De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland

926 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 09 March. De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland. Seen on 27 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/j678s4m14f/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

DE BELGISCHE SOCIALIST Tweetalig WeeKblad van den Bond -der Belgische Arbeiders in Nederland Abonnementsprijs in Nedérland: 90 cent per 3 maanden. . Redactie en Administrai : LONGViLLE, 8S1B2AN3TSTR. 316, 's-GRAVENHAfiE. - Abonnementsprijs voor het BuitenUnd : I 1.50 per 3 maanden Het Volk aan 't Roer! De wereldoorlog 1914—1918, uitvloei-ec! van de op anarchie steunende kapitalistische maatschappij, met hare im-perialistische stroomingen en neigingen, heeft het. onoverkomelijk karakter ge-kregen van een strijd tusschen twee systemen. Eenerzijds het systeem der plutokra-tie en van het impérialisme, gesteund op het militarisme. Anderzijds het systeem der volks-demokratie, gesteund op vrijheid, op recht, op broederlijkhèid. In verband met den gedachtenkring der proletarische massa, kan noch mag deze oorlog anders eindigen dan met de volledige-nederlaag van aile impérialisme en militarisme, waarbij ten dage het Duitsche impérialisme en het Prui-sische militarisme de eerste plaats in-nemen.Deze oorlog moet aan aile volken van Europa de volledige en onbeperkte vrijheid aan de hand doen om zelf over hun lot te beschikken. Deze oorlog moet leiden tôt de zege-praal, niet van de eene militaire kliek op een andere militaire kliek; niet van één maatschappelijke klasse op een andere klasse, maar van de werelddemo-kratie, in het belang van gansch de menschheid. Deze oorlog is geworden een oorlog van de demokratie tegen de plutokratie, van de proletarische massa's tegen de kapitalistische bourgeoisie; van het socialisme tegen het kapitalisme. Voor het oogenblik zijn het Duitsche impérialisme en het Pruisische militarisme gevaarlijker dan ooit, niet ail een voor de vrije ontwikkeling der volken, maar tevens ook voor het internationaal socialisme. De volken der Entente-landen hebben zich gedurende meer dan drie-en-een-half jaar de grootste opofferingen ge-troost, niet voor de zegepraal van het West-Europeesche impérialisme, maar wel voor de zegepraal der voldemokratie.Millioenen der onzen liggen te rotten op de slagvelden en de vijand staat nog altijd aan den IJzer, vôôr Ieperen en Verdun en op korten afstand van Parijs. De regeeringen der Entente-landen zijn niet alleen onbekwaam geweest om het Pruisische militarisme te nekken, maar hebben België nog niet eens mili-tair vrij kunnen maken. De militaire toestand van heden is ongeveer wat hij was in Oktober 1914. Hoe zal hij morgen zijn? JNIoch een Asquith of Lloyd George; noch een Briand of Ribot of een Clemenceau hebben getoond de onmisbare eigeœchappen en begaafdheden te be-zitten tôt het bereiken van het'wereld-sche streven, wel mogelijk, omdat zjj de beteekenis van dezen oorlog niet begrjj-pen en dat zij, wel in mindere mate als in Duitschland, lyden aan de groote maatschappelijke kwalen, welke door dezen oorlog moeten verniètigd worden. Hun oorlogstaktiek — laat ons alsje-blieft maar niet spreken over hun oor-logspolitiek — heeft totaal bankroet gemaakt. Al te lang hebben de volken in hen vertrouwd, terwijl al dit vertrouwen vruchteloos is gebleken. Zij kunnen dezen oorlog niet doorvoe-ren- in de lijn van de overdrachtelijke beteekenis van dezen wereldstrijd; deze oorlog is geen oorlog van land tôt land, van een groep landen tegen een andere groep landen. 't Is een strijd van de volkés^ tegen een machtssysteem en aile volken zijn het roerend eens om het op militair ge-weld steunende machtssysteem van heden neer te halen. Wat een George, een Clemenceau en c.s. niet hebben kunnen bereiken, moet overgelaten worden aan het volk; het volk moet zelf de leiding van dezen oorlog in handen nemen. Trouwens, George, Clemenceau 'en an-deren zullen morgen, wanneer de nood-zakelijkheid dringend wordt, bereid zijn de hand te grijpen van een von Hertling om een vraie af te sluiten tegen het volk, vôôr de kapitalistische bourgeoisie. Wat de Entente-regeeringen niet hebben kunnen tôt stand brengen en waar zij morgen zouden kunnen toe overgaan, moet het proletariaat trachten èn te verwezenlijken èn te verhinderen. De volken zijn geplaatst vôôr het dilemma: ofwel vooruit met de tegen-woordige regeeringslui in 't teeken van een imperialistisehen verzoeningrsvrede tusschen de Europeesche kapitaal-magnaten; ofwel het volk komt aan het roer om den strijd voor te zetten, met de wapens als het moet, zonder de wa-pens als het kan, tôt den zegevierenden algemeenen, demokratischen volken-vrede.Omtrent onze keus bestaat er geen twijfel: wij houden het bij de tweede hypothese en onze vurigste wensch is, dat deze beslissing maar zoo spoedig mogelijk valle, want morgen zou het te laat kunnen zijn. De algemeene toestand. A. DE GEHEIME DIPLOMATIE. Pichon, ministër van buitenlandsche saken in Prankrijk, heeft pas een paar iokum'enten aan de publiciteit overgele-verd en die slechts onze overtuiging, dat le geheime diplomatie moet verdwijnen, komt versterken. Het eerste dokument, dat dagteekent pan Oktober 1870, is het werk van den ïrootvader van Willem II en luidt: „Na deza ontzaglijke opofferingen. voor zijn irerdediging mag Duitschland er van overtuigd ;ijn dat bij den volgenden oorlog het beter voor-jereid zal zijn om te weerstaan aan den aanval, leniwelkeni wij mogen verwaehten zoodra Frank-•ijk zijn krachten zal verzameld en bondgenoo-;en zal gevonden hebben.-'t Is alleen deze pijn-ijke overweging en geenszins de wil het vader-and te vergrooten, waarvan de uitgestrektheid •eeds zoo aanzienlSjk is, die ons noopt aan te Iringen op afstand vàn grondgebied; dit heeft reen ander doel dan het vertrekpunt der Franche lcgers, welke ons in de toekomst zullen i&nvallen, te versohuiven." De inhoud van dit dokument slaat op l'e annexatie van Elzas-Lotharingen. Aan de hand Van de overwegingen /an den grootvader van Willem II, heeft duitschland in 1870 Elzas-Lotharingen ^eannexeerd, niet op basis van etnogra-diische of historische, maar wel strate-irische en, wat men niet vertelt, kapita-istische gronden. Het tweede dokument dagteekent van il Juli 1914, den vooravond van dezen vereldbrand, en draagt de handteeke-îing van von Bethmann-Hollweg. Het vas bestemd voor den Duitschen gezant e Parijs. Het luidt: ..Indien de Fransehe regeering verklaart neu-raal te blijven, zal uwe- Exoellentie haar wel fillen mededeelen, dat, tôt waarborg dezer neu-raliteit wij de versterkingen van Toul en Ver-un opvorderen, welke wij zullen bezetten en ullen teruggeven zoodra de oorlo>g met Rus-and geëindigd is. Het antwoord op deze vor- dering moet ons Zaterdag-namiddag vôôr 4 u. toekomen." Dit officieel dokumenfHbewijst klaar en duidelijk, dat de rijkskanselier de Duitsche bevolkingden 4 Augustus 1914 met voorbedachten rade verkeerd heeft irgelicht, wanneer hij zegde dat Prankrijk den oorlogstoestand had geschap-en door vliegeraanvallen op Neurenberg en door de schending van België's neutra-liteit.Het is een eerste, maar misschien wel niet het laatste bewijsstuk van hetgeon onlangs door den onafhankelijken socia-list Cohn in den Rijksdag is verklaard geworden: Deze oorlog is uitgebroed in Duitschland.* * * B. HET WEKELD-IMPERIALISME TEGEN DE RUSSISCHE REVOLUTIE Door een gekombineerde aktie van Duitschland en Oostenrijk eenerzijds, de reaktionaire kringen in Rusland met steun van strijdkrachten der geallieerde landen anderzijds, wordt het revolutio-naire Rusland uit het Westen aangeval-len en bevochten. Het Japansch impérialisme acht nu het oogenblik aangebroken om zijn in-vîoedssferen uit te breiden in Siberië, onder het leitmotief: Onze strijd gaat niet tegen de vrijheid van het revolutio-naire Rusland, maar wel tegen het ge-vaar van het Duitsche impérialisme. Metterdaad is het de strijd van het e'ene impérialisme tegen het andere, of liever: terwijl het Duitsche impérialisme zijn slag tracht te slaan in Westelijk Rusland, zal het Japansch impérialisme lietzelfde beproeven te doen in Siberië. Japan versclmilt zijn inachtspolitiek achter het masker „Het Duitsche ge-vaar".Vôôr Japan heeft het uur geslagen! Nu zal men begrijpen, waarom Japan er nooit over te spreken was zijn militaire medewerking te verleenen op de Europeesche slagvelden. De Regeering te Washington heeft de ; meening krachtig gesteund, dat Japan, gezien het beter is toegerust, spoedig handelend moet optreden en eenige noodzakelijke aktie alleen moet onder-nemen.De Machthebbers van de Nieuwe zoo-als van de Oude Wereld, van Centraal zooals van Westelijk Europa kennen voor het oogenblik maar één gevaar en dit gevaar ligt in de Russische revolutie. De „Matin" van Parijs bespreekt de gewichtige mededeelingen door Pichon verstrekt aan de Kamerkommissie voor buitenlandsche zaken. De kommentaren lniden: 1. De Europeesche landen laten Japan ge-heel de vrije hand. 2. Het gaat er niet om het Russische volk neer te d.rukken, doch om het te steunen. 3. De regeering der Bolcheviki wordt niet meer erkend als de vertegenwoordigster van eeruig gezag. 4. Japan zal Rusland bevrijden. Pichon is een oud voorstander der Japansehe interventie. De geschiedenis herhaalt zich. Zooals in 1870 tegen de Parijsche Kommune, staan wij hier tegenover een koalitie van al de reaktionaire machten van gansch de wereld tegen de roode Kommune van Petrograd. Berlijn en Weenen! Parijs, Londen, Washington en Tokio! Allen spannen samen tegen het roode bewind in Rusland; terwijl Parijs, Londen en Washington geen vin verroerd hebben om de Russische revolutionairen moreel of materieel te steunen tegen de macht-politiekers dor Centrale landen. De overwinning op de Russische revolutie staat in het teeken van de overwinning der kapitalistische bourgeoisie en het impérialisme. En gij, roode Internationale, onze Internationale, zult gij dulden, dat het internationale impérialisme en kapitalisme een uwer kinderen, 't mag dan nog een weerspannig kind geweest zijn, ver-wurge en verkrachte? Hoe de VorwSrrts er cvsr denkl? De „Vorwârts" van 27 Pebruari pu-bliceert een artikel nopens de Duitsche vredesvoorwaarden tegenover Rusland: De slotzin luidt: „Het doel der Duitsche arbeiders is door deze vredesvoorwaarden aan Rusland oneindig be-moeilij'kt, zelfs onbereikbaar gewordèn. Zijn wij oprecht genoeg te verklaren, dat de ontwikkeling der zaken in 't Oosten een mislukken van ons streven is, zoo willen wij er tevens aan toe-voegen, dat deze mislukking niet de ergste is, die ons treffen kon. Indien ons het noodlot hadde geplaatst vôôr de keuze tusschen twee onheilen, dan zou het nu gebeurde in 't Oosten als een minder kwaad moeten besehouwd worden tegenoveT het feit, dat Duitschland in de positie van Rusland hadde moeten verkeeren." / Kommentaren overbodig. Uit Amerika. Wij zijn in de gelegenheid gesteld het oordeel weer te geven van den leider der Amerikaansche socialisten nopens de laatste redevoering van Wilson. M. Hillquit, lid van het Internationaal Socialistisch Bureau drukt zich omtrent de rede van Wilson als volgt uit: „Ik denk dat Wilson's rede verreweg de meest bepaalde en volledige redç is, welke door een staatsman der Entente-landen is uitgespro-ken geworden. Zij is van groote beteekenis èn voor een spoedigen wereldvrede èn voor de werelddemokratie. De rede van Wilson is meer liberaal, meer verzoenend en meer vooruitstrevend dan die van Lloyd George en praktisch stemt zij met de substantieele punten van het program der Russsiche socialisten, alsook met de door de meerderheid van den Rijksdag gestemde vredes-resolutie en met de positie, ingenomen door de Duitsche socialisten en de Engelsohe Labour Party, overeen. Over 't algemeen is zij de trouwe en volko-mene uitdrukking van de verzuchtingen der demo'kratische stroomingen in dezen oorlog. Na deze rede zijn er mogelijk twee quaesties bij de oorlogvoerende groepen, die de toenade-ring nog verhinderen en in Wilson's rede aan-geduid zijn onder de artikelen 8 en 9: Elzas-Lotharingen en de Irredenta. Maar deze quaesties kunnen best geregeld worderf aan de vre-destafel tôt voldoening van gansch de wereld. Het volgend gebaar moet van Duitschland komen en ik ben overtuigd dat de soçlalisten in Duitschland de regeering in de juiste rich-ting zullen drijven. De naaste vrede zal een volkenvrede zijn en daarin ligt de groote beteekenis van de in het verschiet zijnde gebeurtenissen." In den Duitschen Rijksdag. De Onafhankelîjke Socialisten aan het woord. I, HERZFELD. De eerste rede was die van Herzfeld, onafhankelijken socialist, en stond in verband met het voorstel der onafhan-keljjke socialisten om Dittmann tijdens de zitting van den Rijksdag in vrijheid te stellen. In tegenstelling met het verzoek van den voorzitter, den h. Dr. Paasche, om aile politieke beschouwingen rond het geval Dittmann ter zijde te laten, ant-woordt Herzfeld, dat het noodzakelijk is opheldering te brengen over al het-geen verband houdt met de veroordee-lmg van Dittmann, omdat de Rijksdag niet ingelicht is, wijl de censuur aile publiciteit rond deze zaak onderdrukt heeft. Het voorstel van den voorzitter is in tegenspraak met desbetreffende geval-len van vroeger. Het laatste geval, dat verband houdt met onderhavige quaes-tie, heeft zich voorgedaan wanneer de Ryksdagleden Bebel en Liebknecht ob-gesloten zaten in de vesting Hubertus-burg.„Toen werd, zooals heden, woordelijk hetzelf-de voorstel bij den Rijksdag ihgediend en de Rijksdag stemde er in toe de quaestie in den breedst mogelijken zin te hehandelen, waarbij ook de politieke zijde. Deze toestemming werd verstrekt door de leiders van aile partijen. En ten dage wilt gij de buitenwereld het schouw-spei aanbieden, dat 25 jaren later de Duitsche Rijksdag niet meer zooveel belang hecht aan de immuniteit zijner leden. Ik geloof dat 'het on-moigelijk is dit standpunt in te nemen." Naderhand verhaalt Herzfeld hoe Dittmann is aangehouden, in welke om-standigheden hij werd veroordeeld en al wat er zich daarrond heeft afgespeeld, dit ailes tôt in de kleinste bijzonder-heden.Nopens de aanhouding van Dittmann zegt hij: „De politiekommissaris, als orgaan van den „Opperkommandant" in de Marken, had den eersten officier bij landgereeht II medegedeeld, dat Dittman aangehouden is met de toevoeging, wanneer de eerste officier van justitie deze aanhotfding niet zou bekrachtigen, hij Dittmann in arrest zou stellen." De officier van policie heeft ongetwij-feld onder de bedreiging van den politie-commissaris de aanhouding van Dittmann bekrachtigd. Wanneer Dittmann den 29 Januari werd aangehouden, werd op 1 Pebruari den versclierpten staat van beleg uitge-roepen, waarbij Art. 7 der Pruisische grondwet werd opgehev'en, waarin ge-zegd wordt dat niemand kan onttrokken worden aan zijn toegewezen rechter. Deze maatregel had voor doel Dittmann, zonder voorafgaandelijk onderzoek en nog wel met den meesten spoed te kunnen veroordeelen. En nu gaat Herzfeld voort: „Vrijdag is de opheffing van art. 7 in de kranten verschenen. Zondagavond bied ik mij aan bij het gerecht, om de beschuldigingsakten van Dittmann na te gaan. Op lietzelfde oogenblik meldt zich de officier van justitie aan en zegt aan den rechter: Die zaak is niet meer in uwe handen, zu is hangende geinaakt bij het buitengewoon krijgsgerecht. Ik was uiterst verwonderd en yroeg : Waar is dat buitengewoon krijgsgerecht? Waar kan ik die akten raadplegen? Er werd geantwoord: Ga opwaarts; daar is het gerecht. Ik ging naar boven en bevond mij voor vier officieren nevens twee mij bekende reehters, terwijl ik zegde: Ik kom voor de zaak Dittmann. De voorzitter antwoordde mij: Ja, Dittmann wordt heden ochtend om 12% uur veroordeeld; wij houden ons bezig om hem een vendediger ter hand te stellen. Dittmann, zoo min als de verdediger, wist van dit ailes ieto af; een aanklacht was niet voorhereid, zoo min als de verdediging. Op mijn aandringen is het procès verdaagd geworden tôt Maandagochtend 9 uur." Nopens den gang der verhandelingen zegt Herzfeld o.a.: „Zooals gij allen weet, was de strijd Maandag 28 Januari uitgebroken. Den avond van 28 Jan. 6taakten er in Berlijn 260.000 arbeiders. Kort wil ik spreken over den pôlitieken, ekonomi-schen en maatschappelijken ondergrond, welke deze beweging heeft in 't leven geroepen. Wij zijn in het vierde oorlogsjaar. Millioenen arbeiders hebben hun leven igelaten, hebben hun arbeidskracht verloren, zijn invalide geworden, hebben hun 'gezondlieid verloren. De arbeiders voelen de oorlogslasten in hoogen graad, in zeer hoogen graad. De oorlogslasten voelden zij des te beter door: de immer verscherpte moeilijkheden bij de levensmiddelenvoorziening; de mogelijkheid om zich te voorzien van levensmiddelen wordt immer geringer; de prijzen der levensmiddelen etijgen voort-durend en ten slotte, den koers die de hinnen-landsche politiek uitgaat. Terwijl de arbeiders"~buitenslands de dragers zijn van den oorlog, werd door de klassebewuste arbeiders, de kampère voor den vrede, beproefd dezen oorlog, waar geen einde aan schijnt te komen, ten einde te brengen door andere dan door militaire middelen. De arbeiders worden politiek vervolgdr hun vergaderingen worden verboden, hun pers wordt gekneveld', hun voorkampers worden in het gevang of tuchthuis geworpen, wanneer hun niet het lot beschoren valt naar de loop-graven te worden igestuurd. Anderzijds wordt aan de Al-Duitsehers en de Vaterlandspartei volledige vrijheid gelaten te agiteeren 't zij in openbare vergaderingen, 't zij in hun pers. Aan de hand van de verhandelingen te Brest-Litofsk waren de arbeiders tôt de overtuiging gekomen, dat in Duitschland de regeering in handen is van de veroveringspolitiekers, en dat de regeering in 't Oosten openlijk of op zijn minst verkapte annexaties nastreeft." Na een gloedvolle pleitrede voor den algemeenen demokratischen vrede ver-volgde Herzfeld: „Intusschen was de beweging in Berlijn ge-groeid tôt 650.000 arbeiders, zonder leiding-, en welke hun toevlucht moesten nemen iot de straat om te overleggen. De regeering had de arbeiders op de straat gedreven; zij had hare gendarmen en politie, gewapend met revolvers en sabels, in 't veld gesteld tegenover deze on-gewapende massa en bij deze gelegenheid heeft er arbeidersbloed gestroomd: zes arbeiders wer-den doodgeschoten. Dat geschiedt in het vierde oorlogsjaar; dat geschiedt, nadat de rijkskanselier gezegd heeft: De Duitsche arbeiders zijn helden en de regeering zal ailes doen om een vertrouwensvollen band tusschen regeering en arbeiders te her-stellen.Wanneer nu diezelfde arbeiders zich oprich-ten en opkomen voor hun eigen doel tegen den veroveringsoorlog, als zij van hun taktiek en hun macht gebruik willen maken en die in de waagscbaal werpen, dan zijn zij honden, dan zijn zij slaven, dan worden zij met sabel en pistool uiteengedreven, dan worden de militai-ren in de kazernen gekonsigneerd. Wat zullen die arbeiders doen? De arbeiders hebben geen vertrouwen in de regeering. De Duitsche keizer is niet de vertrouwensman der arbeiders. De arbeiders kunnen in het parlement niets doorvoeren. De laatste kanselier heeft verklaard, dat de arbeiders, die aan de zijde der onafhankelijke socialisten strijden, buiten de wet staan. De arbeiders zitten in hét gevang of tuchthuis; in den Rijksdag worden hun voorstellen verworpen en ten dage beleven wij het feit, dat wij nog zelfs moeten kampen om de quaestie Dittmann en zijn veroordeeling hier ter sprake te kunnen brengen. De arbeiders moeten hun eigen proletarisch maehtsmiddel in de weegschaal werpen; zij moeten strijden en zii zullen strijden." Herzfeld sluit zijn rede als volgt: „De arbeiders zullen u begrijpen, wanneer gij het niet doet. (N.D.R. Aanvaarden der grond-beginselen van den algemeenen demokratischen vrede.) Doet gij het niet, dan blijft er hun niets over dan hun eigen politiek wapen: hun arbeidskracht en ik twijfel er niet aan, dat zij meer en meer bewust zullen worden van hun macht en hun politiek maehtsmiddel en dat zij van dit maehtsmiddel gebruik zullen maken, wanneer gij ze er.toe dwingt." II. LEDEBOUR. De tweede rede werd gehouden door part. Ledebour. In zy'n inleiding valt hij Westarp scherp te lijf nopens zijn politiek ge-scharrel tegen den vrede, en brengt het onderscheid naar voren nopens de op-vatting der vredesbasis der Al-Duit-scliers en die der socialisten. Na de politiek der Duitsche regeering uiterst scherp, sommige oogenblikken fijn-ironisch te hebben gekritiseerd, vooral waar het loopt over de vredes-onderliandelingen te Brest-Litofsk, den separaten vrede met Oekraine en de militaire actie tegen het revolutionaire Rusland, zegt 'hij in zijn slotrede: „Ik wil niet stil blijven bij de quaestie van grensverschuiving. 't Is onzin te beweren: dat is een betere grenaverzekering. De strategisch-e gezichtspunten zullen daartoe leiden, dat bij een volgende gelegenheid nog een paar kilo-meters verder naar 't Oosten zal tgeannexeerd worden, want de zekerheid van de nieuwe grens zal vervallen zijn zooals die der tegenwoordige grens. Naar mijn inzicht moet de Duitsche Rijksdag eenparig verklaren, dat hij onder geen omstan- LOSSE NUMMERS 7^ CENT Oplage van de week: 6000 Nos. ZATERDAG 9 M A ART 1918 TWEEDE JAARGANG No. 27.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland belonging to the category Oorlogspers, published in Rotterdam from 1916 to 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods