De legerbode

1422 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 11 August. De legerbode. Seen on 29 September 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/cn6xw48f2g/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

DE LEGERBODE den Dinsdag, Dondevdag en Zaterdag verschsjnende Dit folad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransclie en Nederlandsche exemplaren. SCHETSEN VAN ÏÏET BELGISCIÎ FRONT Op Patroelje Een maand geleden, van 11 tôt 12 Juli !0i7, kreeg ïuitenant Dehras de opdracht met eenige mannen een patroeije tôt a an de vijandeiijke linièn te doen. Een getuige van dit wapenfeit heeft aan de Leger-bode, enkele op het leven afgekeken notas gezonden, die op sehilterende wijze het leven schetscn dat de Belgische soldaten op het front voeren, tijdens de perioden van zoogenaamde kahnte, waaraan de kgerberichten nauwelijks melding maken. Kalflîte heerscht te (gecensureerd) Als het u, verduldige lezer, tusschen uw cho-kolade^ van '6 morgens en uw rumsteak van "s middags. wel wat flauw schijnt te lezen dat de bedrijvigheid van de artillerie middelmatig was rond de Vlaamsche dorpen waarvan de naam uwe keel schraap, geîijk de granaten langs liun laatsle puirien schampen ; als het u per toeval schijnt dat onze dappere soldaten werkelijk een gemakkeiijk leventje leiden, laat mij u dan uit-noodigen mee een tochtje naar de eerste liniën te maken. Er is toeh niets bij gewaagd : « Niets te melden ; de kalmte heerscht op het front. » Gij stemt toe ? Op weg dan ! Èen oogenblik, beste vriend ; gij vergeet uw masker tegen stikgassen. Neem iiet maar mee. Wij hebben hier sedert eenigen tljd geen eieren meer ; 't komt doordat de kippen, die gewoon "waren ze te leggen, de Duitsehe scheikunde niet naar waarde wisten te sehatten, en ik zou voor niets ter wereld u dit voorbeeld wilien zien volgen. Zeergoed! 'k Geloof dat u niets meer ont-breekt: Uv>' masker, velciflesch.veldkijker, kaar-ten, revolver; met nog drie riemen meer over de borst zou men u voor een eeht soldaat nemen. Uw helm is wel wat te groot, dat is beter ; zoo tan hij op uw hoofd sehommelen als per toeval een kogei u moest kruisen (dat gebeurt soms, maar men vermijdt het te zeggen om het inoraal van den vijand niet te doen stijgen). Juist giste-ren... Wees niet ongeiust, 't is niets ; eenvoiulig een scherf van granaat tegen vliegtuigen die met cat eigenaardig gefluit langs u kwam gevlogen; t is een bevriende ; 't iê dus zonder belang. Wij nemen den verbindingsloopgraal'aan den recliter kant; hij spaart ons een half uur weg lit. Hij is wel wat meer bloot gesteld, en zijîi ■wanden, zeker vermoeid van hun ioodreclite po-sitie in deze oude Vlaamsche aarde die reeds zooveel eeuwen lang plat gelegen heeft, zijn wel ^at naar hun eerste stelling terug gegL'den. Maar gij weet : « Niets te vermelden, kalmte op het Beigisch front. » Die kleine witte wolkjes op uw l'echterhand? Ja, granaaikartetsen ; 't zijn er van 77 ; dat telt inet . Die zwarte. bij voorbeeld, dat is slechter ; dat is er een van 105. En kijk, die zware slagen voor ons uit, dat zijn fusanten van 150. ook een slecht goedje... Maar denk er aan : « De bedrijvigheid van de artillerie is slechts zwakjes » Och God! Gij hebt u geen zeer gedaan ? Ik Qaclit er niet aan, zoozeer ben ik het gewend ; ik nad u moeten verwittigen : De voetbrug houdt Nu zijt gij heelemaal nat en vol modder; «et spijt raij ; inaar hier zijn wij aan de loop-graven en gij gaat u kunnen droogen. Ik zie majoor Motteux die u wel zal helpen. Een flinke siok■ wijn en gij denkt er niet meer aan. ilijk Î Een proces-verbaal van de verliezen, mijn majoor? Gij hebt verliezen? Een ontmoeting van patroeljes ! Och, dat is jammer. Ik breng u juist een heer die leest de Lelie Kerels van... «mer het Beigisch legerbericht in te ontdekken . de dagbladen van onze Fransche vrienden niet meer publiceeren bij gebrek aan plaats. olcrens de iaatste uitgaven geloofden wij aan e kalmte : Dat gaat ons weer vergeldings-aatregelen bezorgen : Een harceleervuur, een jsperseervuur, een spervuur of, de Hemel ver-â'e^e t °ns, een demoleervuur zelfs. linun ! uw dekkiug ziet er nog al ernstig Wt ; e genoegen zie ik béton ; ik had er sedert lang ï,t en meer ontmoet. a,. ! z\el)ier wat ons, bij eene uitstekende wijn, majoor Motleux vertelde : ' 1 was gisteren avond. Ik bad eenige kerels en onzen niakker... laat ons Dejambe zeggen, be'ast een s te gaan kijkenaan den ande-reu kan,t van den Y... {gecensureerd) wat de « Kamaraden s daar uitrichtten. Het was schoon weer. Ailes selieen kalrn, sterren, maar geen maan, kortom, een goede nacht. In 't begin ging ailes goed... en later ook. Wij wachtten sedert twee uur, en gij weet, de uren tellen in zoo 'n oogenblikken, toen... Maar daar is Dejambe in persoon, die u het vervolg zal zeggen » Wij waren dus sinds Iwee uur vertrokken en, van vaart tôt vaart, van rietbosch tôt modder-plas, hadden wij ongeveer de grens bereikt die mij aangeduid was. Reeds hadden de sombere en seherp afgeteekende lijnen van den vijande-lijken loopgraaf mij bewezen—op gevaar met mijn verkenners tôt in 't Moffenland door te dringen met den terugkeer slechts na den oorlog — dat het tijd was rechtsomkeert te maken. Wij slopen, op een zekeren afstand, langs een der talrijke vaarten die het terrein doorkruisen, toen een geluid, goed gekend door de oud verkenners, ons ter plaats vastnagelde : Voor ons ruiscbten de bladeren. Ik was, ik moet het bekennen, tamelijk te leur gesteld. Gij kent het terrein : Niet door te ko-men zonder voetbruggen en die sm... versperden mij nu juist den weg en sneden mij1 afvande-gene die ik zelf had doen plaatsen. Bovendien waren wij met geen groot gelai ; ik had een ge-deelte van mijn mannen achtergelaten om de Dagorde aan het Leger Ik heb de eer aan het Leger bckend te maken dat, bij Koninklijk Besluit in datum van 4Jsn de-zer. Z. M. de Koning mij het porte-folio van Oorlog heeft wilien loevertrouwen. Ik treed heden in mijnen nieuwen werkkring. De hooge bevoegdheid van mijnen geëerden voorganger, zijne doorluchtige ondervinding, zijne standvastige pogingen hebben nu het Leger begiftigd met al de middelen die het noodig heeft om zijne glorierijke laak te vervullen. Deze middelen hebben op belangrijke wijze medegewerkt om aan het Leger eene ze.delijke waarde en een zelfvertrouwen te geven die — ik ben er innig van overtuigd — de toekomende gebeurtenissen zullen doen blijken. Wel bevolen, wel gedrild, door eenen uitste-kenden tuchtsgeest bezield en hoogst bewust van zijnen plicht, zal het Leger zijn taak met dap-perheid vol voeren en vervolgen tôt het uiterste : tôt de volledige bevrijding van het nalionaal grondgebied. De drie jaren die ik de eer gehad heb met den Belgischen soldaat op het front te leven, hebben mij de gelegenheid gegeven mij te overtuigen van zijne waarde, van zijnen weerstand, van zijne taaiheid, van zijne dapperheid en van zijnen moed. Onder het leiden van officieren waardig hem te bevelen, vurig hem tôt de overwinning te voeren. zal den Belgischen soldaat vol vertrouwen den vijand — die hij vastberaden is te ver-slagen — aanvallen. Ilet is onder den gelukkigen indrulc eener vaste overtuiging in de naderende zegepraal, dat ik het Leger mijne wenschen van welgeluk-ken in zijne toekomende ondernemingen toestuur. De Minister van Oorlog, Luitenant-generaal De Geuningk, 6" Augustus 1917. Voor onze Oorlogsvermiîikten. Ontvangen 358 fr. 45 van Ïuitenant Vanderhaegen, van het I. G. van Criel-sur-Mer : Opbrengst van het landelijk feest, gegeven den 21 Juli te Criel. — Ontvangen 70 fr. van den heer L. Lambrecuts, landbouwafdeeliug van Massandres : Overblijvende som in de lias van den Elisabeth-Voetbalclub vaa het bijzonder peloton. — Ontvangen 36 fr. 40 vau den heer R. Desmet: Gift van het personeel van het 2° vliegerssinaldeel. Harteliik dank aan de milde gevers ! bruggetjes te bewaken en aan het geluid kon ik. wel een tamelijk aanzienlijk getal Moffën ver' moeden. Een blik op mijne mannen. Hun bouding stelde mij gerust. Zij lagen tegen den grond verdoken en mijn gebuur, de jonge Charpentier, haast nog een kind, streelde met zoove#l liefde een paar granaten dat het mij warm aan het kart deed. Ailes was op voorhand overeen-gekomen en op mijn fluitsein, toen de gestalten vlak bij uit de duisternis opdoken, begon het feest. Mijn majoor, hetwas prachtig ! Mijn kerels — zij waren met acht — vuurden en wierpen met granaten, als wel twintig, en dat viel goed ; het was ongeveer het getal van onze tegenstrevers. Ik moet hun recht laten wedervaren aan die Moffën, zij hebben zich kranig gehouden. Zij hebben oniniddellijk geantwoord en toen wij een oogenblik later ten aanval stormden, hebben zij gedaan wat zij konden ; dat was overigens niet voldoende : lk geloof clat mijn lierais de grana» ten die als kenteeken op hun 1er a a g geborduurd stonden, zouden losgerukt hebben om ze hun naar den kop te gooien. Wat er nog overbleef maakte rechtsomkeert, en ik geloof wel dat wij die heeren voltailig ge-knipt hadden, waren zij niet over de vaart ge-trokken langs de brug die hun ook bij 't komen diende. Wij hebben ze geknipt bij den overtocht, ge-lukkiglijk, en onze kogels hebben hun den terugkeer zeker wel bitter gemaakt ; te oordeelen tea minste naar hun kreteu. Het ongeluk van dat ailes is dat het gebeurde op korten afstand van de vijandeiijke posten. Zij zijn in groot aantal gekomenen, in het midden van het feest, hebben zij ons met kogels en granaten overstroomd. De machinegeweren deden mee : Ailes krioelde voor ons. Wij moesten heen-gaan terwijl wij over de dooden strompelden en de gevangenen, die wij in het begin van den aanval gemaakt hadden, mede nemen, mede dragen zelfs ; een van hen, de tweede commandant van den tocht, was nog' al erg toegetakeld. En gij kunt denken dat de anderen ons niet hielpen. Welnu, ik heb daar een mijner beste oorlogs-indrukken gehad : Stel u voor dat er op de acht kerels drie gewond waren, die geen woord hebben gezegd. Nog beter :<Zij hebben met ons ge-chargeerd en bij den terugkeer kon ik ze nauWe-lijks overhalen om zich te laten verzorgen. Mijn kleine Charpentier had in zijne karkas een gan-sche verzameling van vijf granaatscherven ; in den hulppost rookte hij een eigaret en schertste met de makkers. Eerst toen ik teruggekeerd was heb ik een vermakelijk voorvalletje nit dien rumoerigen nacht vernomen. Ik had, ikheb het u gezegd, drie man achter gelaten aan de voetbruggen ; terwijl wij in het Zuiden aan 't wandelen waren, deden de Moffen hetzelfde in het Noorden, en vooruit sluipend langs de vaarten die heel hetland doorkruisen, komen zij vlak bij mijn drie dapperen. Op dit oogenblik, toppunt van ongeluk, vinden eenige eenden, die dit gedeelte van de overstroo-ming uitgekozen hadden, niets beters dan de eene op het hoofd, de andere op het geweer van onze schildwachten te gaan zitten : Onmogelijk te bewegen ; de Moifen waren op eenige meters en zij waren met twintig ; zij hebben zeker wel met wat ongeduld het vei'trek van de Moffen moeten afwachten, eer zij het gebaar konden maken dat hen verlostte. En, zich tôt den bezoeker wendend, ging Dé-' jambe voort : Hebt gij ooit de gelegenheid gehad 5 minuten lang plat op uwen buik door te bren-gen met eene eend op het hoofd en twintig Moffen, die er ondanks den hongersnood toch nog kloek uitzagen, op zes meters afstand? Mijn mannen hebben mij verzekerd (en ze zijn noch-tans dol verlekkerd op gevogelt) dat ze zelfs niet getraclit hebben van de gelegenheid gebruik te maken. . Het Beigisch legerbericht van den volgenden dag zegde : « Niets te vermelden op ons front» De gewone artiileriebedrijvigheid. » En achter het front heeft de lezer, wel wat ge-blazeerd, zijn dagblad verfrommeld en gemom-peld : « Werkelijk, de Belgen hebben ginder een goed leventje. » X..+ il Augmsir.s 1917 Niim-mer 459

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De legerbode belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1914 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods