Nummer 4. — 20 April 1914. A. V. V. 4. V. V. K. 20e Jaargang. JONG ANTWERPEN Strijdend Vlaamschgezind Maandblad voor Studenten Tolk der Vlaamsche Katholieke Gilde «EIGEN TAAL, EIGEN ZEDEN» - Antwerpen Inschrijvingsprijs 2 fr. postvrij. Studenten 1 fr. — Bijdragen te zenden : Bureel «Jong Antwerpen», Dambruggestraat, 241. — Volstrekte geheimhouding. De Strijd om de Vlaamsche Hoogeschool Wij beloofden in ons vong nummer ditmaal uitvoeriger op deze zoo belangrijke zaak weer te komen. Wij volbrengen heden onze belot'te en willen, zoo eenvoudig en klaar mogelijk, flrie vraagjes beantwoorden, om zoowel de algemeene ontwikkeling als de overtuiging onzer studenten te versterken. lo Welk is het verschil tusschen eene Vlaamsche Hoogeschool, de vervlaamsching der Gentsche Universiteit en dezer ontdubbeling? Welke oplossing is gewild en waarom ? Eene Vlaamsche Hoogeschool is natuurlijk eene instelling, v/aar het Hooger Onderwijs gegeven wordt in de Vlaamsche taal. Wij be-zitten in het Vlaamsch gedeelte van België drie Hoogeschôien, waarvan eene te Brussel, geheel Fransch, en naar 't schijnt on- en anti-godsdienstig; eene te Deuven, ingericht en ondersteund door de katholieke partij, en eene te Gent, onderhouden door den Staat. ©TTC "L il il liOiôli, uOCii goOIïSZIIiS Vlaamsche, aangezien er hoofdzakelijk, zoo-niet uitsluitelijk, geleeraard wordt m het Fransch. Het beheer der Leuvensche Universiteit, onder den drang der groeiende Vlaamsche Beweging, heeft het nuttig geoor-deeld, bepaalde klassen en leergangen te ont-dubbelen, d. i. vakken, die tôt hiertoe, enkel in 't Fransch onderwezen werden, 00k in het Vlaamsch te doen leeraren. Vandaar twee leergangen voor één vak, een Vlaamsche en een Fransche, dus ontdubbeling. Eene algeheele vervlaamsching zou dan be-staan in eene onmiddellijke of trapsgewijze verbanning van de vreemde taal, in onder-havig geval : het Fransch, en dezer vervan-ging door onze Vlaamsche taal, als voer-taal van het onderricht. Aangezien wij nochtans als Staatsburgers minder v&t hebben op de Leuvensche Hoogeschool, die toch eene bijzondere onderne-ming blij-ft, kunnen wij zulke vervlaamsching enkel eischen voor de Gentsche Staats-, hoogeschool en dat is dan 00k gedaan ge-worden en wordt nog gedaan. Dat het Vlaamsche volk recht heeft op vol-ledig Vlaamsch onderwijs. dus 00k op eene Vlaamsche Hoogeschool, kan niet betwist worden : elk volk heeft dat recht als volk ! Dat is ten andere in het belang van België's vooruitgang zelve, aangezien de algemeene bloei afhançt van de persoonlijke welvaart, die grootelijks berust op eene degelijke ontwikkeling der geestesgaven. En nochtans heeft men, d. i. de opvolgen-lijke Belgische Regeeringen, dat recht sedert 1830, dus sedert meer dan 80 jaren, mis-kend, alhoewel niet altijd ontkend. Eindelijk is het volk zelve in beroering ge-bracht en het heeft de Resçeering verplicht de zaak eens nader te beschouwen, en aangezien de Staat zelve scheen doof te blijven, heeft het volk, door zijne vertegenwoordi-gers, een wetsvoorstel neergelegd, strekkende tôt de Vervlaamsching der Gentsche Universiteit. Juist heeft het volk die oplossing verko-zen, omdat zij de eenige redelijke is. In princiep zou eene nieuwe Hoogeschool, op Vlaamsche grondvesten rustend, ons kunnen voldoen, doch de degelijke inrichting eener Universiteit, wordt niet voltooid- op eenen dag, zij vergt vele jaren en na drie kwaart eeuws verdrukking, hebben wij wel recht op iets goeds en volledigs. Te meer, als Staatsburgers, met dezelfde plichten als de Walen, hebben wij recht op dezelfde voordeelen en werd er eene nieuwe Hoogeschool gesticht, dan zouden wij er nog maar ééne hebben en de Walen twee : Luik en Gent. Een tegen twee, is toch. geene ge-lijkheid ! Wij moeten dus eene der twee bestaande Universiteiten bemachtigen en vragen deze, gelegen in Vlaamsch-Bélgië, namelijk die var\ Gent. Het recht van de verworven stelling, d. i. dat de Gentsche Hoogischool nu reeds zoo-lang Fransch is, bestsat niet, daar een on-recht geen recht heeft en te meer, wij moe-ten ons niet zr)ozQcr om do vreemdelingen, die ons 00k veel last en geld kosten, doch wij moeten in de Hoogeschool eigen heil en redding zoeken ! De ontdubbeling kan niet aangenomen won den, aangezien zij de ongelijkheid van twee tegen één laat bestaan en daarbij de ge-westelijkheid nadeel toebrengt, en deze laat-ste dient geëerbiedigd, zooals elk land z'jne grenzen en z'jne beschaving doet eeren. Cm al die redenen " eischen wij de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool ". 2,o Hoe wordt eene wet voorgebracht en be-krachtigd ? Do Regeering, of ten hoogste zes volks-vertegenwoordigers, zijn gemachtigd een wets^ voorstel neer te leggen op het bureel der Kamer. Op beurt op volgens gewichtigheid worden deze voorstellen aan de Kamer bekend gemaakt, die moet stemmen over het al of niet in achtnemen. Is de " in achtneming " beslist, zoo wordt het voorstel verwezen tôt bespreking in de onderscheidene Kamerkom-missiën.Deze kommissiën, zes in getal, met elk ongeveer dertig Kamerleden, maandelijks door het lot aangeduid, onderzoeken het voorstel en benoeinen dan (of kiezen) eenen verslag-.' gever. De verslaggevers van de afdeelingen, dus zes, vormen de middenkommissie, die, 11a het voorstel nog eens besproken te hebben, een algemeen verslag opmaken en dit aan de Kamer onderwerpen, die het nogmaals kan bespreken en dan over de artikels stemt, met of zonder wijzigingen. Eens gestemd door de Kamers, wordt het voorstel in den Senaat gebracht, die, zonder het te mogen veranderen, het goedkeurt of terug naar de Kamers zendt voor herzie-ning.Na aannaine door den Senaat, moet het voorstel geteekerid worden door den Koning om wet te zijn ! Ilierbij dringen zich een ' paar bemerkin-gen op ! Het bureel der Kamer, waar aile voorstellen moeten toekomen, kan lichtelijk het eene of andere achteruit houden, wanneer zij het als minder gewic-htig beschouwt en het berust vooral op de onderteekenaars, te zorgen dat hun voorstel niet in den steek blijft. De samenstellingen der kommissiën, aan het lot overgelaten, kan soms eigenaardige toestanden scheppen, zoodat het wel gebeurt dat in sommige afdeelingen bijna niets dan tegenstanders, in andere bijna niets dan voorstanders van een ontwerp zetelen. Over 't algemeen wordt tôt verslaggever der afdee-ling een lid der meerderheid genomen, zoodat de middenafdeeling als eene weergeving zou moeten zijn van de heerschende gezind-heid.De middenafdeeling kan de verdere bespre-kingen uitstellen, door het laat inzenden van haar verslag, en in de menigvuldigheid van al die pleegvormen en overgangen, bestaan er oneindig vele middeltjes om eene ziak te benadeelen. * si- * 3o Iloever staat nu het ontwerp tôt Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool ? " Als gevolg op de werkzaamheden der Hoogeschoolcommissie en in opdracht van deze, werd in de zitting der Kamer van Volksvertegenwoordigers van 31 Maart 1911, door de heeren Anseele, Delbeke, Franck, Huyshauwer, Persoons en Van Cauwelaert, een wetsvoorstel, betreffende het taalgebruik aan de Staatshoogescholen, neergelegd. Dooi de ontbinding der Kamer in Mei 1912, ver-viel dit voorstel, dat weer ingediend werd in de zitting van 19 November 1912. " Eindelijk, op 13 Maart, kwam het ontwerp ter bespreking in de zes afdeelingen. De uitslaar was als volart : le afdeeling : 10 tegen 8 voor 4 onthoudingen, 2e " 9 " 9 "S 3e " 5 " 12 " 2 4e " 5 " 12 " 2, 5e " 8 " 11 " 2 6e " 6 " 11 " 0 43 " 63 " 12 Dus eene eerste overwinning. Onze Kamer telt ongeveer 1?0 leden en bij de eenvoudige optelling van 43-)-63-]-12=113, blijkt het aanstonds dat een groot deel afge-vaardigden afwezig bleven. IZiehier nu de stemming van eenige p;.ile-mentair-bekende persoontjes, over wier ver-moedelijke houding niets met zekerheid kan gezegd worden : De Broqueville, onthouding, (Minister) ; Van de Vyvere, voor, (Minister) ; Braun, tegen, (Gent) ; Davignon, tegen, (Minister) ; Schollaert, tegen, (Eerevoorzitter van het Davidsfonds) ; Segers, voor, (Minister) ; Helleputte, voor, (Minister) ; Carton de Wiart, voor, (Minister) ; Versteylen, onthouding, (Turnhout) ;

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.