De legerbode

963 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1915, 03 June. De legerbode. Seen on 27 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/3n20c4t491/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschîjtiende », r il r Tn -'ii-. I.B •■■■■' " .Kl ■ ... i."iiTnr nV ~ " i iT.ir --- i>r.-| riiiiimi ■ ■ ■ ■■ n I .liii iviuit -Iiin II ri il n ni il ' "»|| Dit blad is VOOR DE BELGISCHE ©OLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Op den Yser TE DiXMUIDE (Vervolg) S'edert de lange maanden dat de tegenstrevers «tgenoegonbeweeglijk tcgenoverelkander staan, Jp een front dat zich van de Noordzee tôt aan Zwitserland uitstrekt, is men er aan gewend géworden zich de bezette loopgraven voor te stel-len onder iiet machtig versterkte uitzieht dat zij welctra aannamen, en dat wel het maximum daarstelt van wat men in zake defensieve inrich-ting en vindingriikheid bereiken kan. De stelling te Dixmuidè door de marine-fusiliers aangelegd, en een weinig door de Belgen Terbeterd, was niet te vergelijken met de geduehte Weî'ken van dit oogenblik. Het is noodig daar op tan te drihgen ota bèter den graad van heldhaf-ligheid te doen uitkonjèn, tôt denwelken de ver-dedigers zich wisten te verheffèn, om de woe-iende aan vallen welke tegen hunne zwakke linies Mîtketend waren, te breken. Op den linkeroever van den Yser bestond de tteiling slechts uit eindjes loopgraven van onge-reer 80 meter lengte, inetlicht omgebogen uitein-den, ën door korte tussehenruîmten van een tien-tal meters van elkander gescheiden. De loopgraven voor reehtslaandc schutters, boden slechts hetineest primitieve profiel : eene uitgraving van 1 m. 10 diep ; 80 tôt Û0 centimeters breed op den bodèm en 1 m. 20 tôt i m. 30 aan de oppervlakte van deh grond. De naar vôôr uitgeworpen aarde vormde èéne borsTwering van 30 centimeters lioog't'è en van nauwelijks 1 meter breedte aan den top. Geen dekkingioopgraaf bestond achter deife gevechtslinie. Om zich tegen de kogels der granaatkartetsen en tegen het slech'te weder te dekken, hadden de mariniers de twee derden van de loopgraven overdekt nret materialen welke iiettoeval hun aan de hand deed : planken, deu-l'en, luiken, ni et wat aarde overdekt. Maar daar deze beschuttingen het grootste deel van de vuur-linie besloegen, moest men er wel toe besluiten ze te vernietigen, zoohaast de vij-andeKjke aan-vallen ernstig werden. Van af dat oogenblik, uevonden onze mannen -aich zonder eenige ern-stige beschutting tegen het fusantvuur. Regelmatig aangelegd en niet vooraien van dwarswallen, waren deze loopgraven boven-dien blootgesteld aan het echarpe-vuur van de vijandelijke artillerie. Elders waren zij nauwe-jijlis aangelegd toen het 12* linie-regiment ze k'vVam bezetten ; 't was het geval te Keizerhoek, alsook te Blood-Putteken, juist daar waar de eerste Daitsche aan val ging plaats grijpen. De ■wfegen welke naar Dixmuidè voerden waren door geen enkel bijzonder werk versperd ; en laten wij ten slotte herhalen dat, bij gebrek aan iiulpmiddelen, geene hindernissen konden aangelegd worden. De eerste zorg onzer troepen was, zooveel ®ogelijk, de werken te verbeteren welke zij verdedigen moesten. Nauwelijks hadden zij den "jd om de ter nauwernood aangelegde loopgra-Ten verdedigbaar te maken, eenige sehuilplaat-sen in te richten, hier en daar eenige primitieve draadvèisperringen aan te leggen, daarbij ge-j>ruik nlakende van de bestaande oinheiningen tusschen weiden en velden. DE AFGEHOUWEN HANDEN ? ^°ûingin van Italië heeft onlangs op roe-êEde wij'zehare veroritwaardiging lucht gegeven «6 Duitsche batbaarschheid. Ve'momen ùecbende,%cMjft het Journal des Débats, dat fflen op een en tràm di e laags de s'traten van Rome Olfle, twe?! kindéron, zonen van eene Italiaansohe 'f^'^een Belg, had gezien wien de Duitschers te.n®n^ei1.hadden afgehouwen, deedHareiViajes-m de kleine martelaars opzoekeo en ontving ze n paleize, omringd van den erfprins en de prinses-^ de arme slachtoffers vertroostiug te heb-gewdea, heeft de *koningin ze met geschea «n overladjwu Deze ongelegenheden werden gelukkiglijk grootendeels te niet gedaan door het uitmun-tende schootsveld, waarvan de uitgestrektheid slechts naar het Oosten iets te wenschen liet. Ten Zuiden had de genie het terrein, dat met hagen en boomgaarden doorsneden was, gedeel-telijk kunnen ontblooten. Op den linkeroever van den Yser stonden de verdedigingswerken er wat beter voor. De loopgraven zijn in den oever zelf gemaakt, vanwaar zij het bruggenhoofd flankeeren en als wijkstel-ling dienen, daarbij eene borstwering latende bestaan van een goeden meter breedte aan den top ; men heeft in den dijk eene uithoilinggegra-ven die een weinig tôt beneden de oppervlakte van den grond gaat en zich uitstrekt tôt aan den grintweg welke longs den Yser loopt. Kleine beschuttingen, iîisgelijks bestaanâe uit toevallige materialen, bedekken de loopgraven ; 4 tôt ë meters breed, zijn zij van elkander gescheiden door aarden dwarswallen die 1 meter dik zijn. Bovendien heeft men zorg gedragen schiet'gatén aan te brengen tusschen de borstwering en het dak van de beschuttingen, zood&t het mogelijk is te vuren zonder zijne betrekke-lijke beschutting te verlaten. Voegen wij er ten slotte bij dat de genie de vernieiing der bruggen heeft voorbereid en be-gonnen is met twee loophruggen aan te leggen, de eene ten Noorden, de andere ten Zuiden van de bestaande duurzame overgangen. f. ■k. # Dat is, bondig gescbetst, de wàarde van de werken welke het mogelijk was uit te voeren. Zij vortnen, zooals men ziet, eene eenvoUdige veldstelling van vlug aangelegde versterking. Men beeft op voorhand als men denkt aan de verwoestingen die de Duitsche granaten daar zullen aanrichten. Reeds den 20n"0ktober, een weinig na 6 aui', vliegen de eersten met een akelig gebrom boven de loopgraven van den rechteroever en gaan als een donderslag boveia Dixmuidè ontploffen Op dit oogenbiik is het bruggenhoofd, evenals den vorigen dag, bezetdoor het 12e linieregimeat, dat een bataljon in ieder der sectoren heeft waarvan de grens door den spoorweg wordt af-gebakend ; het derde heeft twee compagnieën in de loopgraven welke Keizerhoek aan den Yser verbinden en in die welke langs den spoorweg loopen ; het overige blijft in reserve te Dixmuidè. Twee bataljons van het 11e bezetten nog steeds den linkeroever. Nauwelijks is het bombardement begonnen of een telefonisch bericht van het Belgische Groot Hoofdkwartier meldt aan kolonel Meiser dat zijne brigade onder commando van admiraal Ro- • nach overg-aat, diebevel voert over het geheel der legermachten welke met de verdediging van Dixmuidè belast zijn ; dat zij de posten mag te-rugtrekken welke tôt de verdediging van den ge-kanaliseerden Yser werden achter gelaten, zoo-haast zij er door elementen van de oe Belgische divisie zullen vervangen worden : en ten slotte dat zij als opdracht heeft het bruggenhoofd (rechteroever) te verdedigen, daar de marine-fusiliers worden gereserveerd om den linkeroever bezette houden. « Aan u den Oostelijken, aan mij den Weste-lijken oever », zegde admiraal Bonarch tôt kolonel M eiser, toen bij dit bevel bevestigde, «maar als gij, ïn geval van aan val, versterkingen noodig hebt, zal ik ze u leveren ». De kolonel deed aanstonçts opmerken dat hij machinegeweren mîste, daar hij slechts de twee secties van zijne brigade bezat, waarvan de eene den weg naar Beerst beschoot, de andere dien naar Eessen. De admiraal stelde tôt zijne beschikking eene sectie welke aan het kerkhof van Dixmuidè geplaatst werd, twee anderen die respectievelijk plaats hamen ten Zuiden en ten Noorden van den weg naar Eessen, terwijl eene vierde plaats nam in een loopgraaf tegen den Zuidelijken oever van het kanaal naar Handzaeme, en eene vijfde, sehijnt het, aan den linkerkant van den weg naar Beerst. De Duitsche artillerie ging intusschentijd voort met Dixmuidè en omgeving te bombardeeren , om 8 uur, soms ontploflende in de rivier zelve waar zij reuzachtige waterzuilen deden omhoog rijzen, begonnen d granaten insgelijks rond de loopgraven van den linkeroever te vallen, nog steeds door de twee bataljons van het iï® bezet. Het is, inderdaad, eerst tegen 11 uur dat de nieuwe verdeeling van de troepen, Volgens de ontvangen bèvelen, gedaan was. Kolonel Meiser vertrouwde de verdediging van destellingen van Dixmuidè aan kolonel Jacques, waarvan de stafop het stadhuis werkzaam was. Bevel was aan het 12° gegeven om de beiet-tingsmacht te versterken van de rondom Dixmuidè gedolven loopgraven, door de réserves te benuttigen welke G compagnieën van het il* gingen vervangen. De 6 overblijvende compagnieën van dit regiment vormden, bij de halte van Caeskerke, eene reserve onder de beveltn van kolonel Meiser, die zijn commandopost naar de maaldei-ij had verplaatst, op eenige honderd meters ten Westen van de brug over den Yser. Admiraal Ronarch zond een deel van zijne marine-fusiliers om de loopgraven van den dijk te bezetten en liield het overige tôt zijne beschikking.Een woo-rd, ten slotle, over de artillerie. Dea 20", des avonds, was zij geheel op àeb linfaer-oever Qvej'gebraeht. De admiraal belastte kolohel De Vleeschouwei' de we-rking van de 12 besohiir-bare batterijen te besturen ; de twee groepen vaiî het 3e artillerie, dien van het 2e(majoor Pontus) en dien van de brigade B (majoor Hellebaut). Deze artillerie bezette opnieuw, in het algemeen, liare vorige stellingen. Het is alzoo dat wij er vinden aan den Yser, op de hoogte van den weg naar Ooslkerke, op den weg naar Pervyze bij de mijlpalen 2 en 3, ten Noorden van Caeskerke, te Kappelhoek en ten slotte in de nabijheid vaa Sint-J acobskapel le. Verwittigd van de bezetting, dooi' deh vijand, van Beerst en Vladsloo. zullen de meeste batterijen het vuur op deze plaatsen openen tusschen 9 en 10 uur, alsook op de weg en die er naartoe voeren. De nader-ing der Duitschers, evena-ls het onal'gebrolcen bombardement van het bruggenhoofd . konden geen twijfel over het inzicht van den vijand mogelijk maken. De commandant van de 3e divisie liet aan kolobel Meiser weten dat hij eene compagnie mitrailleurs, het wielrijdersdetachement en zes spéciale pelotons van de divisie tôt zijne beschikking steldfe. Ondertusschen had de kolonel insgelijks vef-nomen da't eene compagnie van het 3e jagërs, welke het den vorigen avond gegevefa bevel tôt terugtrekken niet had bereikt, tôt het bewàfeen van de brug over het kanaal was gebleven, tusschen Eessen en Vladsloo. Hij schreef oniniddel-lijk de noodige maatregelen voof om de be^-e-ging van den vijand te verti-agen, deed deze compagnie versterken door het detachement Wiel-rijders van de 3e divisie, èn zond eene batterij om samen te werken met de troepen, eerst tôt de verdediging van het kanaal, aaarna van den spoorweg. Eene batterij moest zich ook gaan opstellen bij den molen in de nabijheid vanliei-zerhoek, om vandaar den weg naar Beerst -te beschieten. De spéciale pelotons, ten slotte, zou-den zich, van af hunne aankomst, naar Eessen begeven, met den steun eener compagnie infanterie.Maar de gebeurtenissen zouden de gteheele uitvoering dezer bevelen beletten. Inderdaad, het is nauwelijks 10 uur, wanneer men aankondigt dat de vijandelijke ir/anterie zijne concéntrfefche bëweging naar Dixmuidè begint, tegfelijfcei- fïjd langs het Noorden en langs het Oosten ; terzeif-der tijd verdubbelt het bombardement in hevig-heid en werpt onze loopgraven in de bedreigde streek overhoop. Ct V'ervcAgt) De "Journée Française" Het was verleden zondag de « Journée française >, de dag vaii Kraiikrijk, in Normandie. Hij is zeer winstgevend geweest. De Pransohen eu onze medeburgers hebben edelmoedig en vaa ganscher harte gegeven. Op dezen koelen Meidag woonde meu hetongewone schomvspel bij op aile straten slechts gedekoreerde personen te ontmoa-ten die in het knoopsgat of op de borst de heldera kleuren der bondgenooten droegea. Mogen de slachtoffers van den oorlog eenige verlichting gevoeleo, dank aan dezen dag vaa vadeflaûds» liel'de en iateraatioaale solidanteit. 3 Juni 1^15 iNummer lia . Il Il .mm. ■■ . i.i ni m u .un ■ ... -i.n, m ■- yt±É/ot ■inÉM«ni«iwriT in Mil m i h.i i ■ i i mi ■ É É II ilÉMil

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De legerbode belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1914 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods