De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

678344 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 17 Dezember. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Konsultiert 29 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/3t9d50hj2v/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Eerste Jaargang, N' 16 Prijs : 10 oentiemen 17 December 1916 DE EENDRACHT Weekblad voor het Vlaamsche VoSk ABONNEMENTSPRIJS : Een jaar fr. 5.20 Zes maanden « 2.60 Drie maanden ...... ». 1.30 Geene abonnenten worden aangenomen, die niet op voorhand het bedrag hunner inschrijving laten geworden. BUREELEN: Voor het Generaal Gouvernement : / Prinsesstraat, 16, ANTWBRPEI. Voor het Etappea- en Operaties.ebied : «Koninklijke ""aveerne», Karamerstraat, 10, GENT. Postchekrekening Nr 86. AANKONDIGINGEN: Prijs naar overeenkomst. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Gp n han Iscbriften worden teruggezonden. Boekbespreking : Het toezenden van één boek of schrift geeft recht op vermelding ; twee exemplaren, op bespreking. - maim-WEMMCaMaMI navaix, ■>-. —- ——imT TTW—mnTniHTI n Hiearne insehrijveps voor hetjaar'1917 ontvangen ons blad van af het volgende nummer kosteloos. Wij doen de inschrijvers beleefd opmerkendat zij het bedrag hunner inschrijving (fr. 5.20 'sjaars) op voorhand moeten laten geworden op ons bureel, 't. zij per post-mandaat, 't zij door storting op onze postchekrekening nr 88. Op de postbureelen worden geen jaarabonnementen op de bladen aangenomen. ïteeds verschenen nummers kun-nen nog altijd gezonden worden zoolang de voorraad strekt. Aciivisme en Passivisme. Meer dan eens bebben wij, naar , î ^ ' v g - 'r ] " u çjyjfr, ■ M's Frans van Cauwelaert en J. Hosie, e,. an hun orgaan « Vrij Beigië» aangenomen, hen «leiders der passieven» geheeten. Daartoe werdenwijgei oopt nietalleendoor wat wij van hen te lezen kregen maar ook door het oordeel dat niet-sîrijdende maar daarom niet minier vooraanstaande Vlaamschge-zinden in Holiand en Beigië, door nauwe vriendschapsbetrekkingen met hen verbonden, over die houding uitspraken. Telkens als Mr van Cauwelaert of M1' Hoste, zooals in de laatste tijden wei eens gebeurde, artikels in hun weekblad atkondigden die een stap in de richting van het Activisme beteekenden, waren wij dan ook zoo verheugd dat wij niet na-lieten er onze lezers mèe bekend t'j maken als een bewijs der toe-nadering die weldra onder al de Vlaamschgezinden zonder onder-scheid de zoo noodige eendiacht zou herstellen. Het schijnt nu dat wij het mis hadden. MrFrans van Cauwelaert is niet van zienswijze veranderd... om de goede reden dat hij nooit « passief » maar integendeel altijd « actiet » is geweest. Dat: althans tracht hij te betoo-gen in volgend artikel van « Vrij Beigië » (8 December 1916) dat wij in zijn geheel overnemen om het verwijt v«.n onvolledigheid of onnauwkeurigheid te ontgaan : Bedrieglijke richtingen zoeken altijd naar verleidelijke leuzen. Er zijn altijd onnoozele halzen, die zich laten van-gen aan den klank. Het was dus natuurlijk, dat wanneer eenige Vlamingen vorig jaar in hun hoofd kregen om met geweld de Vlaamsche zaak eens gauw uit te maken, ze zouden vooruitkomen met een schijnschoon parool en ze noemden zich « activist ». Het was geen bijzon der rijke vinding. Hun parool wa: Zweedsch import en het bracht var huis uit een geur mee van Duitschge zindheid. Maar bij de jeugd, die var geen stilzitten houdt, maakt een roej van activiteit indruk en een zeken hoeveelheid van jonge mannen werdei het slachtoffer van het aldus gezocht< misverstand. In werkeiijkheid deugt de tegenstel stelling van passivisme » en « acti visme geenszins om de resp. opvat tingen en werkzaamheid van beid< groepen te kenmerken. Het onder scheid tus. chen beide ligt niet in eei verschil van trouw, noch in werkzaam heid, ten ongunste van dezen, welke men als de lijdzamen wil doodverwen maar in de principieele afwijking ove de richting. welke onze Vlaamsche werkzaamheid tijdens dezen oorlog, ei bijzonder in het bezet gedeelte vai Vlaamsch Beigië heeft te volgen. Wi< het tegenovergestelde beweert, maak zich schuldig aan politieke gauwdie verij. Deze srauwdieverii werd echter oi groote schaal gepleegd en de onmoge lijkheid voor de nationalistische Via mingen om met hunne tegenspraak met hunne waarschuwingen en me hunne woorden van opwekking te dringen binnen de grenzen van he bezet land,maakte de activistische mis leiding, veel gemakkelijker. Men heef niet alleen, met schuldigen opzet, elke handeling van de regeering of var regeeringspersonen, elke uitlating, die van verre of bij de politiek van de re geering raakte, stelselmatig als der Vlamingen vijandig verklaard ; mer heeft onze strijdgenooten vooral trach ten te verbitteren met de voorbedachte bewering, dat de leiders van VrijBelgU en hun geestverwanten zich tijdens der sirijd aan de geestelijke belangen vat ons Vlaamsche volk niets geleget laten, maar met marmeren onaandoen lijkheid de gemeenste aantijgingei het zuiver inzicht van onze Vlaamschi beweging, aile misbruiken tegen onz< Vlaamsche jongens of uitgewekenei over hunnen kant lieten gaan, en roer loos toezagen hoe het Vlaamsche ge voel onder den dekmantel van eei oneerlijken godsvrede, werd doodge drukt. Als verlengstuk van dit onverleger vertrouwenmisbruik in het binnenland werd, naar buiten, speciaal in Holiand gepoogd om elke daad van Vlaamsche opbeuring, in het bezet gedeelte, ah een vrucht of een bewijs van in stemming met het activisme voor te stellen. Een geval uit den jongsten tijc is in dit opzicht zeer leerrijk. He Davidsfonds heeft onlangs aan zijne talrijke afdeelingen een aanschrijver gericht om het werk van volksontwik keling en Vlaamsche ontvoogding da zij vôôr den oorlog met zooveel vruch hadden ondernomen, niet door be dachte moedeloosheid te laten te loo; gaan tijdens den krijg en dus hunne werkzaamheden te hervatten. Deze wenk werd reeds vorig jaar gegeven en onderteekend door de personer daartoe van zelf aangewezen, dei voorzitter Prof. L. Vlieberg, en der secretaris, den heer K. Heynderickx Deze werking van het Hoofdbestuui van het Davidsfonds ligt geheel in de lijn van de politiek, welke wij steedi hebben gevolgd en gepredikt, maar de activisten trachten het sprookje te ver-spreiden, alsof het Davidsfonds met zijn 15.000 leden en Prof. E. Vliebergh aan 't hoofd, naar hun zijde was over-geloopen. De zaak stat 1 echter anders-om. Prof. E. Vliebergh en de Leuven-sche Vlaamsche Groe,., of hij tôt de Universiteitswereld of ,ot den Boeren-bond behoort, blijft ! set hem op de meest besliste wijze te;:enstand bieden tegen de activistische intriges en het was voor ons steeds een waardevolle aanwijzing te weten, rat onze politiek volmaakî bleef aansluuen bij deze van den hoofdman van het Davidsfonds die voor zoovelen van o,;S een kostbare raadgever, voor allen een eerbied-waardig voorbeeld van Vlaamsche toe-wijding en onverdroten arbeidzaam-heid geweest is. En zoo is 't regel, met elke daad van goede Vlaamschgezindheid. Is 't zelf-genoegzaamheid, a- ; ist of mengsel van beide ? Wie za het uitmaken ? Maar dat dit gaaien-ve< toon metvreem-de piaimen nisi var. >ard is om de algemeene werkzaâmneid van de Vlaamschgezinden te bevorderen ver mits velen, bevreesd voor de moedwil-lige verwarring, welke met gemeen-schappelijken ijver door de franskiljons en activisten rondom hunne handelin-gen zou worden gesticht, tijden van grootere helderheid en gematigderen bloedgang willen afwachten om als Vlaamsche mannen van hunne overtui-ging opnieuw te laten blijken. Deze vrees heeft ons echter nooit kunnen weerhouden om tegenover het vaderland in het algemeen, maar ook tegenover het volk, dat door zijn taal-gemeenschap op zijn Viaamschspre-kende en schrijvende voormannen het meest is aangewezen, van den beginne af, in onze eigenschap van Vlaming, onzen plicht te doen, in het steeds le-vend vertrouwen, dat al hetgeen wij n onze donkere dagen voor Beigië zouden kunnen doen aan onze Vlaamsche zaak, wat wij1 voor ons Vlaamsche volk zouden doen aan Beigië ten goede zou komen. En toen de meesten onder de nu zoo breedgemonden nog van hun beduusheid niet waren bekomen, heb ik zelf reeds in De Nieuwe Amster-dammer onze mannen van het Vlaamsche woord opgewekt om zich niet schijndood te houden, omdatzij nietlmet de dooden zouden worden begraven. 1k weet niet of mijn woord toen ern-stigen weerklank heeft gevonden en de tijd heeft mij zelf in de eerstvolgende maanden meestal ontbroken om zooveel te schrijven,als ik zelf zou hebben begeerd,want het was de voile periode van de vluchtelingenbeweging en or-ganisatie in Nederland, en er waren steeds handen te kort. Hoe heb ik in die dagen dikwijls bitter geklaagd, dat zoovele Vlaamschgezinden, o. m. ver-schillende dezer welke enkele maanden later met groote luidruchtigheid plots op het tooneel verschenen als de papieren wrekers van ons verlaten Vlaamsch volk, kwalijk te vinden waren voor het inrichten van dat zoo over-wegend belangrijke werk van volks-ontwikkeling dat in de vluchtoorden, interneeringscentra en vereenigingen van uitgewekenen was te verrichten. En toen ik in den zomer van 1915 het bezoek kreeg van twee Antwerpsche afgevaardigden der nieuwe richting, welke mijne medewerking wilden ver-krijgen om de regeering te stellen voor een reeks ean onmiddellijke eischen met de bedoeling om zich bij niet be-vredigende beantwoording te wenden tôt de bezettinghoudende macht, heb ik mij niet tevreden gesteld met hun oogmerken te bestrijden, maar hun een omvattend j)lan van volksontwikkelihg ontvouwd,waarvan de verwezenlijking, voor onze Vlaamsche heropstanding een vastere basis zou hebben gegeven dan aile misvattelijke hulpdiensten van Duitsche zijde en zonder dat het ge-meensehappelijk Belgisch belang er zou door gedeerd worden. Ik verlang mij door deze herinnering met jeene ongewete verdiensten te kronen Het grootsche plan van volks-ontwikkeling, waarvan zooeven sprake is geen vinding van mij en wordt bijv. met bewonderenswaardige gevolgen-rechtheid door een onzer grootste maatschappelijke instellingen, denBoe-renbond van Leuven, voor het land-bouwge'oied ten uitvoergeiegd. Ik zal net overigens achterwege laien om de opsomming te maken van hetgeen wij, de zoog. slaapdronken passieven van Den Haag in de volgende maanden gedaan hebben. Maar wij kunnen aan de toekomst gerust overlaten onze boeken na te lezeri en hebben deze feiten even ingeroepen om aan te too-nen, dat het boerenbedrog is, wanneer de activistische richting zich opwerpt als de eenige vertegenwoordiging van Vlaamsche daadkracht, tijdens dezen oorlog, zoo niet van Vlaamsche daadkracht zonder meer. Wat de activistische richting ken-merkt is geen grootere werkzaamheid, geen grootere opofferingsgeest, — en vermits ook dit schijnt mee te rekenen — geen grootere durf waar het gaat om het gebod van het geweten en het heil van ons, volk. Wat ze kenmerkt is een politiek beginsel, over hetwelk wij niet heen kunnen, namelijk het beginsel dat zij van de dwangmacht der Duitsche bezetting en van den Duit-schen invloed, op het toekomende vredesverdag zooveel mogelijk willen partijtrekken om aan Beigië en in het bijzonder aan het Vlaamsch gedeelte van ons land een statuut op te dringen, die ons een Vlaamsch bestuurlijk Ieven voor Vlaanderen waarborgt, maar te-vens onze staatkundige vrijheid aan noodlottige banden legt. Want dat is de ware kern van geheel de activistische politiek. Misschien hebben niet al hare aanhangers dezen duidelijk erkend en wel zeker is het, dat de meesten onder hen er de consequenties niet van door-zien, noch volledig zouden aanvaarden. Maar zoo staat de zaak en niet anders. Wij evenwel beschouwen die Duitsch-Vlaamsche bondgenootschap, als een laster en, bij aile verzoeningsgezind-heid tegenover personen, blijven wij tegenover dergelijke politiek onver-zoenlijk en strijdvaardig, omd t wij zulks gevoelen als een gebod tegenover ons Vlaamsche volk, als een eed-verplichting tegenover de Vlaamsche helden, welke of vrijwillig of bij oproep, maar in de hoogste liefde, voor hun Vlaanderen recht en eerherstel met hun bloed hebben geeischt. Want dit bloed, het heeft gevloeid door Duitsche hand. Frans Van Cauwelaert. Wij gaan de woorden «politieke gauwdieverij » o.a. die het artikel ontsieren voorbij. Zulke uitdruk-kingen zijn wij in de schriften van den Antwerpschen Volksvertegen-woorliger niet gewoon en komen o sminder passend voor in een poîemiek tegenFlaminganten die, alleen wat de te volgen richting betreft. met den schrijver van meening verschillen enwier goede tr._ uvy de naastenliefde gebiedt niet in verdenking te brengen. Ook wat aangaat « de zekere » hoeveelheid van jonge mannen, » die slachtoffer werden van het » gezochte misverstand », zullen wij ons slechts terloops één aan-merking veroorluven. Hoog wordt Frans van Cauwelaert geschatvoor de nooit falende offervaardigheid waarm de hij zijn schitterend re-denaarstalent steeds ten dienste O'izer voikbza.dk heeft gestoid. Maa daarom zal toch niemand er aan de. ken hem als den eenigen leider te erkennen aan wien alleen Vlaanderen dankbaarheid ver-schuldigd zou zijn en die als zoo-danig al de anderen als « jonge (blijkbaar is daarmede bedoeld onervaren, ondervindinglooze) mannen » te kapittelen. Zooals Frans van Cauwelaert zelf steeds met voorliefde in zijn redevoeringen deed uitschijnen,(l) het is in de eerste plaats bij «jonge mannen» dat men de onbaatzuch-tigheid, den opofferingsgeest, de edeimoedigheid en den durf aan-trelt die zoo vaak bij de «oudere», voorzichtige berekenaars ontbre-ken en die tôt het behalen van de zegepraal onontbeerlijke factoren zijn voor eene zaak die, zooals de Vlaamsche, bekampt wordt door ailes wat over gezag, geld en macht bcschikt. Maar afgezien daarvan, tegenover mannen als; DrIs. Bauwens, )id der Koninklijke Vlaamsche Academie en Voorzitter van den Katholieken Oud-Hoogstudenten-bond van Oost-Vlaanderen, D' Depla, voorzitter van den Katholieken oud-hoogstudentenbond van West-Vlaanderen, M1' Adef-fons Henderickx, Volksverte-genwoordiger, Arnold Hendrix, hoofdman van het Katholiek Vlaamsch Secretariaat, Mr Karei Heyndrickx, algemeen Secretaris van het Davidsfonds, Mr Heuvel-mans, oud-volksvertegenwoordi-ger.( Dr Quintens, bestuurslid van den Katholieken Vlaamschen oud-hoogstudentenbond van Limburg, Dr Speleérs, onder-voorzitter van den Katholieken Vlaamschen oud-hoogstudentenbond van Oost-Vlaanderen— om alleen maar van

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1916 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung