet dat soms op 1 April plaatsgrijpen ? EEN NIEUWE ZITTING DER PROVINCIALE RADEN. — Onafhan-kelijk van de zitting der verschillende Provinciale Raden welke plaats had ter regeling van de oorlogsbelasting, is het waarschijnlijk dat eene andere bijeen-komst der genoemde Raden binnen zeer korteh. tijd zal plaats vinden. Deze buitengewone zitting, welke slechts twee dagen zou duren, zou als doel hebben om aan de Provinciale Ver-gaderingen te veroorloven om de Staats-begrootingen van 1916 te bespreken en te stemm en. Bovendien verlangen de Bestendige Deputaties de goedkeuring hunner lastgevers voor hun beheer se-dert 1914 te verkrijgen. Evenals de voorgaande, zal de nieuwe buitengewone zitting door eene ver-ordening van den Gouverneur-Generaal bijeengeroepen en in zijn naam geopend worden. Eveneens zullen in afwijking van de wet van 31 April 1836, de zittin-gen niet openbaar wezen zooals door artikel 51 voorgeschreven is, ook zal de aanwezigheid van den Gouverneur, door artikel 123 aangegeven, niet noodig zijn en de besluiten zullen geldig wezen on-afhankelijk van het aantal aanwezigen, in tegenstrijd met artikel 54. _ Men voorziet trouwens dat de begroo-ting-en zonder veel diskussie zullen aan-g'enomen worden. AMERIKA TEGEN DEN VREDE IN EUROPA? — Reuter telegrafieert : « Washington, 2 December. —■ Een bekendmaknig van Lansing, den minis-ter van buitenlandsche zaken, heden ver-schenen, geeft voor het eerst ruchtbaar-heid aan het besluit van het département van buitenlandsche zaken om geen pas-poorten te verstrekken aan leden van de zoogenaamde vredespartij, die voorne-mens zijn naar Europa te vertrekken met schepen, die door de aanhangers dezer partij zijn gecharterd. Algemeen wordt de bekendmaking vertolkt als een bewijs dat de regeering de vredespogingen af-keurt. » (Vrijdag, 3 Dec. ocht.) De Vereenigde-Staten hielpen op rui-me schaal het noodlijdende België te be-voorraden, doch de grootste weldaad die ons geschonken kan worden is de vrede. Dat diplomaten, dagbladschrijvers en gewetenlooze spe.kulanten het onverbiddelijk doordrijven van den oorlog uit hun veiligheid en ongenaakbaarheid pre-diken, is misdadig, want ieder moet altijd beproeven recht, vrijheid en recLi-vaardigheid te doen zegepralen zonder dat de ontzettende volkenslachterij wordt voortgezet. Als die pogingen mis-lukken, slechts dàn zijn de uiterste op-offeringen gerechtvaardigd. Wij denken dat Reuter den maatregel van minister Lansing verkeerd uitlegt en dat deze misschien genomen werd juîaf om ondoelinatige inmenging, die olie op het vuur zou wezen, te voorkomen.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes