De Scheldegalm: gazette van Audenaerde

2689 0
22 February 1914
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 22 February. De Scheldegalm: gazette van Audenaerde. Seen on 25 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/zs2k64cg1s/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

N1 3276. Zondag 22 Februari 1914. 56e Jaar. DE SCHELDEGALM GAZETTE VAN AUDENAARDE HET BLAD VERSCHIJNT WEKELIJKS DEN ZATERDAG. — Men schrijft in bij de Uitgevers BEVERNAEGE GEBROEDERS, Krekelput, 15, en in aile POSTK^NTOREN. — De prijs der inschrijving per jaar, vooraf betaalbaar is voor BELG1E 3 fr. 75 ; voor FRANKRIJK en aile BUITENLANDEN 7 fr. 50; voor AUDENAARDE 3 fr.— Alleartikelen en mededeelingen betreffende de redactie moeten vrachtvrij toegezonden worden. Men isverzochtdeAnnoncen den VRIJDAG middag te laten geworden; depriisis 20c. perrécel. i____ Reclamen en rechterlijke aankondigingen 50 centimen per drukregel. — De inschrijvers die hun blad niet wekelijks en op behoo-renden tijd per post ontvangen, worden vriendelijk verzocbt ons er seftens kennis van te geven. Om dit te voorkomen is ook het beste middel het abonnement in het postbureel of aan den briefdrager te vragen, aan wie men niet meer dan de gemelde prijzen moet betalen. Aile toeeezondene of terhandsrestelde e-eschriften die wii in nns blad niet ki nnp.n finnpmpn worripn niot tor-n rrrmrrrwnr» ENGELAND Een gevaarlijke krankzinnige. — M bericht uit Londen, dat de politie te Lyndhu een gek heeft aangehouden, die sedert twee d gen in auto de graafschappen van Wilts Sorset afreed, en iedereen den schrik op 1 lijf j°eg, door met een geladen revolver dreigen De man werd opgesloten, doeh maal van een onbewaakt oogenblik gebruik om zi dekeel over te snijden. De krankzinnige heette Lee Bond. Daar mi hem slechts voorloopig opgesloten had, werd 1 gemachtigd uit een hôtel in de buurt zijn et te laten komen. Pas had men in zijne eel h eten op tafel gezet, of de man greep het m en bracht er zich zulk een vreeselijke snei mede toe aan de kcel, dat zijn toestand wanh pig is. De autogeleider, een 19jarig jongeling, m wien hij rondreed, en diezelf bijna krankzinn werd van doorgestanen schrik, vertelt dat Bor de auto huurde in de bewaarplaats waar hij i bedieningwas. Zulks gebeurde zaterdag namii dag. Toen zij te We.ymouth aankwamen, vro< de geleider aan den inzittende, waar hij na: toe wilde. Voor aile antwoord duwde Bond he revolver onder den neus, hem toesnauwende « Als gij niet onmiddellijk doorrijdt, schiet : u dood ! » De geleider reed maar op goed valle het u voort. Te Cuddleton verklaarde hij aan zij zonderlingen klantdat hij niet verder kon, dai zijn voorraad essence uitgeput was. Bond gin er aankoopen, alsmede lantaarnen, en geboo immer onder bedrtiging van zijn revolver gansch den nacht door te rijden. Aldra bemerkte de jongeling, dat zijn zonder linge klant in elke hand een revolver geklemi hield en immers schietensgereed zat. Zondag, vroeg in den morgend, bedreigd Bond met zijn revolver een man en eene vrouw die om eene inlichting verzochten. Hij lostt zelfs een revolverschot in de richting eenei wielrijdster. Te Shaftesbury trad de kerel een winkel bin nen, kwam terug met vier bussen essence ei gebood den geleider met de grootste snelheic door te rijden, om de rekening niet te moetei betalen. De politie werd verwittigd door den bedro gen wmkelier. Onmiddellijk werden maatrege' len genomen om de auto in te houden ; docl zulks lukte niet, de reiziger, de politie, die der weg versperde, toeroepend, dat hij ze neer-schieten zou, zoo zij de baan niet vrijliet. Bond werd zondag nacht vermoeid en ga den geleider bevel hem naar huis te voeren zulks gebeurde. De politie werd verwittigd en men slaagdi er kort nadien in hem aan te houden. De ongelukkige krankzinnige had sedert ge ruimen tijd reeds de aandacht zijner geburer gaande gemaakt door zijne zonderlinge doen wijze. FRANKRIJK Dubbele, geheimzinnige moord. — Met meldt uit Melun dat de pluimenverwer Badé er zijne vrouw, te Comcault, op 30 kilometers var Melun gelegen, vermoord in hunnevilla werder aangetroffen. Tal van revolverschoten warer beiden cngelukkigen in het hoofd gelost. Nevens het lijk van den manlag een revolver, waarschljnlijk met het doel om te doen geloover dat men zich tegenover dubbele zelfmoord o: (poord en zelfmoord bevond. Doeh uit het onderzoek bleek aldra dat mer zich hier voor eene dubbele misdaad bevond Sporen van inklimming werden op verscheident plaatsen waargenomen. Wat zonderling is, nergens in het huis wai iets in de war. Aile kasten waren nog zorgvul dig gesloten en niet het minste spoor van door-snuHeling was waar te nemen. De heer Badé en zijne echtgenoote waren eei 40 tal jaren oud. De man was meestergast ii eene fabriek. In de " Groote Harmonie ,, Zondagavondgaf de Koninklijke Maatschappi de Groote Harmonie, van Brussel,in hareprach tige zalen van den Bergvan 'tHof, eenluisterr en avondfeest, gezegd « La Téte de l'Expension ,st dat Z. M. den koning opgediagen was. a_ zalen met kostelijke oostersche tapijten bele en en met festoenen en zijden bannieren opg t smukt, en badend in het licht van duizend t electrieke gloeilampen, leverden een tooverai t tigen aanblik op. De leden en hunne damf ^ het puik der burgerij van dehoofdstad, bezett de zijgaanderijen van degrootefeestzaal,ter\\ în het middenvlak vrij gehouden bleef en het v< Jj: hoog, aan 'thoofdeinde derzaal, bezet was n ;i* zetels en stoelen van rood fluweel en goud vc et de hooge genoodigden bestemd. 5S Ten 9 ure bevonden zich daar : M. de mil je ster de Broqueville en mevr. de Broquevilh 0_ M. de minister van justitie en mevr. Carton Wiart; M. de minister van buitenlandschezak et en mevr. Davignon ; de minister van koloni [g en mevr. Renkin ; M. Pouillet, minister v; wetenschappen en kunsten; M. Nerincx, eerst n ondervoorzitter der Kamer ; M. Beco, gouve neur van Braband ; M. Max, burgemeester v; .g Brussel; meestal de vreemde gezanten enhuni lr damen ; verscheidene senators en volksvert genwoordigers, schepenen ; kolonel baron i Moor, stafofficier des konings ; verscheidei k generaals en officiers van het leger, enz. Ten 9 t/4 ure deden Hunne Majesteiten < it koning en de koningin, vergezeld van de twi n prinsen Leopold en Karel, hunne intrede in c r zaal door schier eindelooze toejuichingen e » door de « Brabançonne », door een keuiorke; i uitgevoerd. Een schitterend gevolg vergpzelc , Hunne Majesteiten en Hunne Koninklijke Hoot heden. Leverde 't eereverhoog eene onbeschri - felijke pracht van damentoiletten en uniforme 1 op, ook de toiletten der damen van de lede waren alleraantrekkelijkst. In een woord schil 3 terenderzaalkanmenzichonmogelijk inbeelder , Hunne Majesteiten en de prinsen werde 3 verwelkomd door M. Poelaert, voorzitter va de oude brusselsche maatscliappij, en met grot plechtbetoon door het bestuurnaar heteerever hoog geleid. Een tuil van orchideën en anjelie i ren werd de koningin aangeboden. 1 De koning droeg het uniform van luitenant i generaal der burgerwacht, met het groot-lir der Leopoldsorde ; de koningin had een toilf van witte liberty met zilver doorweven en be zaaid met fijne peerlen en briljanten, een dia i deem van groote briljanten volledigde het vor stelijk toilet. De blakende gezondheid die onz vorsten en prinsen genietcn werden algemeei en met zichtbare voldoening opgemerkt. i Wanneer de toejuichingen gestild waren begon hetfeest : een echte droom uit «Duizeni en Een Nacht ». i Een gelegenheidskoor, door "loi zangers ei zangeressen uitgevoerd, werd gevolgd door dei stoet van de Vriendschappeiijke Verstandhou ding der Naties ; de vlaggen van al de euro peesche en verscheidene andere naties, vergezeli van groepjes in passende nationale kleeder dracht, defileerden doorheen de zaal, kwamei de koninklijke familie hunne hulde bieden ei rangschikten zich vervolgens in schilderachtigi groepen, plaats makend voor japansrhe mous mees, araben en congoleezen, deze laatste ecbti inboorlingen onzerkolonie ; cow-boys, cowgiri; enroodhuiden, radjah'sen javaneezen.die beur telings de dansen der verschillende stammen 0| eene meesterlijke wijze kwamen uitvoeren. Zi ■ bekwamen een overgrooten bijval en Hunm Majesteiten gaven herhaaldelijk het teeken to toejuiching. Maar 't schoonste van al was he stap ballet uitgevoerd door twintig meisjes vai , 5 tôt 10 jaar en twintig knaapjes van denzelf den ouderdom, de eersten in boodjes der poste rijen en de tweeden in scheepsjongensverkleed Een algemeen ballet, begeleid door den zam « Hymne à la Patrie » en een apotheoos, me op den achtergrond « l'Avenir », door de lievi matroosjes bemand, sloot, te midden van eem ( geestdriftige ovatie, het eerste deel van he heerlijk feest. Aan de koning en de koningii werden de vertolkers, leden en kinderen vai leden, voorgesteld en door Hunne Majesteitei geluk gewenscht. j Vervolgens begaven de vorsten, do prinsen - de ministers, de gezanten en al de voornam ijk genoodigden zich naar een der salons waar », Gulden Boek geteekend en de eerewijn gescl: De ken werd. Hunne Majesteiten, na hunne hc gd voldoening den voorzitter en het bestuur uii ;e- drukt te hebben, keerden ten 11 1/2 ure r en 't Paleis van Brussel teiug. Middelerwijl be :h- in de groote zaal een dansfeest, dat in lui n, voor de befaamde bals der hoogere krin en niet moest onderdoen. ijl De « Groote Harmonie » heeft haren naair :r- eens te meer eer gedaan. Dubbele moord te Bruss< ii- Een bankier van Aalst schiet ! ; twee bedienden dood Dinsdag op den middag werd de buurt Koningstraat, nabij de Congreskolom, te Bri M sel, in rep en roer gebracht door eene dubb Jn moord, gepleegd door den bankier DeCoen i în Aalst, op twee boekhouders, in de omstand r" heden die wij hierna gaan verhalen. le Het huis der misdaad. 3_ In de Koningstraat, schuins over de Congr je kolom, is in een groot huis mot groote vitri ie en koetspoort, de kleermakerij Fivé ingeric De bureelen en het ontvangstsalon zijn geleg ■ op het gelijkvloers, terwijl de werkwinker het achterhuis ingericht is. ;® De kleermakerij werkt met talrijke gasten ® heeft talrijke bedienden. ;t De slachtoffers en de dader. fi Tusscben deze laatsten was de boekhoud M. Robert Duthoit-Vannesch, geboren in Zw j_ serland in 1882, en wonende in de Mahiilo n straat, te Schaarbeek. Duthoit was getrouv n en huisvader. In den laatsten tijd gîngen _ zaken van het huis Fivé niet al te best me< Een expert-boekhouder werd aangesteld. De n was M. Jooris, bureeloverste in het ministei n van ijzerenwegen, geboren te Beez-bij-Nam den 20 mei 1849, gehnwd en wonende in i . IJzeren Kruisstraat, te Brussel. Een der gel schieters van het huis Fivé was M. Léon 1 Coen, bankier te Aalst, 53 jaar oud ; dez _ bureelen zijn in de Nieuwstraat, te Brussel, i t gericht. t Voor de handelsrechtbank. M. Fivé, de meester-kleermaker, had onlanj zijne zaken overgelaten aan zijn schoenbroede die geassocieerd is met eenen meester-klee 3 maker der Koloniënstraat. Zooals wij hoog y- zeggen, gingen de zaken niet al te best, en den laatsten tijd had M. De Coen verscheidei malen geld moeten leenen. Nu weer stond I j op het punt. geldelijk te moeten tusschenkomei M. De Coen werd dit beu en had het besluit g> j nomen de zaak te regelen voor de handelsrech ) bank. Dinsdag voormiddag dus begaven zich MiV Duthoit, Jooris en De Coen naar het justiciep; ) leis, waar zij door de handelsrechtbank gehooi . werden. Het schijnt dat de drie mannen ni ! 't akkoord en de rechtbank geen besluit kc ! nemen. Aile drie keerden dan naar het hu i Fivé terug,waar zij samen in het bureel gingei IIet drama. i Geen andere bediende bevond zich in h ; bureel en niemand is ooggetuige geweest va • het schrikkelijk drama. Een werkman, die i ) de benedenverdiepen aan den arbeid was, hooi j de drie mannen heftig twisten. Dit duurde oi î geveer een kwartuurs, toen er eensklaps vei t scheidene revolverschoten knalden en luit t kreten weerklonken, gevolgd door twee dot i bonzen op den planken vloer. Dan werd alli stil. De werkman en ook verscheidene gasten, d de losbrandingen en het geroep gehoord hat ; den, kwamen toegesneld en zagen juist M. E t Coen het bureel buiten loopen en de vlucl i nemen langs de De Lignestraat. Men drong i i het bureel, waar een akelig schouwspel c t blikken der verschrikte gasten trof. Achter de i lessenaar, nevens het geopend kofferfort, lage i de lijken van MM. Duthoit en Jooris, beidt i het hoofd en de borst door revolverkogels doo boord. De slachtoffers moeten op den slag doc gebleven zijn. De boekcn lagen open geslage 3 op den lessenaar, zoodat men mag veronde i i het stellen dat de drie mannen de boeken sam on- onderzocht en daarover getwist hebben. In e oge oogenblik van dolle gramschap zal M. De Co ge- op den boekhouder en den expert geschot aar hebben. »on Het parket ter plaats. ster De politie van het commissariaat der De Li gen nestraat, in de nabijheid gelegen, werd dad lijk verwittigd, en de commissaris M. Ledot en snelde onmiddellijk ter plaats met zijnen secr taris M. Gilta en M. Janssens, oversle der rec terlijke brigade De hulpcommissaris M.Lero . verwitligde intusschen het parket. De magistr si. ten kwamen onmiddellijk de politie in het hu der misdaad vervoegen Het parket was verg zeld door twee wetsdoktors. , Terwijl deze laatsten de dood van beic ler slachtofters vaststelden, maakten de agenten h signalement op van den dader, dat seffer e overal rond gestuurd werd. Verscheidene recl an terlijke politiemannen gingen onmiddellijk o '8" zoek naar M. De Coen. De lijken. De wetsdoktors, onderzochten dan verdf 3S" de lijken van de slachtoffers. M. Duthoit, di en eerst moet getroffen zijn. had twee kogels in ht gelaat gekregen en een derde in den mond. D e.n twee oogen waren uit hunne holten geschoten ln M. Jooris was in den rug getroffen, denkelij op het oogenblik dat hij zich omkeerde om t en vluchten, wanneer hij De Coen op M. Duthoi zag schieten. De fotograaf van 't parket nam verscheiden er zichten van de plaats der misdaad, terwijl eei it- landmeter er het plan van opmaakte. n- Vervolgens werden de lijkennaar de ontleed 'd zaal van het Leopoldspark gevoerd, waar di 3e wetsdoktors de schouwing zouden doen. :I ' Aanhouding van den moordenaar. 7:e Rond 4 ure namiddag werd de bankier Di Coen in het justitiepaleis aangehouden in di jn volgende omstandigheden Rond 1 I /2 ure na ,e middag kwam hij in het justitiepaleis en vroe£ ?' er om den procureur des konings te spreken e Deze bevond zich juist in 't huis der misdaac es De Coen werd ontvangen door M. Ghislain 3~ secretaris van den procureur des konings. Dt Coen weigerde zich te doen kennenen verklaarde later te zullen weerkeeren. >s Inderdaad, ten 3 ure 43 keerde hij in hei '' justitiepaleis terug. Hij werd nogmaals ontvan-~ gen door M. Ghislain, daar M. Holvoet nog r nièt weergekeerd was. De Coen verklaarde dai n hij zou wachten. Hij stapte in den wandelgang op en neer, toen de politieofficier Claessens het " justitiepaleis binnen kwam, De Coen ontwaardc J en hem dadelijk herkende. Hij stapte er naartoe en vroeg of hi] wel M. De Coen was. « Ja, ant-woordde deze, ik ben M. De Coen, de bankiei , van Aalst ». « En ik, wedervoer de politieman, ik ben de rechterlijke politieofficier Claessens, lj en ik houd u aan » .De Coen werd op staanden . voet afgetast Men vond hem in het bezit van e;n Browningrevolver, nog met twee kogels • geladen. Hij verklaarde gehandeld te hebben zonder geene voorbedachlheid, in een oogenblik van echte razernij. Hij had altijd een revolver op -*' zak, daar hij. dikwijls groote sommen geld in n zijn bezit had en zich in gebeurlijk geval tegen n aanranders wilde verdedigon. — — L Verslag over het Muziek- e conservatorium van Audenaarde, ,g Tweede tijdstip 1868-1874. In 1868 bestond de Besturende Commissie e van het stedelijk Conservatorium uit de heeren l- Vict Liefmans, burgemeester, voorzitter; Edm. e Grau, Arcardius Verwee, Clement Brunfaut, it leden en Léon Grau, secretaris-schatbewaarder. n M. Karel Ragé had het voorgaande jaar zijn ,e ontslag gegeven en M. Marcel Velghe had de n stad verlaten. n Het ontslag van M. Ragé werd nietaanvaard. n M. Karel D'Hont verving M. Velghe in 1869. In 1871-1872 verliet M. D'Hont de stad ; d M. Clement Brunfaut overleed te Audenaarde, n Beiden werden wederzijds vervangen door de heeren Arthur Roels en Theodoor Henri. un De bestuurlijke Commissie bleef in haai sn heel bestaan tôt en met het jaar 1877. 3n * * *n Op 't zelfde tijdstip 1868, was het ondei zers-korps der muziekschool samengesteld a deheeren J.-B. Lemaitre, Christiaan Fisc s" Eugeen De Vos en Charles Note. j1" Ten gevolge van het onderzoek, den 6 1873, gedaaan door den heer Inspecteur Van Gheluwe, wiens verslag over den toes der muziekschool van de stad Audenaarde ■ ' den heer Minister van Binnenlandsche Z; . " gezonden werd, vermeerderde het leeraarsk as door de benoeming van M. Beyer, profe van viool aan 't Conservatorium te Gent. , « Een goed profossor voor viool was er i » dig, met den heer Note, als repetiteu schreef M. Van Gheluwe. De Commissie on steunde het voorstel van den heer Inspecta bij het Gemeentebestuur. " » De klas voor viool, deed de Commi gelden, is zeker eene der voornaamste il muziekschool en verdient dat men er zich r bijzondere wijze mede bezig houdt. De methc e tegenwoordig gebruikt, laat te wenschen :t moet hervormd worden door een professor, e de groote school van viool behoorende, en het bestuur der klas nemen zou. J » Te dien einde, hebben wij aan M. P. Be 3 gedacht, professor voor viool aan 't Conserv; t rium te Gent. » Het talent en de verdienste van M. Be 3 zijn gekend en door ons beoordeeld geweest 1 giilegenheid van een feest, onlangs in die s gegeven ; M. Beyer deed zich daar bijzonder gelden. De gemeenteraad bekrachtigde de ; noeming in zitting van 5 September 1874. * * lu een verslag over den toestand der muzii : school, voor de jaren 187S en 1876, aan < ! Gemeenteraad, inzittingvanl5Septemberl8' leest men als volgt : i » Voor wat de kunst betreft, is het wenscl lijk dat in onze school een leergang voor pi: ingericht worde, ja, het is zelfs noodig. » Boven het aangename dat de piano v 1 schaft, levert deze alleen, om zoo te zeggi eene vollediging van orkest. Zij is alzoo on m baar tôt de studie van harmonie en muzik compositie. De piano is ook het gemakkelijk speeltuig tôt begeleiding, zoowel voor den za als voor de andere speeltuigen. « Al deze voordeelen zetten ons aan, u vragen het voorstel tôt inrichting van den I sproken cursus gunstig te willen onthalen. » Onder financieel oogpunt, zal het inrichl van dezen leergang zekere moeilijkheden v wekken. Wij willen spreken van de onkosl die hij medebrengen zal ; het aankoopen eei piano van ten minste 1000 fr. en het bedi der jaarwedde aan den daartoe aangestelc: leeraar. Onze huidige hulpmiddelen voldoen niet i deze uitgaven te dekken, en, indien er tôt inrichten van den cursus besloten wordt, zul wij verplicht zijn eene bijzondere subsidie vragen tôt aankoop van het speeltuig en verhooging der jaarlijksche subsidie, om in jaarwedde van den leeraar te voorzien. V moeten er tuch nog bijvoegen, in 't belang v het onderwijs der andere speeltuigen, dat 1 wenschelijk is denleergang van piano nietkos loos te geven, uitgezonderd nogtans voor verdienstelijke leerlingen en zeker wel v< deze die buitengewoon begaafd zijn. Wa zooals de heer Inspecteur Van Gheluwe in z verslag zegt, zal deze kostelooze leergang al leerlingen naar zich trekken, ten nadeele v de andere klassen, die maar weinig meer zull bijgewoond worden. » Men verstaat zulks gemakkelijk door ] feit dat iedereen uit eene piano een betamelijk toon trekken kan met de vingeren op 't klav te zetten, en na korten tijd, en zonder v moeite, een gemakkelijk stukje uitvoeren k; uitslag dien men met de andere tuigen zoo j makkelijk niet bekomt, want daartoe zijn ei stige en dikwijls lange studien noodig. » ★ ★ * De Gemeenteraad, in zitting van 28 Nove 1 ge- ber 1876, het bovenstaande verslag in acht nemende, schaft de klas van van viool af gegeven door M. Beyer en vervangt ze door eene ,wi; klas van piano. M. Camiel De Hovre, organist van m ®te Walburga's kerk wordt als professorvan ,jjer diennieuwencursusbenoemd. M CiiarlesNote, ' als voorgaandelijk, blijft uitsluitelijk belastmet juni den aanleer der viool. In 't budjet der school Leo wordt een buitengewoon crediet ingeschreven an(j tôt den aankoop van eene piano. aan ¥*¥ 'ken Op 31 December 1877, ging het Gemeente-3rPs bestuur over tôt de vernieuwing der besturende ssor Commissie der Muziekschool. Werden benoemd, de heeren : îoo- De Vos Aug., Burgemeester, Voorzitter van Grau Edmond [Rechtswege. 1er" Grau Léon iur> Ragé Charles, uittredende leden Verwee Arcardius s°-!e Vandermeersch Victor 1 de Raepsaet Paul, nieuwe leden. 2P P- DE RUYCK. en ' tôt \)h GEMEENTERAAD DER SI AD AUDENAARDE In aanraerking nemende de wanorders tôt welke de Vastenavonddagen dikwijls gelegenheid geven, en wil-yer lende de rust der ingezetencn waarborgen en de goede itO- orde in destraten en openbare plaatsen verzekeren : Gezien art 1 en 3 der wet van 16-24 Augusti 1700 en 78 der Gemeentewet ; ver "ter Besluit : tad 1- — Het is toegelaten langs de straten der stad li^ veikleed en gemaskerd zich te vertoonen op de twee hp- Zonil:iSl'n dei'Carnavaldagen, alsook op den Zondag van Halfvasten, maar enkci van 3 ure des namiddags, tôt 10 ure 's avonds. Na 10 ure 's avonds is het dragen van den masker streng verboden. ?k- Art. 2 — De gemasl erde personen zullen niet moren len voorzien zijn van vapens noch van stokken, zonder eene hijzondere toestemmingvan den heer Burgemeester ' of zijnen afgevaardigdc. Art. 3. — De herbergen, danszalen of andere plaatsen le- waar gedronken, gcdanst of muziek gespeeld worden, no zuilen ontruinid en gesloten worden, zoodra de minste wanorde of ruststooring ontstaat. Art i. — Het is verboden aan de gemaskeerde, ver-momde of verkleede personen, in de straten en openbare :n, plaalscn liedekens en allerlei gedrukte of andere sehrif-is- ton te verkoopen, of uit te deelen. zonder uitdrukkelijke aie toelating van den heer Burgemeester of zijnen afgevaar-tP d'8de- » c Art. K.— Het is uitdrukkelijk verboden aan eenieder, ng zedenschendende of ontuehtige liederen te zingen. Art. G. — Niemand zal inogen eene kleeding aanne-te men welke de goede zeden of de verschuldigde achting aan de eerediensten en de openbare overheden kan aan-randen of welke de algemeene rust zou slooren. Art. 7. — Het isaan degemaskerde personen verbo-en den met welkdar.ige stollen of voorwerpen te werpen ;r_ welke van aard zijn om te kwellen en te bevuilen, het ' publiek aan te randen, in de winkels of huizen te drin- gen tegen den vrijen wil der eigenaars of huurders. 1er Het is insgelijks aan de voorbijgangers verboden ag gemaskerde personen te tergen, te beleedigen of te pn misbandelen. Art. 8. — Aile gemaskerde of verkleede persoon welke door eenen politieagenl verzocht wordt hem te )m volgen zal zich onmiddellijk ten bureele der politie moe-îet ten begeven om er de inlichtingen te eeven welke rie t][1 overheid het recht heeft hem te vragen ' Art. 9. — De overtredingen aan bovenstaande schik-° kingcn zullen gestraft worden met de straffen van enkele lOi politie de Art. 10 — De plaatsclijke politie is belast met de ^ij strenge toepassmg van de tegenwoordige verordenine welke verplichtend zal worden daags na hare bekend-au making. iet Art. 11. — Deze verordening mits welke aile voor-;e- gaande nopens hetzelfde voorwerp ingetrokken en afee-jg schaft zijn, zal afgekondigd worden in den wettigen vorm. Afschriften ervan zullen eezonden worden aan de . Bestenchge Afvaardiging van den provincialen Raad, aan h, de Grefne van de llechtbank en aan die van het Vrede-ijll gerecht. de Al'lus 8ct^aan in zitting van den Gemeenteraad der stad an Audenaarde, den 27 Januari 1902 en 20 Januari 1913. en De Secretaris, De Burgemeester-Voorzitter, L.-J. Rooms. P. Raepsaet. îet en Getuigsehrift van Af kondiging*. ier Het College van Burgemeester en Schepenen der stad ^ Audenaarde, bevestigt dat de verordening op de Vasten-ayonddagen vastgesteld door den gemeenteraad in ziine 5 zitting van i7 Januari 1902, alsmede de wijzigingen er >e- aan gebracht door den Gemeenteraad, in zitting van den •n_ 20 Januari 1913, bekend gemaakt zijn geweest, eeliik-vormig aan de wenschen der wet. Audenaarde, den 26 Januari 1913. De Secretaris, Het Schepenen-College, m" L.-J. Roojis. p. Raepsaet. "P) "Fi Eiland-Prinses «oOttOo- (24" Vervolg.) Zij sloeg hare handen voor haar gelaat er wiegelde zich. — Mijn lieveling, riep ik, wees niet zoe bedroefd ! Wij zullen dit eiland vcrlater zoodra ik de boot behoorlijk heb uitgerust — en dan zullen wij vertrouwen dat dt Hemel ons leiden zal naar een schip, of naai een ander land, waar wij menschen zuller vinden, onder wie onze plaats zal zijn. "Zoo trachtte ik haar te troosten ; en il geloof ook dat hare smart gelenigd werc door de overweging hoeveel wanhopig°i haar lot zou zijn geweest, indien ik niet bi haar geweest ware. En in den middag, toen de schaduw dei groote boomen zich over den tuin begon ui te breiden, nam ik de spade, met welke kapi tein Scott aan het werk was geweëst, en il begon een graf te delven naast de rustplaat: zijner vrouw. Eulalie, aan haar moedersgra gezeten tusschen de bloemen, zag er bij toe Soms weende zij stil ; maar haar leed wa: reeds kalm geworden. En een troost wai het nog voor haar, dat, naar aile waarsehijn lijkheid, haar vader zich over ons \Vegblij ven in den nacht, niet meer ongerust hac kunnen maken. Zeer vermoedelijk was hij ir den avond, toen wij in de grot zwommen gestorven. Het was zijnegewoonte, geknield bij het graf van zijne vrouw te bidden en met haar te spreken. Vermoedelijk was hij toen plotseling door den dood getroffen en was voorover gevallen, in de vreemde en aandoenlijke houding, waarin ik hem gevon-den had. XVI. Onder den maneschijn legden Eulalie en ik het stoffelijk overschot van kapitein Scott ter rustte. Hij was een zware man, zoodat ik niet alleen het lijk tillen kon. Eulalie hielp mij bij de treurige taak. Stil en moedighielp ze mij, en hare ontroering, hare droefenis, verrieden hare tranen, die flonkerden in het i licht der maan. Ik had het lijk in tappa gewikkeld, en wij droegen het naar de groeve, waarin wij het eerbiedig nederlieten. Voor Eulalie werd hier een koning ter aarde besteld ; en hoe-wel geen stoet van hooge rouwdragers er • omheen stond, geen treurmuziek er bij schalde, plechtiger dan aile vorstelijk praal-vertoon was hetsuizelen van den nachtwind in de boomen, was het fonkelen der sterren ; aan den zilverblauwen hemeltrans. Ik vulde langzaam de groeve op, terwijl ; Eulalie geknield lag en bad. Toen ik gereed i was en de aarde met zich zelf had gefijk ge-f maakt, om stof tôt slof te doen weerkeeren, liet ik de spade vallen en rustte. Toen kwam Eulalie aan mijne zijde, sloeg haren arm om mij heenen beschouwdezwijgendmijnwerk. Heilig zweeg de nacht. Het ruischen in de boomen zelfs had afgelaten.Vanuitde verte kwam slechts het murmelen van de r.immer i rustende.branding en het gedempteklateren van den waterval. ————^ •— Hij is nog met ons, zooals moeder is, zegde Eulalie. — Hij is nu bij haar, en hij is gelukkig, antwoordde ik. — Zou hij mij niet antwoorden, als ik tôt hem sprak? vroeg zij. — Neen, zegde ik. Hij had een geestelijk oog, wat aan de meeste andere menschen ontzegd is. Wat hij hoorde of zag, we weten het niet, en voor ons zal hetnietwezen. Maar kom, liefste, laat ons naar binnen gaan en rusten. 't Is een droeve avond voor ons geweest. Maar zie eens op naar desterren. Die schijnen over velè andere jlanden nog, dan dit eiland. En nu wij alleen zijn, niet langer gebonden door beloften of wenschen, nu moeten we aan iets denken dan hoe het vei-ligst uit deze gevangenschap weg te komen, tervvijl wij beiden nog jong en gezond zijn. Toen wij van het graf huiswaarts gingen, herinnerde ik mij weer hoe kapitein Scott, op mijne vraag wie hij was, mij met hooge borst en vorstel ij ke majesteit géant woord had : « Ik ben den Koning vanGroot-Britanië »... — Goede God, wat is de mensch ! daeht ik. En toch, hoewel ongekroond, was hij in zijnen waan en in zijn klein eilandrijk, waar hij geen ondeidanen had, misschien veel gelukkiger, dan menige potentaat, die in werkelijkheid den scepter zwaait over vele îpillioenen. Inderdaad had ik, nu kapitein Scott over-leden was, nog slechts ééne gedachte, die mij voortdurend bezig hield : hoe van het eiland weg te komen. 1k wenschte mijne vrouw terug te geven aan de wereld, en ik wenschte mij zelf te bevrijden uit de jammer-lijke eentonigheid derdagen, die over onze hoofden voorbijgingen. Voor Eulalie was de vraag feitelijk nog dezelfde gebleven. Alleen was het nu niet meer : indien haar vader stierf — maar, indien ik stierf, wat moest er dan van haar worden. Eenige dagen nog na haar vaders dood was zij stil en treurig. Vaak schrikte zij op en meende hem te zien, ging naar buiten, en kwam terug met de oogen vol tranen, zeg-gende dat zij hem had hooren roepen. Maar haar verdriet sleet langzamerhand af ; want zij had mij hartstoclitelijk liet, en ik niet minder haar ; en zuo waren wij ailes voor elkander. Toch indien ik mijn been brak, dan zou zij mij niet kunnen helpen ; en indien zij ziek werd, dan was er geen doctor bij de hand. Haar leven was niet veel beter dan dat van een wilde. Zij wist en genoot niets van al datgene, wat het menschelijk bestaan verheft en veredelt boven het schuldelooze, maar geestlooze bestaan van plant of dier — van de leliën des velds, of van de vogelen des hemels. Zoolang kapitein Scott leefde, dacht ik er nooit aan, uit te kijken naareen schip.Thans echter waarden mijne oogen voortdurend langs den horizont. Het was een hopeloos staren en zoeken. Nooit vertoonde zich een zeil aan de blauwe kim, die ons kleine vor-stendom begrende. Kwam hier dan geen walvischvanger ooit heen, of geen oorlog-schip ? Nam nooit een vaartuig tusschen Nieuw Holland en Europa hierheen zijne koers ? — Het scheen wel zoo. Onze eenige kans lag dus in de boot, waarmede ik op het eiland gekomen was. Maar ik huiverde, minder voor mij zelf nog, dan voor Eulalie, om ons leven aan dit nietig hulkje toe te vertrouwen, zonder te weten waarheen — op blind geluk af te gaan zoeken naar een schip, of misschien te belanden op een eiland van mecscheneters. Zoo bleef het dag aan dag bij gesprekken en vrome wenschen. Eens op een namiddag, toen het koel was, gingen wij beiden naar de kreek, om eens naar de boot te zien. Wij waren in gedrukte stemming, want nu zij zich met de dood van haar vader verzoend had, begon ook Eulalie het onhoudbare van onzen toestand te beseffen en te verlangen naar eene veran-dering. De barkas lag volmaakt veilig en zag er goed uit. Zij behoefde slechts opgetuigd en geproviandeerd te worden om in zee te kunnen steken. Maar toen ik haar zag en mijne oogen naar Eulalie wendde, bekroop mij weer het oude afgrijzen bij de herinne-ring van al hetgeen ik tusschen die brooze wanden doorleefd en doorleden had ; en het was of mijne verbeelding de tooneelen van versmachting en versclirikking nog ijselijker kleurde. — 1k dacht niet, zegde Eulalie, dat de boot-zoo klein was. — Verbeeld u haar, zegde ik, in voile zee, met geen spoor van land in het zicht. Wal een stipje ! En wij beiden er in — gij, die ik meer liefheb dan mijn hartebloed ! Hoe zou ik het kunnen verdragen, riep ik, terwijl ik mij het angstzweet van 'tvoorhoofd wischte, hoe zou ik het kunnen verdragen, u te zien lijden zooals ik zelf geleden heb ? — Neen neen ! 1k wil liever bij u blijver en hier met u sterven, zegde zij, met ooger vol ontzetting starend naar de boot. — Kindlief,zegde ik,wij willen hiernocl leven noch sterven.Wij willen weg van hiei — en dat zal ons ook eenmaal wel gelukken Laten wij nog wat geduld oefenen — en misschien komt er dan toch wel een schip. Laten wij een tijd bepalem Laten wij nog drie maanden wachten. En dan, als er geen verlossing komt, kunnen wij onze toevlueht nemen tôt de boot. Hierbij bleef het. Wij leefden voort, van den eenen dag op den anderen — eigenlijk heel gelukkig met elkaar, en toch stilzwij-gend slechts vervuld van die eene gedachte, toch voortdurend met de oogen' dwalend langs die meedoogenloos en onverauderlijke kimlijn — of er niet iets komen zou, of er niet iets kwam ! Van de drie maanden, den vrijwillig ge-stelden termijn, waren er reeds twee verlôo-pen ; en hoewel ik dagelijks naar de kreek ging, als om mij aan het zien van de barkas te gewennen, kon ik toch altijd nog niet besluiten tôt het nemen van de eerste stappen om haar zeilklaar te maken en haar voor mijne vrouw zoo geriefelijk mogelijk in te richten. Daar geschiedde het eens op een vroegen morgend, toen ik weder op den heuvel ge-klommen was tôt uitkijk, dat ik in het zuid-oosten een schip bespeurde, slechtstwee-en-een-half of drie mijlen verwijderd. Het stevende, bij een frisschen bries, met half gereefde zeilen noordwaarts. Ik holde omlaag en riep Eulalie toe : — Daar is een schip ! Daar is een schip ' en fluks, nu met mijn kijker gewapend, keerde ik naar mijn observatiepost terug. Het schip bleek eene groote, hooggetuigde brik te zijn. Ik zag door het glas, dàt zij ge-sohut voerde. Wordt Voortgezst,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title De Scheldegalm: gazette van Audenaerde belonging to the category Katholieke pers, published in Oudenaarde from 1858 to 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods