Gazette van Gent

962 0
14 November 1914
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 14 November. Gazette van Gent. Seen on 02 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/v40js9mp2n/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

247* JAABl — N* 262 — B. 6 0ENTIEM1H ZATERDAG, 14 NOVEMBEB 1914 GAZETTE VAN GENT IISCHBIJTINGSPBIJS : VOOR GENT : YOOR GEHEEL BËLGIE s Een jaar fr. 12-00 Ecn jaar fr. 15-00 6 maanden « . . • • > 6-50 maandon ..... > 7-75 8 maanden ..... > 3-50 3 maaadep . . . . • » 4-00 Voor Holland : E fran. per maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden." NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 1667 B1SSTUUK EN KKDKTIË YELDSTRAAT, 60, GENT TELEFOON Nr 710 De bureelen zijn open van 7 ure 's morgends tôt 5 ure 's avonds* De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten postkantoore hunner woonplaats. DE EUROPEESCHE OORLOG Eene ramp voor de Duitsche vloot De " Emden „ in den grand geboord De " Kônigsberg „ ingesloten Londen, 12 november. —- De admiraliteit deelt mede, dat h et Duitsche pantserschip " En:den" in den Indischen Oceaan in den g rond geboord is. Een groot deel der bemanning i* omgeko-men.Nog wordt gemeld : Nabij de Kokos-eilanden werd het pantserschip "Emden" door het Australisch pantserschip " Sydney" in brand geschoten en bijna geheel vernield. In Duitsch-Oost^ Afrik a is het Duitsche pantserschip " Kônigsberg" ingesloten, in de mon-ding van de rivier Rufiji, door het Engelsche pantserschip " Ghatham". Het Duitsche oorlogschip is later genomen. De bemanning verliet het en maakte op het land loopgrachten, om zich te verschuilen. Het Engelsche oorlogschip opende het vuur op de loopgrachten en op het Duitsche schip. De commandant van de "Emden" en de prins Frans-Jozef von Hohenzollern, die zich a an boord bevbnd, werden krijgsgevangen genomen.De verliezen der Duitschers beloopen 300 dooden en 30 gefcwetsten. De Engelsche minister heeft bevel gegeven, opdat de eer zou bewezen worden aan de over-levenden, om reden van hun heldenmoed. De commandant en de officieren mochten hun degen belhouden. De "Emden", bijgenaamd de "De Wet der Zee", behoorde oorspronkelijk tôt het smaldeel ran Kiao-t&jou. In plaats van zich daar door de Japanners te laten opsluiten, ging zij in het begin van den oorlog op kaapvaart uit en deed voor het eerst van zich hooren in de wateren ran de Oostkust van Engelsch-Indie, waar zij tusschen 10 en 15 september 6 sto-om&chepen in den grond boorde. Vandaar Zuidwaarts ko-er-sende, bracht zij tusschen 23 en 29 september weer 4 stoomschepen tôt zinken en behield een vijfde. Zij stoomde West waar t-s door tôt in de wateren van de Maldiven en Lakkediven en vernielde daar tusschen 15 en 19 october vijf stoomschepen en behield er weer een. Langs de Maldiven keerde de "Emden" door het Zuidelijke gedeelte van den Indischen Oceaan terug. Den 16 october had zij den eersten te-genslag, toen de kruiser " Yarmouth" twee van haar kolenschepen ten Westen van Sumatra ibuit maakte. Maar zij nam hierover wraak door op te stoo-me.n naar Penang, op het schier-eiland van Malakka, en daar in den avond van 28 october, met een vierden schoorsteen op om zich onkenbaar te maken. den Russischen krui ®ex " Sjemtsj-oeg" onverhoeds te torpedeeren en den Franschen torpedojager "Mousquet" daarna heteelfde lot te doen ondergaan. Van kole-n had zij zich telkens uit de buitgemaakte schepen overvloedig kunnen voorzien, maar imet haar artillerie-munitie moest zij zuinig omispringen en dus gebruikte zij voor dezen aanval torpédos. Na dien tijd was de "Emden" zoek geweest, tôt zij maandag morgend bij de Keeling-eilanden opdook en daar ontdekt werd. De "Emden" liep te Dantzig in 1906 van atapel en werd in 1909 volledigd. De Austra-lische kruiser "Sydney" werd in 1912 te water gelaten. Het is berekend dat de *chade, door den " Emden" aan de Britsehe Scheepvaart berok-kend bij zijn drie-maanden-tocht, twee mil-lioen ponden sterling beloopt, waar van de helft verzekerd is bij Lloyd, en de andere helft door vorscheiden Londener v*rzek»rinj<s-clubs.Twee-en-twintig koopvaardij schepen werden gekaapt en voor de overgroote meerder-heid in den grond geboord ; twee oorlogsbo-dems, de " Jemtchug", een Russische kruiser, en de "Mousquet", een kleine Fransche torpedojager, werden insgelijks tôt zinken ge-bracht.De geheele Duitsche pers bespreekt het roeanrijk einde van de "Emden". De "Lokal Aiuzeiger" zegt : "Het verschil tusschen de "Sydney" en de " Emden" wa-s ongeveer gelijk aan dat tusschen de Aui&tralische en de Oostfriesche ste-den van dezelfde namen. De " Sydney" liep sneller, was bijna dubbel zoo groot en van moderner en stenker geschut voorzien. Als de " Sydney" kans ikreeg om de " Emden" tegen-over zich te krijgen, dan was het lot van den Durtschen kruiser bezegeld. Thans heeft En-geland de heej-schappij ter zee terug. Enge-land? Neen! De rereenigde vloten van onze tegenstanders ! De Franschen uit Pondichery, de Russen uit Wladiwostok, Australie en de Japanners,ailes werd Ibij elkaar getelegrafeerd en eerst hun allen met elkaar is het gelukt aan Engeland den schijn van heerschappij over de Oceanen terug te geven." NOG DE EMDEN. De Kokos-eilanden, waar de " Emden", in den grond geboord werd (Zie het begin van 't blad) zijn een Archipel van 20 eilanden op 12° Z. B. en 96° 80' O. L. Zij beslaan te samen slechts een oppervlakte van 23 vierkante kilo-meters. Het zijn zeer weinig iboven den zee-spiegel luitstekende koraal-atollen, die met een tallooze menigte kokospalmen bedekt zijn. De eilanden staan onder den Engelschen gouverneur Straits' Settlements en tellen 'n kleine 600 inwoners, van wie ongeveer 400 in-boorlingen zijn. Sedert 1901 hebben zij een ka-belverbinding met Europa en Australie en in den lateren tijd ook een statie van draadloo-zen telegraaf gekregen. Op dien kabel en die statie had de "Emden" het diteiaaJ voorzien. Op het oogenblik dat zij een landingsdivisie aan wal zette, om beide te vernielen, ontdekte de Australische pantserdekkruiser "Sydney", een nieuw schip van 5700 ton, een snelheid van 25 1/2 mijl en 8 kanonnen van 15.2 centimeters haar en dwong haar tôt een gevecht. De " Emden" had slechts een waterverplaatsing van 3650 ton, een snelheid van 24 mijl en bewape-ning van 12 stukken van 10.5 centimeter. Ont-komen kon zij niet en haar artillerie kon niet tegen de Engelsche op. Haar vuur is eohter niet geheel zonder uitwerking gebleven, zoo-als de verliezen aan Engelschen kant bewij-zen.De oorlog aan de Fransch-Belgische grens Parijs, 12 november (Reuler). Offieieele kennisgeving : Tusschen Nieuwpoort en de Lei is gisteren verwoed gevochten. De bondgenoofen hebben zich over het algemeen in hunne stellin-gen gehandhaafd en hebben Lombardzijde (ten Noorden van Nieuwpoort) heroverd en zijn voorbij cleze plaats opgerukt. In den na-middag hebben de Duitschers Diksmuide genomen; de bondgenooten houden evenwel nog de buitenwijken bezet. Op het overige front geen verandering van beteekenis. NAAR HET FRONT De mililtaifre gehechteii van 8 onzijdijge Staten zijn naar het Franscli-B©Igische oorlogs tooneel vertrokken, waar zij tôt einde november de krijgsvemchtingen mogen volgen. ENGELSCHE VERLIEZEN. De Engelsche morgendbladen van 10 dezer bevatten — voor het eerst na, tal van dagen - -geen vervolg van de ambtelijke verliezenlijst. De " Times" echter de.elt de namen en korte biografieen mede van 25 officieren-, die nog niet amibtelijk als overleden waren opgegeven. Yier-en-twintig vielen op het slagveld, en één stierf te Plymouth in het hospitaal. Tien van deze officieren hadden ook in den Boerenoor-log gevochten. Onder een ander hoofd vermeldt de " Times" de vermisising van Lord Annesley, die diende als officier-vlieger, en van het Parlementslid, ka.pitein O'Neill. Laatstgenoemde had ook in Zuid-Afrika gediend . Op het Oostelijk Front Weenen, 13 november. (Wolff). — Offieieele mededeeling uit het groote hoofdkwartier : De krijgsverrichtingen op het Noordooste-lijke ooriogsterrein. ontwikkelen zich volgens ons plan, dat door den vijand niet is ver-stoord.In het door ons vrijwillig ontruimde gebied van Midden-Galicie zijn de Russen den tiene-denloop van de Wisloka overgetrokken en hebben Rzeszow ten Noord-Westen van Prze-inysl) en de streek van Lisko (ten Zuid-Zuid-Westen van Przemysl, aan de San) bezet. Przetmysl is weer ingesloten. In het dal van de StjKJ heeft een vijande-îijke troep voor het vuur van eén gépantserden trein en voor een onverwachten ruiterijaanval onder groote verliezen moeten vluchten. Berlijn, 13 november. (Wolff). — Naar den generalen staf mededeelt, zijn op het Oostelijk ooriogsterrein geen belangrijke gebeurtenissen te melden. , De Oorlog tusschen Turkije en Rusland VAN HET TURKSCH=RUSSISCH*E GE-VECHTSTERREIN.Constantinopel, 11 november. (Wolff). Amb-telijke mededeeling uit het hoofdkwartier : In Kaukasie heeft de vijand zich op de twee-de linie van zijn stellingen teruggetrokken en groote verliezen geleden. Wij maakten een aantal gevangenen. Ons offensief wordt voortgezet VAN HET TURKSCH-ENGELSCHE GE-VECHTSTERREIN.Ambteilijke mededeeling uit het hooM1-kwartier. (Wolff). : De Turksche troepen, die de Egyptische grens overschreden, hebben de stelling van Sjeich' Zawi (tusschen Rafa, aan de Egyptisch-Syrische grens, en El Aîrisj ) en het fort El Arisj bezet. Wij hebben 4 stukken veldgeschut en materieel van de veldtelegrafie op de Engelschen buit gemaakt. BUITENLAND. gr; hert. luxemburg. OPENING DER KAMER. Overeenkomstig de bepaling der Grondwet is de Kamer in gewone zittdng bijeengekomen. De grootihertogin heeft de troonrede uitge-sproken, waarin zij onder ander ge-zegd heeft: Wij allen zijn verslagen door het vreeselijke schouwspel van den bloedigen oorlog, waarin onze buren elkaar verscheuren. Onze onzijdigheid is geschonden ; ik en mijne reigeering lhebben onjs gehaast daarteg^n itje protesteeren Ibij de mogendheden die onze onzijdigheid hebben gewaarborgd. De Kamer heeft onze handelwijze goedgekeurd. Ofschoon miskend, blijven onze rechten be-staan en ons is voor het ons aangedane on-recht een schadeloosstelling beloofd, die ons reeds is verleend voor de schade, voortge-vloeid iuit den doortocht van het Duitsche le-ger. Ik dank de bevolking voor haar kloeke houding, Jwaardoar ;ongewienschtie voorîvallen zijn verhoed. Te midden der gebeurtenissen, waarin onze naburen wonderen van dapperheid verriohten voor het geluk van Mm vaderland, willen ook wij ailes doen voor ons dierbaar vaderland, dat God moge beschermen. In Nederland IN STAAT VAN BELEG. Eenige steden aan de Noordzee, in de pro-vineie Groningen en Friesland, werden in staat van belge verklaard, vooral den kant van de Ems en Wadden, ten einde de oorlogs-smokkelarij van izekere voortbrengselen te be-letten.De staat van beleg is verklaard in de vol-gende gemeenten : In de provincie Gronïngen Teirmnnti^n, Appingedam, Bierum, 't Zandt, Uithuizer-meeden, Uithuizen, Usquert, Warffum, Baflô» Eenrum, Kloosterburen, Leens en Grijpskerk. In de provincie Friesland : Kollumerland en Kruisland Qcetdongfradeel, «Westdon-geradeel, Ferwerderadeel, 't Bildt en Barra-deel.VOOR DE KRIJGSGEVANGENEN. Een wetsontwerp is door de regeering neer-gelegd op den toestand, van rechtswege, der krijgsgevangenen. In het Vertoog der redenen, zegt de regeering dat deze toestand een regelings-maatre-gelen betreft zoowel voor wat straf en tucht betreft. Het ontwerp heeft tôt doel het belang der gevangenen zelf : de Staat bezit op dit oogenblik te hunnen opzichte eene onbeperkte ' be-voegdheid, die voor gevolg kan hebben ver-schillige behandelingen volgens de opgeslote-nen.De Hollandsche regeering wil eene bijzon-dere wetgeving tôt stand brengen om de krijgsgevangenen, zooveel mogelijk in verband met het " Krijgsstrafwetboek" als met de "Wet op de krijgstiucht" te brengen . Het eerste artikel stelt de krijgsgevangenen gelijk met de Hollandsche soldaten, voor wat betreft de door hen bedreven daden, na-melijk aile feiten tegen het gewone recht of in tegenstrijd met de verschillige artikelen, van het strafrechterlijk wetboek voor de soldaten of in tegenstrijd met de tuchtreglemen-ten.Art. 2. Duidt de bevelvoerende officieren der krijgsgevangenen aan. Art. 3. Bepaalt dat iedere krijgsgevangene soldaat die de gedane beloften zal verbreken, zal gestraft worden met eene gevangzitting, die tôt 6 jaar kan beloopen. IN DE STATEN-GENERAAL Twee afdeelingen der Kamer vergaderden ten harent. Bij de heropening van den zittijd, die be-paald is op den 18 november, zal de Eerste Kamex vooraf het vraagstuk onderzoeken van de Indien. Daarna zal zij eene beslissing nemen, voor wat betreft het vraagstuk der contributiën. OPGEBRACHTE SCHEPEN. De Nederlandsche .stoomschepen "Rand-wijk" en "Brunswijk", beiden van de reederij Erhardt en Dekkers, te Rotterdam, en het sitoomschip " Noordwijk ', va,n de Reedenj-maatschappij Noordwijk, te Rotterdam, allen gecharterd door de Holland-Amerikalijn en den 7 navemiber wederzijds van Rotterdam naar New-York en Baltimore vertrokken, zijn naar Weymouth opgebracht. in Engeland OPENING VAN HET PARLEMENT. In de troonrede, waarmede de zittijd van het Parlement is geopend, zegde de Koning : de kracht en vaderlandsliefde mijqer onder-danen in aile deelen van mijn Rijfc zijn ge-richt op het doel : den oorlog tôt een zegevie-rend einde te brengen. Na de gebruikelijke opening van het Parlement door den koning zijn in beide huizen adressen van antwoord aan den koning voor-gesteld.Bonar Law wees in het Lagerhuis met na-druk op de volkomen afwezigheid van partij-politiek.Minister Asquith zegde dat de oorlog alla partijen tôt eensgezindheid had gebracht en dat er in 't heele Britsehe Rijk, in aile hemel-streken en onder aile rassen een ongeëven-aarde genegenheid aan den dag is gelegd. VOORNAME STRIJDERS. Van leden van het Engelsch Lagerhuia dienen thans 126 bij vloot of léger. DE "GOOD HOPE" EN DE "MONMOUTH" Al de opzoekingen om deze twee verdwenen of verongelukte Engelsche kruisers terug te vinden, zijn vruchteloos gebleven DRANKZUCHT BIJ DE VROUWEN. Mac Kenna, de Engelsche minister van bin-nenlandsche z a k en., heeft eene afvaardiging van dames te woord gestaan, waartoe behoor-den Lady Byles, de hertogin van Marlborough en mevr. Mac Kenna. Zij kwamen den minister vragen om strenger maatregelen tegen de drankzucht bij de vrouwen, die in Engeland toeneemt. Lady Byles, die het woord voerde, vroeg later opening van de drankgelegenheden in den voormiddag, bijvoorfoeeld eerst om 12 ure. De minister erkende, dat er, bli.jkens de amb-telijke statistieken, in Engeland wel eene al-gemieeine vermôridetring in het geHruik ivan sterken drank is, maar eene vexnieerdering by de vrouwen. De regeering zou maatregelen 30 Feuilleton der GAZETTE VAN GENT. DE LICHTENDE STAD ROMAN UIT DE KAAP. XVII. Hoe vol zelfvertouwen ik ook tegen den Boschjesman gesproken had, was ik er vo -strekt niet zoo zeker van, dat ik Ummisi zou weten te misleiden. Mijn eerste zet was ver-iideld. Hoe nu verder te handelen, was een lastdge vra<i^. Indien îiet eiland zoo volkomen door schildwachten werd bewaakt, door een cordon van wakkere, maar onzichtbare Bosch-jesmannen, hoe kon ik dan hopen, door dit cordon te zullen breken? Indien Ummisi met gevonden wilde worden, was het voor hem heel gemakkelijk mij te ontwijken. Indien hij Marion bij zich wilde houden, was het geheele eiland en een geheele stam tôt zijn beschik-king. Ik verloor den moed, als ik aan al die dingen dacht. En toch besloot ik, een poging te wagen. Ais ik haar maar eens kon zien, als ik mij kon overtuigen dat zij veilig was, en haar van mijn trouw kon verzekeren,scheen het mij toe, dat mijn grootste zorg zou gewe-ken zijn. — Stoffel, zegde ik, toen wij bij het vuur zaten en ik hem ailes verteld had, wat zal ik doen? Zal ik trachten, vannacht tusschen die bewakers door te sluipen ? — In kososi, antwoordde hij met meedoo-genlooze logica, als de Boschjesmannen over- dag reeds zoo seherp wacht houden, kunt gij er zeker van zijn, dat zij bij nacht nog beter zullen oppassen. Ik ken ze, Inkosi. Het zou al een heel klein toktokje, (een zwarte spin), moeten izijn, die tusschen hun posten door kon sluipen ! Hij ging voort met zijn avondeten, nu en dan het hoofd chuddend en iets bij zichzelf mom-pelend.Maar ais ik mij eens als Boschjesman ver-momde 1 zegde ik eindelijk. De oude man begon hartelijk te lachen. Dan moet Inkosi zich eerst middendoor snij-den, zegde hij. Een Boschjesman van zes voefc is een even groot wonderdier als een kalf met twee koppen ! Neen, dat gaat niet, Inkosi. Sanna «chepte de soep op met een lepel door haar vader gemaakt. De soep smaakte heerlijk» veel geuriger dan ik ze ooit geproefd had. Het bulderen van de rivier klonk ons nog in de ooren, doch flauwer. Het water zakte snel. — (Gij begrijpt wat de schelm van plan is, zegde ik, langzaam mijn kalebas met soep leeg-drinkend. Hij denkt ons hier opgesloten te houden, goed gevoed en ibeleefd behandeld, maar als gevangenen, totdat de rivier genoeg gezakt is, dat wij er overheen kunnen. Maar onze vrienden geeft hij niet terug! Hij heeft ze en is van plan, ze te houden ! Ik balde mijn vuist, zoodat ik soep morste. Dat moeten wij beletten, Stoffel Waarachtig, wij moeten het beletten ! — God geve het ! zegde de oude man. — En vervolgens weigert hij mij te ontvan-gen, en verbiedt mij, naar zijn kraal te gaan, omdat hij besloten heeft, wanneer het water weg is, het geheim van het eiland te bewa-ren. Ik moet zeggen, dat het hier erg geheim-zinnig is. Denk maar eens aan die afshcuwe-lijke slang, en aan de Boschjesmannen uit het Noorden. Wat mij betreft, als ik ooit veilig hier vandaan kom, en slaag in mijn onderzoek, dan zal het lang duren, eer zij mij hier weer-zien. Ik was vandaag heelemaal van streek. Maar Stoffel, zoolang er eenige kans bestaat, om juffer Marion te redden, blijf ik, al moest het mijn geheele leven zijn ! — Ja, God geve het, herhaalde hij. In die stilte die nu volgde, daar wij' met het gedroogde vleesch bezig waren, hoorden wij in het kreupelhout allerlei geluiden r het ge-fladder van duivenvleugels, en den roep waarmede de duif den doffer begroette ; den schril-len kreet van den slachtervogel, die insecten zoehit in de doornstruiken ; en zelfs het sjir-pen van de sprinkhanen. Onder al die zachte geluiden hoorden wij het grpmmen en blaffen van een jakhals, een lang droevig gehuil in het boschje links, onmiddel-lijk gevolgd door een afschuwelijk koor van zijn makkers, dat na eenige oogenblikken in kribbig gebrom wegstierf. — Zij hebben een geitje gevonden, zegde Stoffel. — Inkosi ! riep Sanna haastig, even met haar werk ophoudend, dat geluid heb ik gisteren nacht in de grot gehoord ! — Onzin, zegde ik ongeloovig, hoe kondet gij dat in de grot hooren? Gij zult gedroomd hebben. — Neen, Inkosi, ik heb het gehoord, onder den grond. Het kwam al dichter en dichter bi], totdat het vlak onder mij was. Toen ging het weer weg. Ik keek Stofel aan, om te zien, wat hij hier-van dacht. — Inkosi, zegde hij, wij hebben de onder-aardsche grotten nog niet gezien. Dit is nog maar het begin. Toen ik hier pas kwam, ver-telde een oude man mij, dat hij door de Boschjesmannen was weggevoerd, en een heele tijd iû de grotten was opaeslotei^ eu hij zegde, dat zij zich mijlen ver onder het eiland uitstrek-ken. Dit zijn de grotten niet, maar zij zijn er-gens anders. — En de jakhalzen ? vroeg ik. — Misschien. Wie weet? antwoordde hij vaag. Den geheelen nacht vervolgde die gedachte mij. Als daar nu eens onder die grotten kel-ders waren, die zich onder het geheele eiland uitstrekten ? En als ik daar nu eens de oplos-sing van het vraagstuk moest zoeken? Maar hoe die onderaardsche holen te vinden? Hoe konden wij daar komen? Ik sliep weinig, maakte in donker het eene plan na het andere en verwenschte den dageraad die maar niet wilde aanbreken. Toen het licht werd, was mijn eerste gedachte, de groten met de uiterste nauwkeurig-heid ondelrzoekem. Ik begpn, met de mimtte waar ik mij bevond. Doch hier was niets te ontdekken. Lange staJactieten, die eeuwen noodig hadden gehad om zich te vormen, konden niets venbergen. De afbeeldingen waren bhjkbaar op de natuurlijke oppervlakte van de mur en geschilderd. De grond was in den loop der tijden zoo hard geworden, dat het leem, waaruit hij gevormd was, als steen kon afgeschuurd worden. Ik nam een stok die buiten lag en beklopte zorgvuldig de geheele grot. Nergens klonk het hol. Grond en muren waren hard en onbuigzaam als een rots. In de kleinere grot aan den anderen kant was het anders. Toen Sanna eruit was, stelde ik ook daa,r een onderzoek in. Van dezen kant keek men in de feeëngrot, en het water dat uit het rotsbeken druppelde, verdween ergens in een spleet beneden. Hoe kon het daar weg-trekken ? Deze vraag kwam mij zeer gewichtig voor, misschien vond ik hier wel den sleutel tôt de geheimea van het eiland. Ik dacht hier over na, terwijl ik den grond met mijn atok onderzooht, toen opeens mijn blik viel op een wespennest, dat tegen een scheur in den rech-wand bevestigd was. Zulke wespen zijn dikwijls een groote last in de leemhutten van de Karro. Hun lange, dunne in tweeën gesne-den liohamen ziet men in de lente bijna tegen aile beschutte muren zitten, waar zij een vre&md gegons doen hooren. Zii zijn onver-moeid in het bouwen van hun kleine ne s ten, en daardoor zijn zij de ergenis van menige huisvrouw. Terwijl ik een oogenblik stond te kijken naar de wesp, die zeker door de voorjaars-warmte was aangelokt, ontdekte ik tôt mijn verbazmg den omtrek van een gepleisterden steen, zooals ik meende. De geheele oppevlak te van de grot was ruw en van dezelfde rood-forume kleur, doch blijkbaar hadden de wespen op dit eene punt de bedekking weten te veiwijderen, zoodat zich een vreemde zelf-standigheid m den vorm van een steen ver-toonde. Ik begon de plek eens wat nauwkeu-nger te bekijken, en ontdekte dat mijn onder-selling juist was geweest. Een ruwe, grijze steen was schijnbaar in den muur ingevoegd fonder te wachten totdat de anderen er zou-den zijn, sloeg ik met den stok tegen den muur, vlak onder den steen. Het klonk alsof daarachter een ruimte was. Bovendien viel er iets van de bedekking af achter de leembe-Weeding; verscheen een aantal /steenen, die gebracht geleden daar waren aan- Dit was voldoende om mij de overtuiging te da,t ^ ™or een groote ontdekking stond, en met luid kloppend hart riep ik Stof-tel, om mij te komen helpen î (Word* Toortg»Mi.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods