Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1022 0
close

Why do you want to report this item?

Remarks

Send
s.n. 1918, 27 April. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Seen on 30 April 2024, on https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/en/pid/cr5n87400t/
Show text

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

BORGERHOUT, 27 APRIL 1918 1O Centiemen Nr 17, il' Jaar HET VLAAMSCH HEELAL Allés in te zenden vôôr Donderdag middag — Inschrijvingsprijs : 5 Frank — YVeeIiI>l;ul voor ¥laamsche en Algemeene Belangen Bureel en Drukkerij : Carnotplaats 65 Aankondigingen : 20 Centiemen den resel REIZEN EN LIJOEN « Wij reizen om te leeren de'wereld rond ! » Zoo heette het liedje dat de schooljeugd aanhief wanneer zij, door de leermeesters vergezeld, groote of kleine reizen deed. Of zij er wel veel bij leerde, is twijfelachtig. Die reizen waren meer een genot, eene uitspanning, dan eene zucht naar meer wetenscbap. Ten andere, in de kinderjaren is de aandacht op iets heel anders gevestigd dan op ernstige studie, wanneer de oogen meer verzadigd worden dan de geest. * * * Maar niet enkel de jeugd reisde te dien tijde. Het reizen was bij de bevolking zoo diep ingedrongen, dat velen er zich lichamelijk te kort om deden. En zoo min als plezierreizen tôt ontwikkeling aanzetten, zoo min ook kwam het tei* goede aan den godsdienstzin. Bedevaar-ten waren voor vele lieden niets anders dan plezierreizen geworden, waarvoor zij in menige omstandigheden hunne gezond-heid knakten om het noodige geld voor de reis te kunnen bijeen brengen. a- * * Die plezierreizen waren echter meer-maals lijdensreizen. Van in den zoo-gezegden « pleziertrein » begon het spel. Ongemakken en tegenslagen van allen aard vielen hun ten deel en het plezier veranderde aldra in afbeuling en lijden. Ter plaatse waar zij zijn moesten, viel er niet veel waar te nemen of te leeren ; het ging er gezwind vooruit, want de tijd was kort en 't mocht niet veel kosten. * * # Rijke lieden die op geene kosten moesten zien, kloegen bitter over het reizen. Volgens hunnen stand waren zij verplicht jaarlijks eene groote reis te doen of een verblijf te houden aan zee. maar 't beviel hun maar weinig. Verplichting wordt in zulke omstandigheden een last, gelijk de mode in andere zaken slavernij oplegt. Wetenschap en geleerdheid vinden er weinig baat bij en het « Oost West thuis best » kwam immer boven. In lange jaren zal op dit reizen niet meer te denken vallen, en het liedie : «wij reizen om te leeren, de wereld rond», zal noodlottiglijk vervangen worden door het meer werkelijke : « wij lijden om te strijden ons leven lang ! » Dat was vroe-ger reeds het lot van de groote meerder-heid, toen « de strijd om het leven » genoemd, maar dat nu in 't algemeen zijnen druk zal doen gevoelen. -àr * * Het zal er daarom niet te slechter om gaan. « Lijden om te strijden », zal meer wilskracht geven, meer kennis van den werkelijken toestand der zaken. Daardoor zullen velen meer leeren en meer wetenschap opdoen, dan door plezierreizen die vroeger weinig vrucht opleverden en meer tôt nietsdoen of tôt afkeer van het werk aanzetten. * * * De oorlogsjaren zijn dienaangaande reeds eene leerschool geweest, waarin velen beter en grondiger de maatschap-pelijke toestanden hebben leeren kennen zoowel voor zich zelven als voor anderen. Zij hebben ook het volk beter kunnen in acht nemen, zijne noodwendigheden kunnen waardeeren en zijne gebreken kunnen opmerken. Vroeger was dit voor velen een gesloten boek, omdat zij met het volk geene betrekking hadden oi er zelden meê in aanraking kwamen. * * * Die wetenschap zal heel wat beters opleveren dan de zucht naar vermaak en reizen, die beide zoo weinig voldoening geven. Het lijden door strijden bekroond, moet meer genot opleveren dan de zinne-looze uitgelatenheid, die zich hier te lande, en elders ook, als eene noodwen-digheid opdrong, zonder tôt mannelijke en menschlievende daden op te wekken. Integendeel, dit vreugdegenot bracht niet alleen voor de genieters, maar ook voor anderen veel wee en ellende te weeg, 't zij in den huiskring door 't verwaar-loozen van heilige plichten, 't zij tegen-over medemenschen, door zijne schulden niet te betalen en als groote heeren te leven en te reizen op de kap van anderen. * * * Meer dan vroeger zal de strijd om het leven de beste leerschool wezen. Zij zal niet steunen op ikzucht en eigen genot gelijk plezierreizen en andere genoeg-doeningen, maar op eigenwaarde en menschlievendheid. Aile welbegrepen liefde begint met zich zelven, zegt een Fransch spreekwoord, — in 't Vlaamsch : « het hemd is nader dan de rok, » of « eerst oomken en dan oomkens kinderen », — maar dit sluit de menschlievendheid j niet uit voor medemenschen. Het lijden j en strijden zal die verplichting beter doen ! verstaan en uitwerken dan al andere opvattingen. * * * Dit moet eenieder de toekomst met vertrouwen en hoop doen inzien. 't Is nu toch eenmaal zoo, dat wij de betrekke-lijk gelukkige tijden van vôôr den oorlog niet meer zullen beleven, ten minste niet onder stofïelijk oogpunt. Maar in ziels-verheffing en mannenkracht zullen wij veel kunnen bijwinnen en meer genoegen smaken door den volbrachten plicht, dan door wulpsch vermaak en onzinnige daden. J. L. DE TOESTAHD HIER EN ELDERS BELGIË. — Het Wet- en Verordeningsblad van 20 April 1.1. bevat de verordening, houdende instelling van Duitsche rechtbanken voor burgerlijke rechtsgedingen, en eene verordening van Buitsche rechtbanken voor strafzaken. De Duitsche taal is de gerechtstaal. Voor hen die geen Duitsch kennen, zal een tolk aangesteld worden. In de distrikt-reohtbanken zal voor burgerlijke zaken slechts één rechter zetelen ; in 't hooger gerechtshof drij. In de strafrechtbanken zal insgelijks maar één rechter zetelen, uitgenomen voor misdaden waarvoor de doodstraf of meer dan vijf jaar gevangenis is voorzien ; deze worden door dry rechters gevonnisd. Voorts bevatten deze verordeningen aanwijzingen betrekkelijk de aanstelling van 't personeel en de gerechtsonkosten. —o — NEDERLAND. — De «relletjes» of straatbetoo-gingen tegen het inkrimpen van rantsoenen, zijn thans aan 't verminderen, maar bakkerskarren worden nog stuande gehouden en ledig geplunderd. — Het Ministerie had het in de laatste zittingen der Kamer weer hard te verantwoorden. Minister Cort van der Limden scheen afgemat en moedeloos en zegde : dat hij niet beter verlangde dan van het Ministerschap ontslagen te zijn. Daar de Kamer-leden dit niet verlangen, zullen de eerstvolgende kiezingen daarover beslissen. — Het smokkelen veroorzaakt voortdurend ongelukken. Een deier dagen wierden twee vrouwen doodgeschoten, die op het aanroepen van soldaten-kommiezen of tolbeambten, niet bleven staan. — M. Philips, Nederlandsch gezant in Amerika (V. S.) is na drij maanden verblijf aldaar, reeds teruggekeerd, om reden van ziekelijkheid. —o— OOSTENRIJK. — M. Burian is tôt Minister van Buitenlandsche Zaken benoemd, in vervanging van M. Czernin, ontslaggever. —o— RUSLAND. — Er is gemeld dat de nieuwe regeering van Rusland eene groote leening zou uitschrijven om in dringende behoeften te voorzien. Na de verklaring der Socialisten dat zij de vorige leeningen als ongeldig aanzien en geenen intrest aan de bezitters der Russische fondsen willen betalen, zal die nieuwe leening hoegenaamd niet kunnen gelukken, zelfs niet in eigen land. — Het landen van Japanners te Wladivostok in Siberië kan aanleiding geven tôt vele verwikkelingen tusschen Rusland en China eenerzijds, en Amerika en Engeland langs den anderen kant. Zoo wordt het oorlogswater meer en meer troebel, en wie in dit troebel water kan visschen, zal een uitgeslapen staatsman zijn. Pax De Bakkers in 't Sukkelstraatje Dat de bakkers thans veel reden tôt klagen hebben, niet alleen omdat hun bedrijf niât meer Yrij is, maar ook omdat zij slechte waar te verwerken hebben, is algemeen gekend. Maar buiten dit hebben zij ook veel moeielijk-heden met leden van komiteiten die door ru\fre of andere daden hun het leven nog moeielyker makan. Dit is altijd zoo geweest en 't zal immer zoo blijven. Er zijn menschen die, eenmaal dat zij eene bediening mogen waarnemen, zich willen doen gelden door ruw of onbeleefd te zijn tegen-over medemenschen, in plaats van zich te doen achten door bewijzen van goede opvoeding en eerbiediging van den evenmensch. Door de eeuwen heen zijn de bakkers het voorwerp geweest van de moeste strengheid vanwege de overheid. Maar de bedienden waren doorgaans nog willekeuriger in hunne handelingen. In het blad De Bahkerijschool van M. De Beukelaer, geeft de heer Jan Reynen Zn. een verhaal over de afschaffing van den Antwerp-schen Broodspijker of Mercuriaal, waarin het volgende voorkomt, betrekkelijk het gewicht van 't brood î « Niettegenstaande het rechtvaardig en aan-houdend verzet tegen de beschikking van 9 November 1850, konden de bakkers er niet in gelukken de afschaffing er van te bekomen. Baklserswagens werden midden op de straat stilgehouden, het brood er uit nagewogen en voor één of twee te licht bevonden brooden onder een toeloop van volk procès-verbaal opgesteld ; de winkels warden doorsnuffeld, ja, tôt in de kelders en woonkamers drong men door en kwam er het brood nawegen. » In sommige wijken waren de bedienden der overheid beleefd ; ze maakten spoed met het nawegen, vermeden aile machtkramerij, hiel-den rekening van het te veel als van het te kort, en maakten daarom ook hoogst zelden een proces-verbaal op. ..•In andere wijken, daarentegen, trad de politie op als had zij -jacht te maken op galgen-aas. Haar woord klonk luid en gebiedend, zij liet zich opvolgen van eene bende straatjongens en lediggangers, zij woog en herwoog ; ailes moest in de schaal ; een groot te veel mocht niets afdoen op een gering te kort, en keer op keer zag men bakkers in de boet slaan, die in geenen deele plichtiger waren, dan hunne met meer heuschheid en beter inzicht behandelde buren. » Dat in de boet slaan had voor eerste gevolg, dat de getroffen bakkers in hun goeden naam en faam, zoowel als in hunne belangen, te kort werden gedaan ; voor tweede uitwerk-sel, bij de bevolking de even valsche als i gevaariijke meening gaande te houden, dat de bakkers hunne winst zochten in snood bedrog en hatelijke afpersing. » Uit die aanhaling blijkt : dat de bakkers ; zich heden mogen troosten, want hunne vak-| genooten in vorige tijden waren er nog erger j aan toe. Hildebrand SCHRIJVERS EN BOEKEN XXX MILTATILI Vervolg Na de eerste lezing van die studie schreef ik er deze woorden over die rnijn aarzelen vol-doende zullen billijken : « Veel heb ik persoon-lijk met Max Havelaar gedweept, door gestadigd lezen en herlezen er geheele brok-stukken van in het hoofd gehouden : 't was zoo'n heerlijk streven toch, die bescherming van den Javaan op den Javaanschen grond... en nu komt Meerkerk ons vertellen dat Multatuli " de incarnatie van het in roman-tische articiteit verblinde Ik » verdient genoemd te worden. En dat doet me diep nadenken... en het boek verslinden dat boeit en aantrekt, als een heerlijk stuk litteratuur. Er is, dikVijls toch, een groot onderscheid te maken tusschen een schrijver als persoon, en zijn werken. Douwes Dekker was mij nooit bijstcr sympathiek, niettegenstaande mijn vereering voor den Max Havelaar, maar toch, telkens ik het werk herlas, voelde ik dat ik een man, die zôô sprak, die zôô deed, onrechtraardig behandelde door hem mijn genegenheid te weigeren. Maar daar komt nu Meerkerk al de geheimpjes van achter de schermen uit-brengen, en door zekere oorkonden bewijzen dat heel het werk, evenais de Minnebrieven, de Ideeën, enz., uitloopt op zelfvergoding, zelfs ten prijze van leugentaal. Dat heeft me zoowat ontnuchterd... want dan blijft er niets meer over dan mooie woorden en leelijke daden. Mooipraterij, och, wat heeft men eraan... En toch... Neen, ik ben met mij zelf nog niet genoeg in 't reine om een onbe-vooroordeeld oordeel uit te spreken... » En dat ben ik thans nog niet. Maar dat ailes neemt niet weg dat Max Havelaar een prachtwerk is van taal, van stijl, van kracat en kernachtigheid. Een standaardwerk der Nederlandsche letterkunde, evenals de Caméra Obscura van Hildebrand; eigenlijk mag ik wel zeggen : het standaardwerk, want ik ken in gansch onze gemeen-schappalijke letterkunde geen enkel dat het erbij halen kan. 't Is een wondere, meeslepende mengeling van kracht eD vuur, van poëzij en teederheid, van gewilde stroefheid en laag-bij-den-grond-zijn, en d8 personen die er handelend in optreden, vooral Batavus Droogstoppel — makelaar in koffie, Lauriergracht nr 37 — zijn de typen geworden van het karakter dat ze in den Havelaar voorstellen. De vloed van gedtfchten, de kracht van de taal, de sierlijkheid en vurigheid van den stijl, die dit meesterwerk kenmerken, vindt men eveneens terug in de kernachtige, meestal hekelende Ideeën, die onderscheidene bundels beslaan, in de Millioenen Studiën en verdere werken. Hun toppunt bereiken ze in het over-weldigend Gebed van den Onwetende... En dat brengt me tôt het hoofdzakelijke punt dat ik hier bespreken wil, bespreken moet. Multatuli was een geni© zooals elke eeuw er niet één voorîbrengt, maar een goddeloos, bijtend en spottend genie. Welke ook de hooge letterkundige waarde van zijn werken zijn mogen, ze zijn door-en-door slecht, en de lezing ervan is ten hoogste gevaarlijk voor al wie niet diep genoeg zyn godsdienst is ingedrongen, voor al wie niet héél vast in zijn schoenen staat. De godsdienst is het bijzonder voorwerp van zijn bitterste sarcasme en zijn diepgaande bijbelstudie had dan ook geen ander doel dan de godsdienstige overtuigingen af te breken. Zijn Max Havelaar, en nog meer zijn Ideeën wemelen van zulke aanvallen, die des te gevaarlijker zijn naarmate zij met meer talent voorgebracht of met meer scherpzinnig-heid ingeleid worden, en dikwijls zijn er gansche betoogen noodig om terecht te wijzen wat hij met een pennestreek voorstelde op zjjn manier. Juist om die verregaande goddeloos-heid werd hij door de voorstaanders van die richting tôt held uitgeroepen, ook in ons land, en in de handen gegeven van menschen, die hem niet kunnen begrijpen en alleen het vergift» inzuigen dat hij hen zoo talentvol aanbiedt, maar dat niettemin vergift, zedelijk, gods-dienstig vergift is. Zijn Gebed van den Onwetende, is op ontelbare afdrukken ver-spreid omdat het als een evangelie der godde-looshëid is... Dât is nu juist het grootste kwaad in Mul-tatuli's geestvoortbrengselen, dat hy zijn ongeë?enaard talent gebruikt — neen, mis-bruikt heeft om het hoogste, het eerbiedwaar-digste,'het éénigste eigenlijk wat waarde geeft aan het leven, af te breken, om enkel puin-hoopen na te laten. Men zal mij niet van miskenning der hooge letterkundige verdiensten van Douwes Dekker beschuldigen ; maar toch moet het mij van het hart dat hij onzegbaar veel kwaad gedaan heeft aan het godsdienstig gevoel in Nederland vooral. Edoch, de tijden zijn voorby dat men zwoer bij Multatuli, en slechts enkele nakomers en telaatkomers — ook in ons land — zijn in die tijden blijven hangen. Te onzen dage neemt in Nederland geen ernstig mensch nog zijn aanvallen tegen den godsdienst ernstig op : « daar zijn we lang overheen », zei me onlangs nog een vooraanstaande Nederlander. (1) Maar van al het onheil, zoo kwistig in de geesten en in de zielen vei'Spreid, blijft er nog steeds een spoor, een litteeken over in de half-ontwikkelde massa, in die massa welke zich door het genie laat bekoren om als evangelie te aanvaarden al wat het nederschreef. De ongeëvenaarde letterkundige Multatuli was een verfoeielijk zedeleeraar. En dat is de veroordeeling van zijn werken : prachtige gebouwen, van binnen vol verrotting... Yours (1) Dit was reeds geruimen tijd geschreven toen ik in Eet Centrum van Utrecht, nummer van 16 November 1917, het volgende las, wat dit gezegde bevestigt, en dat ik daarom onveranderd hier overneem : « Godsdienst en Opvoeding. — Onder de rubriek Opvoeding en Onderwijs van het Eandelsblad lezen wij in een bespreking van de periodiek Eet Kind : » De klok van het rationalisme in de opvoeding, die eenige tientallen jaren lang al te luid gebeierd heeft over den menschengeest, heeft opgehouden te luiden ; alleen hoort men af en toe nog een nagalm. Dat de denkbeelden zich wijzigen, blijkt ten duide-lijkste uit de artikelen, die in den laatsten tijd over godsdienst in de opvoeding worden geschreven. » Eet Kind brengt artikelen van mej. E. W. Asscher, mevr. D. van Dorp-Beuker Andrew en den heer Edward Peeters over godsdienstige opvoeding. Een jaar of tien geleden zou men vreemd hebben opgekeken, als een neutraal opvoedkundig tijdschrift over godsdienst ging schrijven en de belangstelling van thans kan dus een teeken des tijds heeten. De artikelen in Eet Kind zijn aile vôôr godsdienstige opvoeding en zij, die er over schrijven, verschillen alleen ten opzichte van den leeftijd, waarop het kind moet leeren bidden en van den aard van het gebed. » Het Ebl. voegt hieraan toe, dat het rationalisme, « dat ailes ontleden wilde en ailes verklaren, al vôôr » den oorlog als levensleer (scheen) uitgediend te » hebben ». » Het kan de massa niet bevredigen. » Inderdaad, nimmer misschien kwam dit sterker, sprekender tôt uiting, dan juist in onzen tijd. » En men kan te dezer zake acte nemen van getui-genissen, welke men nog niet zoo heel lang geleden, eenvoudig ondenkbaar zou hebben geacht. » De godsdienstige behoefte verdringt den rationalis-tischen waan. » OVERZI C II r Wïiiter Het is een lange en koude winter geweest. Van begin October moestsn de stoven en vuren hunnen dienst reeds verrichten, onafgebroken tôt nu toe. Slechts enkele warme dagen zijn die lange reeks komen onderbreken. Gelijkkig-lijk dat er voldoende stookvoorraad is geweest, althans in 't meeste deel der gezinnen, zoo niet zou het ellendig geweest zijn. Indien de algemeene vrede niet gesloten wordt vôôr den ; volgenden winter, dan zal de nood erger zjjn bij gémis aan brandstoffen, aan kleederen en beddengoed. Want dit laatste versljjt en ver-dwijnt meer en meer, daar er geene gelegen-heid meer is dit ailes te vervangen of te vernieuwen. Zelfs zij die geld genoeg hebben, zullen niet Kunnen koopen wat zij verlangen en noodig hebben. WEKELIJ KSC H VERSLAG Borgerhout Benoemingen In zijne laatste zitting deed de gemeenteraad de volgende benoemingen : t M. Flor. Gesqière wierd herbenoemd als lid van 't Bestuur der Godshuizen ; M. Wiets wierd benoemd als lid van 't Armbureel in vervanging van M. Leop. Dykers, aftredend lid en ontslaggever ; M. Alf. Van Herck wierd benoemd als schoolhoofd der gemeente-school Leopoldstraat, in vervanging van M. P. Van den Broeck, overleden. Eerste Communie Alhoewel ietwat koud, was 't varleden Zondag toch droog en goed weer, zoodat de eerste Communiekanten onder dit opzicht van geluk mochten spreken, zoowel als onder dit van godsdienstig gevoel, dat wel het grootste geluk mag heeten. Het kleeden der welhebbende zoowel als der behoeftige eerste Communiekanten is dit jaar karig en in moeielijke omstandigheden gebeurd. Ook is er spraak die plechtigheid af te schaffen, in 't belang van ouders en kinderen. Die afschaffing was vroeger reeds besloten, maar om de neringdoeners te believen en andere eerbiedwaardige belangen niet te schaden, wierd de plechtigheid in stand gehouden. Thans wordt die afschaffing eene noodzakelijkheid, waartegen niemand zal opkomen. Zij wordt nu opgelegd door de behoeftigheid, gelijk zij vroeger gewenscht wierd om paal en perk te stellen aan nuttelooze en kwetsende pràcht die in stryd was met de godsdienstige ootmoedigheid en 't medelyden met de armen. Mgr Mercier verlangde toen, dat de eerste Communiekanten, vooral de meisjes, een eenvoudig en eenvormig kleed zouden dragen, maar daartegen kwam de pralerij van zekere ouders en neringdoeners in opstand. Wat zij toen niet wilden toegeven aan de gezonde en godsdienstige reden, dat moeten zij nu wel bijtreden uit hoofde der heerschende behoeftigheid en schaarschheid.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software. 

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
This item is a publication of the title Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad belonging to the category Katholieke pers, published in Borgerhout from 1878 to 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Add to collection

Location

Periods