De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1794 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 16 September. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Konsultiert 04 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/n00zp3x35g/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ogî'sze o. ï£S ©egsteanlfo®:!0 £©îS G CS©E3, ■rrr-iipinnirii ■ i w« j.. DE VLAAMSCHE STEM I fg/j volk zal nist v ergaan! ÂLGEMEEN BELÛ1SCH DAÛBLÂD Eends>acht maakî macht REBACTIE- EH ÂDIHlNiSTRATlEBUREELEN g KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. Onder leiding Van RENE DE C L E R C Q en Dr. A. JACOB. ABONNEMEKTSPBIJS (l>u vooruitbetaltag)i Voor Nederland per jaar gld. fi.51 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland, FrankrHJ per nutame )a!iaeI1 âe2elfda PrBzeni verhooging van verzendingstosteu ièn A DVERTENTIES: 20 Cent per regel. De Kudden. De sohapers drijven, de hônden draven, ae itudden volgen, gewillig, gelukkîg, fier ^ï'aarom toch een vrijgeborene yast ligt « politieko banden ? Sommigen uit vadsilgheid of verkeerd be-wepen kinderlijko dankbaarheid, dompelen ûoc^eJi0* in den sieur van ouders voor en zonen na, zalig dat hun wezen in den muil-korft paâfc dieu vader droeg._ gluchtenaars verzeilen ^ in een geaellîg jlubje en praten aïs de vrienden. pronkers prijken met een politieke kleur omdat ze kleedt, glanst, siert. In een fruisenlandeken als het onze, steekt fret toch eigenlijk wat af als men ten minste c;( decoratie niet opspelden kan. Een op duizend beoogt een waarheid ; tien op twintig loeren haar schijn na, en zijn bij de eerste benadcring tevreden. De meesten éditer — en éen voor éen tcfoiiven de anderen bij om massa te vot-men met lien — staan voor hun parti j vurig, koppig, hevig, gelijk z& aile en maar staan voor hun eigenbelang. ' pe beurs, liet baantje en de brood-kant !..» 0 't is wel jongwijs en vroegvoorziclitâg dat men, in bedekt baatzuchtigen broeder-ïin tehoopedrumt en samenheult om door wederkeerig dienst-betoon gemeenschappesiijk vooruit te komen en met behulp van naastenliefde zijn eigeu ik op liet scliild te helpen; we weten bcst dat partijgenooten de zwakke kanten dekken en de goede opheme-len boven maat; onvoorwaardelijk, zoo go maar in ailes- toegeeft, versoliaft liet iid-maatsohap in een groep vrijdom voor durf, woord, daad, deuigd en ondeugd; 't wordt een zekerheid, een rust, een gemajk in ;t leven... maar hoe duur wordt dat alleg be-taald ! De bijsïand der menigte kost de • eigen ODafhankelijkheid. Bij de inlijving in een parti], mag ze, vlug overzden, nog zoo vcor-deelig sobijnen, gaat het lieerlijkste deel yan ons mensoh zijn verloren. Trouweng niefc enkel wordt het een ge-plicht ailes goed te keuren wat par-tijgenoten doen en laten ; wat de tegenkan-ter verricht, onkwalijk en beter, moet stel-selmatig gelaakt, bevochten, afgebroken en. yergooid. Want hij i9 de vijand. En zoo woedt mensck tegen mensch... Foeiî Joug volk, nieuw, friscK, sterk, opko-mende kerels en krachtbewuste mannen, laat de klaverstrui'ken en slappe grasgeiwas-sen, laat de koornhalmpjes in wind en Teder bijeenkruipen om steun voor steun — u mag men nieii inpalmen, opslorpen, wegzuigen... Eiken staan alleesnî Al te koddig is het dat men 's lands burgers volstrekt wil in- en verdeelen vol-gens, ja volgens wat, bij god?, en vrijen raeent te moeten 'jagen in het een of het ander afgetuind perk I Net of ge de jcugd woudji opsluiten in een oudmannenliuis !... Met wat reoht houden de partijen yier-fchaar over ons ? Op welk gezag vragen ze î .Wat zijt ge 1 Bij v/ie hoort ge? Wij zijn ons- zelf, o laaggeihiirkten, kooren l)ij niemand en niets tenzij bij 't goede en alwie zich zelfstandig reclitschapen voelt. Dat goede zoeken we waar het ook ligt, bij of ver, links of rechts, liefst voor ona, en altijd hoog. We zoeken het-, en wat we vinden, breed, gui, hartig, geven we tet gansoh aan heel het volk. Voonvaar eeai vrome vreugd baart het ^ zien dat de strijd voor eigen taal en aard de engè veeten van kamp tegen kamp, het elkander schuwen, zoo droevig, van broedet* en broeder, eenigszins heeft gemin-<lerd en gemilderd, en, i*uimer gedachten, remér gevoelens wekkend, hier en daar «en karakter heeft gekweekt. Zulkdanigen komt het toe de groepen groepenlfeiders te dagen voor den rech-terstoel der eenvoudige eerlijkheid, en op tevorderen: Wie zijt en wat doet gij ? Geeft rekening ! Eerst menscK, dan Vlaming, volksch, vrij, stout, strevend zonder buitbejag, Jeldhaftig -wie kan, besoïieiden wie moet, Jocn edele kampera al, ver boven kudde-wopera en partijkneohten ! RENÉ DE CLERCQ. * «iui» ■ 9 ■ Smm, 1 ieiyisohe leyfîi!eit. ^ au Belgische zijde brachten de bladen i e,zer dagen een (officieel ?) communiqué Ve „ j e6n Sainte Adresse gehouden ®rgadering van den Ministerraad, onder 0rzitterschap van den Eersten Minister ai°n de Broqueville. In deze vergadering ^.as p; a. de vraag aan de orde, of België, A*Jn ^crstel, de onzijdigheid zou dienen mn anfrlaven ô 1839 door de 5-ndlieden was opgelegd (imposé). tu îQt8 eers^e maal sedert Augus- yS ^14 dat deze kwestie ter sprako komt. f f ®ns, Vlamingen, is zij van overwe- belang, ja een levenskwestie. on v? ver^as^ering> die 85 jaren larg (ter ? aari(^6ren heeft gedrukt, is niet een de ,oorzakon de ailes overstelpon- 0n7S r|oom >civilisation française" die over ,anclen g^id werd. Als een gewoon por^artikel werd ,,civilisation française" IJvf°°^ schaal in Vlaanderen ingevoerd. ^e^en. onze machthebbers zelf medo Z€n ^nvoer» aan deze ,,annexatle-^en i' zooa^s Hoste het noemde. Zij poog-de ? u^roeien van het Vlaamsch plaat^nm n$ yan het land te bereiken, in zoeken Van een<^rac^ ziin kracht te Va* hvto.» verbond tusschen België en Dnitschland ook bewere, geen spoon Of dit in overeenstemming was met de neiging en gezindheid van velen onzer staatslieaen, ia-ten wij hier buiten bespreking. Maar juist aan onze neut-raliteit, met welke dusdanige overeenkomsten strijdig zijn, hebben wij pe danken, dat er geen sprake van kon '.i]n. Wordt nu echter de neutraliteit van België opgeheven, — het feit dat de kwestie te Havro in studie wordt genomen wijst er op dat in den sclioot zelf van het ministerîe de wenschelijkheid er van ernstig in over-weging genomen wordt :— zoo komt een ver-bond met de een of andere mogendheid er voor in de plaats. Welk soort verbond zal dit zijn en met welke mogendheid? De geestdrift waarmede de Fransch-Bel-gische pers voor het afschaffen van de neutraliteit ijvert, is geschikt om ons, Vlamingen, te verontrusten. .Van deze zijde kregen wij in den laatsten tijd herhaalde-lijkr heftige aanvallen tegen... de Belgische neutraliteit te lezen; de ,,Indépendance Belge" noemde ze zelf s ,,cette absurde neutralité qui nous ficelait". Reeds in Mei jl. liet minister. Carton de Wiart zich in een geruchtmakende rede te Parijs ongeveer in denzelfden zin uit. In de laatste weken wordt in de officieuse pers voor het denk-beeld druk stemming gemaakt. Positieve plannen duiken op: een aanstaand ,,accord franco-belge" komt reeds ter sprake. Zoo blijkt dat het opgeven van het neutraliteits-beginsel als noodzakelijk gevolg heeft het huldigen van het verbond-beginsel. Van een Vlaamsch standpunt uit — van waaruit wij Vlamingen deze kwestie dienèn te beschouwen ■— kan, waar wij ons voor den geest roepen de verfransching in de laatste 85 jaren, een Fransch-Belgisch verbond geen zegen heeten. Immers. in verband met de wijze waarop onze Fransch-gezinden van de omstandigheden weten ge-bruik te maken, zou zulk een verbond voor ons beteekenen, ten minste de vertiendub-beling van de macht der verfranschers van Vlaanderen. Het belang van Vlaanderen is zeer zeker door de verfransching niet gediend. Uit het belang van België mag het Vlaamsche belang niet uitgeschakeld worden. Bij- de bespreking van de neutraliteitekwestie moet steeds het belang; van de eerste helft van het rijk op den voorgrond blijven, en er dient ernstig en blijvend rekening mee te worden gehouden, De opheffing van de neutraliteit van België, met in haar gevolg een Fransch-Belgisch verbond,' 'moet van Vlaamsche zijde met de meeste beslistheid worden van de hand gewezen. TT. D"R WANDF.T.FJRF,. — ■ ■ Hugo Verriest In 1896 bezocht ik voor 't eerst Hugo Verriest, in zijn pastorij te Ingooigem. -En nooit —nietwaar, dierbre reisgenoot? — vergeten wij het gulle. hartelijke ont-haal dat ons daar te beurt viel. Aïs een rijke bloem stond open, fleurde ons toe dat gelaat, bleuzend van gezondheid en v/elge-zindheid. En wat een aristocratische sier-lijkheid en bekorende zachtheid. ,,L'abbè Myriël" ! dachten wij een poos, om die goed-heid, maar Victor Hugo's brave ziel was toch te weinig complex, vergeleken bij den kunstenaar Verriest. De gave der bewonde-ring, die bewonderden wij allereerst bij dezen hàrmonieuzen geest. En zijn geest — zijn breeden geest, ver van aile klein-heid ! Hoe won hij ons hart dadelijk, met zijn ongedwongen gulle igastvrijheid: de pantoffels 6tonden reeds klaar voor den welkomen gast: beeld van naïve en roeren-de huiselijkheid 1 En hoe dronken wij van zijn lippen het ,,skoone Vlaamsch". Hij zei het zoo innig, dat ,.,kleengedichtje'' van den Meester: Heere God van hemelrijkeiï Heere God mijn toeverlaat die met u ter bruiloft gaat... ach en laat geen kneclit bezwijken. Hij leerde ons den rhythmus, den waren maatgang van dit geb'ed, waar wij als den stap van den beezaartganger in vernamen. En heel onze verdere tocht door Vlaanderen ging op die rhythmus vood). Reerlijke ; heugenis- is dat... Ingooigem... het dorp waar de ,,pastor ' van te lande" leeft, vrij en gerust; nauwe- ! lijks een gemeente, zoo ver van aile ver- ; keerswegen, bevrijd van de perijkelen van -stoom en elektri'cdteit, ongedeerd door kwa-lijke ïeuken van rook- en roetspuwende ^ sohouweai uit zwoegende fabrieken, eenige ^ hoekje van de -wereld waar (zoo hoopte ik, ( a-lthans) de puffende proestende automo- ^ bdeiDen den weg nog bijster zijn... Deining ( en branding der literaire ,,zee" komen in j dit uitverkoren gewest, waar men den vre- ( de door de lucht vcelt suizen, als vage ge- , luiden uibrui'sohen ; hoogstens1 een knallétje', ] als van een jaehtroer in den mistigen hori- ( zont, ginder ver...; of, een kort gekwaak ( van scherrebekkend ruzâemakend volkske, ^ als 't gekikker in den poel verderop... is ] ailes wat tôt in de -witte vredige pastorij r doordringt. Tenzij af en toe, op een blau- ] wen zomerschen dag, de belle rinkelt en \ Pauline de meid 'n paar reizdgers aanmeldt } uit verre gcwesten, bijv. een drietal vast- £ bbsîoten jonge dames die, soms uit .Neer- A lands verëte hoeken, de pelgrimagie heb- t ben volbraoht na^r de Ingooigemsche een- t zaa-mheid, waar twee mannen, niet ver van elkaar, werkzaam zijn, gezapi^, zonder c jacht of drukte, en vooral zonder staatsie of r vertoon, hun dagtaak volbrengen : Hugo \ Verriest, de goede herder der gemeente, en l Stijn Streuvels, den eenzaat, die, hoog en î droog op zijn heuvel zijn Iijsternest heeft gebouwd, waar het gonst van lijsterzang, 1 van kinder- en h'anengekraai, en waar de g huisvrouwe 't al met bedrijvige lust bered- e dert. D'aa.r', te rnidden van 'h goede, o^be- z ail aile windstreken nit kunt zien, van waar gij do torens onibwaart van een tdental dor-pen, in de schoone vallei tusschen Leie en Schelde, in 't weligste, rijikste, en sap-pigste deel van West-Vlaanderen, daar elijt pastor Hugo Verriest zijn dagen, daar leaft en daar werkt, daar spreeikt en daar preekt hij, gaat er om en bezorgt een nederig volk dat hij. lief heeft en dat hem vereert, daar wandelt en droomt hij" al de sohoone din-gen, die hij. dan, op drmgende bede ,van heinde en verre, gaat vertellen in de steden waar men hem vraagt, in Vlaanderen, in Brabant, in Limburg, in Holiand... overal waar hij spreken mag over wat hij, zooveel paren in ziôh besloten heeft gehouden ; over zijn heerlijk geliefd West-Vlaanderen, over zijn ,,Vlaamsche koppen", over zijn meester en vriend Gnido GezeEe, over zijn pa-roohiaan Stijn Streuvels, over..»» ja over wat niet/al ? Wie zou er in staat zijn over een rede van Hugo Verriest een ,,verslag" te maken waar maar iets of wat van den beminnelijk-blijden, den voornaam-sierlijken, den leu-tig-zoetjes-glimlachenden, den warm-geest-driftigen en door innerlijke goedheid als omstraalden geest van dezen man zou uit-spreken 2 Daar is in Hugo Ven-ie^st ietâ bekoor-îijks, iets bedwelmends, dat den koelste bij 't eerste ontmoeten inneemt. Hij is de ge-boren causeur" : ja, alleen 't Fransche woord geeft het goed weer, Verriest is een schrijvei, een man van vele talenten en een zeldzame persoonlijkheid, maar 't woord dat hem nog 't best van a-1 teekent is: ,,een causeur'-. Maar dan wilde ik, dat men door dit woord iets versta, dat niet-gewoon is, maar wel iets verrukkelijks, want iet6 heel innigs, iets van 't binnen-leven van een schoone. ziel, de ziel van den superieuren dilettant. Verriest is een fijn-proever. Hij smekt van genot, wanneer hij met zijn gedachten leeft in de schoonheid, in de schoone menschelijkheid van door-be-minde kunst. Soms stijgt dit genieten tôt stil-brandende vervoering. Waar hij over Guido Gezedle spreekt, komt er in zijn cogen iets vonkelen, dat aan de vlam der lief de denken doet; liet is bijna mystiek. Vertelt hij van Stijn Streuvels, dan wordt hij blij, dan deunt en dreunt het in fonsche leute uit hem, hij krijgt lust met zwaren stap over end' weer te gaan wandelen; de ,,groeikracht" en ,,'t spetterende leven" van den ,,druistigen gast" zijn in hem ge-varen...Wat een jonge blijdschap, wat een macht van berwonderen on lieflhebben spreken uit dezen waarlijk niet ouden man. Het zal voor later tijden, als de pastor er helaas r.iet meer zijn zal, voor zijn vrienden van dicht en ver een genot zijn om terug te denken aan zekere van zijn gébaren, aan zekere klankem van zijn stem, en hoe hij de apostel, de liefdewekkende apostel van zijn land is geweest, die als in gouden regen van bloemen, te midden van zijn eigen lief-dewcorden in onze herinnering zal bliiven staan.: * * * Deri ,,Uevenwekker", den ,,*aartsvader" tioemde Streuvels Verriest in een vizionadron >proep, waar hij de Vlaamsche beevaartgan-^ers naar Ingooigem-Mekka ziet stroomen. Mâar Hugo Verriest — dit weet men niet gençeg misscliien — behoudt ook, buiten zip; symbôlisohe beteekenis, buiten zijn apostelseliap, eenhooge waar de. 't Is mij son veropenbaring geweest, nu ik zijn werk dezer dagen geheel in me opnieuw heb op-genomen._ Dat hij een Vlaming is als er geen beter si j n, die het diepst den nood van ons yolk leeft doorvoeld, dit betwist niemand. Dat liij de mooiste en teederste Vîaam-?che spreker is, alleen te vergelijken met vvijlen Jan Van Rijswijck, als kracht van bekoren en overreden; maar met iets meer algemeens, iets van ver der strekkend ziele-leven en yan zooveel hooger «-art-istiek be-cvustzijn; dat zal wel algemeen aanvaard vorden. Maar behalve zijn hooge eigenschap-Den als voorganger, als volksleider^ als eeraar, is Hugo Verriest nog een ver--ukkelijk en oorspronkelijk litterator. [k heb van zijn schijnbaar los-daarheen ;cworpen proza, die Twintig Vlaamsche koppen, zoo pas genoten als van edele ipijze, Wat een verfijning zonder zwak-îeidj wat een teerderheid, zonder wal-jende zoetheid ; onder al die blijheid, steekt îen fîorsche mannelijke ldraclit, gesteund >p sterk gegrondvest geloof.- Hij weet u >en portret uit te teekenen, met scherpe en ras te lijnen, zoodat gij lichamelijk, plastiek, len geconterfeite voor u ziet leven. Dan :omt zijn zoet glijdend, vriendelijk buigend n streelend woord, en het legt u heel het vezen, ,,al den binnenkant", van zijn nenschen bloot. En wat een smaak, wat ultuur achter al deze gemoedelijk, en met en dilettantisch gebaar^ uitgestrooide 700rden. Maar ik: verzeker u: het is hooge :unst-, en men probeere }t hem na te doen! iijn twintig Vlaamsche koppen zijn iets ge-Leel nieuws in do Nederlandsche letter-:unde: ailes wat een op schoonheid ver-iefde geest, geveed met de schôonheid van lie tijden, aan gracie en zwierigheid en te-ens aan innigheid en zonnigheid kan bezit-en, heeft Hugo Verriest daar weelderig dtgespreid. Dit is gesproken, leven de taal, ■oorzeker, men hoort aldoor de stem van en schrijver. Nergens is hier een spoor van hetoriek, en het is ook nooit druk en hol ervelend praten: wat hier naar boven :omt is denken, voelen, droomen van een alve oeuw bezonken schoonheid. Herlees m© zijn prachtigen Bundel roordrachïen, en die Drie geestelijhe voor-■rachten, zoo stevig, zoo precies van woord n beeld, en van zoo statig een archifcectuur. Verriest heeft ons allen verwend met ijji gul].e gaye: dat is de waarîieid» Wij (inderdaad gezellige praatjes) aangehoord, en bij ons zelven wel eens gedacht: Wij hoorden dit nu reeds dikwijls... Ondank-baren, die wij zijn... die wel eens ,,des Gu-ten zu viel" durven achten... Maar, lees dit ailes nu nog eens in uw eentje na — en zeg me, of dit niet van -'t liefelijkste en 't zuiverste en 't ongedwon-[ genste is dat er in jaren in 't Nederlandsch I werd geschreven l YÂritv*ervsc,li Nir.iiA.nti JJ ■ ii bb <a-iin — Onze Franskiljons aan het 1 werk te Maastricht. De heer H- de Wandeleire schrijft ons: Verscheidene Vlaamsche bladen wezen er reeds op, dat sommige ,,réfugiés" te Maastricht hun uiterste best doen, om van deze stad een klein-Lruiik te maiken. Overal trach- ; ten zij het Nederlandsch te verdringen en het Fransch in de plaats te zetten. Reeds in de eerste maaruden na het uit-breken van den oorlog bleek deze réfugiés-ziekte. Ik was toentertijd in de gelegen-heid, om in een Cinéma Royal" een film te bewonderen, ^exclusivement' en français" (sic.) Op een/Vlaamsche vraag van 1 mij antwofcrdde de juffrouw, die Fransche } programmai verkocht^ kort en bond: _,,Je ^ ne comprends pas". ] In Mei jl. wendde dr. Quintens uit St. Truiden, provincderaadsheer (Belgisch-Lim- !1 burg), zich tôt den Belgischen consul om in- 1 lichtinigen: van den heer Quintens is n-1. c een zoon aan het front; een andere zoon Js " krijgsgevangen. Oj3 het consulaat werd hij naar de meid verwezen! Tusschen hem en ^ den weledelgestrengen heer Consul zou de meid als tolk dienen! Dr. Quintens liet de 1 meid met den consul staan. 1 Sedert is de toestand er niet beter op ge- v-worden. ,,Maison agréée par l'Union Belge" leest men thans aan aile uitstallingen, r en andere dergelijike Fransche opsdliriften. I Do namen der handel&huizen, hôtels en kof-fiehuizen verandeien als bij tooverslag : r ,,Maison française", ,,Café àe Paris", etc.... Ergens staat op een raam te lezen: Occasion pour loger" (!) D^e ,,Union belge de Maastricht" slaapt niet. Aan de Groote Markt ziet men een „Union belge, Cercle privé, Entrée réservée aux membres". Ik liad dezer dagen de ge- ' ■egeiïheid, bewusten ,,cercle" een bezoek te * brengen. Ailes was daar Fransoh. Aan ( een der Waniden liangt in het oog vallend ( een groote plakbrief met driekleurigen rand t In vette letters staïait er op te leîsen... het telegram van Koning Albert aan de ,,Vlaamsche Stem" na het ■ Bussumer Sporenfeest: ,,Une lettre du Roi". Ver- -{ der eentalige berichten als: Cours d'en- r seignement moyen dirigé pa.r IVUle X., régente de la section de liège — Excursion r aux grottes St. Pierre enz., al dingen die z waarschijnlijk niet yo'or de Vlamingen be- c stemd zijn. _ Op de leestafel liggen a 1 de Fransch-Bel- o gische dag- on weekl^laden uit Engeland, p Neaerkmd, Franikrijk en oiubezet België ter v inzage. Voorts eeai dozijn Parijsçihe bladen, van de ,,Matin" of tôt ,,La guerre sociale" r toe; en — éen Nederlandsoh blad, ,,D'e ^ l Telegraaf". Van de zes of zeven VTaam- nj î sclie bladen die buiten België yerschijnen, [ geen enkel. S | Toen ik den beambte, die met dit doel 1 is aangesteld, een inlichting in het Neder- \ landsch \rroeg, bleek hij een Vliaamschon- ^ kundige Waal te zijn.... ^ Zou den wellicht alleen Walen lid kunnen o worden van de ,,Union belge, section du p Limbourg"? n ^ b ©uci Lied» i De Tabak. Is er iemand uit Oostindiën gekomen Die er wat van weet? h ; Heeft hij daar niet van den toebak vernomen i] Geeft mij bescheed. t Is hij wel goed G Voor 's mensclien bloed?, d Of hij deugd doet, z Zegt het mij vroed.j 1: s ! Al de vrouwkens zijn er zeer vileinig ^ Tegen den toebak, b En zij achten zijn deugd zeer weinig, ? Geven hem een lak: £ Zij zeggen er van n Dat daardoor de man n Verdroogen kan. r Is daar iet van? e e Zou de toebak kunnen doen verdooven i; Der mannen vuur? g D'indiaansche vrouwkens heur wel gedeogen r Dag en uùr. r Al even koen Haar mans daar doer^ r Avond en noen, n 't Vrouwénsermoen. e' c! Toebak drinkén is een goed medecyne, Stelt u terreô. D'asscîhe is good voor de tandepyno Wrijft ,zo daar mee. "b Zoo is de rook J- V'oor den man ook c Al is 't maar emook c Beter dan look. b Aile dingen doet in goède maten ]! Waar 's wijfs bevel. z Al te yeel waar zeker beter gelaten, v Dat weten wij wel. v Zoo drinkt dan hier. d Naar uw plezier, £ ÏDen pijp of vier c Bij wijn of hier.- £ (Einde der 16de Eeuw.) y: TEN VSJAND IN! S DAT OP ZIJN SCHAMSEM 5 Msmmjmm), j £ KLEINE KRONIEK Kern, Niet in een groot Ghebiet Is -'s Vorsten Heil gheleglien, Maer is Hij 't Volck ten Seeghen, Dan is -t ooek Hem glieneeghen, Syn Croon en Throon wank'len niet. De taalverhoudingen in België. De hoofdcijfers der uitkomsten van de laat-;te volkstelling (30 Deoember 1910) in België lebben wij reeds \Toeger medegedeeld. In de egenwoordige omstandigheden schijnt het ech-er niet zonder belang de cijfers betreffende .e nationaliteiten der Belgische bevolking en ie door haar gesproken talen hier alsnog mede e déelen. Naar geslacht en nationaliteit was de bevol-^ng aïs volgt verdeeld: Mannen Vrouwen Totaal îelgen 3,559,380 3,610,448 7,169,828 i'ranschen ». 36,907 43,858 80,765 STederlanders s.f 33,165 37,785 70,950 )uitschers 27,379 29,631 57,016 mxemburgers .... 4,706 5,661 10,367 Lndere vreemde-lingen . ... 19,253 15,611 34,864 Totaal ... 3,680,790 3,742,994 7,423,784 V an de Duitschers woonden in de provincie juik 20,683, Brabant 16,961 en Antwerpen 0,770; van de Franschen in Henegouwen 0,825 en Brabant 22,448; van de Nederlanders n do provincie Antwerpen 31,686, Brabant 3,574 en Luik 12,939. De volkstelling onderscheidde, wat de talen jetreft met name Vlaamsch, Fransch. en )uitsch. De cijfers waren de'volgende: Mannen Vrouwen Totaal ►lechts Vlaamsch 1,598,379 1,620,283 3,220,662 ,„ Fransch , 1,39^1,192 1,439,142 2,833,334 }J Duitsch ». 14,953 16,462 31,415 rL en Fransch... 429,294 441,994 871,285 rl. en Duitsch ... 4,325 4,327 8,652 pr. en Duitsch... 37,794 37,199 74,993 lIIo drie talen..v 34,454 18,093 52,547 Hecht^ een andere taal 167,399 163,4-94 320,893 De Geiioaansclie taalstam is dus in België iog steeds sterker vertegenwoordjgd dan de lomaansche en zulks bij de beide geslachten. Van de twee of drie talen - sprekende bewo-ers bedienden zich bij voorkeur : Mannen Vrouwen Totaal ran het Vlaamsch... 307,812 303,719 611,531 „ „ Fransch . 174,025 175,944 349,969 „ Duitsch » 34,030 21,950 45,980 i», Styn Streuvefs. In Vlaanderen is algemeen bekend, dat de ;roote letterkundige Styn Streuvels uit In-:oyghem zich op het oogenblik weder in Ne-[erland bévmdt. De bekende schrijver brak bij ien ongeval in zijn huis een rib en is voor enigen tijd ter genezing naar Neder land ver-rokken,.Marten MeEsen. Van een Belgische schilder Martén Melsen, etu-igt in ,,Elseviers- Geïll. Maandsohr." de rlaming Herman Baccaert. Hem ka-ra'kterisee-end zegt hij o. a. dit : ,,Marten Melsen is een déraciné. Zijn boe-en, hoe hij ook van ze houde, hoe eigen hij e zich ook heeft gemaakt, hij ziet ze met ste-elingsoogen... Volkomen assimulatie is im-îers onmogelijk ; de Brusselaar kan den inboor-ng van Stabroeck alleen met Brusselscho ogen zien. En da-arin ligt juist de kracht, de ersoonlijkheid, de joviaal-ironieke schoonheid an Marten Melsen, Bruxellois malgré lui. „ Verplaats ik dus Melsen in een lite- air vlak, dan denk ik aan Cvriel Buysse. Melsen staat tôt een schilder die van en buiten zou zijn, gelijk Buysse tôt Streu-els staat, bijvoorbeeld. ,,Toelichting zal hier nauwelijks noodig zijn. treuvels immers, en idereen heeft 'het onder-onden, ziet, voelt, denkt gelijk de boer-zelf. ijn visie is even kosmisch als plastisch. Hij enkit zich het landsc-hap niet buiten weer en ind : het ware hem onmogelijk. Ik zeg niet, at Streuvels niet observeert; zich buiten zijn niderwerp — mensclien, dieren of land — laa.tsen, kan hij echter niet. Zijn werk leeft îinder van hun eigenaardig uitzicht, van hun ijzonderheden en hun uiterlijklieid. Hij heeft 5 nooit als uitzonderingen getoond ; hij zelf indt ze natuurlijk, en zijn grootste zorg is, ze i de natuur té situeeren, logisch en harmo-isçh.,,Buysse echter, hoëwel geboren boer en harts-Dchtelijk gehecht aan zijn geboortegrond, be-oort door zijn moeder tôt den burgerstand, dio i de stad zijn opleiding geniet. Hij zelf zal 3t op den mannenleeftijd evenveel uren in ent als op zijn dorp hebben dcôrgebracht. e stad had hij zijn vrienden, leerde hij lang-amerhand een vrijen bLik krijgen op het landc-jk leven. Zijn huwel^k maakte er een groot-:edeling van, een wereldbuxger, die trouwens .merikaansch. kent. En parallel met die ont-olstering loopt zijn letterkundige productie. len vergelijke maar ,,Het Recht van den terkste", met ,,Het Bolleken' : men merkt on-îiddellijk hoe in 't- laatste werk de schrijver leer nuchter, objectievêr, scherper, vooral iro-ischer is geworden. • Het is geen meeloven îeer, het is er-buiten-loven, met een geamu-îerden blik en een toegevenden glimlacli. Het > wel zéér begrijpend, maar toch buiten-2dch-eliouden steddingenwerk. En nu wil ik zeker iet uitmaken, wat lieffc beste en echoonste, och zelf s het eclitste is. ,,Ook Melsen ziet — behalve dat hij, mate-[eel, een soms praclitig en een steeds breed en îaclitig schilder is — zijn boeren niettegen-baande zijn groote liefde, met een geamuseer-en blik en een toegevenden glimlach.." De Vlamingen en de HolSandscho Pers. De .jGazet van Brussel" komt op tegen de ewering van ,,Het Vaderland", dat de Neder-mdscho courant onpartijdiger staat tegenover en Vlaamschen. strijd, dan een Vlaamsche Durant die, uit open reden, te veel partij in et geding is. Het blad schrijft: ),Ofschoon „Het Vaderland" ons uitdrukke-jk verzekert, dat zijne sympathieën aan de îjdo der Vlamingen zijn, doet het ons toch l'Gemd aan dat de Hollandsche pers naar zoo-eel onpartijdigheid streeft ten opzichte van e Vlaamsche quaestie, dio ten slotte toch een 'ederlandsoho quaestie is. Onze konfraters van ver den Moerdijk behandelen dus den Belgi-ften taalstrijd net alsof het in Hongarije of i Ierland tooging. Zulk een houding kunnen ij onmogelijk met den naam van onpartijdig-eid bcstempelen. De Fransoho pers vat do npartijdigheid ook geheel anders op. Het is auwelijks te begrijpen dat Hollandsche intel-ictueelen zoo koel kunnen redeneeren wanneer et hun eigen Nederlandsoh© beschaving geldt belangën. Of neemt ,,Het Vaderland'* mis-schien niet aan, dat het zegevieren van den Vlaamschen strijd aan de gansche Nederlandsche cultuur moet ten goede komen? Wat er ook, van weze, wij zijn thans over-tuigd, dat de redactie van het Haagsche blad het goed meent met onze zaak. In de toekomst zullen onze belangen dan zeker niet te kort gedaan worden., Meer yerlangen wij voorloopig Duïîsch-gezindheid. Uit de XXe Siècle: „Waar de' Duitschê schildwachten en de electrische draad niet vol-doen de zijn om de jonge Belgen binnen te hou- % den en de Duitsclie déserteurs te beletten de grens te overschrijden, komt een Vor-duitscht blad (journal emboché) te Turn-hout ,, Do ^ Kempenaar' ' de Duitschers wat hel-: pen. Ziehier in welke termen: ,,Z)e electrische stroom van hooge spanning, Doodsgevaar.'i De bevolking weet, dat gedurendo eenige weken een electrische stroom van hooge span— ning gebruikt wordt om de grensstreek af te sluiten. Ondanlcs de herhaalde waarschuwingen is toch nog weer een treurig ongeval gebeurd en een jongmensch is te dicht bij den draad gekomen, klaarblijkelijk met de bedoeling er over te klimmen. De stroom heeft hem gedood. In aller belang herhalen wij inogmaa-ls dat het levensgevaarlijk is ... enz. Waar of, vragen wij ons af, hier de Duitsch-gezindheid schuilen mag? Vindt de XXe Siècle het misscliien vaderlandslievender de landskin-deren maar te la-ten dood vallen? 't Is ook een opvatting, maar een eigenaardigel Fransch en Engelsch in Canada, Over een Canadeesche reis schrijft Fred. van Werkhoven in ,,Het Vaderland". Te Montréal, zegt hij, hinderde mij geweldig de onverdraag-zaamheid van Fransch-Canadeezen jegens En-gelsch-Canadeezen en omgekeerd. Gij zult weten, dat Canada oorspronl\eiijk' aan Frankrijk behoorde, doch later door Engeland aan Frankrijk is ontnomen. Er leven nog vele Fransche nakomelingen in Canada ; do meesten in het Oosten. Quebec is geheel Fransch, Montréal half, Winnipeg daarentegen is overheerschend Engelsch. Ik voelde de onverdraagzaamlieid reeds toen ik den avond van mijn komst in het hôtel in het vreemdelingenboek Engelsch schreef. De eigenaar was een Fransch-Canadees en hij keek hij niet heel vriendelijk aan. Den volgenden dag kwam ik terug en schreef nu Fransch in het boek en zijn houding veranderde geheel. „Ali ! c'est mieux, vous êtes le bienvenu". En hij keek nog eens even tersluiks naar mijn Engelsch van gisteren, doch was nu zeer spraakzaam en vriendelijk. Als men een Franschman in het Engelsch" aanspreekt in Montréal kijkt hij niet heel vriendelijk, en omgekeerd. Ik denk, dat, als men lang genoeg in Montréal woont, men wel leert, den Engelschman en den Franschman aan, den neus te herkennen en ze in verhouding daarmee op z'n Fransch of op z'n Engelsch aan te pakken. Natuurlijk zijn er uitzonderingen : ik ont-moetto Fransch-Canadeezen, die mij op de meest voorkomende wijze hielpen en den weg wezen en ook Engelschen, zelfs al sprak men ze in do andere t-aal aan. Crooto sne!hedenr De grootste snelheid, die een spoortrein —-een ouderwetsclie, die in beweging wordt ge-bracht door een locomotief met stoom — heeft bereikt, wordt op 145 K.M. per uur get'axeerd ; de maximum-snelheid, die in de practijk bereikt wordt, zal wel beneden de 120 K.M. blijven.Op do electrische baan is meer dan eens een ! snelheid van 160 à 170 K.M. per uur bereikt. j Men heeft ecliter aan die snelheid niets, tenzij in een gesloten baan gereden wordt, en do j chauffeur desnoods zijn oogen kan toedoen. De j Duitsclie militaire spoorwegeommissie,, die op | een Militâr-Bahn een snelheid van 163.4 K.M. wist te bereiken, moest toch adviseeren, onder geen omstandigheden harder dan 120 K.M, pec uur te rijden. Met auto's heeft men fabelachtigo snèlhedori bereikt. In 1912 werd te Long Island met een F. I. A. T. van 300 P.K. 280 K.M. per uur, gehaald ; vogels werden verpletterd, honden, katten en andere dieren bij tientallen gedood. Wonder boven wonder gebeurden op dezen tocht geen persoonlijke ongelukken. Het record 1 heet later geslagen te zijn, en zou thans 3211 K.M. bedragen. Wij gelooven het echter maar, half. Met een electrische monorail, die in tet luchtledig liep, wist een Amerikaansoh proef-nomer een snelheid yan, 800 K.M. per unç te lialen» Hengelaars-humor, Al de Brussolaars kennen, dicht bij de lîoog-stammigo reuzen van het Zoniënbosch, de li'ève en schildorachtig gelegen vijvers van de ouda abdij van Groenendael, waar de ridders van de hengelroede brasem en snoek gaan visschen, Door de werkloosheid is het getal hengelaarâ in bovenmatige verhoudingen aangegroeid, want in dezen duren tijd, is het aangenaam eene portie smakelijken visch thuis te brengen, die — en dat is nog het beste — daarbij niets kost. Maar het schijnt dat dé Duitsclie lanôSètfN mers insgelijks liefhebbers zijn van visch.—j van wat zijn dio veelvraten ook geene liefhebbers ? — en te Groenendael gekomen, vonden dei Brusselsche hengelaars do beste plaatsen door; de indringers uft Moffrika ingenomen. Wat gedaan om ze weg te krijgen? Beleefd-heid wilde men niet gebruiken en met geweld kon men ook niet. j Toen kreeg de oude Brusselsche. zwans éeng te meer haar recht..en op een zekeren dag begon het. Do Brusselscho hengela^e .hadden zich dicht mogelijk bij de Moffen gepiG?-^s^ Eenige minuten later haalde een ketje een dikkefl geuf naar boven. —Ziet ies danen dikke; da is zekers 'nen Bismarck; —^(de Bismarck is een soort Duit-schen haring dio te Brussel verkocht werd). . Algemeeno vroolijkheid bij do Belgen en dito verbeten woede bij de Moffen, dio wel van plaats zouden willen veranderen. Maar nu heeft een Brusselaar grooto moeite om een snoek uit het water te krijgen, die uit aile macht blijft spartelen. En de hengelaar, ter wij 1 hij zijn schepnet neemt, zegt met goe-digen glimlach : — Alleie, Alléio, Lorr^e, springt zc,o niet;' ge zit hier niet in den Yser ; van avond inoogde in de pan springen. Do Moffen, machteloos en bleek van woedoj muisden er do een na, $en andeç vandoor :

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Amsterdam von 1900 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume