— fV 31, RUSSELL SQUARH. â A * | ÀÀ x/e ÏOtem 'y Abonnement : lsh. 9d. voor m ; H H A 3 maarjden. Subscrlption : / ^ Si Mr"*®É& V ^ lsh. 9d. for 3 months. ^44 1" H V S À Vuor de Vereenlgde Staten : B F W I / 7 T 1/ 50 cts. Voor Holland : l Il I I A K 8 4 & B V "• Voor Frankrijk : 2.2S ^ ^ ^ fr(: j Voor de soldaten: l»h. 3de Jaargang, Nr 26. 0puge: ,0,500. (bi,. ,359-1370.) VRIJDAG, 16 MAART, 1917- Regist„ed at gp.o. „ . New,p.pe, I2 blz. i#d. 1 »4fiwtw«jjiwj»ujjamffaiw wvi*rm,Mtg>«ig»4«w^yfawfflMrnriV«rjfwnira^1 ii1 mii iiuJ» Paaschplicht. —■Wie geem Belgisch priester in zijne nabij-heid heeft om zijn Paaschplicht te kunnen niakoman, kan schrijven aan Zijne Hoogwaar-digheid Monseigneur De Wachter, of ook aan het bureel der "Steim." Dat de ouders te dezer gelegembedd ook denken op de Eerste Communie humner kinderen. —Zijne Hoogwaardigheid Monseigneur De Wachter verzoeikit aile de pniesters-aalmoeze-lîiers zondeir fout te willen verslag inzenden over hun Paaschwerk. —Onze landgenooten, ook degenen die in de afgriegeoste plaatsen verblijven, moeten . v ,'i-o Ja; traïuae pries ters te hunnen dianste zijti. Laat het weitem desnoods aan uwe familieleden die op -verre afgelegen plaatsen wonen en "De Stem" nog niet zouden ont-vangeo.— O Onze Toestand. Onze oproep vend reeds gehoor links en rechts. " Eemdracht maakt macht ! " Met gezamentlijke hulp houden wij ons blad, dat tewege is Ihet "national record" der vluch-telingen te zijn, in volledigheid van documem-tatie tôt 'het einde toe. Help zorgen voor verkoopers per nummers in Londen en de groote centnum's ! Abonnaer u ! De prijs van het abonnement is 1/9 tôt op Donderdag, 22 Maart. Van dan af (Nr. 27) is de d-riemaandelijksche prijs 2/. Men heeft eir dus belang bij zich te haasten. —De West-Vlaamsche bladzijde verschijnt de volgende week, 'en dan voorts naar ge-woonte.—De volgende week verschijnt ook Nr. 2 van " Onze SchoLen " en het eerste deeil eener histarische studie over de betrekkingen tusschen Engeland en Vlaanderen. —'Bij gebreik aan plaats is deze aflevering minder geillustreerd. Vele prachtige photo's o^a. van belaingrijke dokumenten op de ge-schiedenis van Vlaanderen betrekkmg heb-bend en rustend in het Record Office van Engeland, wachten naar plaats. Iedei helpe dus door inschrijving en propaganda opdait wij op 12 blz. zouden kunnen blijven uitko-nien.O Photo's Kardinaal Mercier en Koning Albert. Overvloedige bestellingen zijn ons reeds toegekomen die we tôt ons groot spijt nog niet kunnen uitvoeren. De portretten zullen pas binnen een tiental dagen klaar zijn en dus verzoeken we onze lezers die reeds hunne bestellingen stuurden om nog wat geduld. O Zedelijke beginselen ter beoordeeling van oorlogsfeiten. Het is voorzeker zeer goed dezen oorlog te beschouwen in het licht der leidende Voor-zienigheid van God en dien op te vatten als eene straf, waarmee Hij het zondige mensch-dom kastijdt. Doch het blijft steeds een op-vallende waarheid, dat de menschen vrij blijven in hunne handelingen en dat ze eens rekenschap zullen te geven hebben van hunne misdaden. Men mag derhalve nagaan welke de menschelijke oorzaken zijn van onze rampen en onderzoeken wie de zedelijke schuld draagt van al de ongerechtigheden der oorlogvoering. En het is niet juist, wat een Hollandsch militair beweert, dat "waar twee vechten, de schuld steeds aan beide zijden is," of men zou het iemand als schuld moeten aanrekenen, dat hij zich verdedigt, in plaats van zich lijdelijk te laten overrompelen door den aanrander. Van den anderen kant is het ook niet billijk zich door den hartstocht te laten geleiden en te toornen tegen den vijand, in naam van het recht en de menschelijkheid, zonder de zekerheid te hebben, dat men wezenlijk dit recht aan zijne zijde heeft. En tôt die zekerheid kan men niet geraken, indien men niet goed weet waarop dit recht steunt en welke de eischen zijn der zedelijk-heid. Dit te weten, is vooral de plicht van een christen : daarom vermaande Kardinaal Mercier zijne geestelijkheid, dat zij het Recht en de Internationale Wetten zouden be-studeeren, opdat zij zich niet zouden bloot-stellen aan onrechtvaardige oordeelen. En in een gesprek, dat Zijne Eminentie toestomd aan een medewerker van "De Tijd," ver-klaarde hij "dat ailes wat op zedelijk gebied voorvalt, of wat betrekking heeft op recht, ook op internationaal recht, de Katholieke Kerk aangaat." Dat is tevens een verwijt aan het adres van sommige zoogezegde Katholieke Duitschers, die bij de beschouwing van hunnen aanvalsoorlog de "Katholieke beginselen wegmoffen," en niet gedoogen dat de Geestelijke Overheid, de wachters van de zedenleer, er hun oordeel over uitspreken. Men zal het derhalve niet ongepast achten, dat wij hier voor den gewonen lezer eenige beginselen herinneren, waaraan wij later eenige oorlogsfeiten zullen toetsen. Ter wille van de duidelijkheid zullen wij zooveel mogelijk langweilige beschouwingen _ ver-mijden en de stof, gelijlc het gebruik is in een handboek, in kleine afdeelingen splitsen. I.—Het volkerenrecht. Staten zijn zedelijke personen, die pliehten en rechten h»bben jegens clkand«r, even zoogoed als onderdanen van een Staat onder-ling en jegens hun land door zedelijke be-trekkingen verbonden zijn. Deze laatste betrekkingen worden geregeld door de lands-wetten. De betrekkingen tusschen Staten worden beheerscht door het "Volkerenrecht," of de "Internationale Wetten." Onder "Volkerenrecht" verstaat men derhalve het stel van wetten en pliehten, waar -door de verschillende Staten zedelijk met elkander verbonden zijn. Het is van het allerhoogste gewicht in aan-merking te nemen, dat men in het Volkerenrecht (gelijk trouwens ook in de landswetten) eene dnbbeîe Wet moet onderscheidcm, namelijk: de "natuurwet" en de "positieve wet," die beide in oorsprong en karakter van elkaar verschillen. A.—De Natuurwet. ' Staten, zoowel als personen, zijn onder-worpen aan de "natuurwet," de "eeuwige wet," .welke God in het geweten der menschen heeft neergelegd. Zij bestaat in ja, maar het zondigde ook tegen de liefde, die elken Staat jegens een anderen ver-schuldigd is. 2. De "Internationale Wet" kan echter meer doen : zij kan de natuurwet "duide-lijker" maken en er ook iets aan "toevoegen." De dictaten der natuurwet zijn dikwijls te onbepaald om als richtsnoer van onze ge-dragingen te dienen in ingewikkelde om-standigheden. Een voorbeeld : De natuurwet schrijft voor, dat men de krijgsgevan-genen op een menschelijke wijze zal be-handelen. Maar nu komt de positieve wet dit verduidelijkep, door de Haagsche veror-deringen van 1907 en schrijft voor, dat men deze zal voeden, logeeren en kleeden op denzelfden voet als de soldaten van het land. 3. Eindelijk kan de Volkerenwet iets "toevoegen " aan de natuurwet, en door positieve bepalingen sommige handelingen voor-schrijven of verbieden, die in het licht der natuurwet Doch goed noeh slecht zijn op zich zelf. (Over de vraag, of er in de werkelijk- De overleden Hertog van Norfolk. (Levensschets moest verschoven tôt volgend nr.) Welwillend medegedeeld door de Westminster Chronicle. practische oordeelen, waardoor wij erkennen, dat we gebonden zijn het goede te doen en het kwade te schuwen. Deze Wet erkennen we door het licht der rede, waarin zij schijnt, zegt Bossuet, als een heldere bol ; zij hangt niet af van de Goddelijke openbaring (al-hoewel feitelijk dezelfde Wet ons ook posi-tief geopenbaard werd), en doet ons alge-meene beginselen aan de hand over recht en gerechtigheid, welke de "grondslag" vor-men der Internationale Wet. Zoo leert zij ons dat het verboden is te stelen, te lasteren, dat beloften moeten gehouden worden. B.—De Positieve Wet. Doch er is ook eene " Positieve " Internationale Wet, welke bestaat uit ''overeen-komsten" en "gebruiken," en tôt grondslag heeft een uitgedrukt of onuitgedrukt "ver-drag."Over het algemeen, wanneer men heden spreckt van Internationale Wet, dan bedoelt men dit stel van "verdragen" tusschen Staten. 1. Die "verdragen"—die positieve wetten —kunnen soms een eenvoudige herhaling zijn van hetgeen reeds door de natuurwet werd opgelegd. Men kan zich door een verdrag verbinden ditgene te doen of te laten, waar-toe men reeds door het geweten verplicht was. Zoo had b.v. Duitschland zich bij verdrag verbonden onze neutraliteit te eer-biedigen, iets waartoe het reeds verplicht was door de natuurwet. Bij haren inval, zegt Kirdijiaal M«rcier, pleegd» hv "meineed," heid onverschillige handelingen zijn, bestaat een meeningsverschil tusschen Scotisten en Thomisten.) In aile geval, er mag nooit eene tegen-strijdigheid zijn tusschen de natuurwet en de positieve wet : het is de plicht van den menschelijken wetgever de algemeene voor-schriften van de natuurwet duidelijker en be-paalder te maken of te zorgen voor het algemeen welzijn in den geest van die wet. C.—Internationale Wet en Internationale Zedelijkheid. 1. Uit dit ailes blijkt dat er een " verband " bestaat tusschen de "Internationale Wpt" (in hare beteekenis als positieve verdragen tusschen de Staten) en de "Internationale zedelijkheid " (de voorschriften van het geweten). Immers, wanneer een- verdrag is gesloten, dan moet men zich daaraan houden, en de bindende kracht ervan moet ten slotte ontleend worden—nist aan eene internationale politie, die niet eens bestaat !—doch aan de natuurwet zelf, die ons oplegt ons woord gestand te doen. Zonder de natuurwet kan er zelfs geene positieve wet bestaan. 2. Maar tusschen de "Internationale Wet" —gelijk die gemeenlijk verstaan wordt—en de "Internationale zedelijkheid" bestaan ook merkelijke verschillen. Wij noemen er eenige op : a) De verdragen tusschen Staten aange-gaan zijn op verre na niet àl de zedelijke verplichtingen der Staten—evtçmin als de ■w«ttea van een land àl de zedelijke ver plichtingen van de burgers bevatten. Ile kan in geweten gehouden zijn sommige handelingen te verrichten, die mij met opgelegd worden door de wetten van het land. En zoo is het ook voor een Staat. Tusschen België en Duitschland bestond er geen verdrag omtrent het liegen, het lasteren en het wegvoeren van burgers: dit belet niet dat Duitschland zondigde tegen hare zedelijke verplichtingen, toen het de Belgen belasterde en van onware gruweldaden beschuldigde. Onder de "drie groote misdaden door Duitschland tegenover België begaan," noemde Kardinaal Mercier—behalve "meineed" en' " afschuwelijkr «v-rppdheden " ook di-?e 01 zich wit te wasschen, heeit het zijne slacht-offers "belasterd" en heu beschuldigd van zich georganiseerd te hebben tôt struik-rooversbenden."b) Een ander verschil : De zedelijke beginselen blijven onvera.nder3 dezelfde. Zij zijn immers een naklank van de eeuwige wet, die geworteld is in Gods onveranderlijke natuur. Doch zoo is het niet met de toe-passingen dier beginselen, neergelegd in overeenkomsten : deze veranderen gestadig met den groei der openbare meening. c) Een allergewichtigst verschil is dit : De verplichtingen der "Internationale zedelijkheid" zijn "absoluut," "onvoorwaardelijic," terwijl de verplichting der "Internationale Wet" "voorwaardelijk" is, en eene van die voorwaarden is : wederkeerigheid. B.v. De krijgsgevangenen moeten op eene men-' schelijke wijze behandeld worden : dat vergt de Internationale "zedelijkheid," en dat vergt ze onvoorwaardelijk. Zelfs indien Duitschland van haren kant de Engelschen op eene onmenschelijke wijze zou behandelen (wat werkelijk geschied is; zie "Mokveld" De Overweldiging van België, blz. 152) ; daarom zou het Engeland niet geoorloofd zijn, uit weerwraak,' hetzelfde te doen met Duitsche krijgsgevangenen. De natuurwet blijft steeds gelden. Maar de Internationale "Wet" heeft er bijgevoegd, dat men de krijgsgevangenen "evengoed" zal behandelen aïs zijn eigen 3oldaten, hun hetzelfde voedsel, enz., ver-strekken. Dat is een verplichting, doch zij is voorwaardelijk : op voorwaarde namelijk, dat ook bij den vijand gezorgd worde voor dezelfde goede behandeling. d) Er is ook een verschil op te merken in den aard der "verplicfîting," De duirMi:!'^ voorschriften van de 'zedenwet" zijn op zich zelf bindend in geweten, of ze al dan niet bekrachtigd worden door "verdiiagen." Doch zoo is het niet gelegen met de regelen, welke aan de natuurwet worden toegevoegd en de bepalingen nopens de betrekkingen tusschen Staten ; die regelen en bepalingen zijn niet op zich zelf bindend in geweten. Derhalve is het noodig, dat daaromtrent positieve "verdragen" worden gesloten. Immers, alhoewel men spreekt, en in zekeren zin ook spreken mag, van eene Internationale "Wet," toch moet men in het 00g houden, dat deze zoogezegde "Wet" geen \yetgever heeft noch eene sanctie—zooals het geval is met de wetten van een land. Een Haagsche Conferentie is niet een wetgevende kamer ! De overeenkomsten, die daar gesloten worden tusschen de vertegenwoordigers der verschillende landen, zijn niettemin "bindend in geweten," doch deze bindende kracht ont-leenen zij aan de verplichting die men heeft een aangegaan verdrag na te leven, een verplichting welke steunt op een voOrschrift der natuurwet. O VASTENBRIEF VAN ZIJNE EMINENTIE. Bij het ter perse-gaan. komt ons de Vawten-brief toe van Zijne Emimentie Kardinaal Mercier. Wij deelen het document volgende weeik in zijn geheell mede. Ziehier akeeds de korte inhoud ervan : BROEDERS, SCHEPT MOED ! Woorden van zedelijke én christeldjke opwekking. INHOUD.—I. Zedelijke grootheid van de Belgische natie : Dapperheid van het léger, van de gevangenen; geduld van de vluchte-lingen ; heldliaftige weerstand van de weg-gevoerden ; standvastigheid van de Regee-ring; voorbeeîld van den Vorst. Enkele scha-duwen op het tafereel : zij zullen op afstand in de geschiedenlis onopgemerkt blijven om alleen de zedelijke scboonlheid der natie te laten uitkomen, hare geestdriftige vaderlands-liefde, hare taaiheid. Kracht van deze schoone voorbeelden voor de opvoeding van de toekomende geslachten. II. De christelijke grootheid : De natuur-lijke zedelijke deugden zijn waard geacht : wat Ohristus en de Kerk daarover deniken. Ondaniks dat, schenbt alleen de liefde, welke Christus in de ziel stort, hare voile beteekenis aan de deugd, en, sfcipt gesproken, verdient zij alleen den Hemel. Uwe overledenen ver-marien u tôt een christelijk leven. Vat als christenen uwe beproeving op : zij is van Godswege de uitvoering van een inzicht inge-geven door liefde. Hecht geloof aan de liefde Gods:, aan de liefd&blijkeai van Onzen Heèr Jezus Ohristus. III. Besluiten.—ie Besluit : Niet twijfelen aan Gods liefde voor u. Misschien begrijpt gij ze niet : is het verwonderlijk dat het ein-dige het on'eindige niet verstaat? Leest het Boek der Psalmen. 2e Besluit : Akte van aanbidddtig, van on-derwerping, van liefde, aan onzen Vader die in de Hemelen is, aan den Vader en den Zoorr en den H. O-east.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.