De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

485701 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 10 November. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Konsultiert 20 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/kh0dv1fg3q/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

■ Tweede Jaargang, Nr n. — 10 November 1917. Prijs : 10 centiemen. Tweede Jaargang, Nr 11. — 10 November 1917. DE EENDRACHT Weekblad voor het Vlaamsche Volk ABONNEMENTSPRIJS : Een jaar fr. 5.£0 Zes maanden .... » 2.60 Drie maanden .... » 1.30 Geene abonnenten worden aangenomen die niet op voorhand het bedrag hunner inschrijving laten geworden. BUREELEN; Voor het Generaal Gouvernement : Prinseistraat, 16, ANTWERPEN. Voor het Etappen- en Operatiegebied : S, Huurdochterstraat. gent. Postchekrekening Nr 86. AANKONDIGINGEN : Prijs naar ©vereenkomst. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Handschriften worden niet teruggezonden. BOEKBESPREKING : Het toezenden van één boek of schrift geett recht op vermelding : twee exemplaren, op bes»reking. VERBANNING VAN Priester Van der Meulen 1 AANBIEDING VAN EEN GOUDEN KELK. ■ ÎBSchrijvingslijst geopend door de zorgen I van de Katholieke Vlaamsche vereeniginR Per K CltUCEM AD LUCEM. -4e LIJST Bj. H. Mechelen 2.5o ■ F.enlge leeraars, vrienden van Pr. Van I der Meulen, uit Hasselt 22.— ■ Tereere van den moedigen Vlaamschen I priester, een pastoor en een kapelaan ! uit Limburg - ■ *Mevr. Willem Tepper 6.25 ■ Een groep bewonderaars 5.— I j. K. S., Bouchout 2.5o [ I Uit martelaarsbloed wordt Vlaande- [ i ren herbores J-— ■ g \ Aan U mijn groet, o heilige martelaar i.—^ Een nieuwe martelaar, een nieuwe Mi 1 zegen 2-— 9 ( Een Vlaamsche jonkvrouw '■ \ 1k heb uw tijden medegeleefd 2.5o E«n normalist uit Mechelen 2.5o Een aktivist, leerling aan de normaal- school te Mechelen 1-25 R. Gheeraert, priester, s' storting Vriend Paul, lijden voor Vlaanderen's recht ii echt priesttrlijk werk 5.— God «chenke ons een Vlaamschen Bisschop (Rumpst) i-25 Welnu, Havere blijft in den Iîavere (Rumpst) 1-25 iî. B. — Voor wat ae gitten ueireu, eiiKei 'Vtrmeld door de gemeenten van herkomst, worden, bij gebreke aan de noodige aandui-iingen.de namen der gevers voorzichtigheids-halve niet openbaar gemaakt, zoolang de •opzend«rs niet het verlangen uitdrukken nog ftekend gemaakt te worden, wat zelfs wel alltszins wenschelijk is, indien eenigzins mo-♦eltjk.Verdere bedragen en mtdedeelingen nog te zesden *an L. Sips, Van Arteveldestraat, 27, Antworpen. De Grond der Zaken. iKen verkterd uitgangspunt lropt op schromelijke dwalingen uit. • ' P. PALAU S. J. Wij willen een oogenblik nadenken, trnstig nadenken niet over een mogelijk langeren of korteren duur van den oorlog, want wij zijn geen oorlogsprofeten ; 00k niet over het laatste offensief in Vlaanderen b.v., want dat is niet ernstig neen, wij willen een oogenblik de redenen opzoeken die zoovele Vlamingen, ja de verpletterende meerderheid der stambe-wuste Vlamingen de richting heeft doen inslaan, die men, ietwat precieus, activisme gedoopt heeft ; wij willen nagaan •hoe het komt dat in dien sterken, krach-ïigen boom, dien men Vlaamsche Beweging noemde, een wig werd geslagen ; wig, die steeds dieper en dieper in den stam gedreven wordt. Het activisme van een groot aantal flaminganten, is ontstaan uit een drang naar reactie tegen het onzinnig franco-belgisch en anti-Vlaamsch patriotisch gedoe, zoo in binnen- als in buitenland; uit een drang naar reactie tegen de franschdolle uitlatingen van een Maeterlinck, een Raymond Coleye en con-soorten. Wij mogen dat nu kinderachtig vinden ; wij mogen zeggen dat het heusch gelijkt op kwajongensmanieren — schop-pen en terugschoppen , het blijft een niet te looehenen feit, dat de beschim-pingen, de uittartingen en de doodvon-nissen in ons gelaat geslingerd, bij velen, vooral bij de vurigsten, iets hebben doen gisten, iets hebben doen branden, en koken ; dat ze anderen, de bezadig-i den, tôt nadenken hebben genoopt. Het « indien niet met Havere dan tegen Havere » zijpelde drop voor drop in de geesten door. En aan de overigen, aan de nuchtere politiekers boden de uitlatingen aldus een prachtige gelegenheid om stout met hun plannen voor den dag te komen. Daarin ligt dus wel eeh eerste aan-leiding tôt het aktivisme ; aanleiding die tevens een machtige stuwkracht zou worden. Zij die gewoon waren, de zaken nuchter-weg te beschouwen ; zij, die wat meer van de politiek af kenden, dan een glansrijke redevoering of een pom-peus dagbladartikel ; zij, die wisten wat een ellendige komedie, enkel en aljeen bedoeld om de buitenwereld en het simpele volk te misleiden, er bij al de uiterlijk vertoon gespeeld werd ; zij dus — ik heb ze daareven nuchtere politiekers genoemd, meenden dathet oogenblik gekomen was, niet om een schitte-rende voordracht te houden, niet om artikels te schrijven die de journalistische wereld omver zou doen vallen van verbauwereering, niet om een nieuwe vaderlandsche komedie te vertoonen ; maar om werkelijk te handeltn, om daden te stellen die voor goed een einde zou-den stellen aan denondragelijken toestand van yroeger. Dezelfde omstandigheden die door onze tegenstrevers onmeedoogend tegen ons en tegen ons volk werd uit-gebuit, wilden zij uitbaten voor ons en voor ons volk. Voor lien was al het schimpen en schelden de gelegenheid ! Zij hebben met kalme beredeering de VI. beweging op de banen gelsid die zij nu bewandelt ; zij, de koele bere-kenaars, hebben het aktivisme gebracht op het punt waarop het nu staat. De anderen volgden omdat zij zagen dat langs den kant der belgische regeering toch niets en 00k maar niets voor de Vlamingen te verkrijgen was, omdat de toestand in het léger ondragelijker dan ooit voorkwam ; omdat de maatregelen van Havere tergend waren. Zoo heeft het activisme, eigenlijk zijn bloei, zijn kracht en zijn sterkte te danken aan de flaters der franschkiljons en der franschkiljonsche regeering zelf. Voor de eenen was het de reden, voor de anderen de gelegenheid. Laten wij nu nagaan, welk het stand-punt was dier zoogezegde ruitenbrekers der eerste uur, die toch de richting gaven ; standpunt dat 00k de leiders der later bijtredende strijdgenooten inna-men ; laten wij nagaan wat ons standpunt is en waarom wij, vaster dan ooit in onze seboenen staande, hardnekkig en onverbiddelijk tôt het uiterste willen gaan, en ailes wagen om ailes te winnen of... niets te verliezen ; niets, tenzij misschien ons persoonlijk profijt en onze persoonlijke toekomst. Hebt ge uw penningvoor het Van der MEULEN-FONDS reeds gestort ? Over aglzuiveriiifi in Vlaanderen Het streven om de taal van vreemde woorden en woordvormen te zuiveren heeft zij ne uiting gevonden in eene reeks voortreffelijke werken, zooniet wetenschappelijk, dan toch opvoedkun-dig van aanleg. In onderhavige bijdrage, wil ik eenige woorden reppen over de oorzaken van het purisme in het algemeen, over zijn ontstaan en zijn aard in Vlaanderen en over enkele regels, die men in de taalzuivering dient op het eog te houden. Er zijn Vlamingen die denken dat ze de eenigen zijn, die onophoudelijk met den bezem in de hand moeten gereed staan om het vreemde uit ons Neder-landsch te keeren. Die voorstelling is verkeerd. Het streven naar taalzuivering zet de noodzakelijkheid voorop eener betrekke-lijke bloeiperiode in de taalgeschiedenis. Waar de taal tôt haar voile ontluiking kwam is het taalbewustzijn ontwaakt en met hetzc-Le oniwaaktc, evenals met het stambewustzijn, de neiging tôt on-afhankelijkheid, het verzet tegen elke vreemde inmenging. De Grieksche taalgeschiedenis biedt in opzicht van streven naar taalzuivering een voorbeeld aan, dat éénig hee-ten mag op dat gebied. In geen enkel land schoot de letter-kunde zoo fel op en in geen enkel land schoot het bewustzijn zijner meerder-waardigheid dieper wortel in het hart van het volk. Rond de vijfde eeusv voor Christus ontlook er in Griekenland ééne letterkunde, zoo veelzijdig en zoo diep, dat ze boven de bane van de toekomst als eene lichtbaan bleef opsteken. De meeste Europeesche volkeren hebben hunne bloeiperiode doorgemaakt. Docli in geene enkele letterkunde worden er namen aangetroffen, die in waarde, de namen der Grieksche kunstenaars overtreffen. In vele landen, zooals in Duitschland, Zweden en Engeland z.ijn taalkundigen en letterkundigen het niet eens over de bloeiperiode der taal of looehenen hun samenvallen. In andere landen zooals in Frankrijk en Italie, hebben de groote meesters op de spraak der pakomelingen een onbetwistbaren invloed uitgeoefend, doch nergens heelt de vereering voor hun werk tôt de verslaving geleid der spraak. Nauwelijks is het gulden tijdperk der Grieksche letterkunde besloten, of ijve-rige taalkundigen ontleden de werken der ousterfelijke meesters en leggen hun ontleede gewrochten vast in lexika en spraakkunsten, die als eenig richtsnocr dienen zullen voor de toekomende Grieksche schrijvers. Na meer dan twintig eeuwen leeft de taal van Plato en De-mosthenes nog voort boven de huidige volkstaal en hoort men haar in boelcen en scholen, in salons en in schouwbur-gen nog Weerklinken. Driemaal stond de Grieksche spraak op eene kentering naar de volkstaal toe en driemaal sne-den de verontwaardigde puristen, ver# eerders der zuivere Attissche taal, de Grieksche spraak den weg af van hare natuurlijke ontwikkeling en dreven ze terug op de baan van het uitgestorven verleden. Door het stelselmatig verzet der Grieksche taalkundigen is er in Griekenland tusschen de geschreven en gesproken taal een dam opgeworpen, welke de geschreven taal belet nieuw leven en nieuwe kracht te putten in den frisschen stroom der volkstaal. De puristische beweging in Griekenland toont aan hoe machtig op de taal de invloed is van een klassiek tijdperk, en hoe het purisme, op de spits gedreven, tôt noodlottige gevolgen leiden kan. * * # In Vlaanderen heeft de eerbied voor het verleden de taal in hare ontwikkeling niet gestremd. De wegen, door de taalzuiveraars ppgegaan, zijn er 00k meer bescheiden. Zooals de overige Europeesche letter-kunden hebben wij eene bloeiperiode achter den rug en het kan niet geloc-chend worden dat de invloed onzer klassieke schrijvers bijna bestendig op de taal der beste werken uit de vol-gende eeuwen is blijven nawerken. De beeldstormers, welke gedurende de XIXe eeuw elkander zoo snel in den lempel onzer letterkunde hebben opgevolgd, dierven het niet aan hunne vernielings-woede aan de beelden van een Vondel, een Hooft en een Huygliens bot te vieren. De taal der meesters belette echter niet dat uit de taal, in den loop harer ontwikkeling, nieuwe kunstgewrochten zijn ontsproten. De meesters schiepen ons een eigen taal en die taal hebben wij willen vrij houden van vreemde smetten. Wat ons tôt afweer van vreemden invloed noopte was niet zooals in Griekenland een trotsch gevoel van eigenwaarde, niet zooals bij de Duitsche nationalisten een overdreven verlangen naar zelfstandig-heid, niet zooals bij de Tcheken, de latere Grieken eene blinde reaktie tegen lang-durige politieke .overheersching. De stelsels welke de vertegenwoor-digers der taalkundige nationale Duitsche school, als Adeling en Riegel, hebben verdedigd, vonden niet eens weerklank bij ons. Welke Vlaming heeft er ooit voorgehouden dat de vreemde woorden bij voorkeur moeten ontleend worden aan de naastverwante taal, en wie onder ons zag ooit in het overnemen van elk vreemd woord een kiem, die de ont-binding der taal verhaast ? Hebben de Vlamingen al hunne namen vervlaamscht zooals de Tcheken deden, die al hunne namen ontduitschten opdat er geen spoor meer overblijve der vroegere verduit-sching? Hebben we sedert i«3o als terugwerking op het Fransche bewind, waaronder we gebukt gaan, elk Fransch woord uit onze taal geweerd, zooals de Grieksche taalkundigen, die sedert den oorlog van 1828 al hun ijver ontplooien om hun taal tegen den invloed van het gehate Turksch te vrijwaren. Ons streven naar taalzuivering was eene noodzakelijke terugwerking op de overrompeling der Fransche taal op ons spraakgebied. De besmetting was al vroeg aan den gang. Wie eene kronijk leest uit de 168 eeuw of een blad uit de 17e, zal zonder groote inspanning kunnen vaststellen hoe reeds vôôr den tijd dat Vondel zijne meesterwerken schreef, de taalverbastering in Zuidnederland liad ingegrepen. Ons puristische streven is dus eene zuiver defensieve beweging tegen een uitheemschen vijand. Het bewijs dier stelling ligt voor de hand. Als de oud-Grieksche taalkundigen het hebben over taalzuiverheid, donderen ze vooral tegen de nieuwe woord- en zin-vormen. Neem eene Fransche verhan-deling over hetzelfde onderwerp en ge zult met mij bekennen dat het er niet zoozeer om gaat vreemde woorden te weren, dan wel tegen neologismen te waarschuwen. Wie de proeven tôt taalzuivering van Meert en De Boek door-bladert, zal dra tet de overtuiging komen dat bij ons in de taalzuivering het zwaartepunt op het keeren der verbasterde woorden en uitdrukkingen wordt gelegd. Het ligt niet in mijn bedoelen, de vele diensten welke die werken aan .onze taal hebben bewezen, te betwisten. Wel mag er op gewezen worden dat die werken niet langer aan de eischen der hedendaagscha taalontwikkeling voldoen. Wel zal de taalzuivering zich steeds aan de Vlamingen opdringen, doch er dient 00k gezegd dat vele onzer heden-daagsche schrijvers eene zeei gelouterde taal schrijven. Er is een andere vijand, een inlandsche vijand, welke aan onze taal knaagt en ze zoo vernield. Die vijand is het streven naar opzichtige woordvormingen en zins-wendingen. Ik verwijs de lezers der « Eendracht », naar het zeer juiste oor-deel, welke Luc over Teirlincks boek Johan Doksa, in het Vlaamsche Nieuws heeft geveld. In de scholen moet het uitsluitend opsporen naar gallicismen in de werken van schrijvers uit de eerste helft der 19e eeuw ophouden. Daarnevens moet de aandacht der leerlingen op de werken van Querido, Teirlinck en andere schrijvers gevestigd worden om ze te waarschuwen tegen de ontbinding, welke door die werken m onze taal dreigt in te sluipen. Er is op dit gebied veel on-kruid te wieden. * * * Welke zijn nu de îvgels welke we bij de taalzuivering motten naleven ? Er zijn lieden, welke in het overnemen van vreemde woorden, zeer 011-beredeneerd te werk gaan. Door een oppervlakkig wetenschappelijk snobisme bezield, springen ze maar al te licht-zinnig om met de geschiedkundige waarde van onzen Nederlandschen woordenschat. Hebben wij geene lieden hooren bewe-ren dat we, op grond van wetenschap-pelijke nauwkeurigheid, de benamingen Luik, Kamerrijk, Parijs en Weenen mossten prijsgeven om voortaan Liège, Cambrai en Paris op zijn Fransch en Wien op zijn Duitsch uit te spreken? Dat is eene grove dwaling. Ten eerste is het over boord gooien van benamingen, door het verleden onzer volksspraak en door geschiedkundige nationale dokumenteh vastgelegd, eene inbreuk op ons Nederlandsch taaleigen. Er zijn_ook opwerpingen van prakti-schen aard tegen dit streven in te brengen : Het is gladweg onmogclijk die vaktermen aan te leeren. Hoe wilt ge er het volkskind toe brengen die vreemde woorden zonder klankvermin-kin . uit te stotteren ? In de middel-eeuwen kon het bastaardwoord spoedig vermomd en ingeburgerd vvarden. Doch

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1916 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung