Het tooneel

1238 0
15 September 1917
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1917, 15 September. Het tooneel. Seen on 25 June 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/st7dr2qf57/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Het Tooneel 3e Jaargang Nr 1 — 15 September 1917 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 15 Gentiem Heer LOUIS BERTRIJN. Foto René i.onlhtc, CimioULnial, Ihl. Speelplan 1917-1918 — Ja, mijn waarde, zei ons de heer Louis Ber-trijn, de sympathieke bestuurder van onzen Ko-ninklijken Nederlandschen Sehouwburg, — mijn speelplan was sedert lang opgemaakt en het was met zonder voldoenirig dat ik die moeilijko taak tôt een goed einde had gebracht. Ik was tevre-den, ik beken het reehtuit, wijl ik oveï'tuigd was het publiek, ons goed Antwerpsch publiek, dat tijdens de twee vorige seizoenen ons zoo goed, zoo hartelijk ondersteund en gewaardeerd had, de beste waarborgen te zullen leveren voor het ko-mend speeljaar. Maar de mensçh wikt en het lot beschikt. Goed doen is in deze n oeilijke ujuen verre van gcmak-kelijk. De eerlijkste inziehten, de beste bedoelin-g-en, de reehtzinnigste meeningen, worden ver-dacht of verdacht gemaakt en ten slotte zou men den moed laten zinken en op zijn Antwerpsch gezegd: de pijp aan Marten geven, ware het niet dat er zooveel menschen zijn wier broodwinning — en dat wil in den tegenwoordigen tijd nog al wat zeggen — aan een ondememing als de onze verbonden is. Ik overdrijf niet als ik beweer dat we in de twee verloopen seizoenen werk hebben geleverd dat de algemeone gocdkeuring heeft bekomen van de neg'en en negentig honderdste der toeschou-wers. Ook vanwege de kritiek hebben vve ons niet te beklagen gehad, wel integendeel. — Inderdaad, directeur, meer dan eens hebben we geschreven, en we waren heel gelukkig het te kunnen doen, dat uw streven zeer kunstzin-nig en dat het ensemble van onzen sehouwburg van het allerbeste gehalte was. — Ja, en ik ben er u dankbaar om. Eerlijke kritiek is steeds welkom aan menschen van goe-den wil en eerlijke betrachtingen. Ik heb gedaan, al gedaan wat menschelijk mogelijk was met het beperkt gezelschap waarover ik beschik om het publiek naar den sehouwburg te lokken maar te-vens toch nooit vergeten kunstwerk te pres-teeren.Het is ontegenzeggelijk dat het kunstpeil van het eene werk hooger staat dan dit van een an-der, daar zullen we niet over redetwisten, maar wat ik toch wel zeggen mag en waar ik nadruk op leg, is de betraehting om goed werk voor het voetlicht te brengen in de beste voorwaarden. — Daaraan, beste heer Bertrijn, heeft wel nie-mand getwijfeld. Bij het einde van het eerste speelseizoen tijdens den oorlog, heeft «Het Tooneel» zelfs doen uitschijnen, dat u verder gegaan zijt dan de bepaling van het lastcohier, waarbij geëischt wordt dat van al de op te voeren bedrij-ven, éen derde oorspronkelijk Nederlandsche moe-ten zijn. — Voorzeker, ik herinner het mij maar al te wel, omdat het waaraehtig veel pleziar doet wan-neer een ernstige poging naar waarde wordt ge-schat. Zonder ondersteuning, zonder tegemoetko-ming voor het vervaardigen van décors, heb ) er toch aan gehouden onze nationale kunst zoo-veel als het in mijne macht lag, op het voorplan te brengen en nooit is er op onzen Nederlandschen sehouwburg zooveel oorspronkelijke kunst ten , tooneelc gebracht. — Ongetwijfeld. en het zijn maar alleen kort-zichtigen, menschen die nooit vroeger den sehouwburg bezochten of zij die niet het allerminste bosef hebben van een theateronderneming die de stokken in de wielen willen steken.. Zoo heb ik, een dezer dagen, gelezen dat «Het Tooneel» zou geschreven hebben de voorkeur te geven aaneen uitheemsch stuk boven een nationaal werk. Tegen zoo'n kapitale leugen zouden we ons de moeite niet gegeven hebben te protesteeren, ware het niet dat ons gesprek nu juist op het terrein der oorspronkelijke werken gekomen is. Wij schreven ongeveer : eerst en vooral oorspronkelijk Vlaamsch of Nederlandsch werk, ■— daar gaat niéts van af. Maar als we te kiezen hebben tusschen een onbenullig Vlaamsch pro-dukt en een kunstwerk van vreemden bodem, — dan aarzelen we geen oogenblik en geven aan dit laatste de voorkeur. — Natuurlijk !Wie,die gezond verstand en kunst-smaak bezit, zal daaraan twijfelen? Zou het nu toch niet al te gek zijn een uitheemsch werk te verkiezen boven een Vlaamsch of Nederlandsch, wanneer dit laatste blijken zou geven van kunst- waarde en speelbaarheid. Ik vraag niets liever dan oorspronkelijke werken te spelen die waarborgen leveren van leefbaarheid. Worden er in Rolland, waar het verstandelijk en kunstpeil van het publiek ongetwijfeld wel zoo hoog staat of misschien wel wat hooger dan bij ons het geVal is, niet heel veel werken opgevoerd van vreemde auteurs ? De oorspronkelijke werken die daar voor het voetlicht komon kunt ge heel goed op uw vingers tiilh-n. De beste schouwburgen van de wereld zijn deze waar, benrvens de schoonste werken der nationale kunst, ook de meesterwerken der wereld-dramaturgie gespeeld worden. Moesten wij ons bepalen alleen werken van ei-gen bodem te spelen dan zou, zonder den min-sten twijfel, ons theater door het publiek gede-serteerd worden en was dus het resultaat eerder negatief. — Inderdaad, directeur, met onze nationale dramaturgie, wij schreven het reeds in «Het Tooneel», is het maar arm gesteld en wij hopen maar, dat de prijskampen die nu uitgeschreven worden ons werk van redelijk goed gehalte mo-gen brengen. Maar... — Ja, mijn waarde, ik hoop het met u eh het zal voor mij in de allereerste plaats een waar ge-roegen zijn een of meer bekroonde werken te kunnen opvoeren.. Maar zoo zijn we stilaan al'-gedwaald van ons onderwerp. Ik zei u dus dat mijn speelplan opgemaakt was en ik aile reden had om tevreden te zijn. Maar er zijn eischen gekomen en ziehier wat ik denk te moeten en te kunnen opvoeren: «De Violiers» van Willem Schurmann, waar-mede, zooals «Het Tooneel» reeds heeft aange-kondigd, we het seizoen 1916 - 1917 openen. Dan zullen we werk opvoeren van Fabricius, in den loop van het speeljaar : «Dolle Hans», «Sonna», «Onder een Dak», «De Reehte Lijn», het nieuwe stuk van De Lattin Het is wreed in de wereld»; Aan Flarden» van Top Naeff, hoogst waaï-schijnlijk «Robert en Bertram» van Heijermans, <•( iiigszins gelocaliseerd; van denzelfden auteur: Op Hoop van Zegen», Het Zevende Gebod», Ghetto», «De Opgaande Zon» : «Koning Hagen» en Een Nieuw Leven» van Hubert Melis; «Kaat-je», in de vertaling van Antoon Moortgat; «Pro Domo» van Van Riemsdijck; «Eene Misdadige» van de Tière'; «Kleine Menschen» van Van Waas-dijek; benevens éonakters van Sabbe, de Tière, Van Sloten en De Lattin. Van Ibsen : «Johan Gabriel Borkman», Nora> en «Spoken»; van Shaw Mevrouw Warren's Bedrijf». Van het Fransch repertorium zal ik zien wat ik nog spelen kan. Van het Duitsch repertorium «De Eer» en «Mag-da» en lustspelen «De Weg naar de Hel» en heel waarschijnlijk De Spaansche Vlieg». Als mijn repertorium niet al te overladen is, wensch ik ook Jongelingszonden van J. Bruylants te geven. En De Koopman van Venetië» en «Hamlet» komt daar niets van in huis, directeur : — Ach, ja wel, ik zou niets liever wenschen. Het is niet onwaarschijnlijk dat «Shylock» gege-\ en wordt als de tijd het maar toelaat, maar met al die nieuwe oorspronkelijke stukken zal er een massa tijd en geduld gevergd worden. Kon ik meer stukken spelen van het oude repertoire dan zou natuurlijk cok wel «Hamlet» gaan, alhoewel de bezetting ervan zoo groot is, maar nu valt daar niet aan te denken. Onze taak is niet gemakkelijk, zeg dat maar bij herhaling aan het publiek. Aan veel goeden wil zal het langs onzen kant niet ontbreken, -— maar ijzer met handen breken is niet mogelijk. Mijne uitstekende medewerkers en ik, wij zullen ons uiterste best doen om het publiek de grootst mogelijke voldoening te schenken. Wij zullen ons met meer iever dan vroeger aan het werk zetten om, bij de plichten die ons worden opgelegd, de toejuichingen van onze gewone bezoekers meer dan ooit te verdienen. — Daar, waarde directeur, zijn wij vast van overtuigd. Met een gerust geweten moogt gij ten strijde gaan. — Aan aanmoedigingen van ons schouwburgpubliek zal het u niet ontbreken. —-«Doe wel en zie niet om», dat is uwe leus en die van aile eerlijke menschen. N. Aan onze Lezers Met dees nummer vangt onzen derden jaargang aan. Steeds mochten wij ons verheugen in den steun van het Antwerpsch publiek, die van week tôt week toenam. Verleden week kondigden we reeds aan dat we elke week een bijbiad zullen uitge-ven, zoodat "Het Tooneel,, regelmatig op minstens 6 bladzijden zal verschijnen. Door die vergrooting van ons blad stijgen natuurlijk de onkosten en gezien het papier verbazend in prijs geklommen is, zijn we in de absolute noodzakelijkheid ons blad te verkoopen aan 15 centiemen per nummer. Wij zijn overtuigd dat we niet éen lezer I zullen verliezen. Immers, er zal veel meer tekst zijn en als men bedenkt dat voor een eenvoudig programma thans 20 en 25 centiemen moet betaald worden, zal iedereen onze prijsverhooging redelijk en gewettigd vinden. In en Om de schouwburgen KONINKL. NEDERL. SCHOUWBURG. — In vervanging van heer Van Roy komt heer Adolf De Wachter. NA «DOLLE HANS» van Fabricius gaat «De Naakte Vrouw, van Henry Bataille. Daarna komt De Boete» van Mevr. La Cha-pelle-Roobol aan de beurt. LOUIS BELLOY. — Deze Antwerpsche too-neelspeler debuteert binnen kort te Brussel in den Olympia - sehouwburg in de roi van «Armand Duval» in «Margaretha Gauthier». Uitbreidingder tooneel-klas op het Koninklijk Vlaamsch Conserva-torium te Antwerpen Toen voor zoowat een tiental jaren de heer Îuàuri.ts Sabbe als leeraar in de voordrachtkunst op ons Conservatorium aangesteld werd, begon hij een werking om op deze school een volledig tooneelonderwijs in te richten, dat op de leest geschoeid zou zijn als de bekende Nederlandsche tooneelschool te Amsterdam. De menigvuldige redenen, die voor deze uitbrei-ding van den bestaanden leergang pleitten, haal-dc de heer Sabbe aan in een vertoogschrift, dat hij voor verschcidone jaren reeds aan den beheer-raad van het Conservatorium richtte.Ook in een studie, die hij over dat onderwerp schreef naar aanleiding van het kongres der Vlaamsche too-neelspelers te Brussel gehouden in Augustus 191'!, ontwikkelde hij zijne zienswijze over deze hervorming. Wij drukken dit stuk in onze kolom-men over, ovërtuigd dat onze lezers er gaarne zullen kennis van nemen. De gedachten van den heer Sabbe vonden al-gemeene instemming. De heer Jan Blockx en na hem de heer Em. Wambach waren er voor ge-wonnen, doch telkéns kwamen de omstandighe-den die heeren beletten ze ten uitvoer te brengen.Vooral in den heer N. J. Cupérus, thans waar-nemend bestuurder van het Conservatorium, — vond het ontwerp van den heer Sabbe een overtuigd en onvermoeid verdediger. In den schoot van den beheerraad der school heeft de waarne-mende bestuurder de zaak thans bepleit met zooveel doordrijvénde wilski'acht, dat hij zijn me-deleden er allen heeft weten voor te winnen. De inrichting eener tooneelklas is thans eene besliste zaak en als eerste maatregel van uit-voering werden twee nieuwe leerkrachten aan Prof. M. Sabbe en zijn hulpleeraar J. M. Lauwe-rijs (tijdelijk vervangen door heer P. Selens) toe-gevoegd.Mevr. M. Dilis-Beersmans en heer L. Bertrijn zullen van a.s. October af aan de tooneelklas verbonden zijn en er les geven in de tooneelspeel-kunst.Die uitstekende benoemingen zullen heer M. Sabbe, die de leiding der klas voort blijft waar-nemen, al dadelijk in staat stellen om het leer-programma aanzienlijk uit te breiden. Met het hervatten van het schooljaar worden de volgende leergangen ingericht : Uitspraakleer c-ii Phonetiek, Physiologie der stem, Voordrachtkunst en samenspel. De Qoede naam die de tooneelklas zich in de laatste jaren deoi de menigvuldige leerlingen -\oordrachten en de soms zeer merkwaardige uit-gangsexamens had weten te verwerven, zal stel-lig dooi' die hervorming nog verbeteren, en «Het Tooneel» acht het zich ten plicht den heer N. J. Cupérus hartelijk geluk te wenschen en te bedan-ken voor zijn zoo prijzenswaardig initiatief. Moge er onze tooneelkunst de beste vruchten van plukken!-.. Toontje Janssens ni. Hij stond vooraan, z'n vriendjes waren ach-ter hem geschaard... Hij voelde dat hij bleek werd onder den schmink, zijn hart klopte onrus-tig. De meester wenkte tôt den machinist, het doek rolde omhoog, en, naarmate het hooger rees, werd bij Toontjo den indruk scherper, dat hij in den grond zonk. Toch liep de voorstelling in de beste voorwaarden af. Onbewust, als in een droom, zegde de jonge acteur zijn roi op, zonder de beteekenis der zinnekens te vatten. Daar viel ineens het doek, en verwonderd bleef Toontje er heen staren, ter-wijl een verwijderd vaag lawijd zijn ooren trof: het publiek juichtte geestdriftig toe. Nog voor het doek weer opgetrokken werd, tilden twee zachte armen hem op, en luid weerklonk een zoen. En Toontje herkende het goedig gelaat zijner moeder, dat straalde van geluk, al biggelden er stille tranen over hare wangen... Met de volgende schoolvertooningen werden er telkens een paar stoelen voor vader en moeder Janssens voorbehouden; met eerbied leidden de feestkommissarissen hen naar hun plaatsen, ter-wijl in de zaal gefluisterd werd : — Dat zijn de ouders van Toontje... Moederken Janssens deed alsof ze niets hoorde maar voelde hare oog-wimpers vochtig worden. * * * Den ganschen dag ging het er luidruchtig toe. Enkele herbergiers waren overeengekomen,en hadden een fecstkomiteit gevormd, om de zoon uit nummer zooveel of zooveel, die sedert enkele jaren de lessen der academie volgde, en ditmaal primus uitgeroepen werd, naar behooren te vie-ren.Primus zijn was een belangrijke gebeurtenis. Van af 't dagkrieken waren de geburen koort-sig, druk aan het werk. Langsheen de muren werden boven de vensters en de deur bloemen-kransen opgehangen. Ontelbare scherpgekleurde balonnekens, vastgehecht aan ijzerdraden, die dwars over de straat, van den eenen gevel naar den anderen gespannen waren, wiegelden onder de zoele windstreeling. Alom wapperderi driekleurige nationale vlaggen en menigvuldige papierkens plakten tegen de wo-ningen. Op die briefjes stonden weinig dichter-lijke rijmpjes gedrukt om den laureaat te huldi-gen:Heden vieren wij Jan Musch, Driemaal heil, voor den primus!» of iets in dien aard. Aan den ingang der straat kon men op eenen wimpel lezen, in groote letters geschilderd : Lang leve onze primus!...» Het huis van den jeugdigen artist onderscheid-de men al spoedig aan de dichte palatie ,en aan den boog lauwerkransen den ingang versierend. Van 's morgens ging de harmoniemaatschappij uit. De muzikanten speelden hun lustigste aria's, bezochten de eene herberg- na de andere, en voer-den ter eere van den primus menige serenades uit waarna onvermijdelijk de vijf eerste maten de)' Brabançonne» w eerklonken. En tôt 's avonds laat, onder den schilderachti-gen gloed van honderden roode, gele, groene en purperen lichten. verdrongen zich de nieuwsgie-rige inwoners der vvijk, en werd er gelachen en prêt gemaakt Moeder Janssens verlangde gretig eenmaal het hoog genot te beleven, haar zoon aldus te zien huldigen; ook vaak herhaalde zij: — Oh, mocht ik het geluk hebben u als primus bekroond te zien. Toontje! De volksstemming, tijdens die jubelstonden, — werkte hevig op het gemoed van den knaap; snel klopte zijn hartje, en hij droomde eens, vroeg of laat, de held van den dag te wezen. En inniger werd zijn ontroering wanneer hij aan het sterk hopen van zijn moederken dacht. Och, kon hij, een momentje slechts, op haar zacht gelaat, het oneindig zalig geluk lezen, dat zijn zegepralen zou uitlokken. Zoo diep werd die wensch bij den kleinen jon-gen, dat hij zekeren nanoen, fier aankondigde: — Moeken, ik ben de eerste mijner klas !... Nooit had de brave vrouw hem met zooveel teederheid omarmd, als toen. Lang en vurig zoen-de zij haar kind, terwijl tranen van geluk tusschen de wimpers parelden. — Oh, Toontje, 't is toch zoo, niet waar ?... herhaalde zij tôt drie- viermaal toe, waai'op de snaak bevestigde: — Zeker, moeken, het is zoo!... En trotsch cieelde de goede vrouw het verheu-gende nieuws aan al haar kennissen mede. — 't Is niet waar, mensch, beweerden de geburen, die wel beter wisten. Maar met overtuig'ing hield zij staande : — Het is zooals ik u zeg. Toontje heeft het mij verteld, en die zal er wel van op de hoogte zijn. Naarmate de prijsuitdeeling naderde, rees bij Toontje ecliter een zeker gevoel van angst op. Eindelijk brak de gewichtige dag aan. Moeder Janssens tooide zich met haar Zondagsche klee-ren. Voor Toontje had zij een nieuw kostuum ge-kocht. Even poogde de bengel zich ziek te hou-clen, om te kunnen thuis blijven... maar niets hielp; hij moest mede naar de_ zusterkens, en, meer dood dan levend liet hij zich bang bevend voorttrekken. Wat i.ou moederken nu ongelukkig wezen! De vrouw wou aan de overste niet toegeven, dut haar zoon niet bekroond was, en met nadruk zegde ?ij : — En toch is hij de eerste!.-. Om er een einde aan te maken ,duwde men Toontje ten laatste een gebroken O. L. Vrouwen-beeldje in de handen. — Ge ziet wel dat ik gelijk had, besloot de moeder, maai ter wille van een rijker kind wou men onzen Toon benadeelen!... En toch moest, op lateren leeftijd, het ver-langen om primus te wezen hem bijgebleven zijn, want tusschen zijn herinneringen berust de volgende kaart : Koninkl. Academie van Beeldende Kunsten te Antwerpen. ZOMERKOERS 1879. BEWIJS VAN TOEGANG. M. Janssens Antoon is ingeschreven als leerling der Academie en is aangenomen in de klas van figuur. Antwerpen, 8 Juli 1879. De Administreerder. Nooit evenwel hadden de herbergiers de ge-legenheid om een feestkomiteit samen te stellen...* * * Sedert eenige weken was de eerste communie achter den rug en zekeren avond sprak Toontje Janssens zijn vader diep ernstig aan: — Vader, ik ben volleerd, ik wil geld verdie-nen.— En waarom, Toontje? — Om het aan moeder te geven. — Dat hoor ik graag, mijn zoon, maar zou het niet beter voor u wezen, nog eenigen tijd naar de school te gaan ? Niets hielp; bij het kind stond het voornemen op stiel te gaan onherroepelijk vast. Zijn ideaal was vergulder te worden. Al gauw liet hij evenwel die loopbaan varen. Lange dagen moest hij op eenen vuilen, stinkenden zolaer door-brengen; hij kuchte; zijn bortsje deed hem pijn. en hij werd maar al te hevig den greep van het benadeelend midden gewaar, op zijn tengere ge-steltenis. Hij zou het voorbeeld van zijn vader volgen en glazenmaker worden. Moedig beende het tevredenzijnde ventje langsheen het gaanpad naar het werkhuis. Wanneer de spotzieke en woelige straatbengels hem zagen voorbijstappen, met over zijn kleederen, eenen witten kiel, riepen zij hem ironisch achterna : — Hoe men schilder wordt !... Maar Toontje haalde de schouders op ; hij won immers geld voor zijne ouders en dat was de hoofdzaak. Later zag hij in dat hij in het geheel niet volleerd was, en weetgierig- volgde hij regelmattg verschillende avondkursussen. * * * Door een louter toeval kwam hij in aanraking met een lid der tooneelmaatschappij «De Jonge Strijders», vereeniging samengesteld uit lustige volksjongens, die hunne uitspanning vonden in het voor het voetlicht brengen van dramatische of luimige spelen. Hij liet zich voordragen, maar dit was niet voldoende om als werkend lid aangenomen te worden. Men kon den braafsten jongen der wereld zijn, zonder daarom aanleg voor het acteur-schap te bezitten en dit was juist de hoofdver-eischte om in aanmerking te komen. Het bestuur besloot dan ook, dat heer Toontje Janssens eene proef moest doorstaan, om te be-wijzen dat hij wel waardig was, om van hun mid- BR7*SlLaI7*N7* VERVSNGT IDE BESTE KOFFIEI

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het tooneel belonging to the category Culturele bladen, published in Antwerpen from 1915 to 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Subjects

Periods