De legerbode

1268 0
17 February 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 17 February. De legerbode. Seen on 07 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/t727941p83/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

17 Februari 1917 N am mer 384 ^S132s fc^tf^^ai^S^SS^tSS^SSSi^SSs^-SR&%&{K£f> ,&ij9£>2!ïz&5§Lr-j.53 8CBMHBWtXSBIBBB8BBBff8ffSyS^^Z5i^^)?l^MW8B!J^Ajlll^88fe?^sjhB^S8KK^iWliflPS^^^!^dbiéBdl8HWMBfiWMWBWHL DE LEGERBODE % den Dinsdag9 Donderdag ers Zaterdag verschijnende — ,- - -■■<■ - --", .-.r-.-.T -■ -.m „, Dit blad is VOOH DE BEIjGISCHE SOIjDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. 9b Gsesel tan M lltalisme Men weet dat de Fransche regeering vastbe-faden haar besluit heeft te kennen gegeven om op krachtdadige wijze den strijd tegen de ver* woestingen van het alkoolisme aan te binden, door de verbodsmaatregelen uit te vaardigen, waardoor het gebruik van dit vergif.dat het volk en h©t ras aan een spoedige ontaarding bloot stelt, tôt binnen de door de zorg voor de open-bare gezondheid vereischte perken, zal beiet Word en. Met het doel de regeering te helpen om dezen toitslag te bereiken.werd in Frankrijk een Nationale n Bond tegen het alkoolisme gesticlit, die door woord en beeld een ijverige propaganda voert, die ongetwijfeld slechts met den besten tiitslag kan bekroond worden. Het is tijd, hoog tijd dat men, in navolging van wat reeds in Rusland geschiedde, er in aile besehaafde natiën toe kome paal en perk te stel-len aan het gevaar dat aile dagen dreigender wordt. De toekomst zelf staat op het spel voor de volkeren die heden zoo veel heldenmoed aan den dag leggen om dien anderen geesel, het Pruisisch militarism te beslrijden. ïn het nog ■vi'ije België heeft onze regeering reeds beslis-Bingen genomen die bewijzen hoe zeer zij van Jiare plicliten in dit opzicht bewust ia. De Nationale Bond tegen het alkoolisme heeft onlangs ta Havre een vergadering met tegen-epraakbelegd, ondervoorzitterschap van minister Vandervelde, omringd door tali'ijke Fransche personen van aanzien. Wij deelen hier de geestdriftige toespraak Biede die ons lid van den ministerraad tôt opening der vergadering heeft uitgesproken. Men zou met niet meer overtuigde welsprekendheid den pnteerenden en doodenden alkool hebben kunnen veroordeelen. Het is een plicht, zoo schijnt het ons, het goede woord van den spreker te verbreiden, de beslissende argumenten te doen kennen die hij gebruikt heeft, en die ons geen antwoord schijnen te dulden. Rcievoering vaa den heer Vandervelde Door mij de eer aan te doen van mij te vragen om deze vergadering voor te zitten, hebben de syndikale inrichtingen van Havre, zich wel eene andere vergadering willen herinneren die, nu ongeveer tien jaar geleden, in de werkbeurs van Parijs gehouden werd. Het was in Frankrijk het begin van den arbeidersveldtocht tegen den alkool, en die uitging van de bekende kenspreuk : « De ontvoogding van de arbeiders zal het werk Van de arbeiders zelve zijn. » Heden zien wij elkander weer, bijeengebracht door het noodlot, op het onzegbaar ernstige oogenblik dat de regeeringen van onze beide lan-den, om zegevierend den aanval van onze woeste aanranders te weerstaan, het zelfde besluit doen blijken om de nationale inspanning tôt het boogste punt te brengen en tevens de uitgaven «n net nutteloos verbruik tôt een minimum te beperken, en des te meer de schadelijke uitgaven en het schadelijk verbruik. En bij deze uitgaven, bij dit verbruik, dat wel Verre van tôt iets te dienen de wilskracht doodt, jÇjel; verstand benevelt, dat stoornissen en ont-Jùoediging verwekt, zoo het zelfs niet de misdaad jof de krankzinnigheid is, is er één vooral dat nnmiddellijke en doeltreffende maatregelen ver-çiseht: Het is het verbruik van geestrijke dranken, het is het akelig budget van het alkoolism. Voor wat België betreft.is dit vraagstuk boven-dien voorloopig opgelost door de toevallen en de noodwendigheden van den oorlog. Men haalt steeds Rusland aan als het eenige De Hulp aan de behoeftige Werkeioozen Het verleenen van steun aan gedwongen wer-kelooze arbeiders, die ten gevolge der Duitsche bezetting in behoeftige omstandigheden verkee-ren, vertegfenwoordigt voor de provinciale comi-teiten in bezet België zware lasten. Op den datum van 1 Januari 1917 bereikte het totale bedrag der uitgedeelde sommen 227,054,009 fr. 34. Gedurende de maand Décerner: r alleen werd er uit dien hoofde eene sorti van 11,463,000 frank uitgegeven. land waar de geestrijke dranken volstrekt ver-boden zijn. Er is nog een ander : Het is België, en zoowel het door de Duitschers bezette België, als het België, het klein hoekje Belgischen grond, dat door de onzen verdedigd wordt. In bezet België zal het weldra drie jaar geleden zijn dat de Duitschers, na overigens de hand gelegd te hebben op het materieel van de stoke-rijen om zich van net koper meester te maken, — den verkoop van geestrijke dranken verboden hebben, wat nog een geluk in het ongeluk is. In niet bezet België heeft een Koninklijk Besluit —• op datum van 23 November 1914 — den verkoop ofden invoer van geestrijke dranken volstrekt verboden. Dank aan deze beide verboden die elkander dus ontmoetten zal de taak die ons morgen, in het bevrijdde België te beurt zal vallen, betrek-kelijk gemakkelijk zijn ; het zal voldoende zijn den statu quo te behouden, het voorloopige te bestendigen, en, na de pest van den inval te hebben verjaagd, den terugkeer van deze andere Eest, het alkoolism, te beletten. Het is ons vast esluit. Ik verklaar het als voorzitter van de Belgische regeeringskommissie die zich eerlang met dit vraagstuk gaat bezig houden en ik voeg er bij dat niets ons in dezen oorlog zooals in den anderen meer aanmoedigen kan dan hand in hand met onze Bondgenooten te gaan en onlangs, in Frankrijk, gezien te hebben hoe de regeering van de nationale verdediging, in haar onmiddel-lijk te verwezenlijken programma,de afschaiïing van het verbruik van geestrijke dranken schreef. O ! ik weet het, om deze onderneming ten bate van het openbaar welzijn tôt een goed einde te voeren, zal men hardnekkige vooroordeelen en machtige samenspanningen van belangen moeten overwinnen. Reeds zien wij, na een haastige mobilisatie, heel het ontzettend leger van de stokers en drankslijters in het strijdperk treden onder het opperbevel van de Hindenburgs van het ab-sint en van den kalvados. Men roept — welk een spot ! — de onaantastbare rechten in van den mensch en van den burger. Men beschuldigt de regeering den alkool te willen afschaffen en bijgevolg den landbouw met eene ontzettende krizis te bedreigen, dertig duizend stokers te willen ruineeren en drie honderd duizend drankslijters tôt de ellende te willen doemen. Zelfs als dat waar was zou men nog kunnen antwoorden : « Laat liever de stokerijen en hun hulphuizen vergaan, dan de gezondheid van het volk en de toekomst van het ras ! » Maar hen die zoo spreken kunnen wij een ander meer beslissend antwoord geven : « Dat is niet waar ! » Eerst en vooral is het niet waar dat zij die voor het alkoolverbod zijn — tôt zelfs de hevig-sten — den alkool willen afschaffen. De alkool, zoowel in tijd van oorlog als in tijd van vrede, is een nuttig produkt, een produkt van allereerste noodzakeiijkheid : Het weze voor het vervaardigen van de springstoffen, waarvoor men zooveel stokerijen opgevorderd heeft, het weze voor het vervaardigen van scheikundige of geneeskundige produkten, voor de verwarming of de verlichting of voor het leveren van drijf-kracht.Van nu af aan vertegenwoordigt de alkool,voor dit handelsgebruik gebezigd, een derde van de totale opbrengst, en in plaats van de openbare meening tegen ons op te hitsen, zouden de syndi-katen van stokers beter doen de middelen te bestudeeren om deze opbrengst te vermeerderen, om het fiskaal stelsel voor den handelsalkool te verbeteren, om de ontaardingsprocessen te ver-beteren, kortom, om het inwendig gebruik van den alkool, die de massa vergiftigt, door het uit-wendig gebruik te vervangen en ze zoo te gene-zen, te verwarmen en te verlichten. Anderzijds, en hier antwoord ik aan de advo-katen van de draukverkoopers, is het ook niet waar te zeggen dat de Fransche regeering of de Belgische regeering bekeerd zijn tôt de geheel onthouding en zich voorstellen met één penne-trek geheel het menschelijk verbruik van den alkool af te schaflen. Er is niet alleen alkool in den cognac, in den jenever of den kalvados. Er is er ook nog in den wijn, het hier, den cider, in de drankeu die men, overigeng ten onreclite, de gezonde dranken noemt; en dan, als morgen—wat ik van harte wensch, de gezonde dranken, door het total® verbod getroffen worden, — is het valsch te beweren dat de drie honderd duizend drankslij» ters van Frankrnk tôt den ondergang veroor-deeld worden. Zij zullen zooals heden, en. al# men er geen acht op slaat, meer nog dan heden, den dorst van hun kliënteel kunnen lesschen eu vergiftigen, door het bij stroomen gegistte dvau* ken te schenken. De waarheid is eenvoudig dat, als de afschaf» fers zegevieren, de fiskus het grootste gedeelte zal verliezen van de geldmiddelen die hij uit den alkool haalt en dat anderzijds de dranknij» verheid en den handel in een zekere n^ate hugi winsten van lijdens en na den oorlog zalloa vev» liezen. Maar wie ziet niet in dat zoo de Staat, doop den brandewijn af te schaiï'eji, door het feit zelf de belasting op den brandewijn afschaft, de in» komsten van den Staat daardoor niet zullen ver» minderd worden en dat, voor ééne te belasteu stof die er verloren is, men er gemakkelijk au» dere zal vinden. Wat de stokers betreft en de drankslijters, die vreezen minder te zullen winnen, zij zijn ongeveer slechts in denzelfden toestand als dien van de ininitie-fabrikanten, de vervaardigers van ka^ nonneu en springstoffen die, zij ook, hun winsten zullen zien verminderen als de oorlog eett einde nemen zal. Maar als er, bij deze laatsten, misscbien ie» mand is di,e heimeiijk wenscht dat de vrede op zich zou laten wachten, men zou niettemin vooç krankzinnig verklaren al wie zou durven beweren dat, in het belang van de oorlogsnijveraars, men het oogenblik waarop, door de zegepraal van het recht, de geesel van den oorlog eeu einde zou nemen, slechts één dag of één uut zou moeten verlragen. Nu vraag ik u, waarom zou men een andere taal spreken als het er op aankomt een einde te stellen aan dien anderen geesel, die nog ver-raderlijker, maar niet minder doodelijk is : de geesel van het alkoolism. En dit brengt mij tôt mijn besluit : Wij bevinden ons op een van die beslis.sendç uren, waarop de groote beproevingen de grooti besluiten baren. In eene groote stad zooals Le Havre, waa^ duizenden arbeiders, Franschen, Engelschen of Belgen, door de toevallen van den oorlog bij» eengebracht werden, is het voldoende rond zicfy te kijken om de verwoestingen van het alkoolism^ te bemerken, om te kunnen vaststellen hoeveeï krachten er door zijn werking verloren werden. En nu, om te overwinnen in een strijd waarift de tegenstrever voor geen enkele inspanning zal achteruit wijken, voor geen enkel offer, hebben wij niet alleen heldhaitige soldaten noodig, wij hebben ook matige arbeiders noodig, meester over zich zelve, bewust van hun menschelijka» waardigheid, vast besloten om aan den alkool geen kunstmatige wilskracht te vragen, dip we» di-a door verslappiug- en moedeiooâiieul s$l ogt* gevolgd worden. *** ff taa.t enn w»ii8eU«î) dat deae oprqrp g^hôord wordè, dat mon de volkeren rèdde waarvan de alkool, dag voor dag, al dè levenskrachten on^ dermijnt. Laat ons wenschen dat na don oorlog, den heden zoo moedig aangevangeç veldtocht, met meer kracht dan ooit zal worden doorgezetj tôt den te vernielen geesel geheel zal verdwenen ïijn. Oorlog aan den verlagenden en doodendeu alkool, dat moet het ordewoord zijn van elkou vrijen wil en van ieder klaar gewetén. .w LI , i.u i, i i , , LU ■ ■ In het Muséum van het Belgiseh Leger Het naast de « Broche-à-Rotir » te Ste-Adresse in Juli 1916 geopend Koninklijk Muséum van het Belgiseh leger werd onlangs verrijkt door eene heele reeks oorlogphoto's, van den photographi-schen dienst van het Belgiseh leger te Parias. Eda stereoscoop geeft in prachtig relief die indruk» wekkende zichten en beelden uit het heldhaflig krijgsleven. Sedert zijne opening, kreeg hetbelangwekî^Oûi muséum reeds vijf duizend be®jekera.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De legerbode belonging to the category Oorlogspers, published in Antwerpen from 1914 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods