De stem uit België

2209 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 11 Mai. De stem uit België. Konsultiert 20 September 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/s756d5qp8s/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

I Bwed' ■ 21, RUSSELL SQUARI H london, W.C. I Téléphona ! I Muséum 267. De Stem uit Belgie. Abonnement : 2sh. v«er 3 maanden. Subscription : 2sh. for 3 moiilîis. Vo«r de Vereenlgde Staten : 50 cts. Voor Holland : 1 fl. Voor Frankriik : 2.30 fr. Voor de soldaten : lsh. of 1.50 fr. VOOR COD EN VADERLAND. 3de Jaargang-, Nr. 34. (Riz. 1451-1458.) Opl-aige : 10,800. VRIJDAG, MEI iï, 1917- Registered at G.P.O as a Ncwspaper. 8 blz.- i^d. AAN ONZE LEZERS.—Wij zijn gedwongen ditmaal I op 8 blz. te verschijnen. Bij overvloed van andere I stof hebben we deze en de vorige week, de West- I claamsche en de Kempische bladzijde moeten ver- I smelten met die van het Vaderland. Ook de Solda- I tenpennen kunnen we deze week niet geven, evenmin I a|s meerdere andere schoone stof die op verschijnen I wacht. Om plaats te winnen verminderen we ook I de photo's. Maar wij doen een beroep op allen voor I nog raeerderen steun. Breng ons inschrijvers, ver- ■ koopers en annoncen aan, en we verschijnen weer I met aile onze rubrieken. -Omtrent het te laat toekomen van De Stem, |! waarover wel eens geklaagd wordt, gelieve men in I aanmerking te nemen dat de drukker-verzender ailes || in eens en wel den Vrijdag verzendt. Bij te laat 1 aankomen gelieve men na te zien of de band het B juiste postadres draagt. Zoo ja, dan is de post zelf I de oorzaak der vertraging. ! Jongens, weest geen herberg-broêrs!Is dat nu tegen oas schamél pintje roze-|| vvaterig soldatembier? De patattea wordeu I schaarsch en we eten ze op mat de schil, uit I spaarzaamhedd ; onze sniker is op een klontje I daags geslonlten ; we eten paardevleesch, en I braden kaitten en ratten, we kneeuwelen rogge-I brood hard lijk welster, de koffie die we krij-I gen wordt niet door ons moeder gemaakt ; I ;t water van den IJzer deugt niet, ofschoon I 't bloedirij'k genoeg is; en nu ons schamel I pintje rozewaterig soldatenbier, wat moet er I daaT van geworden? We worden gekoeie- ■ neerd, wij, arme piotten ! Weest gerust, jongens'! Wij zijn geen. Fari- ■ seeuwen noch geen puriteinen. Ze zeggen dat ■ er koningen zijn die geen whisky meer dirin- ■ ken binist dea oorlog, maar de menschen veze-I [endat ze nog bruisohaard hebben. Op tafels I van grooten en officieren parelt er nog stra-I lende wijn in de glazen, en 'k heb het nooit ■ over mijn lhart gekregen, dat groote lieden I die ailes in overvloed hebben, en achter de ■ gordijnen van hun rustige villas tikken. en ■ klinken, met misprijzen wijzen op 't rumoe-| rige volk, en zeggen: "Kijtot en luistert maar I dat dronken volk." Verwijt nooit aan ande-I ren., wat gij u zelf te: verwijiten. hebt ! Ik I denk niet dat de zonde van den simpelen I soldaat in oorlogstijd dronkenschap is. Het I Staatsbestuur heeft met recht de drinkkraaea I gestopt. Een drinkend léger is een kracht-I loos leger. Gezonde lucht indrinken, zee-I lucht, dat maakt de lichamen struisch en de I zielen helder. En och Heere, een simpele I piot kan niet diep kijken in 't glas voor zijn ■ armzalige soddatencenten zelfs niet als hij I door kaartspel, leening, karottentrekkerij, 't I schrijvea van klaagbrieven maar moeder, o£ I van liefdebrieven naar zijn oorlogsmeter, I soins een postal order als een hemelsdauw, I ziet valilen uit de plooien van een overzee- ■ schen brief. En de Engelsche soldaten zeggen dat 't I "Belgium beer rotten" is, peis ne keer. I 't Poperingsche en 't Trappistenbier zelf. I 't Moet zijn dat de Belgians daar, de brou-I wers en de herbergiers, weten dat de I Engelschman veel geld heeft en ver-I lekkerd is op bierschuim. "Si on n'a I pas ce que l'on a." Ge moet dat juist nu aan H Lloyd George niet zeggen. De Engelsch- ■ man zou wel peinzen dat de menschen van I bachten de kupe hem foppen, en dat I is erg, want van één dingen is de Engelsch-I man zeker, aamelijk dat men hem nooit kan ■ foppen. Dit ailes om te 2eggen dat een I fratfk zondagsch drinkgeld vertureluit in bier ■ van hal've brouwte, dan piot, die doorgaans ■ veel vermag, niet licht dronken malcen kan. En ja, wie zou er geen pintje driakenl? 't is I vaderlandsohe mode, 't doet den oorlog ver- ■ geten, 't spoelt veel miserie en gegrommel I door, '.t is kameraadschappelijke hartelijk-I heid, en 't is er noodig om ondertusschen een ■ keer te toasten op "der Tag." Zijt gerust, jongens, neln, rechtzinnig, 'k ■ heb het niet tegem uw schamel pintje roze- ■ waterig soldatenbier. Waartegen is het dan? Tegen de herberg? I Ja en neen. Iik weet wel dat er maar één ■ besluit-wet ons volk van de drankplaag redden I kan: volstrekte afschaffing van alcohool en ■ 't stelselmaitig slniten van de herbergen, die I sis paddesitoelen uit den grond rijzen, çe- ■ bouwd en gestoffeerd al s zij zijn door 't drank- ■ kapitaal van de brouwers. Maar ik weet ook I dat onze jongens toch ergens hun pintje drin-I ken moeten. Ze kunnen toch niet lijk de ■ boeremenschen van Vlaanderen hunne namid- ■ dagsChe flessche pap ziitten1 op te slobberen I langs den graskant. Dat is tegen de militaire ■ waardigheid en soldaten waten wat zulks be- ■ duidt. We lezen weil dat de Engelsche offi-, ■ cieren met hun mannen langs den graskant I zitten. maar Engeland is 't land der democra-I tie. Ze werden dat zoo van jongs af geleerd I eadeoude gewoonteni zijn moeilijk om laten. Zijt gerust, jongens, neen', rechtzinnig, 'k K heb het niet tegen nw schamel pintje roze-I waterig soldaitenbier, dat ge drâakt in de her- ■ berg, 'k zou er zelf een lofzang van demo- ■ cratie over zingen, zaten de officieren soms ■ een keer bij u, lijk vaders tusschen hun jon- ■ gens, lijk grootere broêrs tusschen hun min- ■ dere broêrkens. Vader en moeder, niet waar, I zijn ginder over den IJzer; en ©1k smaakje I van huizelijk leven doet u zoo'n oneindige lk heb het tegen het herbergbroederschap, K net andere woorden tegen den herberggeest, I een. der vele uiitimgen van dien kuddegeest, die I zoo doodend inweikt, helaais !, op de schoone jongelingschap van ons moderne Vlaamsche volk. De verbroederinig van onze jongens in de loopgrachten is bezig met heel ons Vlaamsch volk te veranderen, in zijn vleesch en bloed. 't lis de herschepping van ons volk. En wie denkt dat we na den oorlog nog zullen te doen hebben met hetzelfde onde Vlaamsche volk is mis, volstrekt mis. Maar dat herbergbroederschap? 't Bestond ook voor den oorlog. Nu heeft het een kha-kikleur gekregen, 't is al, maar 't blijft hetzelfde. 't Was ten slotte de onvatbare zwaartekracht die al de idealen neerhaalde, de zware steen die 's volk s leven in 't graf vastmetselde, de oppositie-partij die 't ver-standelijk, zedelijk, sociaal en godsdienstige werking belemmerde, die de onwetendheid en de durfloosheid uithaaltte. We richtten broederschappen in voor 't stoffelijk, 't veratandelijk, 't zedelijk, 't sociaal, 't godsdien'stig welzijn van ons volk; heid van getater en babbelzucht, wat een kleingeestigiheid van gedachten, wat een gémis aan overtuigingeni. Het lot van de wereld wordt beslecht tusschen twee pinten bier. En als 't dier door den drank is iheetgestookt, wat een slijmerige muil van. vuilnis en onteering, wat 'n gespochel en een gesipuw ! Heeft ons volk een taal? De herbergbroederschap. Dat is de herbergleute. Leute dat moet brutaal zijn, geweldig, wreed, driest, kolos-sa.al. Ze moeten voelen in hun beenen en in hun kop, dagen. daarna, dat ze leute gehad hebben. Zij zouden het anders wel niet ge-looven. Hxin. dans moet geklabetter zijn, het orgel helsch lawijd, het lied geschruwel en getier, het gebaar driftig, het eindigt ook meest o>p gevloek, en gefveoht. Is dat de zon-dagavond van Vlaanderen? De herbergbroederschap ! Dat i's herberglucht : een pieterig verduft lokaaltje waar ze op mokaar liggem lijk hariin- WIJLEN Mr. VALENTIN DUNFORD, K.S.G. Stichter en Bestendige Secretaris der Catholic Association, Londen. Inrichter der Englesche bedevaarten naar Rome en Lourdes, en een der eerste en grootste weldoeners van ons werk voor de vluchtelingen. (t 30 April 1917.) 't volk verstond ons niet, 't had 't verstand van de herbergbroederschap ; 't volk wilde noch voelde niet, 't had den wil en 't gevoel der herbergbroederschap. 't Lag er in vast-gestrikt, ontzenuwd en niets beters wetend, noch willend, noch kunnend* noch durvend, zong het zotdansend wat de dronken boeren zongen na. den markt : " Hebben we niet veel verkocht, we 'hebben toch veel leute gehad." De herbergbroedérsdhap ! Dat is de herbergsglorie : een vent die veel drinken kan, zonder verpinken, zonder strom-pelen, zonder strooien beenen te hebben, zonder een sabel aan te hebben1, zonder den keizer gezien te hebben. Dat is een vent, die drinktoeren doen kan, salamanderen op zijn Leuvenstudentisch of op zijn Deutschland-u'berjalles. Dat is 'a vent die niet dik zit in koorneerde, hoe dommer, hoe meerder zot, maar di'k in muate, van waar hij het ook haie, of wie er ook door lijde maar die trakteeren kan, en zijn populariteit aanfcoopt en ze ge-makkelijk verikoopt aan de drinklustige beade, of die zijn politieke opinies als een poeier te drinken geeft aan de kudde, die rood, wit geel, zwart, draaiit en keert, al voor de ge-neugten van het keelgat. Hij is de président, plaatst hem schrijliings als een Bachus op een bierton, en lacht of schreit, 'k weet met waar-mede meest, ofwel met de anulligheid van den herbergsgod, ofwel met de snakigiheid van de herbergbroêrs die den nieuwen César zwij-meldroaken bewierooken met den spot van hun vleierij. Is dat ons volk? De herbergbroederschap : Dat is de herbergpraat : dflar wordt 't vaderland gered (?). Oei, wat een alledaagsch- gen geprest in een mand. Zulk een gebouw is goedkoopst voor den brouwer en de brou-wer is meestal een politiek man, en1 er is geen wet voor de politieke mannen. Ze maken, en ontmakea de wetten. Hoe meer rook, en smook, en, istatnli hoe belter. Waar er volk is, daar is nering. Gaat en kijkt naar 't vis-• schers-kwartier van Oostende. Wanncer zullen de staten durven autokraat zijn voor het goede? Is dat Vlaanderens sociale lotsver-beteriag?De herbergbroederschap. Dat is harbergsverstand, laat me zeggen de herbengsezelarij. Dat is de stapelplaats der onibeaulligheden, der gemeenplaatsen, der na-apingen. Hier kunt ge propaganda komea maken voor al dat niet deugt, als uw inzet maar een pint is en volksgevlei. Al het hoo-gere wordt er uitgejouwd. De reputaties wordea er gemaakt of ontmaakt. Levens van sacrificie en opoffering voor 's volkswelzijn worden daar zwarte gemaakt. Satan rede-aeert er, listig en geslepen, ea predikt er de mediocriteit. En we droomen van een Vlaamsche hoogeschool ! De herbergbroederschap. Dat is foexbergpoJïtieik, en nu ook wellicht herbergssitrategie. De herberg en de gazet, deze zijn de twee volksvergifteni. 't Is noch politiek, noch strategie. 't Is gc-zeever, 'l is jaloersohîheid, 't, is eigenibelang, 't is partij-schap ; 't i® betaalde propagande ; 't is haat, 't is wraaik. 't Is nooit geen voAksverlichting, 't ds geen^ voBcsrverzelfstandiging. 't Is dom-perij, 't is ontaaiding. I9 dat volkspo-litiek? De herbergbroederschap. Dat is lierberglicfde voor d<> meiden van achter den toog, die hun ambacht kennen voor hun profijt ea voor 't profijt van den baas. Ze noemen ?t joakheidszotternij, maar men zot met geen liefde, en veel liefde begint zot maar eindigt rot. Een liefde in een herberg begonneh wordt licht verbroken in een andere herberg. Een liefde in eea herberg begoanen wordt veelal i'n eea teleurstelling gëeindigd en de teleurstelling wordt veelal verdronken in een herberg. De herbergbroederschap. Dat is de herberghuizelijkheid, dat wil zeggen dat mea het onderlijlt huis, de vriend-schapkring, en Later vrouw en kinderen op-geeft, om de schoonste huizelijke stonden, de avondstondeni te verslempen tusschen: de her-bergmenschen.Dat is de herbergbroederschap onder de soldaten. Een soldaat schrijft mij : "Hoe kon het ook anders voor den oorlog. Wat was een soldaat, en een piot ia 't 00g der bur-gers? Als ge geen geld hebt, ge zijt niets. Als ik binnenkwam in een deftig restaurant, elk keek loensch ea scheel naar mij, elk deinsde achteruit, en waar moest ik dan vrien-denloos gaan belenden, zoo niet in de kroegjes rond de loazeme, waar 'k bier kreeg voor mijn geld en attentie meer daa ik vroeg? " Zal het nog zoo zijn na den oorlog? 't Volk en land hebben nu de jongens lief en zal het blijven duren? Zal de soldaat ia deftige kringen kunnen binnendringen, iets leerea, iets worden, iets zijn? Zal hij mogen. en kunnen spreken met hooger volk en met hoo-ger overheid? Zal hij kunnen en mogen het herbergbroederschap veclaten:, omdat hij nù kan en mag binnentreden1 in de broederschap der bescihaafde, der deftige, der deugdzame wereld? Want hij, de simpele soldaat, noch het kleine volk zijn niet de schuldigen. Ik droom van ruime volkslokalea waar 't hoo-gere volk venbroederen komt met 't lagere volk, waar de echte démocratie kan wassen, groeieni, bloeien, rijpen, de démocratie die uitgaat van. '.t princiep der aristocratie van elke menschelijke ziel. Pater L. J. Callewaeet, O.P. 0 Het Monument der Belgische Dankbaarheid. Wij hebben aangekonddgd dat eea Komditeit gestticht was oader hat voorzitterschap vain den heer Hymans, Minister van Belgiè, m[et het doel inschrijvingen te verzamelen om een gedonkteeken op te richtlen. te Loadea ails bllijk vaa dankbaarheid der Belgische vluchtelingen jegeos de Britsche Natie. Het Komiteit iheeflt Donderdag vergaderd iln de Belgische Legatie, en heeft besloten den volgenden oproep te zenden aaa de Belgische vluchtelingen OPROEP AAN DE BELGEN, die gedurende den oorlog in Engeland verblijven of verbleven hebben. Met het 00g op het oprichten te Londen van een gedeafateekan om het verblijf in Engeland vaa een groot getal onzer laadgenooteii te herdenken en alzoo de gastvrijheid der edele Britsche Natie te erkemnen, is een Komiteit gestichit geworden om èea oproep te doen aan AL DE BELGEN. Wij vragen aan iederen Belg, die gedurende den oorlog in Engeland verbleven heeft, in te teeken-en voor 1 SHILLING. Die som is ia ieders bereik en de medie-working vaa ALLE BELGEN is octmisbaar. Het Kpmitleit rekent op de bereidwilligheid van zijne landgenootea om zoo spoedig moge-lijk de inschrijvingsbulletijnen overgansch Engeland rond te sturen. Eea album met de namet! vian al de inschrijvers zal aan, de Eagiglischie overheden bij het ontblooten van het gedenkteekea overhandigd wordea. HET KOMITEIT. De Voorzitter: P. Hymans, Minister van België. De Ondarvoorzitters : Generaal Graaf de Jonghe d'Ardoye, hoofd der militaire zending toegevoegd tôt de Belgische Legatie; M. K. Pollet, Consul Generiaal vaa België. Algemeen Schatbewaiardter : M. A. de la Haiult. Algemeen Sekretaris : M. C. Smeesters. Leden : C. Bauss, W. Begerem, M. Bergman, A. Bourboux, G. d'Houdt, I.. de Brouc-kere, E. Burton, E. Butaye, Ridder Carton de Wiart, J. Claes, E. Claus, H. Coullier de M'ulder, Burggraaf Davignon, Oh. Dejiace, C. Delchevalerie, V. Denyn, Mgr. De Wachter, J. Francq, L. Godchaux, Biaron Goffinet, W. Kooh de Gooreyind, L. Hiard, Graaf de LaLaing, P. Lamboftts, -A. Lemonnier, Major Maton, H. Maviauit, J. Ortiegat, Cl. Philippe, E. H. Prims, G. de Ramaix, Ed. de Roubaix, Ridder de Sauvage, E. Standaert, G Vander-meeren, M. de Vigneron, J. Warnaat, Eug. Ysaye. Om inschirdjvmgsbulleftijinen, strooibriewn, plakkaten eni ialichtiagea te bekomen, ziich te wendem toit M. Constant Smeesters, Sekfe-taris.. 6. B.urlington Gardens, W. j.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De stem uit België gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Londen von 1914 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume