Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front

980 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 21 Mai. Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front. Accès à 21 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/wd3pv6c520/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

r 4&S&& tTicHTERs: i.SMoksisadt es tesspsrs Belgîs&h d%gblad ?6^ièMji#mÏ6 op al d@ ctagea der week* # ÂËOS!«Saii;!«m9 i»er usimumB BteEgltf «.*»'© VnutkHJk S.SS Ss«S® ^*r trlMaeMtex» « 6.SO » 6.K0 » _ Rëcht doort wij @21 wank I vaor €l$d est wlk @e land msucrus's'aiskaï.«iiïbws ti wiiiim fcuit neuve 01 «h kih c«>ktiu« l amok^sïîifiisiWï^Pîii^aejjs" vooa <wec2£ tf*V cS&igïtfebj 0*3S _ ***** *eo**»•«**■»-*« aiiNWN **«■ ÎP#»» 8»«fcl«i 5© HUMMKHC INKilH# AAWtKVlWAWO BN . & «Li œ«W.a^MB«J AiiW fc*T2*LrttcS AîJftKi «.«tXQKlft&H TB W«Si. t**»n UIT HET PIOTTENLEVEN j — ^ Dit verhaal, dat niets anders is dan het getrouwe verslag van gebeurde feiten die ik beleefde, strekt tôt ver-heerlijking van den heldenmoed onzer dappere jongens, van onze piotjes, en tôt hulde aan hen die op den bloed-dronken Yzergrond hun bloed stortten voor hun lieve land. Rood, bloedrood was de zon onder-gepsaan, verre over de eerste Yzerbtel-ling. Ze was verdwenen in eenezee van bloed en bloedige wolken. En ik weet ;'ût ÎSIr sdf J"* mijn benepen hart en mijnen geest. Mijne zieledroefheid, verwekt door allerleiuitwendige oorzaken, vermeer-derde iederen stond, door de sombere gedachten, vol weemoed die mijn hart omprangden. Het akelig gebons en gebrom der kauonnen in de verte, dit gsweldig daveren van het laatste plekje moeder-grond, het schrille geflait van den ko-gel over de borstwering, aile» hielp mede om mij triestig te stemmen. Ik moet 00k zeggen dat ik 'a avonds te *oren met een bang voorgevoel naar de loopgraven gekomen was. Ik kon niet zeggen of het de voorspelling was van een ongeluk voor de makkers of voor mij. Die onzekerheid tergde mijn wachtenden geest nog meer, en blij was ik, buitengewoon blij toen de af~ lossers op de loopplank kwamcij aan-gestapt. Ik verwachtte kalmte en rust na dien afmattenden zielenangst; maar, helaas I het was niet zoo. Onze sektie moest < p twecde lijn gaan liggen Sn eene Btukgeschoten hof-sttê. Door modder en slijk en water plonsden we door de akelig donkere loepgraven. Nu en dan siste een vuur-pijl op uit de vlakte en verlichtte boven de borstweer dehelmen onzer manneri, die spookachtig dacsecd in de donkerte verdwenen. In de verte bromden de kanonneu akelig voort. Daar, achter ons, kietter-den de machine-geweren geweldig, en de moorddadige kogels zochtcn gillend -naar menschenbloed- En kronkelend drong de sombere rij mannen in de puinen vân de hofstêa en de schuîl-• plaatsen erjrond. Daar, in betrekkelijkë zekarheid, ver-liet mij het hertzeer en de angst niet, zooals ik verwachtte. De mannen smak-ten hunnen ranssl af met eenen zucht, smelen hun morsig geweer in eenen hoeken kropen kreunend indedonkere schuilholen. Geen kwart uurs later of alleman lag te ronken- Maar mijn ge-folterde geest ijlde vcort en droomde van bloed enwreedetooneelen. Ik hoor-de stem van onze sGhildwacht die een praatje aansloeg met een voorbijstap-penden genieman...Dan weer de groote, indrukwekkende stiite-.. Dan weer kletste een kogel uit D. tegen den wand van onzen schuilhoek. Dan weer kwam een verdoolde piot, beslijkt tôt over de heupen, naar den weg vragen... En ik gevoelde lîgk een gevoei van groot welzijn, daar binnen, in dat donke* kot, op het natte strooi, met het hoofd op den harden ranstl en de voeten op eenen hoop beslijkte schoenen. Eu zoo duurde het dan ganschen nacht door... De morgen in een praeh-tig zonnegloreu verbrak het akelig duistere van den nacht en de warme en deugddoende zonnestralen kustten ailes wakker, en vogels, en bloemen, en mannen in de vunzige holen. Gan sch de natuur zong en kweelde van blijden wellust en levenskracht. Zalf de arme, aukkelachtige piottenwereld kwam uit aile hoeken en kanten gekropen, en strekte en rekte zich in het heldere zoonelioht dat het een echt plezier was.. pn de vroolijkç dag huppelde voorbij in eene schittering van zon en bloemen en in blij gezang van vogelen en piot-ten.Maar helaas ! Rood moest de zon on-dergaan, dien dag, bloedrood ! De mannen van de derde sektie, zullen het nooit vergeten. Nooit! Nooit! Al werden ze honderd jaar oud!.. Juli, 1917, blijft in hun verstand gegrift met roode letters. Buiten, voor hunne schuilplaats, zaten de mannen neergehurkt en lonk-■4011 'tuToâùlaali^ d'tî. iïîu.;. .'.ex! fhbïiiel in en koesterden h-anne stramme ar-men en beenen in de deugddoende zonne. Hunne vlugge oogen volgden de vele vijandige vliegtuigen die boven D. kunstigaan het zwenken waren-.. Daar zaten de sergeant DeB..,6ustS.., Karel V.P.., en eeae heele bende joelige vreugdevolje piotjes. echte «anciens» van die goede derde sektie... Ze lachten en zottebolden zoo speelziek en levens-lustig, dat ze waarlijk schenen den droeven toestand te vergeten. En dan gebeurde er iets dat me heel mijn leven bijblijft... Een Duitsche granaat, een enkele, plofte huilend en brullend midden in onze jongens neer.. Ik zag een bloedroode vlam, en een oogèublik verdween gausch den omtrek in een vuilen zwarten rook!.. Maar helaas ! Het duurde niet lang of nood-gehuil en pijnlijfee jammerkreten, en droeve, droeve klachten, weerklonken akelig en gillecd over de vlakte... En de rook schoof sluiperd en venijnig weg'langs den bloedigen grond... Wreed ! Schrikkelijk !.. Onze sergeant — oh ! hij was niet meer kenbaar !.. hij lag daar in zijn bloed, als een massa neergestort, Bloed was gespettera tôt in de schuilplaats voor hem. Nevens hem lag een andere, Gust S.., met de uitpuilende hersenen en vele wonden aan de beenen, in bezwijming. Men droeg bem binnen en ik verbond hem. Het was een ferme jongen, die Gust !.. Hij is dood, nu ! Zijne moeder zal over hem -weenea en al zijne makkers bekla-gen hem. De bevelhebber weende toen hij hem zag liggen, en toen Gust weer tôt zijne zlnnen kwam, keek hij ons glimlachend aan, eu zoo danlbaar. Maar die biik sprak reeds van gebroken harte en levensdraad ! Hij stierf twee dagen later in hetgasthui3. Anderen nog werden bijgebracht en verzorgd. Otze brave brankardier, Staf-ke V.., deed wonderen. Anderen vlucht-ten weg en lieten bloedsporen na zich ! Een of twee zijn iater nog gestorven in het gasthuis... Akelig was het ! Wreed !.. Ik denk nu nog onwillekeurig aan die bloeiende jonkheden. Ik denk aan die joelige jeugd die geen gevaar kende. Ik d«nk nog aan Gust S.., toen wij op den sektor van S waren. Dan zagen we in de verte, langs den zeeiant, een immer versehijnende en verdwijnende lîchtstraal. Gust zei dat het de vûurtoren was van Westende en trok ereene verwoede «salvo» op los. Op een anderen keer plaatstc hij zes ge-weren nevens œalkander en pointeerde op 5.QC0 meters. 't Was voor. den E. M. van den Duitsch, zei Gust, en hij ïrok de zes geweren af met eenen laadstok. Dit was eigoniijis de Iuimigste oorlcgs-man dien ik tegefikwam. Nooit ging hij op verlof, nooit vroeg hij er naar. Yan zijne geringe seldij wist hij nog centen uit te sparen. En net De rusttijd was bij hem een eeuwig poetsen en blinken. Hij was de vrcugde van 't peloton en iedereen beminde hem. Nu ligt hij op het kerkhof van A. in den killen grond. De dierbare moedergrond die hem zag geboren worden prangt hem nu in zijnen schoot. En zulke jongens zijn er rjiet duizen- den in ons leger. Helden zijn het zonder het zt-If te faeten. Fier ben ik, Belg te zijn om de koenheid van Belgie's sol-daatjes.K. R. — • •• Sgtfmu■ » De aanvsisbeweging ia het Weslen Een voiksvertegenwioordiger bekent de mislukking Een lid van den DuHschen Reiehstag legde volgende bekentenis af vodr een brief vvisselaar van de «Politiken» : Wij kunnen 't niet verbloemen dat de groot? aanvalsbeweging de verwachtte ultstagefi' Bîéf"CplvVcrdiS. Zij het-ft ons te veel mannen gekost. Wij hopsn nochtans de kusten te be-reiken en het verkeer te beiemmeran in het Nauw van Kales daar onze verdra-gende kanonnen geniakkelijk Engeland kuunen beschieten. Oan zullen onder-haudeliugen mogelijk zijn. Duitschiaad heeft geen oog op het mijabekken van Lorreinen noch op Ant-werpen. - Onze verliezen bedragen thans drie millioen dooden, gekwetsten en vermis-tea en wij zoeken niet die verliezen nog te doen stijgen. Ten anderen, Duitsch-Iand heeft ia de toekomst reeds de han-den vol in Rusland. Van de Verbondenen vragen wij enkel de teruggave van onze kôloniën en Madagascar.'T KANTJE OP 'T FRONT De fklaughebbende van 't Bombardement Brieven vas Zebedeus Bovenstaande is de titaï van een boek-je voor onze Antwerpsche kerels. Het is geschreven in echt signoors, en 't moet dus door allen gelezen en gekend. Het wordt uitgegeven door Jos. Goudswaard van Antwerpen, tijdelijk gevestigd : Den Haag-, Weimarstraat, 165, en kost 30 Hollandsche cecten. « Het Boekvan den Belgischen Soldaat », onder-comité van den Haag, dit verdienstelijk werk bij uitsteb, verspreidt het kosteloos, en denkelijk is het ook bij het hoofdbureel te Londen verkrijgbaar op aanvraag. Dus siojoren, daar eens op gelet, niet-waar ! De hoofdverdiensten van dit werkie zijn, dat het * plezant » ls en ons terug-plaatst in onze geliefde, oude Schelde-stad.Hoeken en kantjes, die we ons nog wonderwel herinneren, om de aangena-me, vroolijke, gelukkïge uurtjes daar gesleten, worden weer ievendJg en met veel typische kleur voor onze oogen ge-tooverd, en personen, die 't kieiaste kind van ons stadje u met den vinger zou wijzeu, treden weer met « joviaai », echt-Antwerpsch gebaar in ons ieven. Zebedeus schrijft zelf, en rondzijfl persoontje draait heel z'n « gekribbel ». Ge weet, hij woont op 't hoekjs van 't Donkerstraatje en is schoenlapper. Hij ontsteekt, dagelijks 't lampeken van het O. L. Yrouwken op 't hoeksken, werkt hard- driakt gaarne « eenen van vijf » in't Traippaken op, en acht poli* tiek flauwen kul. De volksvent heeft echter veel gezond volksverstand en be-kijkt de dingen zeer nuchter, alhoewel hij nogal 'ne keer zat is. Hij is katholiek, zeer geloovig zelfs, doeh dit belet hem niet den païtoor eer s fiink van de veeg te geven. liij misprijst de poiitiek, doch houdt er niettemiu gezonde politieke denk-beelden op na. Hij roert sven in den Vlaamschen pappot, en zonder hij het zelf scbijnt te weten, toott hij 011s waar de stank van-daan komt. Gij moet dan ook geeo ad-vokaat zijn om te kunnen besluiten hoe we in de t >ekomst koken moeten ! Dit boefcje is dus gcheel van onzen tijd en zeker zullen onze sinjoren het met oogemeen genoegen lezen. Georges YERSTAPPEN. Vlamin^en abonneert ep * IWS VABB1LAM0 * asTMunu+mssjassmxi KÎEOW VLAANOEREN Ik droom van u nu lente leven geeft, nu al wat sliep ontwaakt als uit eenen bangen droom van wre«id stervren en vergaan- — In 't koude najaar heb ik de groene boomen zien kwljnen en dood staan te droomen, alsof het laatste leven hun basten was ontgaan. Doch nu, nu staan z*î langs de grijze wegeu, weer forsig in hun kracht, aïs dwep=,nde reuzen die spotten op 't machteloos geweld der slopende tîjden, en 't lachend zonnelicht doet de blaarkens uit hun botten wrich-ten en kleurt ze aaiend met haar groene tinten vol leven en vol hoop. Ik heb U ook m'n Vlaanderland zien kwijoe 'is dis boom au, laags grijze wegen d'o zi<"h hleurden met uw roode lei'^nss^p dat vloeiend stroomde uit gapend wreede wonden. Ik heb uw volk zieu sterven, o zoo bloedig, zoo afgrij-selijk en zoo wreed en g'hebt in al uw rouw en al uw zwaar ellende uw eigen zones geborgeu in u,v eigen moeder-schoot. Ga waart nog maar een graf m'n arm lief Vlaanderen, een graf waar-in 't schoonste van uw eigen wezen be* graven lag. Doch in die uur van grooten nood en stijgend zieleleed heeft Vlaanderen's bard gesproken tôt z'n volk waarvan hij H zware lijden begreep en medegevoeld had. Envol gevoelen, vol hoop op nieuw ontwakend leven klonk z'n woord profe-teerend over 't. land : Hier liggen hun lijken Als zaden in 't zand. Hoop op den oogst O Vlaanderland ! Ja ze liggen daar ons kloeke jongens, de kera, de keure van oas volk, het hart van 't eigen land ligt in het land begra-ven en... Vlaanderen is nog maar efen graf gelijk. Doch een graf waar nieuwe leven zfil uitrijzen, een graf waar 't rijke zaad iû ligt te kiemea dat In vrediger zonnetij z'n scheutjes zal zien groeien en sprie-tan uit het zand, uit de vochtige aarde die dronken is vaa 't verzadigend bloed. Ea 't leven zal dan sterker staan en schooner en grooter dan men 't ooit in I Vlaanderen zag. Het bloed onzer jongens dat Vlaamsch roept, zal Vlaamsch leven baren, nieuw harteleven in een nieuw Vlaanderen- Wat zult ge schoon zijn dan m'n klein lief landeken, schoon als ons volk zich zelve zal bewust zijn en leven naar het gevoelen van z'n eigen herte ' en de schoonheid van z'n eigen onverbasterd wezen. .Dan zultge schoon zijn m'n klein lief Vlaanderland, schooner dan ooit des dichters machtig gevoei u peinzen dorst, schooner dan coit de tijdèn en de volkeren u oofe zagen. Schoon omdat ge uw eigen zult zijn dan ! En dan Nieuw Vlaanderland, dan zal geen enkel bloedend hart meer moeten zeggen : « O Vlaanderland daar is schuld in uw schand ! » Want geen schand zal u drukken of geea smaad zal u treffen want ge zult * Nieuw Vlaanderland » zijn ! Edward HERMANS. Ëene muiterij in de Oostenrijksche vloot Londen, 18 Mei. — De briefwisselaar van de « Times » op het Italiaansch front seint dat in 't begin van Februari een ernsiige muiterij plaats greep in de Oostenrijksche vloot. De opstand begon te Pola maar brak te zelfdertijde uit te Cattaro. Het scbijnt dat in beide havens botsingen plaats grepen. De werkiieden van het arsenaal van Pola eischten de afschafïïng der strafmaatrcge.len en de beweging won zelfs de b ;manningen der vloot die in opstand kwamen. Aan boord der oorlogsschepen waren de officieren onmachtig, maar het schijnt dat zij niet handgemeen werden met,de matrozen. Na eene week onderhandflen bekwamen de werkiieden hua recht. Te Cattaro was do muiterij çrastiger. Zes krulsers en verscheidene torp°edo weerdefs heeschea het roode vaandel en botslngen grepen plaats tusschen de muiters en de Duitschurs'jn Magyars die niet toetraden. Er waren talrijke dooden. Eîudelijk behaalden de muiters de bovenhand.Zij overmanden de officieren en een admiraal die zij mishandelden en opslotep. De mùilcrs waren meester in de haven en kondigden da'gorders afgeteekend «het komiteit der vlootbemanningen. Het komiteit deelde per radio zijne eischen mede aan Weenen en vroeg den onmiddelijken vrede. De regeering zond naar Cattaro eene vlootdivisie onder bevel van een Duitsche Oostenrijker. Na onderhandelingen gaven de muiters zich over, na per geschrift de verzekering bekomen te hebben dat eenige van hunne eischen zouden ingewilligd worden ea dat zij geen strafïen zouden oploopen. Als gevolg van deze muiterij werden verscheidene hoogere officieren afge-steld. De mannen der vloot wordpn sedert dien hard behandeld en onder de minste voorwendsels erg gestraft. îiog over keîzer Karei's brief (Naar de « Daily News ».) Het geschil omtrent keizer Karels brief aan den Voorzitter der Fransche Republiek, gaf aanleiding tôt een be-langwekkend débat in het Engelsche Lager Huis. M. Balfour heeft volgen-derwijze het staadpuot der Britsche regeering verdedigd : 1. De brief dagteekent van Maart 1917. Hij moest enkel meegedeeld worden aan Frankrijks voorzitter en hoofdminister en aan koning Joris en de Britsche Premier.2. De brief stelde voor weergave van Elzas-Lothariugen aan Frankrijk. Toen geopperd werd dat Frankrijk het herstel vroeg der grenzen van 1814 en niet die van 1870 antwoordde M. Balfoui dat zulks nooit een vast plan der Fransche buitenlandsche poiitiek was, en hij ont-kende uitdrukkelijk dat dit zou deel uit-maken van de oorlogsoogmerken van de verbondenen. 3. De brief was een «vredesoffensief » waar de Keizer mede instemde. Het moest de verbondenen verdeelen. Hij (Balfour) verdedigde de handelwijze van M Clemenceau die den brief openbaar maakte, niettegenstaande de voorzitter der Republiek zijn eerewoord erop had verpand. 4. M. Balfour verklaarde ook dat de Britsche regeering ten allen tijde bereid is, aile eerlijke vreiesaanbod te aan-vaarden en in overweging te nemen. M Asquith drukte zijne instemming uit met M. Baifour's verklaringen, en trok er het basluit uit dat de Britsche Regeering nooit de deur had gesloten voor eeDig ernstig vredesaanbod. « ROND DEN 00RL0G $9og een nieuwe Duitsche sanvalstaktiek » Voorop de stoottroepen komen mannen die twee aan twefe lange ijzeren pijpen dragen gevuld met springstof. Deze pijpen worden dwars over den prikkeldraad geworpen, de lont aange-stoken en de mannen vluchten weg zich haastend buiten bereik te zijn wanneer de tuigen springen en den prikkeldraad veruietigen. De Keizer een ongeluksvogel In den loop van twee maand hebben de Duitschers nu over de 150 afdeelingen ia'tvuiir gebracht. Naar sommige on-langs gevangen genomen Duitschers, was de keizer aanwezig aan 't front toen op 17 April de aanval plaats greep, aan-val die zoo jamjnerlijk mislukte voor de Duitschers. Het inzicht des keizers was den bevelhebber der lste Landwaer af-deeliog een eereteeken too te kennen : nutteloos ta zeggen dat het eerekruis achterwege b'eef. De wonderlljke te jeestand der Belgen was een nieuw bewijs, bij de reeds zoo talrijke, hos 's keizers aanwezigheid schijnt ongeluk voor de Duitsche legers mede te brengan. De toekemslige aanvalsbewegingDe Duitsche bladen voeren sedert eenige dagen een veldtocat zooals deze Ôie de aanvalsbeweging van 21 Maart voorafgiag. De Duitsf hers verzekeren het volk dat de aanval zal doorgedreven worden tôt aan het einde van den oorlog. Het doel blijft hetzelfde : beide legers van elkaoder scheiden. De vijfde winterveldtocht Uit de « Times » "ï M. Haussmann legde in den Reichslag volgende verklaringen af : Wij zijn bereid voor een vijfden winterveldtocht. Indien de oorlog in het Westen voort-gezet wordt, zal Duitschland ook veel troepen moeten houden in hetOosten. Op dit oogenblik is geen akkoord met Engeland mogelijk. De wil van Lloyct George en Lord Robert Cecil is sterker dan deze van Lord Landsdowne. iwiil^fwr»mni i m n i»i* Suitsclilancl De wereSdcoaiiiie maet h niet zoo we den oorlog willen winnen Geneve, 20 Mei. De socialistische afgevaardigde David schrijft in de «SchwaebischeTagwacnt»: Indien Duitschland er niet in slaagt de wereldcoalitie te ontbinden dan zal de oorlog voor het kcizerrijk verloren zijn want in dit geval kan geen spraak zijn van waren vrede. 't Ware enkel een wapenstilstand die een nieuwe bewap -ning zou uitlokkea en ons tôt, voîlediger uitputting zou doemen. Wij kunnen de wereld niet eeuwig onder onze heer-schappij doen bukken. De toestand van ons land blijft zeer ernstig niettegenstaande de zegepralen die wij behaalden en nog behalen zullen. Het is onmogelijk zich te bedriegen als men nagaat aan welke bronnen oiize tegenstrevers kunnen putten. De oatvolking Zurich, 20 Mei. Een ambtelijk verslag toont dat da ontvolking in het tijdstip van 1917 ga-lijk staat met een verlies van 1 milîioen kinc^erén. De regeering denkt den toestand ta verhelpen door aan de moeders en kin-deren een bijgevoegd rantsoen te ver-leenen.De gebeurtenissen in Rusland Terugroeping van den Fran-schen vertegenwoordiger Moskou, 19 Mei. M. Tchilcherine, kommissaris van buitenlandsche zaken richt tot'tfransch goevernement volgende nota ; De verklaringen door Mi Noulens aan Rusland gericht, binst het hachrdijk tijdperk dat ons land beleeft, kunnen de goede betrekkingen tusscheu de twee landen niet aonbrengen ; en de vettegen woordiger die't zijne bijdraagt om de" betrekkingen tusschen Frankrijk en Rusland te vermoeilijkea kan niet meer geduîd worden. De regeering van de Soviet vraagt dientengevolge dat M. Noulens dadelijk teruggeroepen worde. De hongersnood te Petr^g ad neemt schrikwekk«nde uitbreiding Petrograd, 19 Mei. De hongersnood verergert hier van dag tôt dag. Er is om z"ggens niets meer in de magazijnen en op de markten. De twee derden zijn gesloten. Er is noch meel noch suiker, noch aardappa-len noch kaas noch melk en bitter wei-nig vleesch. Aile nog te vinden eçtwaren worden zonder toezicht aan den meest-biedende verkocht. Alleen zwart, slecht verteerbaar brood woret nog gebakken, waarvau men met moeite G0 gram daags kau bekomen. Overal steeH men, zelfs onder bloed-verwanten en vrienden. Hongcr kent geen gebod. De eetwaren zijn zoo zeldzaam dat vela tegen 't zelfda gewicht geld verkocht worden. De heift van dan dag wordt besteed aan 't zoeken vanvoadsel. Eene hesp kost 1 000 tôt 1 500 frank, de boter 52 fr. het pond, en het meel (als er is) 25 fr. 't pond. De eiers kosten 3 fr. *75 't stuk en de zeldzame aardappoleu worden 6 fr. 50 het pond betaald. Al deze voedingstoffen zijn slcchts Î8 t geheim te bekomen. Vierde )aarfa«l — 1081 PKUI: lô CSMT12MEM Dinsa^ 2x Mei 191Ô

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Calais du 1914 au 1922.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes