Gazette van Gent

1667 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1914, 02 April. Gazette van Gent. Seen on 26 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/nk3610xg7p/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

247e JAAR. — Nr 77. — B 5 CENTIEMEN DONDERDAGr, 2 APRIL 1914 GAZETTE VAN GENT iîîsciaiaïjvïMGSPitïjs : VOOR GENT : YOOR GEHEEL BELGIE : I (v,, in«r fr. S2-E0 Een jaar fr. 15-00 1 « insmiJon » 6-50 6 maanden » 7-75 3 maanden » 3-50 3 maanden 4-00 Voor Holland : 5 frank per 3 maanden. Ytior de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 1667 (BEURZENCOURANT). B iî « T U 17 R Eîî ItEBACTIE VELDSTRAAT, 60, GENT De burêelen eijn opcn van 7 urc 's morgends tôt 5 Mre 's avonds, TELEFOON nr 710 De inschrijvers Ijuiten de stad Gent moeten hun abonnement ncmen ien Postkaiitoore hunner woonplaats. BUITRNLAND. NEDERLAND. Eene stiefmoeder. — Bij de policie te 's-Uravenhage wei'd aangifte gedaan dat een negenjarig meisje, wonende in de Honthorststraat, ergerlijk door de stiefmoeder zou zijn mishandeld. Het kind zou op tal van plaatsen op het liehaam blainve en bloedende plekken hebben bekomen door die mishandeling. Intus-schen bleek de toestand van het meisje van dien aard, dat ze gisteren toch weer zooals gewoonlijk naar school is kunnen «a-an en geneeskundige hulp niet werd iVeroepen. Het feit, dat van de mishandeling aangifte werd gedaan, hetgeen ge-! sehiedde door eene tante van het kind, — zuster van den vader — moet blijk-baar hieraan zijn te danken, dat deze mishandeling niet een op zich zelf staand feit is. Immers, volgens mededeeling van die tante, die zich thans het lot van haar nichtje m'eende te moeten aantrek-ken door de policie te waarschuwen, zou de bedoelde stiefmoeder het meisje- en ook haar andere stiefkinderen reeds her-haaldelajk hebben mishandeld, zoodat de vader gedurig, en ook nu weder, zijne kinderen onder de zorg van zijne moeder of ander© familieleden stelde. Eenmaal zou een kind zoodanig zijn mishandeld, dat het door een geneesheer van den eersten hulpdienst moest worden ver-bonden.Als oorzaak van de mishandeling werd opgegeven, dat het kind wat laat uit school kwam, omdat liet had moeten schoolblijven en dat het daardoor zoo laat eten kon brengen bij haar vader, die geieider is en uit hoofde van zijne be-trekking niet kon thuis komen om te eten. FRAN&RIJK. De moord op den heer Calmette De verdediging van mevr. Caillaux. Mevr. Caillaux, de moordenares van d«n heer Gaston Calmette. had liare verdediging gesteund op deze twee punten : 1. Dat zij gehandelà heeft zonder voor-! bedachtheid ; 2. dat zij niet meer wist wat zij deed, toen zij in den "Figaro" iedereen haren naam hoorde roepen,toen zij in den wachtsalon de bedienden haren man hoorde smaden en toen zij twee bedienden hoorde spreken over de aan-staande afkondiging harer brieven. Het getuigenverhoor over den moord np den heer Calmette is bijna afgeloo-pen en binnen kort zal de onderzoeks-rechter het onderzoek kunnen sluiten. Ondervraging van den heer Barthou. Woensdag najniddag had de heer Bou-card in zijn kabinet den heer Barthou ontboden. Mevr. Caillaux had beweerd, dat mevr. Gueydan, gescheidene vrouw van den heer Caillaux, hem intieme brie-yen getoond en voorgelezen had. "Dat is gelogen, zegde de heer Barthou. Ik heb wel mevr. Gueydan gesproken, doch" ons ondèrhoud rolde niet over de aan-vallen van den " Figaro" en nog minder over de brieven van mevr. Caillaux. Wat den brief betreft, die in den "Figaro" fifgekondigd werd, ik kende hem slechts dan, wanneer hij in dit dagblad versche-"en was," "Noehtans, deed de heer Boucard op-merken, waart gij op de hoogte van de aanvallen van den "Figaro", vermits gij den heer Calmette verzocht hebt zekere documenten geheim te houden." — A. " Ik heb bij den heer Calmette enkel. aan-gedrongen, opdat hij zekere documenten over Frankrijk's buitenlandsche politiek zou geheim houden." Mevr. Gueydan wilde zich wreken. De heer André Vervoort, dagblad-schrijver, kwam na den heer Barthou het kabinet van den onderzoek srechter binnen.In de maand september 1911, zegde hij, verklaarde mij mej. M. Gueydan, kunst-schilderes, dat hare zuster mevr. Berthe Gueydan, gewezen echtgenoote van den heer Cailloux, brieven in haar bezit had, die den politieker in een ongunstig licht zouden kunnen plaatsen en hem zelfs be-lachelijk en onmogelijk aanstellen. Den 15 september stelde mej. Marie Gueydan mij in betrekking met de gewezen mevr. Caillaux. Deze vroeg mij of ik in mijn blad toe-speling op de brieven maken kon. Zij toonde ze mij : zij waren geschrevea op papier van den Senaat, d-er Kamer en van prefectuur der Sarthe. Ik kon er den tekst niet van lezen, maar ik kreeg den indrult, dat ik mij tegenover eene vrouw bevond die zich wreken wilde. Ik ant-antwoorclde haat' dat de openbaarmaking der brieven in een blad van beperkte trekking geen opzien zou baren en. dat een blad van groote inlichting ze voorze-ker niet zou opnemen. Ik verklaarde later het feit aan mijn bestuiirder en wij brachten de zaak ter kennis van den heer Caillaux, door tus-schenkomst van dezes kabinetsoverste. De zaak Hochette IN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE. De ministers ondervraagd. Woensdag morgend heeft de commis-sie de ondervraging der leden van het kabinet Monis begonnen. De heer Constant werd çerst binnengeleid. Op eene vraag van den heer Jaurès, antwoordde hij dat de heer du Mesnil tegen hem nooit zin-speelde op de financieele winsten, welke de verdaging van het procès voor som-mige ministers kon medebrengen. De heer Jaurès vroeg hem nog of hij in den laatsten tijd geen bezoek bracht bij den heer Poincaré, om over de zaak te spreken. Daarop weigerde de heer Constant te antwoorden. De heer Cruppi vergeuoegt zich met te verklaren dat hij over de zaak Rochetfce volstrekt niets weet. Er is aan hem nooit iets gevraagd geweest in het voordeel van Rochette. De heer Steeg beweert ook niets van de zaak te weten. Hij is wel naar het Elysée gegaan. doch niet om met den ; heer Poincaré over de zaak Rochette te spreken. De heeren Messimy, Dumont, Pams en Chàuméb verklaren dat zij tijdens hun •ministerambt nooit over de zaak Rochette hoorden spreken. Het versiag in de Kamer. Heden zal het versiag der onder-zoekscommissie in de Kamer ter bespre-king komen. Men voorziet dat die be-spreking zeer hevig zal zijn. Voorname-lijk zullen er aan deelnemen : de heeren Caillaux, Jaurès, Barthou, Maurice Barrés, Lefèvre, Delahaye, Briand, enz, De regeering z-elf zou zich onthouden. De belasting op het kapitaal. — Aan den leden der Fransche Kamer is het versiag uitgedeeld van de commissie der fiscale wetgeving op het kapitaal en op de verrijking, waarvan de inlassching in de financiewet door zekere volksvertegen-woordigers gevraagd wordt. De door de cominissie voorgestelde tekst betreft : de persoonlijkheid der belasting op het kapitaal, de jaarlijksche inning dezer belasting ; een klimmend ta-rief, de gecontroleerde aangifte en, bij gebrek aan aangifte^ de schatting ; ver-minderde taksen voor de talrijke families, enz., enz. De belasting op het kapitaal wordt jaarlijks vastgestleld volgens de waardé van de goederen van allen aard, onroeren-de en roerende. Al de personen van Fransche of vreemde nationaliteit, alleen die personen wier kapitaal de 30.000) fr. niet overtreft, zijn van de belasting ont-slagen. De taks van de belasting wordt als volgt vastgesteld : van 30.000 tôt 100.000 fr., 5 centiemen per 100 frank; van 100.000 tôt 250.000, 10 centiemen ; van 250.000 tôt 500.000, 15 centiemen ; van 500.000 tôt 1 miljoen, 20 centiemen, en bo-ven het miljoen, 25 centiemen per hon-derd frank. Wo-rdt men rijker, van het eene jaar tôt het andere, dan betaalt men. een bijgevoegde taks van 1 ten honderd voor een meerder bezit van 5.000 tôt 100.C00 frank; 2 ten honderd, voor 100.000 tôt 250.000 frank ; 3 ten. honderd voor 250X00 tôt 500.000 frank ; 4 ten honderd voor 500.000 tôt 1 miljoen, en 5 ten honderd boven het miljoen. Indien de belastingschuldige niet a>an-geeft hoe rijk hij is, dan zal er eene schatting van rechtswege geschieden. De Kamer zette gisteren Jiamiddag de hespreking voort van de bijgevoegde belasting op het inkomen. De laatste artikelen van de financiewet werden aangenomen ; daarna werd de al-gemeene begrooting ter stemming ge-legd en aangenomen met 400 stemmen tegen 70. De heer Jaurès vroeg dan aan de Kamer heden donderdag de besluitselen te hespreken van de onderzoekscommissie, in de zaak Rochette. Een geneesheer aangehouden. — Naar uit Toulon gemeld wordt, is aan boord van het pantserschip "Jules Michelet", een geneesheer van de marine aangehouden, onder beschuldiging dat hij de ma-trozen, die verlof vroegen tegen betaling 1 valsche getuigschriften van ziekte afle- -verde.Eene negentigjarige levend verbrand. — De 90jarige mevr. Hours, wonende te Valreas, Vaucluze, stak hare stoof aan. Eene vlam sloeg uit en deelde het vuur mede aan de ongelukkigs ouderlinge, die zoo gruwelijk verbrand werd, dat zij kort daarna bezweek. Vermoord. — Dichtbij Carpentras werd de notaris Morard in zijn rijtuig dood-geschoten door een kerel, die uit het struikgewas te voorschijn was gekomen. De moordenaar heeft, al vluchtend, zijn geweer en zijn hoed laten vallen. ENGELANO Het Home-Rule Naar eene vredelievende oplossing. In 't Lagerhuis verklaarde sir Edward Grey, in afwezdgheid van eten heea-Asquith, dat het " Home-Rule" tusschen dit en eenige maanden wet zal worden, en rond het midden van 1915, na de algemee-ne kiezingen, zal toegepast worden. "Indien, in dit tijdverloop een opstand in Ulster zou losbreken, dan zal deze met g'tweld onderdrukt worden. Mogelijke we-derzijdsche toeljatingen zijn niet nitge-sloten.In het Lagerhuis was men het eens orn te bekennen dat de verklaringen van den minister vrtn buitenlandsche zaken veel zal bijbrengen tôt eene vredelievende op lossing van 't. geschil door de protestan-ten van Ulster verwekt. Asquith in het ministerie van oorlog. De heer Asquith begaf zich in het ministerie van oorlog en heeft het bestuur der diensten in handen genomen. Zijn eerste daad is geweest generaal Paget te ontbieden. Uit dezes mond wil hij het omstandig verhaal der militaire voorval-len in Ierland vernemen. ;.'De unionisten zullen de kandidatuur van den eersten minister te East Fife In-strijden.Vrijgesproken. — Het geding ten laste van John Starchfieild, bieschuldigd' van zijn zoontje vermoord te hebben, en dat sedert dinsdag te Londien opgeroepen werd is gisteren plots geëindigd met de vrijspraak. Reeds lang was er over de ingekomeci getuigenissen ernstigen twijfel ontstaan. De rechter zelf wees er het openbaar ministerie op ; dit stemde er volmondig mede in en. verzaakte aan de beschuldi-ging.De jury, na een minuut beraadslaajgd te hebben, kwam terug met de vrijspraak.Het publiek juichte toe. DUITSCHLAWD; Een ongeval. — De keizerin van Duitschland is gisteren namiddag, te Kassel aangekomen ; aan de statie werd zij ontvangen do-or prins Joachim van Pruisen. De prins had op zijn rit naar de statie een klein ongeval. Het paard van het rijtuig waarin hij naar de statie reed, gleed op de Statieplaats uit en viel. Het sprong echter dladelijk weer recht, doch door den schok, die den val van het paard veroorzaakte, vloog- de adjudant van den prins uit de dogeart op de straatsteenen. De prins greep de teugels en viel daar-bij voorover uit het rijtuig ; hij bleef met de voeten aan dé voorzijde haingen, en werd zoo, tusschen paa,rd en rijtuig voort gegleept. Yoorbijgangers sneldem toe en bevrijdden hem uit zijn moeilijken toestand. De prins noch zijn adjudant werden gewond. Militair stuk gestolen. — Na^r men uit Frankfort aan den Main verneemt, is uit het bureel van den bevelhebtoer van het 18e legerkorps een belangrijk militair stuk verdwenen. Van den dader is geen spoor gevonden. Zeîîmoord van een bankier. — Men méldt uit Berlijn dat de heer Kœlher, onderbestuurder der Duitsche Bank, zich gisteren door het hoofd schoot, door het slecht uitvallen van persoonlijke specu-latién. De dood was oogenblikkelijk. Een postbureel geplunderd. — Twee gewapende schurken drongen gisteren, in vollen dag, binnen in het postbureel van Freudenthal, in Wurtemberg, en hebben den van dienst zijnden bediende door verscheidene revolverschoten gewond.De bandieten trokken zich terug met den inhoud van het geldkoffer, eene som van 40,000 mark. Aangehouden. — De policie van Keu-len heeft gisteren den beeldhouwer Holl-mann, van Weenen, aangehouden. De man wordt beschuldigd zijne minnares vermoord te hebben door haar in het wa-ter te stooten. Reeds had de man ge-poogd zelfmoord te plegen. Hij zal uitgeleverd worden. Brandstichter aangehouden. — Naar aile waarschijnlijkheid heeft men nu den man in handen, die te Lubeck door forandisticl^ting- verleden jaar zulk een groote schade in de houtwerven van ver-schillende handelaars heeft aangericht. Voor zyne inhechtenisneming was een prijis van 40,000 mark uitgeloofd. De vermoedelijke brandstichter is de arbei-der Jalcob Schùnemann, die te Aken ge-boren is. Hij is dezelfde man, dien men bij den laatsten grooten brand in de houtstekken van de firma Briigmann en zoon, in eene loods in de nabijheid weg-gekroj>en vond, maar die toen ten ge-volge van een misverstand ontkomen was. Schùnemann was sedert 1907 bij de firma Briigmann als arbeider werkzaam. Het is gebleken dat hij al tien jaar ge-leden te Aken verooi'deeld is wegens zaakbeschadiging. Bij gebrek aan be-wijs is hij toen van brandstichting vrijgesproken. Waarschijnlijk is Schùnemann ook zinnens geweest, op 27 februa-ri, brand te stichten in de Maria-kerk. Hij werd op dien dag in hechtenis genomen, toen hij bezig was eene ruit van die kerk in te drukken en is daarvoor pas tôt 5 maanden gevangenisstraf veroor-deeld.Trichinose. — Te Borek, in Posen ,ligt |een (gezin van negen personen gevaai*-li.jk ziek aan trichinose, nadat zij het goedlgekeurde vleesch van een varken hadden geéten. De keurmeester trachtte, toen hij de gevolgen van zijn verzuim hoorde, zichzelf dood te schieten, maar kreeg slechts onbeteekenende kwetsuren. Vrouw aangehouden. — De policie, te Kiel, heeft de weduwe van den glazen-maker Schmidt, dien men zes jaar gele-den in zijn huis opgehangen vond, in hechtenis genomen. Haar nu I7jarige zoon heeft aan de justicie medegedeeld, dat de man toen door zijne vrouw is om-gebracht. De vrouw moet al bekend hebben.Telefoonverbinding met Italie. — Nu de proefnemingen met telefonische ge-sprekken van Berlijn, over Frankfort, met Milaan goed geslaagd zijn, is de telefonische verfoinding tusschen Berlijn en Milaan voor het publiek opengesteld. OOSTENRIJK- HONGARIE Koning Ferdinand van Bulgarie te Weenen. .— De bladen melden, dat de koning van Bulgarie zondag te Weenen komt, en daar korten tijd verhlijven zal. RUMENIE. Rumenie en Oostenrijk. — In verband met de berichten over het liuwelijk van den zoon van den Rumeenschen troon-opvolger met eene dochter van den Bus-sisclien czaar, werd verzekerd, dat dit huwelijk eene verandering brengen zou in de richting der Rumeensche politiek. Dit nu wordt uit Bucharest zoowel als uit Weenen beslist tegengesproken. Bij het jongste bezoek, dat de Rumeensche troonopvolger aan keizer Willem bracht, zijn lange gesprekken gevoerd over de Rumeensche politiek. De mededeelingen van den Rumeenschen troonopvolger hebben er geen twijfel aan gelaten, dat men in Bucharest niet denkt aan eene wijziging van de Rumeensche staatkun-de. Het huwelijk van den zoon van den troonopvolger zal daarin geen verandering brengen ; de czaar heeft zelfs aan de betrokken hoven officieel doen mededee-len, dat hij er niet aan denkt, het levens-geluk van zijne kinderen op te offeren aan politieke speculatiën. Het liefst had de czaar gezien, dat zijne dochters in Rusland in het huwelijk traden. Maar Wi^tend, dat dit Rumeensche huwelijk een ge vol g- van een innige liefde is, heeft de czaar zijne toestemming niet \villen weigeren. Doch zonder daardoor eenigen invloed te willen oefenen op de Rumeensche politiek. ALBANIE Consul in ongenade. — De Italiaan-sche consul-generaal te Scutari, Galli, is naar Rome vertrokken en zal niet op zijn post terugkeeren. Dit geschiedt op verzoek van den vorst, die zich beklaagd heeft, dat de consul de Mahommedanen van Scutari had opge-zet, om den vorst, bij zijne aankomst te Durazzo, niet te gaan begroeten. RUSLAND. Mishandelingen in de gevangenis. — Voor de rechtbank stonden 17 mannen, terecht, werklieden van de Salamander-fabriek te Riga, beschuldigd van moordl op een ingenieur. Vier hadden de moord gepleegd, tien hadden er toe aangezet en. t drie h ad den de revolvers medegebracht, waarmede de moord gepleegd werd. Zij , werden verooreeld tôt vier, twee en twee-en-een-half jaar dwangarbeid. De vier voornaamste beklaagden be-kenden zich schuldig ; zij antwoorddea , voor het hof, dat zij in de gevangenis valschelijk de anderen hadden beschul-; digd, ten gevolge van de martelingen, die zij in de gevangenisschap ondergingen. , Zij werden daar geheel uitgekleed, ge-bonden en dan geslagen met gummi-stok-ken, en hunne voeten vei'schroeid, om mededeelingen van hen te verkrijgen. En zoo zij die mededeelingen later her-riepen, werd de marteling herhaald. Een blad g'eeft de namen aan der voornaamste personen, welke zich aan deze wreede marteling schuldig maakten. AMERIKA. De verdwijning van Roosevelt en zijn zoon. — Uit Lima meldt inen te Iquitos ongerust te wezen over het lot van déni heer Roosevelt en zijn zoon Kermit, welke den Braziliaanschen Jungle doortrek--ken. Men hermnert zich dat hun reis-Jgioedi door ,een waterval werd medegei-rukt. Sindsdiem heeft de familie Roosevelt geen nieuws meer ontvangen. MEXICO Naar de stad Mexico. Volgens een telegram- van den Ameri-< kajanschen onder-eonsul die de krijgs-m^aicht van generaal Villa, te Torrëon ver-, gezelde, is Villa thans voornemens on-middellijk naar Mexico stad op te rukken. CHINA: De Witte Wolf. — De buitenlandsche bladen hebben nog het een en ander over de verrichtingen van Witten Wolf, den rooverhoofdman, die met zijne legerben-den rondtrekt door Sjensi, ailes verwoes-tende wat hem in den weg komt, De militaire gouverneur van Sjensi, is hem, uik Sianioe met troepen te gemoet getrok-ken.Er bevindt zich te Sianfoe eene afdee-ling van 3000 man, afkomstig uit Honan. Maar op deze legermacht is weinig staat te maken, wijl ook de benden van Witten Wolf uit Honan zijn, terwijl de troepen te Sianfoe zelf tôt rooven en plunderea neigen. Trouweus, één van de tegen Witten Walif) 'uitgezonden l'egimenten is reeds naar de roovers overgeloopen. Dr Parker, een zendeling van de China Inland Mission, die tenauwernood ont-snapt was aan het te Knigtsewan door de mannen van Witten Wolf aangericht© bloedbad, bericht, dat de rooverhoofd-! man het in het bijzonder op de zende-lingen en hunne statiën voorzien heeft. feuilleton der Gazette van Gent. Eene looversgescMeienis IX. Ik bracht een vreeslijken nacht door, nacht vo! zuchten en branen. Gjji niancen, gij kent niet, gij zult nimmer r «i doodsangst kennnen van een meisje < (?1' het oog van hare moeder opge-\°ed, welker harfc, helder als een spiegel ''"S niet door den ademtocht der liefde is iiot geworden,van welke de mond nimmer jet woord liefde heeft lutgesproken en ' | Zlch eensklaps, als een weerloozen vo-Sevangen en gekluisterd ziet door ' en w!l,krachtiger dan deszelfs weerstand i.a, ?e?e hand voelt die voortsleurt, hoe l'achtig het er zich tegen verzet en eene> stem hoort die roept : Gij bemint mij, al-f'iens het arme meisje gezegd heeft: Ik oemm u " () ! ik zweer u! ik weet niet hoe het wam dat ik dien nacht niet krankzinnig Knnij' îr waande mij verloren, en her-de t onafgebroken bij mij zelve.Ik be 111 dat met zulk een inn^gen gst ,dat ik niet weet, of ik niet ten v'*?1 ja,s a^n een geheel tegenstrijdig ge-waV i C'a^ waarmede ik mij vervuld li;t j ; Intusschen was het waarschijn-aandoeningen, die ik had dpi„'|Vjn blijken van liefde waren, e graaf, aan wien geene derzelve V 0ïlt.?llPt« ze dus verklaarde. Wor d in " ai e,n 'let f'e eerste gewaar-gen van dien aard, die ik onder- vond. Men had mij geleerd, dat men aile diegenen moest vreezen of haten, door wie imen Icjed1 i» toegeforacht; ik ko}i toen den graaf noch haten, noch vreezen, en indien het gevoel, dat ik voor hem ondervond iaoch vrees noch haatfc was moest het liefde zijn. Den volgende ochtend, op het oogen-blik dat wij ons aan de ontbijttafel zetten, bracht men aan mijne moeder twee kaart-jes van den graaf Horace de Beuzeval ; hij had naar mijne gezondheid doen vra-gen en of mijne ongesteldheid van eenig beiang was geweest. Die zoo vroege bood schap seheen aan mijne moeder eene een voudige beleefdheid. De graaf zong met mij toen het toe-val mij overkwam ; de omstandigheden verschoonde zijne vroegtijdigheid. Toen eerst bespeurde mijne moeder hoe ver-moeid en lijdend ik er uitzag ; aanvanke-li.jk maakte zij zich ongerust, doch ik stelde haar gerust, hajar zeggende dat ik volstrekt geene smart gevoelde en boven-dien, dat de buitenlucht mij zou herstel-len, indien zij genegen was, dat wij naar ons buitengoed terugkeerden. Mijne moeder had slechts een wil, het was de mijne, zij beval dat men zou inspannen en tegen twee ure vertrokken wij. Ik ontvluchtte Parijs met denzelfden haast, waarmede ik vier dagen geleden het land had verlaten ; want mijne eerste gedachte, toen ik de kaartjes van den graaf zag, was, dat zoodra het uur zou zijn gekomen, dat men bezoeken ont-vangt, hij persoonlijk zich zou aandienen. En ik wilde hem ontvluchten ; ik wilde hm niet weder zien ; na het denkbeeld, dat hij zich van mij gevormd, na ,den brief dien hij mij geschreven had vrees-de ik 'van schiaamte te ,zuillen sterven, zoodra ik mij in zijne tegenwoordigheid zou: bevinden. Al die denkbeelden, die mijn hoofd doorwoelden, verspreidde over mijn gelaat zulk een plotseling en gloeiend rood dat mijne moeder zich ver-beeldde dat mij in het gesloten rijtuig lucht ontbrak. en zij gaf den koetsier be-vel stil te houden ten einde de lakei de kap van het rijtuig zou kunnen nederia-ten.Wij waren in de laatste dagen van september, namelijk wanneer, men de zachtste dagen. van het jejar heeft, de bladeren van zekere boomen in het bosch hadden reeds een roode kleur gekregen. Er bestaat iets lenteachtigs in den herfst en de laatste geuren van het jaar gelijken wel iets naar deszelfs eerste geuruitwase-mingen. De lucht, het schouwtooneel der natuur, die geruchten in het woud, die er slechts een enkel, gerekt treurig on-uitsprekeiijk geheel vormen, begonnen van lievcrlede mijn geest verstrooiïng te schenken, toen ik eensklaps aan eene kromming van den weg, voor ons uit, een ruiter bespeurde. Hoewel hij nog op een grooten afstand was, greep ik den arm mijner 'imoeder, — .voornemens haar te verzoeken naar Parijs terug te keeren —• want ik h«ud den graaf herkend, — doch ik trok mij dadelijk terug. Welk een voor wendsel aan die verandering van wil toe te geven, die mij eene onredelijke gril scheen te zijn ?Ik raapte dus al mijn moed bij elkaar. De ruiter reed stapvoets, derwijze dat wij hem spoedig bei-eiken. Gelijk ik zeide, het was de graaf. Nauwelijks had hij ons herkend of hij , naderde ons, vroeg verschooning zoo vroegtijdig naar onzen welstand te hebben doen vernemen ; want, daar hij in den loop van den dag naar het landgoed, van de heeren de Lucienne moest vertrekken, waar hij eenige dagen ging doorbrengen, had hij Parijs niet willen verlaten, met de ongeruistheid waarin hij verkeerde ; indien het een geschikter uur ware geweest dan zou hij zelf gekomen zijn. Ik sta-melde eenige woorden mijne moeder be-dankte hem : Ook wij gaan naar buiten tôt aan het einde van het jaargetijde, zegde zij hem. — Dan zult gij mij willen veroorloven u tôt aan ht kasteel te vergezellen, antwoordde de graaf. Mijne moeder boog zich glimlachend : trouwens het was zeer natuurlijk : ons landgoed was drie uren van dat van den heer de Lucienne gele-gen en langs beiden liep dezelfde weg. De graaf bleef dan bezijden ons galo-peeren gedurende de vijf mijlen dan wij nog hadden af te leggen. De snelheid van onzen rit, de moeilijkheid zich nabij het portier te houden, waren de oorzaken, dat wij slechts enkele woorden wisselden. Toen wij voor het kasteel waren gekomen sprong hij zijn paard, hielp mijne moeder uit het rijtuig stijgen. en bood mij, op mijne beurt zijne hand. Ik kon niet weigeren en reikte ze hem bevende ; zonder drift nam hij ze met ongedwongenheid ; gelijk hij die van ieder andere zou genomen hebben ; maar ik voelde dat hij er een ander briefje in liet. Alvorens ik een woord kon zeggen of eene bweging doen, had de graaf zich tôt mijne moeder ge-wend en groette haar ; vervolgens sprong hij te paard, het dringende verzoek wei-gerendé, dat zij hem deed, om een oogen-blik rust te ne m en, en den weg naar de Lucienne oprijdende, waar hij zegde dat hij verwacht werd,verdween hij na eenige oogenblikken. Onbewegelijk was ik op dezelfde plaats gebleven, mijne gekromde vingers hiel-den het briefje, da/t ik niet dierf laten vallen, en ik toch vastelijk had voorgeno-men niet te lezen. Mijne moeder riep mij, ik volgde haar. Wat met het briefje gedaan? Ik had geen vuur om het te ver- 1 ibraffiden; en door iheft te verscheuiren, zou men de stukken er van hebben kunnen vinden ; ik verborg het derhalve tusschen de ceintuur van mijn kleed. Ik had nooit eene grootere foltering gekend, dan die ik ondervond, tôt aan het oogenblik dat ik in mijne kamer ging. Het briefje brandde mij op de borst; het scheen als-of een bovennatuurlijke macht, voor mijn hart, dat het bijna raakte elken regel leesbaar maakte ; dat papier had eene aantrekkende kracht. Zekerlijk zou ik het oogenblikkelijk bij de ontvangst ver-scheurd, zonder aarzeling, verbrand hebben ; maar toen ik in mijne kamer kwam, had ik den moed niet. Ik cleed mijne ka menier vertrekken, haar zeggende, dat ik mij alleen wilde ontkleeden ; vervolgens ging ik op mijn bed zitten, en zoo bleef ik een uur onbewegelijk, met straken blik het briefjie in mijne gesloten haiUid klemmende. Eindelijk opende ik het en las : " Gij bemint mij, Pauline ! want gij ont-vlucht mij. Gisteren verliet gij het bal, waarop ik was, heden verlaat gij de stad waar ik ben ; doch ailes te vergeefs. Er zijn lieden wie het lot nimmer elkander zou kunnen doen ontmoeten, doch die, zoodra zij elkander ontmoeten, niet meer van elkander kunnen gescheiden worden. "Ik ben igeen man, gelijk andere mannen : in de jaren van het vermaak, der on-bezorgdheid en der vreugd leed ik veel, dacht ik veel, zuchtte ik veel ; ik ben nu acht-en-twintig jaren. Gij zijt de eerste vrouw, die ik bemind heb ; want ils: be-min u, Pauline ! "Thans heb ik u ailes gezegd, Pauline; want wat zou ik n zeggen, dat gij niet weet, wat gij niet geraden hebt? Wij zijn beide rijk, jong en vrij ; ik kan w, gij mij behooren ; een enkel woord, en ik wend mij tôt uwe moeder en wij zijn vereenigd. Indien mijn gedrag, gelijk mijne ziel, zich aan de gewoonten der wereld niet onder-werpt, vergeef mij dan dat zonderling© dat in mij is. en neem mij, gelijk ik ben en gij zult mij beter maken. ' Indien gij, Pauline ! tegen mijne hoop, eene, mij niet gekende reden hadt, mij te ontvluchten, dat zou kunnen plaats hebben, en gij tôt hiertoe getracht hebt, te doen, weet dan, dat zulks vruchteloos zou zijn, over al zal jk u volgen tôt ik u heb ; niets hecht mij aan eene plaats meer dan eene andere ; ailes, intgendeel, trek mij naar de plaats waar gij zijt ; u! voor te gaan of te volgen zal voortaaji mijn eenig doel zijn. Ik heb vele jaren verloren doen gaan en honderdmaal mijn liehaam en ziel gewaagd, om tôt eene uitkomst te komen, die mij zelfs niet eens geluk beloofde "Vaarwel Pauline! ik doe u geene be-driegingen ; ik smeek u, ik bemin u, gij bemint mij. Heb medelijden met u zelve en mij." Het zou mij onmogelijk zijn. u te zeggen, wat in mij omging, toen ik dezen zonder-lingen brief las ; ik scheen te prooi t© zijn aan een dier vreeshjke droomen, waai'in men, door een gevaar bedreigd, tracht te vluchten, terwijl de voeten in de aarde zijn vastgeworteld, de adem aan de borst ontbreekt ; dJaft men wil roepen, maar de stem geen geluid geeft. Dan breekt de hevige angst den slaap, en men ontwaakt met een kloppcrid hart en met een van zweet overstroomd voorhoofd. (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Add to collection

Location

Periods