Het tooneel

1353 0
04 November 1916
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1916, 04 November. Het tooneel. Seen on 05 May 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/d21rf5mc7h/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

2e Jaargang Nr 8 — 4 November 1916 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem PRO DOMO IP1ET JJIJSSSENS «Pro Domo» is een, romantisch tooueel-spel, maar toch niet zooals de meeste produkten der romantiek een werk met een troostend of bevredigend einde. En daari.u heeft het veel overeenkomst met de werkezi der moderne Fransche tooneelschrijvers. Denk maar aan liet droevig einde van de «Dwaze Maagd» van Bataille, bijv. Het onderwerp van «Pro Domo» is niet bafaal, i.ntegendeel ! Het doet ons een geslacht kennen dat tôt oiidergang gedeemd is omdat aile ver-metigi'iig met plebejisch bloed angstvallig geweerd wcrdt. Zoo beweert de sehrijver nlthans. De eenige zoon varf den laatsten. verte-genwoordiger van het oud-adellijk ge-elacht is behept met al de kwade indruk-ken die z;ch sedert eeuwen hebben op-gehoopt in de opvolgende geslachteu en ook de dochter ondergaat dien kwaden invloed. Hij geeft lossen teugel aan zijn slechte passies omdat hij niet anders vermag. Hij weet en voelt het, maar staat wil-loos tegenover zijn verkeerde neigingen-Hij kan .niet anders handelen niettegen-staande de plechtige belofte welke hij meermaals zijn vader deed in oogenblik-ken van oprecht berouw. En als de vader hem op zij.n eigen jaar-dag, wanneer de graaf zestig jaar oud ge-worden is, uit een nachthuis haalt waar liefde, plezier en vergetelheid te bekomen zijn. voor geld, dwingt hem .naar huis te volgen, en dat de zoon het daar uit-sehreeuwt dat hij een verloopen sujekt is door de schnld va.n zijn geboorte, door de schuld van zijne voorouders, dat hij be-wust is dat hij liederlijk en verdorven is naar ziel en lichaam, maar den moed niet heeft door zelfmoord een einde te brengeu aan. zijn rampzalig leven,schiet de vader hem neer als een razende hond om de eer van het geslacht — het hoogste ideaal van den Graaf en zijne voorzaten — te redden en van aile smetten te vrijwaren. Wan.tieer de vader uit zijne gevangen-eehap terugkomt wordt hij met afschuw verstooten door zijn eigeu vrouw omdat hij durft volhouden geen berouw te hebben voor zii.n daad. Tôt overmaat van mensclielijke ellende bekent zijn dochter hem dat ook zij de-zelfde kwade insti.ucten heeft als haar broeder en smeekt zii ook zijn eenig overgebleven kind, de genade geschonken te worden om een einde te stellen aan den drang, den onweerstaanbaren drang harer verdorven passies ! Ziedaar het gegeven waarop Jhr. van Riemsdyck een drama heeft gebrodeerd dat hier en in Nederla«d overgroot succès bekomen heeft. Wijlen Francisque Sarcey heeft eens gezegd: Le public a toujours raison:! Neemt men die stelli.ng aan, dan is Pro Domo een goed stuk, dat van Riemsdyck opzettelijk schreef voor Louis Bouwmees ter en oorzaak was dat de grootste der Nederlaudsche tooneelspelers opnieuw verbonden werd iu zijn ouden dag, aan het Koninklijk gezelschap «Het Neder landsch Tooneel. Maar Francisque Sarcey was nu precies geen orakel. De smaak van het publiek is geen evangelie maar verandert met den dag. vStukkeu van on.vergankelijke waarde* zij die voor het .nageslaclit bewaard blijven hebben bij een eerste opvoering niet altijd die waardeeriug genoten die eerst later, sorr.s vele jaren later, gekomen is. Stellig en vast heeft «Pro Domo» vele kwaliteiten en van de beste, maar er zijn ook zooveel gtbreken in, die geen oogen-blik weerstaan aan ernstige kritiek. De vader is een krachtig gezond mau, een werker eu een deuker die, volgens zijn eigen zeggen, zijn grootste genot ge-voadeti heeft in den arbeid, evenals zijn voorouders, die eervol en waardig, hun vorst gediend hebben en steeds lioog aau-geschreve.a stonden in den lande. Dat moeten dus ook wel ernstige mensche" geweest zijn. En de moeder is insgelijks vau lioog-adellijken bloede, want de Prébois-Gran-cé's hebben zich steeds verbonden met jotikvrouwen van de nobelste families. Van de lichamelijke kracht van, den graaf zijn we getuigen in het derde be-drijf, waar hij zijn zoo.ni vastgrijpt en dezen zijnen vader smeekt hem minder ruw te behandelen. En. de rechtstreeksche afstammelingen van zulke ouders — de zoon en de dochter — zouden gedegenereerden zijn, produc-tan in de kiem reeds bedorven ! Niet lo-gisch, niet waar?.. Denk aan «Spokeu» van Ibsen. Daar is de zoon ondermijnd, geestelijk en licha-melijk, maar zijn vader was een liederlij-ke wellusteling die zijn kind verwekt heeft wanneer hij zelf reeds zijn beste le-venssappen voor immer door het botvie-ren van zijn lage passies bezoedeld had. Die zoon was door overerving tôt ontaar-ding en ondergang gedoemd en dat weet de moeder reeds wanneer zij de eerste spo-ren van het niet te herstellen, niet te lie-len kwaad ontdekt in haren zoon, die zal boeten voor de zonden van zijn vader. Niet heel natuurlijk evenzoo in de re-criminaties, de geweldige beschuldigingen van den zoon in III. Dat wij mogeu ver-uemen dat de zoon een verwufte wellus-teliing is past natuurlijk in het kader van het spel, maar dat hij, de zoon zelf, dat zegt aan zijn eigen vader, die hij beweert zoo innig lief te hebben, hem dus verwijtingen doet die hij niet verdieut is onnatuurlijk en onmenscheluk. Die zoon is toch iemand die een zeer verzorgde op-voeding en beter o«derwijs genoten heeft en die dus toch van aile takt en wijsheid niet zal beroofd zij.n., Men zal ons tegenwerpen dat de zoon die verwenschiingen uitschreeuwt nog on-der den invloed van den drank en dus mi.nder verantwoordelijk is; maar om dit wetenschappelijke betoog te houden over erfelijkheidsweeën mag men niet be-dwelmd zijn door overmatig gebruik van wij,n, en sterken drank. Weerzinwekkend en onmenschelijk i*n hooge mate, is de moord op den zoo.n. Een vader, een staatsman die in de moei-lijkste oogenblikken van, het leven zijn kalmte heeft leereu en weten te behouden, dwingt zij.n dronken zoon niet naar zijn strafpredicatie te luisteren. Hij stuurt den dronkenlap naar bed om zijn roes uit te slapen en hem des anderendaags zijn besluit te doen kennen. Ook in het vierde bedrijf — dat geen pleidooi — maar een leveusbeschouwing was en in het laatste bedrijf heeft de kritiek op de actie nog wel wat af te din-gen.* * * Ondanks dit ailes moeten wij beken-nen dat «Pro Domo» een, knap geschre-ven stuk is met vele pakkende toesta.n-den.Van Riemsdijck is Diet de eerste de beste, hij kent zij.n publiek en weet het te treffen. Het dialoog is vlug en onirid-delijk kennen de toeschouwers de strek- Iri.no- vfln het ctnk • De realistische scène van II is meester j lijk geschilderd. De nachttaveerne met hare rijke piere naaiers en venusdierkens van de dure soort is wezenlijk raak weer-gegeven.De intrede van den graaf in die ge-doreerde nachtkroeg van het beestig plezier is aangrijpend en vol emotie. Zijn kalm verdriet bij het aanschouwen van al d e misschelijkheid waar zijn zoon zijn hoogste genot in vindt, de biecht der ver-lorene e,n dan vooral de ontmoeting tus-sclien vader en zoon zijn van hooge dramatische kracht. Het zijn tooneelen. die alleen door artiestenva,n talent kunnen gespeeld worden. Wat een handeling vol afwisseling en kleur is dit geheele bedrijf. Ook het pleidooi — pro domo — is een meesterstuk van ineeiizettiug, prachtig van, factuur en bouw!... Het slot is van doordringende emotie en onder dien indruk verlaat het publiek den schouwburg. * * * En wat zullen wij zeggen van de ver-toouing ? Zij was op enkele bijzonderhedeu lia, uitstekend. Het talrijk publiek deed meer dan eens halen lia elk bedrijf en betuigde hierdoor zijnen dank 0111 de doorgestane ontroerin-gen door het prachtig spel der artiesten die als 0111 prijs gespeeld hebben. In de allereerste plaats vermelden wij den heer Piet Janssens die ons andermaal getoond heeft wat groot talent hem ten dienste staan wanneer hij er maar wil van gebruik maken. Die zware roi, opzettelijk gesehreven voor den grooten Louis Bouwmeester,heeft hij recht meesterlijk gespeeld. Wat adel iu gebaar en woord, wat grootsch en treffend t-pel der oogen eu vooral wat energie. - i'dw„-iik ,on houdi.ig. tegenover zijnen migerabelen zoon ! Eu bij dat ailes de fijne distinctie van den edel-mau.Het pleidooi — het oratio pro domo — gaf hem gelegenheid al de schakeeri.ngen van zijn zeer schoon orgaan te laten hoo ren en waardeereu. De ovatie die hem "a dit bedrijf te beurt viel was meer dan verdieud en niet minder dan vijfmaal moest hij het publiek komeu groeten, dat gedureude heel het betoog in angstige spauiiing aau zijn lippen gehangen had. Heer Cauwenberg moeten we geluk wenschen. Die rasartiest van buitenge-woon talent heeft de roi van den zoon niet alleen gespeeld maar ook geleefd. In de nachtkroeg waar hij de paljas af-geeft is hij wezenlijk de type van het geestelijk en, lichamelijk verval, een verloopen sujekt dat aiclizelf misprijst en verafschuwt. De scène bij de verschijning van zijn vader werd vertolkt op meester-lijke wiize, maar vooral i,n III waarin hij ailes verwenscht en vervloekt wat hem dierbaar en eerbaar moest ziju om dau 011-middelijk weer van zijn, liefde te spreken voor zijn vader, was hij kapitaal van zeg-gingskracht en actie. Me vrouw Dilis hield zich waardg in hare kleine roi. Mejuffrouw Bertiju was vol leven, pliantasie en grilligheid. In het laatste bedrijf, bij het wederzien van haren vader, den graaf, was zij wezenlijk heel knap en in de slot-scène, dat zij misschien wel wat dramatischer had mo gen spelen viel zij ook te prijzen. Mevrouw Bertriju heeft de roi van de verlorene in de nachttaveerne met de uoodige losheid en zwier vertolkt. De biecht,zooals die schepsels dat telkens pie" gen te doen aan begunstigers die zij voor den eerste,0 keer zien, deed zij met groote natuurlijkheid, zich telkenmale ouderbre-kend door bitter spotgelacht over de phy-losophie van haren triestigen levenswau-del. s Mevr. Notennan, was eene eerbare kloosterzuster. De hh. Bertrijn, Gorlé, Van de Putte, Angenot. Van ïhillo, enz. volledigden op keurige w:jze het ensemble. Vergeten wij niet te vermelden dat iu het derde bedrijf — de taveerue — wij op zeer aangeuame wijze verrast werden door een zeer lieve vrouwenstem en een gene-reuze baryton. Ook de tango werd op een kokette wijze gedanst en dat ailes gaf aan dit hol van plezier een buitengewone realistische atmosfeer. In en om de Schouwburgen. Rolverdeeling van «Het Zevende Gebod»: Samuel Dobbe, Hr. P. Jaussens; —Moeder Dobbe, Mevr. M. Dilis; — Gaaike, Mej. J. Janssens; — De jonge Pastoor, Hr. B. Ruysbroeck; — Peter, Hr. L. Bertrijn; — Ricaudet, Hr. E. Gorlé; — Antoinette Rii-caudet, Mevr. L. Hens; — Lotte, hun.ne dochter, Mevr. Ch. Noterman; — Bart, H7'-G. Cauwenberg; — EDgel, Mevr. M. Ruysbroeck; —■ Aafje, Mevr. J. Thees; — De jufvrouw van drie hoog, Mej. I. Ver-voort; — De juffvrouw vau één hoog, Mej. M. Bertrijn;—De kruienier, H. J. Schmitz Een kru er, Hr. R. Angenot. In «Rechters Eerzucht» (La Robe Rouge) van, Brieux zijn de bijzonderste rollen toe-vertrouwd aan Mev. Dilis, Hr. Bertrijn, Hr. P et Janssens en Hr. G. Cauwenberg. Rechters eerzucht komt o>nmiddellijk na «Het Zevende' Gebod» aan de beurt. Daarna krijgen wij eene liernemiug van een oorspronkelijk stuk: «Gaat en Ver-menigvuldigt» van Jef Haugen, met Piet Janssens in, de roi die Laroche hier des-tijds creëerde. Hr. Van Thillo zal de roi van den heer J. Gobau overneme.n, en Mevr. Noterman en J. Janssens, die van Mevr. Van der Horst eu Verbeeck -De-swerdt.Denzelfden avond gaat «Mr. Alphonse» van Alexandre Dumas Fils, waarin Mevr. Bertrijn de roi zal vervullen die vroeger door Mevr. Dams - Delanghe werd gespeeld. De kiuderrol zal door de jonge juf-fer Van der Baeii worden vertolkt. In antwoord op een brief melden wij dat in «Pro domo» de arias uit het tweede bedrijf werden gezongen door Mejuffer Anna Van Frachem en den Heer Martin Peuss. De da.usen werden door Merry - Fraucks uitgevoerd. ((De Bommelbaron» zal na «De Lustige Boer» aan de beurt komen, met Hr. Théo Vau Pelt in «le roi van Gérard Verschae-ren — die door Arthur Van Thillo werd gecreëerd. — en Mej. Nini de Boël als Bertha van Ledeghem, roi die door Mevr. Fierens hier voor 't eerst werd vertolkt. «De Lustige Boer» zal in de «Palatinat» worden opgevoerd 11a «De Klokken van Corneville», waarschij.nlijk op 18 November, met de volgende bezetting: Mevr. Rez(y Venus, «Annemie»; Heer Robert Van Aert, «Matheus»; Hr. Eug. Devos, «Li.ndeboer» ; Hr. Eug. Van Haele-wijck, «Stefaan«; Mej. Nini de Boël, «Fri-da»; Hr. Théo Van Pelt, «De Veldwach-ter»; Hr. Bison, «Geert»; Mevr. Mathis, «Mevr. Leberger»; Mevr. Dierckx, «Irma»; Hr. Fr. Coudés, «Leendert»; Mej. Da.ndoy' «Rosse Lies»; Hr. Ed. Castel, '«Gustaaf»; Jonge juffer Van Gool, «Adriaautje»; en JoTge-Juffer Dierckx, «Leendert». Vlaamsche Artisten Vlaamsche artisten in «De Violiers». — In de N.R.C. lezeu wij: Beter dan zij,a voor-ganger bleek de heer Gobau als Van Es. 't Is de ondankbaarste roi uit het stuk. De conceptie geeft Violiers aa.nleiding tôt een uitroep, die een der moo:ste vonds-teu van Schiirman.n, was: «Je (Esther) bent verliefd op z'n (Van Es') stommiteit» Van Es heeft zij.n knappe gezicht, hij wil fatsoenlijk z'n schulden betalen; en is voor Esther de negatieve aantrekkelijk-lie.d, dat hij buiten aile ramschersgedoe staat. Maar overigens is hij een tain eu oubelaugrijk baasje te midden der Joden-vol-levenskraclit. De roi te spelen is, dus, niets prettigs. Gobau was nergens h'i.nder-lijk.Van Mark's spel hebben we het slot niet gehad. Ee.n onhandige inspicieut heeft het scherm doen zakken, toen «Violier» nog twee clausen moest zeggen. Doch, Royaards' toespraak had er op voorbereid de weelderige, rijke Vlami.ngsnatuur van Hubert La Roche — overtroefde hij iu dertijd niet zelfs Coquelin's spel in Cyrano? — heeft het gezinsgevoel va,n Violier met een diepe warmte gegeven, door welke de stnjd veel meer leven kreeg, iets echts werd, geen verzi.nsel, geen draai bleef. Zoô voortreffelijk is de mi-lieu-teekening gesehreven, dat, voor ons besef, het spel dààraan .niets heeft toe te voegen. Aan het andere element in het stuk, voegde .nu het spel wel wat toe en deed daardoor den tekst, tegelijk aan waarde winnen en beter uitkoman. Aan-vankelijk, naar de stemmen. uit Amsterdam te oordeeleu, schijut La Roche, het joodsche, den «giju» in, de roi, minder le-vendig te hebben gegeven. Blijkbaar was hij ook daar nu i.n,. En zoo werd het een voortreffelijk geheel, al was het uiterlijk van den bezigen man, met den hoogeren hoed eu dat lange s'gareu-pijpje, ons alleu dierbaar geworden!.. Menschen DE VOORBEELDIGE SISICA. Sus Segers zat aan ziju naairaam, Zijn haudeu gi.ngen vlijtig, dreven de naald door de velleu. Het was stil in het atelier vau den oudeu boekbiuder.Ee,n ploegje kleverige najaars vl-egen huisde rond de zuurriekecde stijf-selpo:, kropeu over het grijze stekelhaar van Sus, verwijlden op ziju gelaat en, in z.ju baardje. Nu en dan joeg hij zijn pruim vau rechts .naar links, werd wrevelig onder hun gesar en sloeg met een stuk je karton om heu te verdrijven. In de pers stonden boeken, voor het snij" machien lagen papiersnippertjes, op de tafel was ordeloos dooreengesmeten leder en papier. Voor de derde maal vroeg ik aan mijn ouden vriend wanneer hij dacht miju boek te binden. — Als dit gedaan is! Sus deed .nooit twee werkjes gelijktij-dig, onderbrak nooit iets om wat anders aan te vatten en in zijn boekbi.nderskop-pigheid deed hij altijd zooals het hem ge" schikt voorkwam. — Wat hebt ge onder handen, Sus ? — Spreekwordeoi over de vrouwen vau De Cock ! — Zoo. — Ge weet, ging hij gespraakzaam voort, ik lees nooit een boek... hoe meer men leest hoe dominer men wordt... ik bind slechts boekeu. Maar dees boek heb ik eens doorbladerd, al het kwaad dat over de vrouwen te zeggen valt, staat er i.n. Maar ik w.st het bijna allemaal.. — EQ wat is uw meening over de vrouw, Sus? — Wat zal ik zeggen, zei hij peinzend terwijl hij zijn naald liet rusteu eu naar het verschrompeld gèraniumplautje keek dat voor het raam stoud, er zijn ook goe" de vrouwen... Ik heb er een gekend, een uit de duizend.. — De uwe. Sus? — Over mijn vrouw spreek ik niet, klonk het waardig.de mij,ne is een parel, liet hij er aarzelend op volgen, maar die andere was een uit duizeud. Het was de vrouw van mijn vriend Tist, een kleerma-ker die z-jn stiel verstond. Tist was een mager, plezant veutje dat altijd vroolijk floot eu zoug terw.jl hij op ziju tafel zat. Het was mijn beste vriend. Wij g'ngen altijd samen u t, 's Zondags en 's Maan-dags. Zij.n. vrouw Siska was altijd van hetzelfde humeur. Wat Tist deed was wel-gedaau. Nooit grolde zij wanneer hij laat plakken bleef, zij had geen hekel aan zijn duiven e,n z jn vrienden, zij vroeg nooit om mee te gaan wandelen, lameerde niet bij de geburen. Z j kon goed kokeu, was zeer zuinig, haar huishoudeu was kraak-proper. Nooit heb ik haar weten de waar-heid verdraaien dan wanineer het was om haar mau, te dienen. Siska was een vreuw uit de duizend. Sus verschoof zijn stalen bril tôt op het puntje van ziju. neus, gluurde mij aau over de glazen. — Tist was anders een rare kwast, een zeer brave vent maar 'n rare., men moest hem kennen. Hij sprak zijn Fransch zoo goed als ziju Vlaainsch. Dat had hij te Par.js geleerd. Als wij op scheut waren spraken wij wel samen Fransch, ik heb het te Luik geleerd zooals ge weet!..Maar mijn Fransch is wat meer Waalsch..Toen Tist Fransch ging leeren, heb ik zijn vrouw pas goed kunueu waardeereu. Het is al lang geleden maar vergeteu zal ik het niet. Kom, ik zal een p jp stoppen en u dat eens eerst vertellen. Op een verloren Maandag ging ik Tist 's morgens vroeg halen om samen onze lokalen af te doen,en de nieuwjaarsgiften op de gezondheid der baziunen uit ta drinken. Hij stond op ziju Zondags ge-kleed in, de keuken eu gaf een klontje suiker aan den kanarie'vogel toen, ik biu-nen kwam. Zijn vrouw hield een kruide-nierswi.nkeltje op den Driesch en was be-z'g met klanten te bed enen. Wij stonden een oogenblik voor het vo-gelkotje te geeloogen, maar het beestje wou niet zingen. In het uitgaan vroeg Siska: —- Wauueer komt ge terug, Tist ? — Om koffie te drinken, zei Tist. En wij gingen,. Wij waren toen jong en levenslustig. Mijn tweede dochter was toen drie maanden en zijn oudste zoon zijn eenig kind in dieu tijd, drie jaren.Wii kenden al de Antwerpsche Estanruets en de herbergen, die wij niet kenden, be-zochten wij op verloren Maandag om ze te leereu kennen. Kregen wij honger dan aten wij, en hoe lauger wij dronken hoe meer dorst wij kregen. Hier speelden wij een partieken kaart, ginder biljart of vo-gelpik, trakteerden om beurten na elke tractatie van de estaminetbazen. Wij waren goedgezi.nd en dachten aan geeu wer-ken of dagelijksche zorgeu. Het werd middag, het werd koffietijd, het werd avond, maar Tist noch ik spraken van naar huis gaa.n. Wij hadden plezier in de verloren-Maandag-vierders die door de

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het tooneel belonging to the category Culturele bladen, published in Antwerpen from 1915 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods