Het nieuws van den dag

1145 0
13 December 1918
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 13 December. Het nieuws van den dag. Seen on 26 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/5x25b0074t/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Vier-en-dertigste iaargang. — Nummer 23 Voorloopig 10 centiemen per nummer Brussel, Vrijdag 13 December 1918 HET NIEUWS VAN DEN DAG AANKONDIGINGEN » BUREEL ABONNEMENTEN » Per kleine regel (r. BESTUU R EN OPSTEL ! ^ [3 L A C3 DER KLEINE AANKONDIGOîGEN : D u w t t.y worde. Tusschen de Nieuwstijdingen, per regel 3 en 4 fr. Zandstraat, 16 -, D# P1 zn en W vastgesUd worden. SU-rfgevallen per regel 3 (r. telupo™ 171 Gesticht door Jan HTTYGHE ! ' Naar de Slagvelden van den Yzer (Van onzen byzonderen afgeveerdigde, Maandag 9 december 1918. DE DERDE DAG Naar Pervyse Vandaag hebben wij een bezoek gebracht ban dat deel van het slagveld, wuar de duit-echers einde 1914 doorgebroken en over den Yzer geraakt waren, naxnelijk het slagveld van Pervyse, balverwege Nieuwpoort en Dix-xnude. Ten 8 1/2 ure reden we per auto uit De Panne weg langs de baan naar Veurne, en ten 9 1/2 ure hadden we reeda Pervyse bereikt. Van Do Panne tôt de hoogte van Avecapelle was de baan tamelijk goed, doch eenmaal ter hoogte van Avecapelle drongen wij weer volop het vechtgebied van den Yzer binnen. Langs doorgangen, die nu banen ge-heeten worden, doch eenvoudig modderpoe-len en min of meer gelijk gestampte steen-hoopen zijn, bereiken wij den inkom van het dorpje Pervyse. De Pervyseslag Deze gemeente, ongeveer 1400 inwoners tel-lende, vras voor den oorlog een der schoon-eten van het Veurneland, met hare groene malsche weiden, waar prachtige koeibeesten in te grazen stonden en waardoor de Yzer zijne zwartgroene waters in kronkelende bed-ding doorstoeide. Nu bestaat Pervyse met ineer. Aan den inkom van het dorp moesten wij uit den auto stappen. Te voet liep do wcg door modderpoelen en waterplasseii naar de etatie van Pervyse, op den ijzerenweg Nieuw-poort-Dixmude. Van hier uit overschouwen wij hee.l het slagveld, gelegen tusschen den ijzerenweg Nieuwpoort-Dixmude en den Yzer, en jneer bepaaldelijk in de groote kronkeling welke de Yzer maakt bij het gehucht Tervaete. Na den aftocht van ons leger uit Ant-werpen lagen onze soldaten achter den Yzer. De duitschers kozen juist de kronkeling van Tervaete uit om onze jongens aan te vallen, daar de Yzer aldaar een halven cirkel vormt met den buitenkant naar de duitschers. Deze konden dus de belgen bestoken langs voren en langs de twee flanken. Onze joogens moesten wijken, doch zij stonden rotsvast op hun besluit niet verder achteruit te gaan dan tôt aan den ijzerenweg Nieuwpoort-Dix-Biude. De aanval der duitschers brak los den 24 october 1914. Na tien dagen van held-haftigen doch ongelijken strijd, trokken onze mannen zich op den spoorweg terug en wacht-ten hier vastberaden den schok af, terwijl de duitschers over den Yzer trokken en zich met twee divisies, 't zij ruim 50,000 man gereed maakten om onze mannen « de zee in te goeien », zooals ze meenden. Ons leger be-vond zich inderdaad in eenen erharmelijken toestand. Vergeet niet dat dees gevecht ge-Bcbiodde aanstonds na den val van Antwerpen. Wij hadden geen munitie, geeii kleederen. geen schoenen, terwijl de Duitsohers in aile opzichten aan ailes den overvloed hadden. In deze voorwaarden werd de beslissende fclag van Pervyse geleverd. Onze artillerie beschoot zoo goed het mogelijk was het slagveld, begrepen dus tusschen den Yzer-Tcr-vaete en den spoorweg. Onze derde leger-bfdeeling wachtte het oogenblik van den stormloop af. Deze brak los den 24 october en duurde tôt den 26 october. Onze soldaten sprongen met de bajonnet op 't geweer tusschen de aanrukkende duitschers en toen Lad een der ijselijkste menschenslachtingon van den oorlog plaats. Verder dan den ijzeren-wegkant. Nieuwpoort-Dixmude geraakten "do duitschers niet. De vijand bezette dus heel de kronkeling tusschen den Yzer, Tervaete, Ktuyvekenskerke, Pervyse-dorp en Pervyse-spoorweg.In de richting van Ramscapelle, halver-wege Nieuwpoort en Pervyse, liad de vijand ons den 30 october 1914 00k met eene sclirik-kelijke macht aangemllen en was er over den Yzer geraakt tôt bij Eamscapelle, 00k gelegen op den spoorweg Nieuwpoort-Dixmude. De toestand was bijna hopeloos voor ons. Onze jongens weerstonden dapper en hiel-den de duitschers voor den ijzerenweg staan, doch men kon voorzien dat zij op den duur toch zouden moeten wijken. Er was ons hulp van fransche zijde beloofd: hulp in manschap-pen en in munitie. Doch er kwam geen van beiden. En toen werd het schrikkelijkste mid-del: de overstrooming aangewend. De overstroomlngen Ziehier hoe die overstroomingen verwckt weiden. De Yzer is een stroom, dus recht-streeks uitloopende in de zee. Om door de hooge zdetijën overstroomingen te vermrjden, îs de Yzer te Nieuwpoort, waar hij geka-naliseerd is, Toorzien van sluizen, die de strooming van den Yzer regelen. Daarbij moet in aanmerking genomen worden dat er eene ontelbare menigte vlieten, bekea en vaarten de natuurlijke draaineeringen van den grond opvangen en in den Yzer uitstorten. Om de streek onder water te zetten werden de uit-loopen dezer waters in den Yzer gestremd. Het "water steeg er dus voortdurend en weldra was heel de streek overdekt met eene laag zoet water. Dat was niet genoeg. De sluizen van Iden Yzer werden geopend en slechts één hooge tij der zee bij voile maan was vol-doende om het zeewater in woeste razernij door de sluizen te doen stroomen en heel de Yzerstreek te overrompelen. Dit gebeurde rond einde october, toen de duitschers zich voor goed over den Yzer en in onweers taanbare opmarsch naax de zee-kust waanden. De watersnood heeft den vijand heelemaal verrast en duizenden en duizenden duitschers vonden den dood in het water. Nu was de beslissing gevallen. De duitschers tnoesten achter den Yzer terugtrekken en sedert dan zijn zij er niet meer over geweest. Sedert dan 00k (einde october) waren Pervyse, Nieuwpoort, Oostkerke, St.-Joris, Stuy-Tekenskerke, Oaeskerke, Iiamscapelle, kortom E.1 de dorpen van het Yzergebied achter ons front, het mikpunt der vijandelijke beschie-ting, niet van eene beschieting met militaire doeien, doch van bombardementen uit haat en vernielingszucht tôt dat er van al die dorpen geen huis meer recht bleef. Ook de stikgassen en do verblindende gassen werden •door den vijand oangewend om ons front te verbreken, doch al hunne moeite was nut-leloos.Wij zeggen hooger dat de zeooverstrooming ials laatsto middel tegen de duitsche opmarsch aangewend werd. Immers, onze krijgs-overheid wist welke gevolgen die watersnood zou meevoeren : algeheele verwoesting van den plantengroei en de vruchtbaarheid der streek, eene echte rampl Pervyse-dorp Van op de statiepuinen te Pcrvyss hebben we een pi-achtig zicht op net ov*rstroomde iïïergebied. Door het afdammeu van den Yzer, zijn de overstroomingen niet meer mogelijk. Het water is bij lago tij teruggetiok-ken en op dit oogenblik ligt 3r v.ior ons eeno uitgestrekte vlakte, overdekt met znart slijk, rosachtige rietbosschen van rul n een meter hoog en trechters van t-vee meters dcoisnede en drie diep, gevuld rn^û water De modderlaag is ruim 30 centimstcrs dik, Men vi-aagt zich af hoe het nog mogeip zal wezen deze velden terug hunae groei-kracht weer de schenken. De botaniokers be-weren dat er hier gedurende 15 janr ten minste geen landbouw zal kunnen beoefend worden. Het zeewater heeft hier ook de kie-men meegevoerd van een gansch nieuwen plan-tengroei, nainelijk v;in bijna voorhistorischf waterplanten, die hier door botaniekers be-statigd geworden zijn. Van op onzen observatiepost zien wij ir de verte de puinen van Stuyvekenskerke er van het kasteel van Vicogne, een prachtig gebouw uit de XVIII eeuw. Achter ons ligt Pervyse dorp gansch plat. Te midden van het kerkhof ligt de kerk in puin. Alleec den achterkant van het koor met de gothieke boogvensters striât recht. Ruim 200 Duitschers liggen op het keikhof in een gemeenzamen put begraven, terwijl er duizenden onder de slijkvelden bodolven liggen en n,u reeds dooi het zeewater moeten verteerd zijn. De hui-zen van Pervyse zijn nog enkel steenhoopen. Alvorens Pervyse te verlaten, brengvn wij een ontroerden groet aan onze belgische soldaten, die hier zoo heldhaftig sneuvelden en langs den ijzerenweg Nieuwpoort-Dixmude begraven liggen. Naar Dixraude Tôt over onze knoesels in de modder ge-zonken, sukkelden wij naar onzen auto, die op de baan van Pervyse over Oaeskerke naar Dixmude te wachten staat. De reis liep langs eene houten baan, door onze troepen aange-gelegd daar w^iar vroeger den steenweg liep, want deze bestaat niet meer. Zonder dezen planken vloer ware de oude richting van de baan niet meer te vinden. Ten undere, in dit vechtgebied van Dixmude, hebben de banen en wegen, vooral cp de kruispunten, eene nieuwe richting moeten nemen. Het systeem der Duitschers bestond in het regelmatig bombardeeren van aile kruispunten der verkeerwegen. Deze kruispunten waje» indordaad voor onze troepen belangrijke plaatsen. Immers,het gebeurde dik-_ wijls dat troepen, bevoorradingskolommen en municiewagens, komende uit verschillende richtingen, op de kruispunten onder elkaar in de war liepea, en er aldus belemmering in de vcoruita-ukking plaats had. Dit gebeurde ten andere ook brj de Duitschers. Deze kruispunten werden dan onophoudend beschoten, en van Pervyse tôt Dixmude hebben wij geen enkel kruispunt ontmoet dat niet tôt eenen verscheidene meters diepen afgrond herscha-pen was. De houwitsersputten hadden hon-derden meters in de ronde banen en velden herse ha pon in een echt bergland. Van de steenwegen waren noch kasseisteenen noch oudo lijnrichting te bespeuren. Onze genietroepen hadden het op doze pun-ten zeer druk, en met eene onbeschrijfiijke doodsverachting en eene ongelooflijke vastbe-radenheid werkten zij onder de hevigste bombardementen aan het bouwen van nieuwe banen, bij middel van planken, balken en boom-stammen. De genie heeft dan op deze gevaar-lijke punten ook veel volk verloren. Geene herbouwde baan treffen wij aan, zonder in de nabijheid eenige grafheuveltjes te vinden, waaronder velen van die moedige jongens rus-ten tôt den laatsten dag des oordeels. Hun grnf is cr met vergeten, want op de heuveltjcs zijn eenveudige bloempjes neergelegd. Te Dixmude De houten baan van Pervyse voert ons naar Dixmude. Onderweg, nabij de stad, ste-ken wij over eene houten brug den Yzer over. Dixmude is gelegen aan den overkant van den Yzer, dus langs den kant van het duitsche front. Onze auto stopt te midden van eenen poel van zwart-grauw slijk, zoodat wij in 't afstappen tôt over de knoesels in de modder zonken. Doch, daar zijn we nu reeds gewoon aan en voor eenen waterplas of eene moeias gaan we niet meer alom. Dwars door een houwitserput klauteren wij eenen hcogen berg karreeisteenen op. Oommandant Van Truyn keert zich om en roept : « Hier zijn we te Dixmude 1 » Ja, we moeten het wel gelooven, doch we zullen liever zeggen: Hier zijn we waar eens Dixmud9 stond! Waarheen we ons ook draaien of keo-ren, we krijgen niets te zien dan puinhoo-pen. Recht voor ons verheft zich een steen-hoop van een tientai meters hoog, welke onze leidsman besteigt. Wij volgen zijn voor-beeld en op handen en voeten geraken we op den top. Van hier overschouwen wij én het duitsche en het belgische front, over de puinen van Dixmude heen. Dixmude is niet alleen vemield tôt mot den grond gelqk, maar de ondergrond zelf der stad is verwoest. Denkt niet hier nog een stukje muur, al ware het maar een meter hoog, recht te vinden. Meent niet dat hier nog een spoor van straten of wegen te bespeuren valt. Geen huis, geen gebouw, geene kerk, zelfs de hoofdkerk. de begijnhofkerk en het begijnhof, zijn aan hunne puinhoopen te herkennen. Wij staan hier boven op de puinen van den kerktoren. Voor ons moeten het stadhuis, het begijnhof en de begijnhofkerk gestaan hebben. Niemand weet ons te zeggen waar eigenlijk de G-roote Markt moet geweest zijn, want volgens de ligging der puinhoopen kan men geen oordeel vellen, daaa- deze door de opvoigende en geweldige beschietingen meermaals uiteengeslagen geweest zijn en versclieidene meters ver links cf rechts samengehoopt werden met andere puinen. Dixmude en omtrek levert het ijse-lijkste beeld cp van een trechterveld. Onder den oorlog hebben wij dikwijls gelezen ever trechtervelden. Dit zijn de putten van verscheidene meters diep, die door de liou-witsers in den grond geslagen worden. Wel-nu, heel Dixmude is een uitgestrekt veld van aaneengeschakelde putten, van drie tôt vier meters diep en twee meters dcorsnede. De puinen der stad zijn we| twintigmaol omwoeld eu uiteengeslagen geweest. Van op ons ob-servatorium zien wij de puinen van Oaeskerke en Stuyvekenskerke. Vlak voor Dixmude stroomt de Yzer in eene bedding van een twintigtal meters breed. Het Bruggehoofd Dixmude Do verwoesting van Dixmude en de ver-schrikkelijk© bombardementen, die erop_ los kwamen, zijn uit te leggen door het groot belang dezer stad onder krijgskundig opzicht. Zooals wij hooger zeggen ligt Dixmude op den linkeroever van den Yzer. Na de beruchte overstroomingen viel deze steiling in de handen der Belgen op het einde van october 1914. Dixmude was dus een vooruitgescho-ven post aan den overkant van den Yzer. Onze m3nnen lieten de verdere verdediging van dit Bruggehoofd over aan de Engelschen, die het met 6,000 soldaten der zeemacht bezetten, onder de bevelen van admiraal Ecnarch. Er waren ook nog Belgen aanwezig. Na de verrassingen der overstrooming her-vatten de Duitschers het offensief tegen Dixmude. Den 11 november 1914 begonnen zij . de beschieting der stad. Het leven was er niet om uit te houden en gedurende een hee-len tijd werd de stad dag en nacht beschoten, tôt dat de verdedigers moesten beslissen zich achter den Yzer, die voor de stad loopt, terug te t-rekken. Sedert dan, begin 1915. was Dixmude in de handen van de Duitschers, die er den 29 september 1918 uitge-dc nderd werden door onzo troepen der le legeraîdeeling, oinder de bevelen van gene-raal Michel. Doch, in dit tijdverloop 1915-1918 is er in en om Dixmude schrikkelijk gevochten geweest.lk voeg erbij « in » Dixmude, want onzâ bel<jische soldaten dreven de stoutmoedig-heid zoo ver 's nachts over den Yzer te komen, binnen de stad, in de duitsche steiling te dringen, waar zij talrijke vijanden neervelden en vbji waar z j telkens weerkeer-den met een groep van 30 tôt 40 gevangenen. Onze jongens kwamen, eilaas, niet allen uit dio bel terug. Vele graven van belgische scldaten getuigen het ons. Toen onze troepen op den rechter Yzeroever teruggetrokken waren, begon onze artillerie de bcschieting van de stad. En de vernieling en verwoesting die wij er nu met onze oogen aanschouwen, zrjn liot werk van onze artillerie. Duizenden Duitschers hebben er het leven gelaten. Vanaf mei 1915 lagen de stellingen voor Dixmude vast: de Duitschers op den ooste-tijken oever met Dixmude in hun bezit en do Belgen op den westelijken Yzeroever. Slechts éénmaal hebben de Duitschers sedert dan beproefd over den Yzer te komen, en dit was hun gelukt "in de richting van Oud-Stuyvekenskerke. Dat viel hun echter niet •mee. In eenen onstuimigen tegenaanval wier-pen de onzen den vijand terug over den Yzer. De loopgraaf der « Dood » De twee stellingen lagen voor Dixmude nauwelijks 20 meters van elkonder, juist de Urcedte van den stroom. De Duitschers hadden den beruchten Steencn Molen van Dixmude, juist op den cever, in hun bezit. Die molen was een echt fort, een vreeselijk mi-traljeusnest, gelegen op een vijlbal meters hoogte boven den Yzer. Onze artillerie had dier. molen in puin geiegd, doch deze puinen waren een zoo dikke en omvangrijke steen-klomp, door de Duitschers bovendien met béton overdekt, dat de vernieling ervan haust onmogelijk was. Recht voor dien molen l?g een stuk belgische loopgraaf, door onze mannen gedoopt « loopgraaf der dood ». Onaf-gebroken is er in die loopgraaf op de vreese-Jijkste wijze gevochten geworden. Negen kee-ren op tien kwam er uit die hel niemand terug. Daar werd voortdurend gevochten met de bajonnet, met handgranaten en met de kolven van 't geweer. De afsckuwelijkste tooneelen grepen er plaats. Kortom, 't wns er eene ware hel. In de duitsche loopgraven Wij daalden van den kerktoren af en richt-ten ons naar de duitsche loopgraven. De vijand had er zich schrikkelijk versterkt. Hunne loopgrachten zijn gebouwd langs den oever van don Yzer. De grachten, ongeveer 1 ni. 50 diep, zijn cp elke tien meteis be-heeischt door oen reusachtigen blok béton, waarin een mitraljeuspost, te gelijk met een observatiepost, ingericht zijn. In andere « blokhàuser », zooals de Duitschers die ver-sterkte posten heeten, waren ambulancies ingericht, waar de gekwetsten de eerste zorgen ontvingen. Deze betonblokken zijn buiten-gewoon stevig versterkt. De muren en het dak zijn 1 m. 50 dik en op het dak ligt nog eene dekking zandzakken van 1 meter dik. De mitraljeuzen zijn h our kleine gaten op de vijandelijke loopgr.iv^n gericht, en langs het daJc kan de officier van den uitkijkpost de uitwerking van het geschut waarnemen, en zulks bij middel van een ingewikkeld stel spiegels, die door buizen de eenen in de anderen weerkaatsen wat aan de oppervlakte gebeurt. Een dezer dekkingsposten was nog opgepropt met houwitsers van een halven meter hoog en tien centmieters doorsnede, welke gebruikt werden door de loopgraaf-mortieren, een vreeselijk wapen, dat bij vol-treffers eene gansche loopgi'aaf kan vernie-tigen.Behoedzaam kropen wij uit deze graclit en lclauterden over trechters en waterpiassen den dam van den ijzerenweg Nieuwpoort-Dixmude op, cm langs daax over den Yzer te geraken in de belgische linies. Onderweg vonden wij tusschen een puinlioop een arduinen steen, waarin gebeiteld was : « Douius condita anno 1624 — reedificata anno 1827.» — hetgeen beteekent dat het huis, waar dien arduin moet ingemetst geweest zijn, gebouwd werd in 1624 en herbouwd werd in 1827. In welk jaar zal dit huis terug in Dixmude herrqzen? «Achtuiig ! » De qzerenweg Nieuwpoort-Dixmude is "al-hier in vollen heropbouw. Aan dit werk ar-beiden talrijke duitsche krijgsgevangenen, die bewaakt worden door belgische soldaten met de bajonnet op 't geweer. Die Duitschers zullen zich niet vermoeien, weest gerust. Ze staan daar lain en lui, en zelfs met een zekere onbeschoftheid, te kijken, geleund op piek of spade. Hunne wat ai te onbeschofte houding was den commandant Van Truyn ook niet ontgaan, en met eene krachtige stem snauwde hij die kerels toe : « Achtung 1 » (opgepast). Als door een elektrieken schok bewogen, sprongen de Duitschers boutrecht, den linkerarm strak langs het lijf en met de rechterhand op militaire wijze groetende, tôt dat onze groep voorbij was. Dan mochten zij weer aan den arbeid, terwijl wij onzen tccht voortzetten naar De belgische linies Langs den ijzerenweg kwamen wij op de nieuwe brug over den Yzer. Deze brug is gebouwd uit ijzer en hout, doch zal maar van voorloopigeti aard wezen. Van op de brug zien wij den Yzer in bochten en kron-kelingen door 'het akelige zwarte wildernis-landschap heen slingeren. Oevers zijn er niet meer aan te bespeuren; deze zijn vernield 1 door houwitsers en in afgehrokkelde en modderige bedding vloeit het zwart-groene water door de woestenij. In de slijkerigt kanten liggen hier en daax bootjes en vlotter vast. Het is met deze bootjes, zegt de commandant, dat onze soldaten 's nachts den Yzer overstaken en den vijand in zijn eigen nest gingen aanvallen. Meest altijd keerden zq triomfantelijk met gevangenen terug. Wij trekken de brug over en dalen ai in de belgische loopgraven. Hier staan we terug in de teruchte moerassen. Onze loopgraven zijn aangelegd tegen den dam van den Yzoï', en zijn ook belieerscht door ver-sterkte posten in béton. De grond is er nog overdekt met eene dunne laag water, waaronder het slijk zoo dik ligt, dat wij er tôt over de sohoenen in zakken. Wij kunnen er met moeite in vooruit geraken en moeten geweld gebruiken om onze voeten uit de modder te krijgen, waarin we tôt dertig cen-timeters diep verzinken. Gelukkig dat we kapleerzen rond de beenen hebben ! Prachtige helden In welke hel tiebben onze soldaten hier geloefd! En merkt op dat het water nu grootendeels weggetrokken is. Verbeeldt u onzo mannen, verzenken in de modder tôt over de knoesels. plodderend in het water tôt over de knieëm, en zulks bij guur winter-weder, bij regen en wind, sneeuw, koude en bijtenden vorst, te midden van een vreeselijk bombardement-, terwijl de bommen ten allen kante ontploffen en de mitraljeuzen hunne inoordende kogels door hunne rangen jagen ! Bewonderensweerdige soldaten, die in zulke hel den moed geen stond hebben laten vallen. Het kan niet genoeg gezegd en herhaald worden in welke pijnlijke omstandigheden ?ij het laatste hoekje van hun Vaderland ver-dedigd hebben. In 1915 verkeerde ons leger inderdaad in zeer pijnlijke omstandigheden. Wij hadden geene degelijke uitrusting, weinig materieel en munitie en onvoldoende bevoor-rading.Dat was maar al te wel te begrijpen, na onaon aftocht uit Antwerpen, toen wij hier tan den Yzer aankwamen en nog zonder eenige hulp van onze bondgenooten waren. Er is een tijd geweest dat de soldaten zonder schoenen waren, en toen is het gebeurd dat onze jongens met klompen aan de voeten naar 't gevecht trokken door modder en water tôt aan de knieën. En opdat arj hunne klompen in het slijk niet zouden verliezen, snoer-den syj deze aan hunne voeten vast bij middel van koorden en riemen. Dagen lang ble-ven zij in het water zonder eenig warm voedsel, niet dat de bevoorradingsdienst in gebreke was, doch omdat de banen zoo door-slecht waren, dat de transporten er met groote moeite en slechts met groote vertraging door konden, zoodat het eten steeds koud was toen het ter bestemming kwam. Doch. dat waren maar allemaal bijzaken voor onze jongens. De lioofdzaak was de verdediging en het behoud van ons laatste hoekje grond. Toen een commandant een onzer soldaten der oudste klassen aansprak, die naar een hoogst gevaarlijken post ging vertrek-ken, eu hem trachtte aan to moedigen en op te beuren met hem over zijne familie te spreken, antwoordde deze moedige kerel: " Ja, commandant, ik heb vrouw en kinderen, ik he;b mijno familie innig lief, doch dat is maar de « kleine » familie : de « groote » familie gaat voor ailes I » Prachtige Helden ! Onwankelbaar en rotsvast in uwe licfde tôt het Vaderland, de « groote » familie, die gij gered hebt, die grj behoed hebt voor slavernij en dwinga-landij door uwen bewonderensweerdigen hel-denmoed ! Door onze linies Hier zien wij in welke voorwaarden onze soldaten gevochten hebben: modder, slijk en water. Wij plodderen er door nog een heel eind ver, om den beruchten steenen molen van Dixmude te bereiken. dit verschrikkelijk mitraljeusnest in duitsche handen. De molen vormt nog slechts een loggen steenhoop, nog versterkt door betonblokken en stalen platen. En te midden van dien sterken blok bevonden zich de holen, van waar de mitraljeuzen onze loopgra-ven bestookten. Langs den spoorweg Nieuwpoort-Dixmude bereikten wij terug onzen automobiel, die op de baan naar Veurne te wachten stond. Onze rit liep nu dwars de belgische linies. Onderweg snorden wij in duizelingwekkende vaart Oostkerke voorbij, een dorpje dat vroeger zoo lief verscholen lag tusschen boom-gaarden, en waarvan nu, eilaias, niet veel meer overschiet dan zwartgerookte puinen en bouwvallen. Langs de baan zijn de kantonne-menten onzer troepen gebouwd. Deze kanton-nementen zijn kleine dorpen van houten lood-sen, waar de hulptroepen onmiddellijk achter de vuurlijn verblijven. In die houten dorpjes ontbreekt niets. Wij zien daar de kapel, de baardscheerdersloods. enz. Voorbij Oostkerke komen wij in Lampernisso. Hier zijn wo reeds een heel eind van de vuurlijn af, doch de vernieling heeft er toch ook nog vreeselijk huis gehouden. In eene lioeve langs de baan was eene groep fransche alpen-jagers verscholen. Een duitsche houwitser trof de lioeve en 45 van die fransche soldaten verloren er het leven. Deze dapperen werden begraven op het dorpskerkhof, waaj wij in 't voorbijrijden hun gemeenzaam graf bemer-ken,juist nevens den kerkhofmuur, die de baan afbcordt. De kerk van Lampernisse is nog een puinhoop, en taJrijke hoeven en huizen hebben er hetzelfde lot ondergaan. En terwijl wij aldus Lampernisse voorbij snellen, denk ik aan Zannekin, den held onzer vlaam-sche vrijheidsoorlogen tegen de vreemde dwin-gelandij. Zannekin was geboren te Lampernisse en sneuvelde roemvol aan het hoofd zijner heldenscharen nabij den Kasselberg,waar de fransche overmacht zegevierde. Nu rijden wij de baan naar Veurne op om weldra den grooten steen weg naar De Panne in te slagen waar onze taak van den derden dag ten einde liep. Aan onze Gesneuvelden Eene kleine plechtigheid sloot dezen derden dag. De ccnfraters der brusselsche dagkla-den hielden eraan eene prachtige peerlen kroon neer to leggon op de graven onzer belgische soldaten, die voor het Vaderland gesueuveld zijn en begraven liggen op het kerkhof van Duinhoek. Aan deze kroon was een driekleurig lint vastgemaakt, met het opschrift: « Aan de dappere Belgen, gesneu-veld voor het Vaderland. Hulde der Brusselsche Drukpers. » Onze leidsmannen Nu we reeds drie dagen ronddobberen over de vlaamsche moerassen en puinhoopen, begrepen wij best hoe gelukkig wij zijn de hulp te genieten van onze leidsmannen de cominandanten Van Truyn, Leduc en luite-dant Heurion. Immers, zonder leidsman waren to hier verloren geloopen ; noch dorpen noch steden, noch banen noch wegen her-kennende in deze woestijn. Dank aan de kost-bare inlichtingen en uitleggingen van den be- voegden commandant Van Truyn, zijn wij erin gelukt ons arm Vlaanderen in dezen ellendigen toestand te herkennen. Commandant Van Truyn kent de slagvelden op zijn duimpje, en kan er over verte]len zonder ophouden. Ook heeft deze moedige en kra-nige offioier een roemrijk aandeel in onzen heldenstr'rjd genomen. Hij is door een hou-witserscherf aan de linkerhand gekwetst geweest.De brusselsche dagbladschrijvers haddon er ook aangehouden hunne leidsmannen harte-lijk te bedanken. Dnarom werd er hun maandag avond in het salon van ons hôtel een gezelligen avojnd aangeboden. Een onzer confraters dankte in aller naam de officieren, en vooral commandant Van Truyn, voor de kostbare leiding die hij ons op onze bezoeken verstrekt heeft, en ook voor de welwillendheid van den legerstaf, die ona tôt hot bezoek der slagvelden uitgenoodigd heeft. Deze avond verliep in de beste stemming. ("Wordt voortgezet.") « De Legerbeweging Belgiscb Legeibericbli Ziehier het legerbericht van 12 december. « Ons voetvolk bewaakt den Rhijn tusschen Ordingen en Sturzeberg. Onze ruiterij is op waaloùienst tusschen Oldenberg en Ordingen. Troependetachementen bezetten Hors, Cempen en Mullen». ScMldwaebt aangevallen. — 2 âooâen Nabij St.-Vith, op de duitsch-luxemburg-sche grens, had een burger naar een engelsche schildwacht geschoten, zonder hem evenwel te raken. Do soldaat schoot terug en doodde den burger. Een engelsch officier, die toegeloopen kwam, schoot een tweeden aanvaller van den schildwacht neer. Die zaak heeft in de streek eene groote ontroering verwekt. De Amerihanea Het derde amerikaanseno leger beroikto dinsdag de lijn van Brohl liaar Andernach en van Boppard paar TTechtingshausen. De al-gemeene lijn volgde 's avonds den Rhijn von Rolandseck naar Andernach, vandaor njnri Bassenheim-Boppaid en vervolgens langsheen den Rhijn tôt Trechtingshausen, ten noorden ran Bingen. De amerikaansche generaal Pershing zal te Trier zijnen intrek nemen in de villa Laeiss, die voor hem in gereedheid gebracht wordt. Op den Rhijn De fransche minister van zeewezen heeft bevel gegeven da± drie fransche m on i torse h 0-pen op den Rhijn moeten gaan kriiisen, om er waakdienst uit te oefenen. De vaartuigen zijn van gisteren woensdag op weg. Duitsche troepen De inwoners van Berlijn waren dinsdag na-middag getuigen van een scbouwspel, dat zij heel anders gedroomd hadden. De troepen, die een heelen tijd gelegerd hebben ten westen van do hoofdstad, tusschen Potsdam en Span-dau, defileerden aan de Biandeburgsclie-poort en op de Parijsplaats. Die troepen bestonden uit verscheidene afdeelingen van de keizer-lqke wacht, waarbij eenige ruiterij-regim»nten uit de pruisische provincies. De straten waren versierd met dennentwg-gen, wat een heel soinber uitzicht opleverde. De troepen hsbben getrouwheid gezworen aan de bestuande overlieàen. 't Was voor de berlijner bevolking eene diepe ontgooeheling : zij dio zoo vurig gehoopt had het leger eens zegevierend te zien terug-keeren, mocht nu enkel het schouwspel genieten ontmoedigde, met schade en schande overladen krijgere binnen hare muren te ont-vangen. 't Leek eer eene begrafeni< dan wel een blrjde intrede. De verslagenen op het slagveld. moeten nu In hun eigen land de rust herstellen en bewa-ren. Zij hebben allerlei schoone beloftcn ont-vangen, want de overheden vreezen dat ook dez» 6oldaten door de mikroob van het bol-chevism zouden kunnen sangetast worden. De vreemde zendlngen Eenige oogenblikken na do aankomst van den franschen generaal Dupont, te Berlijn, welke wij eergisteren meedeelden, kwam -ook de engelsche generaal Ravenshaw daar toe. Beide generaals begroetten elkaar op de stoep van het hôtel Adlon, in bijwezen van de duitsche republiekeinsche wacht. Het gevolg van generaal Dupont bestaat uit 21 franscho officiers. Men weet dat de zending van die militaire overheden bestaat in het zorgen voor het naar huis komen van de krijgsgevangenen. De bevolking van Berlijn dacht algemeen dat de stad door de fransche troepen bezeb was. En, 't schoonst van al, ze to nden er zich verheugd over, want, zegdên velen, het zou hier dan beter gaan dan nu. De waperastllstand Zooals men weet had de duitsche regeering bg de Bondgenooten aangedrongen tôt ver-lenging in het. uitvoerea der bepalingen van. den wapenstilstand. Deze loopt den 17 december ten einde. Om de verslagenen niet ineens het mes op de keel te zetten, heeft men toegestemd over de vraag van de regeering te onderhandelen. De fransche regeering heeft hot opperbevel van het duitsche leger verzocht gevolmachtigden te benoemen, om over de kwettie te berandslagen. De onderhandelingea zijn gisteren donderdag middag te Trier begonnen. UIT HET STAATSBLAD jueoporasorae, — nés otaausoiau van ra december kondigt het volgende koninklijk besluit af : « Willende door een nieuwe blrjk Onzer welwillendheid de uitaemende diensten er-kennen, bewezen aan het bezette België door den Primaat ran België, dewelke de zedeliike kracht der bevolkingen tôt aan de uiteinde-lijke beslissing op peil heeft gehouden, be-vorderen. Wij Zijne Eminencie Kardinaal Desire Mercier, Aaxtsbisschop van Mechelen, tôt Groot-Lint in de Leopoldsorde.— Albert. » — MM. Ernest Solvay en Emiel Erancqui, staatsministers, zijn bevorderd: de eerste toï Gioot-Lint, de tweede tôt Groot-Officier in de Leopoldsorde. Men weet dat M. Solvay de stichter, en M. Erancqui de voorzitter is van het Na-tionaal Hulp- en Voedingskomiteit. Verschei-. dene andere leden nog dezer nuttige en ver-dienstelijke instelling hebben onderscheidin-! gen bekomen in œ Leopoldsorde. Begeeringsraden. — MM. Ingenbleek, be-heerder der Burgerlijke Lijst, eere-sekretaria van HH. MM. den lioning en de Koningin ; Van der Smissen, professor aan de Hooge-schcol van Luik; Ansiaux, professor aan do sebool van koophandel gevoegd bij do vrijo hoogeschool te Rrussel, zijn, voor een ter-, miin van drie jaar, benoemd tôt Regeeringa* raden bij het Ministerie van Einanclën,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het nieuws van den dag belonging to the category Katholieke pers, published in Brussel from 1885 to 1965.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods