den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Oit folad is VOOH DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Het Verhaal van een Ontsnapte Een van onze dappere makkers, die te Namen Werd geWond en gevangen gemaakt, verhaalt ons in de volgende regels zijn ontsnapping uit het kamp van Gôttingen. Op het oogenblik van de mobilisatie deed hij fcijn voorbereiding tôt de Militaire school; hij rust nn even uit van het lij den zijner langdurige £evangenschap en heeft nog slechts een verlan- fen : Zoo spoedig mogelijk naar het front terug te eeren. Ss # In Februar! 1.1. was ik gaan werken bij een boer, op enkele kilometers van G..., om zoo roiju ontsnapping te vergemakkelijken en mij het noodige aan te schaffen. Het was reeds de tweede maal dat ik aldus boerenknecht speelde ; in 1915 werd ik er door de Daifcschers toe gedwongen. Het was met een ïnijner makkers dat ik het de eerste maal be- Sroefd had. Het viel mij zeer hard, te mear «iaar z vroeger neoit handenarbeid had verrioht; ook had ik niei weinig moed noodig om mij niet te doen terng zenden naar het kamp, door dien 'ellendigen boer, die mij voor zijn profijt water en bloed wilde doen zweeten. Wij waren met 18 Belgen en 3 Russe» gelo-ceerd in eene zaal op het 2° verdiep. De Motfen badden dikke ifzeren staven aan de veastars doen zetten iftet slechts 8 eentimeters tussohen-ruknte. Gehikkigjijk hadden zij een rond ven-stertje vergeten dat aan den aehterkant van het hais nitgaf. Het was langs daar dat ik op een zekeren naoht schwmpavte speelde, in Duitsch student verkleed. Een schfcdwaobt sliep dat hij snurkte, m de zaal naast de onze. Ik nam afecbeid van de makkers die mij allen eene goede reis toe weuschten. Een van hen scbeerde mij de s*or af ; een aiidere wisselde mij ne laatete gevaoge-nenzegels uit, en de m «est stoutmoedige kroop tôt op het dak om mij, door middel van eene lange koord, mi in valves over te geven. Zo* was ik op reis naar Holland. Ib verliet de plaats terwijl ik Deulschland ûber ailes neuriede ; het was de beste wijze om daar weg te komen zonder te worden tegenge-houden door een sckildwacht die ik op weg ont-moeten kon. Ik wilde er, voor eenige uren ten minste, goed aïs een Mof uitzien, om later voor de tweede nu al ons gemarfceld België te kunaen ▼erdedigen. Na zoo twee dorpen te zijn doorge-trokken kwam ik aan de stad Pï., waar ik mij tôt 7 unr in de bosschén sohuil hiald. Daar de trein vertrokken was moest ik wachton. Toch nain ib mijnen koepon : De trein was stampvol. Ik sprak zoo weinig mogelijk en deedalsefik sti«p. Te B. aangekomen, vertrok ik naar O., waar ik om hait' tien 's avorfds aankwam. Des Zondag- was er geen trein meer tôt aan de grens ; ik moest er dus voor zorgen ergans een onder-Jfeomen voor don nachtte vinden. 1k ging logecren S» eeo hôtel dicht bij het station, onder den îaam .Bans Bocberdmg. Den volgeoden dag, rond half zeven, kwam ik te W. Het station was bewaakt ; men moest langs een eerste deur waar men zijn koepon aan Koning Albert ep het Fransch Front Enkele dagen geleden. kwam Kanmg Albert !d eenen sector van het Fransch front toe. waar men juist tôt de plechtige uitreiking van eerétee-kensaan ziekenverpleegsters en ziekenoppassers vau een veldhospitaal bij de vuurliaie ging o ver-gaan. Onze vorst woonde die cereinonie bij, wHke plaats had bij de lonen van de Mar&eil-la'se en van de hymnen dei' bondgenooten. Onder de gedehoreerde dames bevond zich, Mejuffer Lea Pernin, majoor-ziekenverpleegster, die het Oorlogskruis met palmtak ontving. Den 2° Augustus 1914 als vrijwilligster naar een Ironthospitaal vertrokken, was zij bij al da vel islagen aanwezig als Elzas, Atrecht, Beigië, Terduin, Champagne. Deze koene vrouw werd voornamelijk gevierd en geJukgewenscht. En de ceremanie liet bij elkeen diepe ontroering en bewondeinng achter roor den heerfijken moed der ziekenverpleegbters» eene vrouw afgaf, dan langs een tweede, waar men zijn pasport aan een schildwacht toonen moest. Ik gelukte erin de waakzaamheid van den Mof te verschalken en ongemerkt door te geraken. Een-groot gedeelte van het werk was gedaan; toch bleven er no g ernstige moeiiijkheden te overwinnen. Verscheidene uren lang moest ik rond loopen in een zeer gevaarlijk gebied, dat voortdurend bewaakt werd door de grenswach-ten, de tolbeambten en door bereden patroeljes. Boveadien was éen vreemdeting ee* zeldzaam iets in dit kleine plaat^e. Ook werd ik weldra het veorwarp van de algemeeae nieuwsgierig-heid; al de blikken vestigden zich op mijn persaontje. Langs het Noorden bereikte ik het open veld, want het ware onvoorziclitig geweest recht op het Westen toe te stappen. Ik was sedert eenigen tijd in voile veld, toen een knaap op mij afkwam en mij aaasprak. Hij vroeg me of ik geen hooiwâgen had zien voorbij rijden en waar ik naartoe ging. Dit was waarschijnlijk slechts een list, want de dagbladen beloofden §0 mark, en meer nog, aan de personen die er in gelukten «ntsnapte krijgsgevangenen aan te houden. Ik gelukte er in van den jongan los te komen en verborg mij tôt tegen den nacht in een sloot. De hemel was helder en schitterde van sterren. Ik maest mij zelfs niet van mijn kompas bedieaea om mijn weg te viaden ; de Poolster was-voldoende. Na mijn laatste cigaretten te hebben opge-rookt en mij van mijn valies tp hebban ontlast, zette ik mijn groene pet van net Àtkeneum op en richtte mij naar het Westen. Op een gegeven oogenblik zakte ik tôt ©ver mijn knieën in de moerassen, doch ik getafete er in er zonder let-sel uit te geraken. Ik stapie verder door in de riebting van het Westen, en steeds dwars doar de velden. Plots kwam ik aan eene rivier die ik wel al zwem-mond moest oversteken, daar al de bruggen bewaakt wàren. Haastig maakte ik een pak van mijn kleederen dieiik in mijn regenmantel wik-kelde. Terwijl ik het pak met de rechterhand boven water hield gelukte ik er in, niet zonder moeite, over de rivier te koraon. Ik bevond mij in voile polderstreek, met aile tien meters een breede sloot waar ik over sprin-gen moest. Meer dan eems miste ik mijn sprong en werd nat tôt op de huid. Ten slotte bereikte ik toch de grens, na op een dertig raeler afstand langs een Duitsche sc&ildwacht te zijn geslopen. Ik bemerkte onmiddailijk de miilpalen, die rood en wit geschilderd waren ; in DuitscHland waren deze allen vap steen. Dan zag ik op een uithangbord a Rijwiel-reparateur ». Het was VJaamsch, ik was dns in Holland. Ik klopte aan eene deur : Een oude vrouw kwam open doen. Ik vroeg haar of ik mij wel in Holland bevond en op haar bevestigend antwoord begon ik de Brabançonne te zingen en « Deutschland unter Ailes ! » Zij stuurde mij naar een rijken boer, met de aanbeveling niet meer over den sloot te komen. Ik werd op prachtige wijze ontvangen door mijn gastheer, die mij liilnen en kleereu verschafte. Gansch den dag deed ik «iets anders dan eten en drinken en rooken, in de verandah van het huis die uitgaf op de baan van waar ik de moffenschildwaehten op den wal kon zien heen en weer wandelen. Dat is het verhafil van mijn gelukkîge ontsnapping uit het kamp Van Gôttingen. N. De Belgische Kleppers Worden Ridders van de Leopoldsorde benoemd Tbiefkry, Edmond, hulp-onderluitenant, mil. vliegenier : Jachtloods van merkwaardige stout-moedi-gheid, vol darf en koelbloedigheui. Heeft op 16, 32 en 26 Augustus, opvolgentlijk zijn y, 8° en ge vijandelijk vliegtuig neergeschoten. Demeplbmeester, André, adjudant, mil. vlie-genier : Jachtloods van grootc waar de ; heeft door zijn inoed en behendigheid op 2 r Augustus i&ry zijn 5' vijandelijk vliegtuig neerge-schoten. Werd tijikns dit gevechk ernstig gewQnd. Een Ministerie van Staathuishoudkundige Zaken De Heer Paul Hymans, lid van den Ministem raad, Minister van State, lid van de Kamer der Volksvertegenwoordigers, wordt ontslagen uit de betrekking van Buitengewoen Gezant en Gevolmachtigd Minister, met bijzonderezendingy die hij bij Zi jne Majesteit den Koning van Groot-Bretanje en ierland vervulde ; hij wordt benoemtj tôt Minister van Stagithuishoudkundige zaken. la het verslag aan den koning, verklaart baron da Braque ville, minister van buitenlandsche zakea en kabinetshoofd, o. m. : i De vernielîngen en verwoestingen, waarto® het feit van den oorlog door heel het grond-gebied aanleiding gaf ; zij die door den vijamj werden verwekt zonder.enkele bedoeling, waar~ voor deze uitkomen durft ; anderzijds het schan» dig en ongeoorloofd ten nutte maken door h^m van onze hulpmiddelen, hebben sedert lang de Regeering er toe gebracht talrijke organisme» in te stellen met het 00g op de herstelling vaa het staathuishoudkundig leven in België. a De verschillende ministerieele departementen hebben, elkeen in hunnen werkkring voortdurend studiën gedaan en ontwerpen opgemaakt, en het oogenblik is nu gekomen daaruit de best<| vruchten te trekken. « Het betaamt dat het werk der staathuîshond* kundige heropbouwi. g vol gens een methodisch plan worde geleid, waarin al de voorname natio> nale belangen in samenstemming zullen staan. « De moeilijke omstandigheden van het huidig nur vei'gen opzoekings- en toepassingsmethoden, • die van de gebruiken van vredestijd afwijken. Deze omstandigheden zelf schijnen mij thans dringend de instelling van een nieuw département,bij de Regeering te eischen, dat, op staat» huishoudkundig gebied, het tôt stand brengea van eene bedachtzame begripseenheid en net vérstrekken van eene krachtdadige en weïk-dadige medewerking tôt de uitvoering der ia voorbereiding zijnde ontwerpen ten hoofildoel zal hebben. » * * * De H. Hubert, Herman-Victoor, algemeen op» zichtei* der mijnen, wordt benoemd tôt Algfr meen Secretaris van het département. De H. Thys, Jozef-Jan Baptist, militaire Ob-der-Intendant der 1« klasse, bestuurder van den dienst van de approviandeering der intendantie aan het ministerie van oorlog, is benoemd tôt algemeen bestuurder van het secretariaat en van het beheer. De H. Van Langenhove, Fernand-Jnlius, we-tenschappelijk secretaris van het Instituut van sociologie Solvay, wordt benoemd tôt bestuor* der van het Kabiuet. Een staathuishoudkundige raad is tevens ge» voegd bij het nieuw département. Worden benoemd tôt : a) Ondervoorzitters van den Staathuishoud-kundigen Raad : de HH. baron Ancion, G00roman en» baron van Eetvelde ; b) Algemeen Secretaris van den Staathuis-houdkundigen Raad : de H. Barbanson, G. Overlijden vaa den heer Konsul Goffart Baron de Broqueville ontving verleden Zate»* dag het bericht van de dood van den heer Gof-fart, konsul generaal van België te Rotterdam. Dit nieuws heeft niet slechts de leden van de regeering, maar heel de Belgische kolonie te Havre dxep getroflen. De heer Goffart, oud-bestuurder in de'kolo-niën, werd in het begin van 1915 konsul te Vlis-tingen benoemd ; daarna werd hij naar Rotterdam verplaatst. Hij was een uitstekend ambtenaar. Hij kwam onlangs te Havre ; baron de Bro» queville bood hem toen aan in het Kabinet te treden ; doch de heer Goffart verkoos in Holland zijn menschlievende opdracht jegens de vluchtelingen, Belgen en Franschen, die in df haven moesten inschepen, voort te zetten. Â 16 Ôctoher 1P17 Nummer ^587

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.