DE LEGERBODE den Bsnsdûg, Donderdag en Zaterdag verschJjnende Di! blad is YOOR DE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien Fransche en tien Nederlandsche exemplaren. Een Leer van Barbaarschheid De daitsche legersiaf had ten dienste van de officiers van den Kaiser een heel belangrijk werk uitgegeven, waaraan we blijkbaar niet ge-noegaandachl hebben gewijd. Het werk draagt als fitel i Gebruiken bij den oorlog te lande » — (Kriegsbrauch im Landkriegè) De engelschè professor Morgan heeft er onlangs eene verta-ling van gegeven en al de engelsche bladen be-spreken in lange artikels dat werk, hetwelk ons op een onweerlegbare wijze veropenbaard dat het aanwenden van systématisait toegepaste ver-schrikking ten grondslag ligt aan de duitsche oorlogsleer. Ilet vernietigen van de militaire kracht van den vif and, waarover we hier in een vorig artikel schreven, wurdt nagestreefd tege-lijkériijd als het vernielen van steden en dorpen, het moorden enplunderen. De daitsche legerstaf verwachl meer van de wreedheid die hij aan de troepen inprent als van de veldslagen zelf. Hij wil dat zijn leger een geesel zij en niet alleen een oorlogsiuig ; het moet wreed wezen, vooral te-gen dezen die onbekwaam zijn zich te verdedigen en op dewelke de v> ees meest uitwerksel schijnt te zullen hebben. « Ilet doel wettigt de middelen », dat is het hoofdprincipe door de verantwoorde-lijke oversten ingeroepen als voorwendsel voor soo'n barbaarsche oorlogsmethoden. Daar het gebeuren zal dat sommige soldaten te weekharlig zijn, bevelen de oversten aan de officieren onverbiddelijk die individueele zwak-heid te keer te gaan. Een krijgsman moet aile gevoeligheid afleggen; hij die luistert naar de stem van zijn geweten of van zijn hart is een verrader van zijn vaderland. Geen meedoogen ! Moorden, plunderen, rooven, dat verwerft u 's lands eeuwige erkentelijkheid. Vrouwen ver-moorden, kinderen doorsteken, ouderlingen le-vend verbranden geejt u den zegen des hemels. Om ware helden te zijn, hoeft ge daarbij nog priesters te martelen, Icerken in brand te steken en al singend « Die Wacht am Rhein a de inwo-ners te dwingen, op hanne knieën en de armen opgeheven, den roodpurperen gloed aan te sta-ren van hunne laaiende haardsteden. Is dat niet huiveringwekkend van afschuwe-lijkheid ? En wie zal nu nog betwijfelen dat de gruwelen bedreven in België en in Frankrijk niet deel hebben uitgemaakt van een vooraj be-raamd oorlogstelsel ? Ook diegenen welke zoo een gedacht verontwaardigde zullen nu het klaarblijkende bewijs der feiten moeten aanne-men, want opdat iedereen het goed wete, heeft een officieel werk die leer van de meest barbaarsche wreedheid vastgesteld. En in dezen oorlog hebben we die methodes zien toepassen. Maar de internationale overeenkornsten door Duitschland mede onderteekend, hebben die dan geen waarde? De a Oorlogsgebruiken » spreken er enkel over om te verklaren dat men zich daaraan niet kan gelegen laten, «omdat ze in de meeste gevallen praktisch niet na te komen zijn i>, zonder de waarde der nagestreefde uitwerkselen in gevaar te brengen ! En op die laatste alleen komt het aan. Daar-door staat het ellten officier, zelf s den eenvou-digsten sqldaat vrij die middelen te gebruiken Welke hij nuttig acht, zonder zich in 't minste om beschouwingen van rechtvaardigheid of eer te bekreunen. Zijne oversten waarborgen hem op voorhand de straffeloosheid. Hij heeft tmmers voôr 't algemeen welzijn gewerkt ! Hij moge nog zoo woèst en zoo wreed wezen, hij is aaarom moordenaar, bandiet nocli lafaard, naar een held, een roemrijke medewerker van de duitsche « Kultur » Iedcr ziet waar sulke theorie naartoe leidt, °[ welken graad van beestachtigheid ze die soldaten van het grootste leger van de wereld ver'agen. Ze stelt maar eene grens aan die leer mi Wwhrikking : « De vrees voor weerwraak.» Met andere woorden, de oversten zeggen aan de barbaren : Weest onverbiddelijk, zoolang wij de sterksten zijn ; maar weest voorziehtig indien de overwinning ophoudt ojis tegen le lachen, Kan men iets laffers uitdenken ! 't Is om het in praktijk stellen van hunne afschuwbarende theorie te verzekeren dat de duitsche legers in hun gevolg meevoeren die pompen, welne met petrolie moeten besproeien die plaatsen waar het vuur zijn woede moet uitwerken ; 't is daarom dat hunne geleerden de brandpasteien en -granaten hebben uilgedacht waar niets aan weerstaat. We weten ook nu dat hunne reusachtige zeppelins in de eerste plaats werktuigen zijn van moord en brand, bestenid om ginds in de verte, in de duisternis van den nacht, met een maximum van lafheid, de weldaden te gaan brengen van de a Kultur », onschuldigen in hunnen slaap doodend en huizen in brand stekend in de ingesluimerde en onverdedigde steden. Nu hun Laatste tocht naarEngeland de verontwaardiging van de wereld heeft gewekt, heeft de duitsche pers eensklaps het masker ajgeworpen ; ze erltent dat de zeppelins aile oorlogsgebruiken en -wetten schenden; maar wat maakt dat : Het zijn de volmaakte werktui gen van een barbaarsche leer en zullen den schrik en de dood gaan zaaien bij de gehate Engelschen ! Het werk van den generalen staf bepaalt er zich niet bij den laatslen twijfel weg te nemen die zou kunnen bestaan nopens het zoo wreede, gewilde en vooraf beraamde werk van de duitsche legers. Het wijst aan, aile mogelijke dwaling uitsluitend, ivie de waarlijk verant-woordelijke daders zijn van de gruwelen bedreven door de soldaten van een natie, waarvan, voor de oogen van de wereld, de naam syno-niem is van eerloosheid. DANKBETUIGINGEN Het Groot Hoofdkwartier van Koning Albert komt de erkentelijke dankbetuigingen van de troepen over te brengen aan de edelmoedige ge-vers die,door de bemiddeling van majoor Gollon, Belgische militaire attaché, en van den heer en mevrouw Van der Vrecken de Bormans, eene groote koeveelheid kleederen, linnen en ver-snaperingen, bij de gelegenheid van Kerstmis en Nieuwjaar, aan de Belgische soldaten aan het front gezonden hebben. Daar het onmogelijk is aan iederen gever zijn dank te betuigen, zullen dezen dit bericht wel willen voor goed nemen. Roemrijke Daden Militaire eereteken. Het militair eereteeken der 2'klasse (artikel 4) is verieend aan : Korporalen : Bir.uET, van het 2' bataljon der 1° L.D. : 1° Om zijn prachtig gédrag, den 2-1 Octo-ber laatstleden, mei twee vlotten op den Yser t» vernielen, terwijl hij aan 's vijands vuur zich bloot stelde ; 2° den 29 dito, met moedig tôt deu weerstand te hebben medegeholpen, allioewel liij gekwetst was ; Hagemaks, Gknon en Dodineau, van de pio-niers-pontonniers-wielrijders compagnie, der i D. G., om den moed en de koelbloedigheid, vfaarvan zij hebben blijk gegeven den 21 October laat'-liedert, met in het water verder met de handen eene loopbrug te gaan afbreken en zich alzoo ongeveer tien minuten onder een herig infanterie-'vdur le hebben blootgesleld ; Soldaten : Demoulin, van de mitrailleurs-compagnie der 2 gemengde brigade, om zijn prachtig gedrag den 30 September 1914, met eenen at'stand van 800 meters te hebben afgelegd onder de granaten en granaatkartetsen der vij-andelijke zware artillerie, om loopgraven ta gaan verkemien die men ontruimd meende ; "Winson, van de telegraphisten-sectie der 1 L. D., om zijn uitstekend gedrag den 28 September laatstleden met, ondanks de beschieting, alleen den telegraafdienst aan de brug vau Waelhem te hebben verzekerd ; De eerste opperwachtmeester Vermanden { Wachtmeesters Lette, Dkion en Habay ; Kanoa* niers IIenrt, Vanderzwalmen en Richez» Stukrijders Malotuau en Colignon, van de artillerie der 19 gemendge brigade, om de dappei-heid waarvan zij hebben blijk gegeven tijdena de gevechten van 25 Oct. 1. 1. ; De eerste sergeant-majoor Druwe ; De eerste sergeant Meurice ; De korporaal Allard, van de mitrailleurs-compagnie der 17 gemengde brigade, om den 4 November 1914, twee volle-dige mitrailleurs en den drievoet van eene derde te hebben gered onder het vuur van in de nabu-rige huizen in hinderlaag liggende Duitsche patroeljes ; Trompetter Lambert, van het 1 lansiers, om bewijzen van moed en zelfopoffering bij het oprapen onder het vijandelijk geweervuur van eenen aan de beenen gewonden makker, welken hij, op den rug, van het slagveld heeft weggedra-gen ; Aan soldaat Carpentier, van het 8, om de dapperheid die hij heeft bewezen met een groep Het Ministerie van Oorlog in he) " Kice-Havrais " Door een diploma-tische overeenkomst is de stad Havre de tegenwoordige hoofd-stad van België. Wer-kelijk is het in een naburige gemeente, Sainte-Adresse, dat de ministeries gevestigd zijn. Dat lieve strand, aan Havre verbonden door een boulevard, die onlangs den naam kreeg van boulevard Albert I, vverd vroeger veranderd en aanzien-lijkschooner gemaakt door een persoonlijk initiatief en inen heet ze het " Nice-Havrais". Ziehier de villa Louis XVI, zetel van het Ministerie van Oorlog. 't 1s ook daar dat aile dagen de vlag plechlijf op- en neer-gehaald wordt met eea roercnd ceremonieel. 23 Jaimari 1915 Nummer 62

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.