Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front

890 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 21 Mai. Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front. Accès à 06 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/t43hx16n8h/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

11 ' ' ' —— 'I "'il ■« I i i 1 i ii ———.1 II u———i i. i. i , , i m n i.n .■■■«. i ■"'» m l «• 1 n "u" m". i n i ■ >» ' iiui:*- . f-. ,tj «7I6MTEBS: i.Bmk«ia«di •» a.Toi»psr« •#» Belgistk dagblâd .w-?seM§Meftâa op "-1 iï© dagam der wask *■%* ^iiTJÎïîLV* * a * "fi ^oWetsmss.&'kms ■s8©»* Èasa«i$as5 Keïgfi® £U*W6 SVasuîsirJJfe S8.SS 5£aMEœï»îaK£-52oSlsi5aaB ïS"83s*5Bro4«ie» « ©.S® t» ©,K© » à®»®® EeèM daër, wij @si wnss% &ë m m!k wm teti fciKWjâ^f8&?à'ï*««S&£att4.. UtK«VV£» Ytt XSUaSVttf NEUVE 3i H» «.** SMANtlLLV »» fe* ï *i« HP©'*?1 ^ çË&fiff&sa} ©*SS éétcua A-£OHW*wik?«Y&<* oseN«»l fci**r es* - y '<?/<» ?%«»» rA,«,A-3^%s6 WifMMaïWi i„Màt«N» AKMû»aviKAA<uej> «w r-.> . ità.iJtôè ^«C BBBBlTOCTW X#S*W xah «E'î"2fitl»S*SS;« Aw*«Ut «kZOn»K«i Vï UIT HET PIOTTENLEVEN Dit verhaal, dat niets anders is dan het getrouwe verslag van gebeurde feiten die ik beleefde, strekt tôt ver-heer'ijking van den heldenmoed onzer dappere jongens, van onze piotjes, en tôt hulde aan hen die op den bloed-dronken Yzergrond hun bloed stortten voor hun lieve land. Rood, bloedrood was de zon onder-gegaan, verre over de eerste Yzerstel-lir.g. Ze was verdwenen ia eenezee fan bloed en bloedige wolken. Eu' ik weet niet welke invloed dit uitoelende op mijn benepen hart en mijnen geest. Mijne zieledroefheid, verwekt door alleileiuitwecdige oorzaken, vermeer-derde iederen stond, door de sombere gedachten, vol weemoed die mijn hart omprangaen. Het akelig gebons en gebrom der kaiuonnen in de verte, dit ggweidig daveren van het laatste plekje moeder-grond, het schrille gtfluit van cfen ko-gel over de borstwering, ailes hielp mede om mij triestig te stemmen. Ik moet ook zeggen dat ik 's avonds te Toren met een bang voorgevoel naar de loopgraven gekomen was. Ik kon niet zeggen of het de voorspelling was van een ongeluk voor de makkers of voor mij. Die onzekerheid tergde mijn wachtenden geest nog meer, en biij was ik, buitengewoon blij toen de af-lossers op de loopplank kvramen aau-gestapt. Ik verwachtte kalmte en rust na dien afmattenden zielenang^f; maar, helaas 1 het was niet zoo. Onze stktie moest < p tweede lijn gaan iiggen in eene stukgeschoten hof-Bttê. Door modder en slijk en water plonsden we door de akelig donksre loopgraven. Nu en dan siste een vuur-pijl op uit de vlakte en veriichtte boven de borstweer de helmen onzer mannen, ' die spoofeachtig dansend in de donkerte verdwenen: In de verte bromden de kanonnen akelig voort. Daar, achter ons, kietter-den de machine-geweren geweldig, en de moorddadige kogels zochten gillecd naar menschenblaed- En kronkelend drong de sombere rij mannen in de puin£n van de hofstêa en de schuii-piaatsen errond. Daar, in betrekkelijke zekôrheid, ver-liet mij het hertzeer en de angst niet, zooals ik verwachtte. De mannen smak-ten hunnen ranssl af met eenen zucht, sm&ten hun morsig geweer in eenen hoek en kropen kreunend indedonkere schuilholen. Geen kwart uurs later ot alleman lag te ronken- Maar mijn ge-folterde geest ijlde vcort en droomde van bloed enwreedetooneelen. Ik hoor-de stsm van onze schildwacht die een praatje aansloeg met een voorbijstap-penden genieman...Dan weer de groolie, indrukwekkende stilte... Dan weer kletâte eeu kogel uit D. tegen den Wand van onzen SGhuijhoek. Dan weer kwam een verdoolde piot, beslijkt tôt over de heupen, naar den weg vragen... En ik gevoelde lijk een gevoel van groot welzijn, daar binnen, in dat donker kot, op het natte strooi, met het hoofd op den harden ranfftl en de voeten op eenen hoop beslijkte schoenen. Eu zoo duurde faet dan ganschen nacht door... De morgen in een prach-tig zonnegloren verbrak het akelig duistere van den nacht en de warrne en deugddoende zonnestralen kustten ailes wakker, en vogels, en bïoemen, en mannen in de vunzige holen.Qansch de natuur zong en kweelde van blijden wellust en levenskracht. Zdlf de arme, sukkelachtige piottenwereld kwam uit aile hoeken en kanten gekuopeo, en strekte en rekte zich in het heldere zonnelicht dat hèt een echt plezier was.. I^n de vroolijke daç huppelde voorbij in eene schittering van zon enbloemen en in blij gezang van vogeleri en piot-ten.Maar helaas ! Rood moest de zon on-dergaan, dien dagy-^bloedrood ! De mannen van de derde sektie, zullen het nooit vergeten. Nooit! Nooit! Al werden ze honderd jaar oud!.. Juli, 1917, blijft in hun verstand gegrift met roode letters. Buiten, voor hunne schuilplaats, zaten de mannen neergehurkt en lonk-ten levenslustig den blauwen ijhemel in en -koesterden hunne stramme ar men en beenen in de deugddoende zonne. Hunne vlugge oogen voîgden de vtde vijandige vliegtuigen die boven D. kunstig aan het zwenken waren.... Daar zaten de sergeant DeB..,GustS.., Karel Y.P.., en eene heele bende joelige vreugdevolle piotjes, echte « anciens » van die goede derde sefciie... Ze lachten en zottebolden zoo speelziek en levens-lustig, dat ze waariijk schenen den droeveil toestand te vergeten. En dan gebeurde er iets dat me heel mijn leven bijblijft... Een Duitsche granaat, een enkele, plofie huiland en brullend midden in onze jongfens neer.. Ik'zag een bloedroode vlam, en een oogenblik verdween gausch den omtrek in een vuilen zwarten rookl.. Maar helaas ! Het (Suurde niet lang of nood-gehuil en pijnlijke jammerkreten, en droeve, droeve klachten, weerklooken akelig eïs gillend over de vlakte... En de rook schoof sluiperd en vepijnig weg lar>gs den bloedigen grond... Wreed ! Schrifekelijk !.. Onze sergea^t — oh 1 liij was niet meer kenbaar !.. hij lag daar in îijn bloed, als een mgssa neergesfort. Bloed was g'espetterû tôt in de schuilplaats voor hem. Nev%ns bem îag een anderé, Gust S.., met de uitpuilende hersenen en vele wonden aan de beenen, in bezwijming. Men droeg bem binnen en ik verbond hem. Het was een ferme jongen, die Gust !.. Hij is dood, ru ! Zijue moeder zal over hem weenen en al zijne makkers bekla-gen hem. De bevclhebber weende toen bij hem zag Iiggen, en toen Gust weer tôt zijne zir.nen kwam, keek hij ons glimlachend aau, en zoo danlsbaar. Maar die biifc sprak reeds van gebroken harte en levensdra^d ! Hij stierf twee dagen later in hetgasthu^s. Auderen nog werden bijgebracht en verzorgd. Oize brave brankardier, Staf-ke V.., deed wonderen. Andereri vlucîht-ten weg en lieten bloedsporen na zich ! Een of twee zijn later nog gestorven in het gasthuis... Akelig was het ! Wreed!'.. Ik denk nu nog onwillekeurig aaa die bloeiende jonkheden. Ik denk aan die joelige jeugd die geen gevaar kende. Ik denk nog aan Gust S.., toen wij op den sektor van S waren. Dan Z3.gt.ii we in de verte, langs dan zeelant, een immer versehijnende en verdwijnende lichtstraal. Gust zei dat het de \uurtoren was van Westende en trok ereene verwoede «salyo» op los. Op een anderen keer plaatsti hij zes ge-weren nevens maîkander en pointeerde op 5.000 meters. 't Was voor den E. M. van den Duitsch, zei Gust, en hij trok de zes geweren af met eenen laadstok. Dit was eigenlij ? de luimigste oorlogs-man dien ik tegenhwam. Notiit ging hij op verlof, nooit vroeg hij er naar. Van zijne geringe soldij wist h?j nog centen uit te speren. En net !.. De rustiijd was bij hem een eeuwig poetssn en biicken. Hij was de vreugde van 't peloton en iedereen beminde hem. Nu ligt hij op het kerkhof van A. in den kilien grond. De dierbare moedergrond die hem zag geboren worden prangt hem nu in zijnen schoot. En zulke jongens zijn er met duizen- den in ons leger. Helden zijn het zonder het ztlf te weten.4 Fier ben ik, Belg te zijn om de koenheid van Belgie's sol-daatjes.K. R. 0e aauvâlsbewggiug ia heî Weslcn Een volksverîeg@siwôordig«r békent de mislukking Een !id van den Duitschen Reichstag le^de volg^nde bekentenis af voor een briefwisselaar van de ipolitiken» : Wij kunnen 't niet verbloemen dat de groote aanvaisbewpging de verwachtte uitsîagen niet opleverde. Zij heeft ons te veei mannua gekost. Wij hop^n nochtans de tusten te îbe-reiken en het verkeer te bfiJemmeren in het Nauw van Kaies daar onze verdra-gende kanonnen gem.<kkeiijk Engeland kunnen beschieten. Dan zullen onder-handeliugen rnogeiijk zïjn. Duifsebiaid heeft geen oog op het mij;.bckken van Lorreinea noch op Ant-wérpen.Onze veriiezen bedragen thans drie millioen dooden, gekwetsten «n verinis-ten en ij zoeken niât die verliozen nog ta doen stijgen. Ten anderen, Duitsch-iand heeft ia de toekomst reeds de hau-den vol in Ruslaad. Van de Verbondenen vragsn wij enkel de teruggave vàn onze koloniën en Madagascar.——.—„— «—.——■ 'T KANTJE OP 'T FRONT Ûe Eekiîghelbbende van BôHîbafdemtiiî Eriev-2ii van Zebedetgs Bovenstaande is de titel vnn een hoek-je voor onze Antwerpsche kerels. Het is ; geschreven in echt signoors, en 't moet j dus door alien gelezen en gekend. Het ! wordt uitgegeven door Jos. Goudswaard van Autwerpen, tijdeîijk gevestigd ; Den Haae, Weimarstraat, 165, en kost 30 Holiandsehe centen. « Het Boek van den B&lgificken Soldaat », onder-comité van den Haag, dit verdienstelijk werk bij uitstek, verspreidt het kosteloos, en denkelijk is het ook bij het hoofdbureel ta Londen verkrijgbaar op aanvraag. Dus sinjoren, daar eess op gelet, niet-waar ! De hoofdverdiensten van dit werk]e zijn, dat het « pîezant » is en ons terug-plaatst in onze geliefde, oude Scheïde-stad.Hoeken en kantjes, die we ons nog wonderwel herinnerec, om de aangena-me, vroolîjké, gelukkige uurtjes daar gesleten, worden weer îevendig en met veel typische k'eur voor onze oogen ge-tooverd, en personen, die 't kleinste kind van ons stadje u met den vinger zou wijzen, treden weer met « joviaal », echt-Antwerpsch gebaar in ons ieven. Zebedeus schri|ft zelf, en rond zijn persoontje draait heel z'u « gekribbel ». Ge weet, hij woont op 't hoekje van 't Donkerstraatje en is schoenlapper. Hij onts'teekt dagelijks 't lampeken van het 0. L. Vrouwken op 't hoekskan, werkt h-rd- drinkt gaarne « eenen van vijf » in't Trîpp^ken op, en acht poli-tiek fiauwen kul. .De volksvent heeft echt'T veel gezond volksverstand en be-kijkt de dingen zeer nuchtcr, alhoewel hij nogal 'ne keer zat is. Hij is katholiek, zeer geloovig zelfs, doen dit beiet hem niet den pastoor eer s fiitjk van de veëg te geven. lîîj misprijst de poiitiok, doch houdt er niettemin gezonde poiitieke denk-beelden op na. Hij roert even in den Vlaamschen p»ppot, en zonder hij het zelf scfcijnt te weîen, toort hij ons waar de stank van-daan komt. G'O moet dan ook gesn ad-vokaat zijn om te kunnen besluitçn hoe we in de t >ekomst koken moeten ! Dit boekje is dus geheel van onzen tijd en zeker zuilen onze sinjoren het met orgemeen genoegen lezen. Georges VERSTAPPEN. •aKsesnaiwsM? Vlumiagen abonneeri «p • OHi VâDPHUH» ' ■ i MIEUW VLAANDERSN Ik droom vah u nu lente Ieven geeft, nu al wat sliep ontwaakt aJs uit eenen bangea droom van wreid sterven en vergaan. • — In 't koude najaar heb ik de groene boomen zien kwljnen en dood staan te droomen, alsof het laatste leven hun basten was ontgaan. Doch nu, nu staan z-î langs de grijzô wegen, weer forsig in hun kracht, a!s dwepsnde r«uzen die spotten op 't machteloos geweld der slopende tijden, en 't lachend zonnelicht doet de blaarkens uit hun botten wrich-ten en kleurt ze aaiend met haar groene tinten vol leven en vol hoop. Ik heb U ook m'n Vlaandsrland zien kwijnen als die boomen, langs grijze wegen die zich kleurden met uw roode levenssap dat vloeiend stroomde uit gapend wreede wonden. Ik heb uw volk zieu sterven, o zoo bloedig, zoo afgrij» selijk en zoo wreed en g'hebt in al uw rouw en al uwzwasr eliende uw eigen zonen geborgeti in uw eigen moeder-schoot. Ge waart nog maar een graf m'n ara lief Vlaaaderen, een graf waar-in't schoonste van uw eigen wezen be-graven lag. Dcch in die uur van grooten nood en stijgend zieleleed heeft Viaanderen's bard gesproken tôt z'n volk waarvan hïi 't zware lijden begreep en medegevoeld had. Envol gevoelen, vol hoop op nieuw ontwakend leven klonk z'n woord profe-teerend over 't land : Hier Iiggen hua lijken Als zaden ia 't zand. Hoop op den qogst O Vlaanderland ! Ja ze Iiggen daar ons kloeke jongens, de kera, de keure van ons volk, het hart van 't eJgan land ligt in het land begra-ven en... Vlaanderen is nog maar een graf ge.ïijk. Doch een graf waar nieuwe leven zal uitrijzPD, esn graf waar 't rijke zaad in ligt te kieme-i dat in vrediger zonnetij z'n schiutjes zal ziea groeien en sprie-tsn uit het zand, uit de voehtige aarde die d'ronken is van 't verzadigend bloed. Ea 't leven zal dan sterker staan en j schoonsr en grootar dan msn 't ooit in Vlaanderen zag. Het bloed onzer jongens dat Vlaamsch roept, zal Vlaamsch leven baren, nieuw harteleven in een nieuw Vlaanderen. Wat zult ge schoon zijn dan m'n klein lief iandeken, schoon als ons volk zich zelve zal bewust zijn en leven naar het gevoelen van z'n eigen herte en de schoonheid van z'n eigan onvfcrbastsrd wezen. Dan zultge schoon zijn m'n klein lief Viaanderland, schooner dan ooit des dichters m;ichtig gevoel u peinzen dorst, schooner dan ooit de tijden en de volkeren u ook zagen. 'Schoon omclat ge uw eigen zult zijn dan ! Ea dan Nieuw Vlaanderîand, dan zal geen cnkel bloedend hart meer moeter* zeggen: «O Vlaanderîand daar is schuld in uw schand ! » Want geen schand zal u drukken of geen smaad zal u treffen want ge zult « Nieuw Vlaanderîand » zijn ! Edward HERMANS. Eene muiferij is de ôoslêanjksche vloot Londen, 18 Mei.— De kriefwisselaar van de « Times » op het Italiaansch front seint dat in 't begin van Februsri eefi ernstige muiterij plaats greep in de Oostenrijksche vloot. Dé opstand begôn te Pola maar brak te zelfdertijde uit te Cattaro. Het schijnt dat in beide havens botsiagen plaats grepen. De werklieden van het ars«naai van Pola eischten de afschafling der straftr.aatregelen en de bewe'ging won zelfs de b -manningen der vlooi die in opstand kwamen. Aan boord der oorlogsschëpen waren de effleieren onmachtig, maar net schijnt dat zij niet handgemeen werdeu met de matrozen. Na eene week onderhandelen bekwamen de werklieden hua recht. Te Cattaro was de. muiterij err.stiger. Zr>s kruisers eu verscheidene torpédo weerders hse^cliea het roode vaaudel en botslngen grspen plaats tusschen de muiters en de Duitsohersan Magyars die niet toctraden. Er waren talrijke doo-don. Eindeiijk behaalden de muiters de boveûhand.Zij overmanden de officieren en een admiraal die zij mishandelden en opsloten. De muifcs waren meester in de haven (n koadigdeo dagorders afgeteekend «het komiteit der vlootbemanningen. Het komiteit deelde per radio zijne eischen mede aan Weenen en vroeg den onmiddelijken vrede. De regeeringzond naar Cattaro eene vlootdivisie onder bevei van een Duitsche Oostenrijker. Na onderhatdelingen gaven de muiters zich over, na per gesebrift de verzekering bckomen te hebben dat eenige van hunne eischen zouden iagewllligd worden ea dat zij geen strafîen zouden oploopen. Als gevolg van deze muiterij werden verscheidene hoogere officieren afge-steld. De B*annen der vloot worden sedert dien hard behandeld en onder de miîiste voorwendsels erg gestraft. Hog over keizer Karel's brief (Naar de * Daily News ».) Het geschil omtrent keizer Karels brtef aan den Voorzitter der Fransche Rtpubliek, gaf aanleiding tôt een be-langwekkend débat ia het Engolsche Lager Huis. M. Balfour heeft volgen-derwijze hv-t standpunt der Britsche re-geering verdedigd : 1. De brief dagteekent van Maart 1917. Hij moest enkel meegedeeld worden aan Frankrijks voorzitter en hoofdminister en aan koning Joris en de Britsche Premier.2. De brief stelde voor weergave van Elzas-Lotharingen pan Frankrijk. Toen geopperd werd dat Frankrijk het herstel vroeg de'r grenzen van 1814 en niet die van 1870 antwoordde M. Balfoui dat zulks nooit een vast plan der Fransche buitonlandsche politiek was, en hij orit-kende uitdrukkeiijk dat dit zou deel uit-maken van de oorlogsoogmerken van de verbondenen. 3. De brief was een «-rredesoffensief » waar de Keizer mede instemde. Het moest da verbondenen verdeelen. Hij (BaJi'our) verdedigde de handelwijze van M Clemenceau die den brief opecbaar maakte, niettegenstaande de voorzitter der Republîek zijn eerewoord er,op had verpand. 4. M. Balfour verklaarde- ook dat de Britsche regeerîng ten allen tijde bereid is, allé eerlijke vredesaanbod te aan-vaarden en in overweging te nemen. M. Asquith drukte zijne instemming uit met M. Balfour's verklaringen, en trok er het besluit uit dat de Britsche Regeering nooit de deur had gesloten voor eenig ernstig vredesaanbod. ROND DEN 00R10G fgxtaniwm mmmtmuntvm $!og een nieuwe Duitsche aanvalstaktiek Voorop de stoottroepen komen mannen die twee aan twee lange ijzeren pijpen dragen gevuld met spriagstof. Dezè pijpen worden dwars over den prikkeldraad geworpen, de lont aange-stoken en de mannen vîuchten weg zich haastend buiten bereik te zijn wànneer de tuigen springen en den prikkeldraad veroietigon. De Keizer een ôngeiuksvogel In den loop van twee maand hebben de Duitschers nu over de 150 afdeelingen ia't vuur gebracht. Naar sommige on-langs gevangen genomen Duitschers, was de keizer aanwezig aan 't front toen op 17 Apvil de aanval plaats greep, aan-val die zoo jammerlîjk mislukte voor de Duitschers. Het iazicht des keizers was dea bevelhebber der lste Landweer af-deeling een eereteeken toe te kennen : nutteloiis te zeggen dat het eerekruis aohterwege b'eef. De wonderiijke te/enstand der Belgen was een nieuw bewijs, bij de reeds zoo tairijke, hoe 's keizers aanwezigheid schijnt ongeluk voor de Duitsche legers mede te breng n. ûe îoefiomstige aanvsis-bewegingDa Duitscha bladen voeren sedert eenige dagen ern veldtocht zooals deze die de aanvalsbeweging van 21 Maart voorafging. De Duitschers verzekeren het volk dat de aanval zal doorge.dreven worden tôt aan het eiade van den oorlog. Het doel blijft hetzelfde : beîde legers ^ van elkander scheiden, Dg vijfde winterveïdSôcht Uit de « Times » : M. Haussinann legde in der. Reichstag volgende. verkiaringen af : Wij zijn bereid voor een vijfden winterveldtocht. Indien de oorlog in het Westen voort-gezet wordt, zal Duitschland ook veel troepen moeten houden in hetOostea. Op dit oogenblik is geen akkoord met Ëugeïand mogelijk. De wil van Lloyd George en Lord Robert Cccil is ste'rkt r dan deze van Lord Landsdowsse. , * Ouitsciiland. De wereldcoalilie moet le niet zoo we dess oorlog wsllen wiitîign Geneve, 20 Mei. De socialistische afgevaardigde David schrijft in de «SchwaebischeTag'wacbt»: Indien Duitschland er niet in slaagt de wereldcoaiitie te ontbinden dan zal de oorlog voor het keiz rrijk verloren zijn want in dit geval kan geen spraak zijn vaù waren vrede. 't Ware enkel eea wapenstilstand die een nieuwe bewap"-niag zou uitlokkea eu ons tôt voîlediger uifputting zou doemen. Wij kuanen de wereld niet eeuwig onder onze hecr-schappij doen bukken. De toestand van ons land bïïjft^ze r-ernstig niettegenstaande de zegepralen die wij behaalden en nog behalen zulleD. Het is onmogelijk zich te bedriegen ais men nagaat aan welke bronnen onze tegenstrevers kunnen putten. 0e oiaîvolkiisg Zurich, 20 Mei. Een ambteîijk verslag toent dat de ontvolking in het tljdstip van 1917 ge-iijk staat met een verlies van 1 millioen kinderen. De regeering denkt den toestand te verhslpan dooJç aan de moeders en kinderen een .bijgevoegd rantsoen te ver-leenen.De gebeurlenissen in Rusland Terugroeping van den Fran-schen vertegenwoordiger Moskou, 19 Mei. M. Tchilcherine, kommissaris van buitenlandsche zaken richt tot't fransch goevernemeDt volgende nota ; De verkiaringen door M. Noulens aan Rusland gericht, binst het hachelijk tijdperk dat ons land beleeft, kunnen do goede betrekkingen tusschen de twee landen niet aonbrengen ; en de vettegen woordiger die't zijne bijdraragt om de betrekkingen tusschen Frankrijk en Rusland te vermoeilijken kan niet meer geduld worden. De regeering van de Soviet vraagt dientengevolge dat M. Noulens dadelijk teruggeroepen worde. Se hongersnood te Peîr^g ad neeml schri&wekK* nde uitbreiding Petrograd, 19 Mei. De hongersnood verergert hier van dag tôt dag. Er is om zeggecs niets meer in de magazijnen en op de markten. De twee derden zijn gesloten. Er ts noch meei noch suîker, noch aardappj-len noch kaas noch melk en bitter wei-nig vleesch.Alle nog te vinden eetwaren worden zonder toezicht aan den meest-biedende verkocht. Alleen zwart,slecht verteerbaar brood woret nog gebakken, waarvan men met moeite 60 gram daags kan bekomen. Overal steelt men, zelfs onder bloed-verwacten en vrienden. Honger keat geen gebod. " • De eetwaren zija zoo zeldzaam dat velo tsgea 't zelfde gowicht gold verkocht worden. De heïft van den dag wordt besteed aaa 't zoeken vanvoodsel. Eene hesp kost 1.000 tôt 1 500 frank, do boter 52 fr. het pond, en het meel (als er is) 25 fr. 't pond. De eiers kosten 3 fr. 75 't stuk en de zeldzame aardappelen worden 6 fr. 50 het pond betaald. Al deze voedingstoffea zijn slechts ia ' t geheim te bekomen. -Visrlt Jaar{aa£ — *C8I \rô1Ëûir~!"îH'r Pltljï : 10 CftNYIJBMBM Diasâ^g 2-. iicï&lè -* ^ ^ ^ l

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Calais du 1914 au 1922.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes